De Juveniel (jonge vogel van dit broedseizoen lijkt veel op het vrouwtje.
De zwartkop is een muisgrijze zangvogel met een gitzwart ‘petje’. Vrouwtjes hebben een roodbruin petje. De zang is luid en zeer melodieus. De zwartkop eet tijdens het broedseizoen vooral insecten. Buiten het broedseizoen staan in hoofdzaak bessen en andere vruchten op het menu. Zwartkoppen die in Vlaanderen de winter doorbrengen, pikken vaak een graantje mee van voedertafels en hangen zelfs aan pindaslingers en vetbollen. De zwartkop heeft een voorkeur voor schaduwrijk, bebost gebied, parken en tuinen met een dichte ondergroei.
Links; De volwassen man, rechts; de volwassen vrouw.
De zwartkop is ongeveer net zo groot als een koolmees en dankt zijn naam aan de zwarte pet op zijn kop, die alleen het mannetje draagt. Het vrouwtje heeft een roestbruine pet. Bij het mannetje is de rest van het verenkleed grijs, bij het vrouwtje grijsbruin.
Een jong mannetje heeft in de winter een zwarte pet, met bruine vlekken. De zwartkop vliegt weinig en laat zich vooral horen. Na het uitvliegen worden ze nog 2 tot 3 weken gevoerd.