Vanmorgen probeerde ik tussen de buien door nog even over de Neterselse Heide te fietsen, met oog voor paddenstoelen natuurlijk. Tussen de buien door lukte niet helemaal, maar wel een mooie paddenstoel. Ik vond een Tijgertaaiplaat. Weliswaar een algemene soort, maar wel kwetsbaar volgens
Verspreidingsatlas.nl.
De Tijgertaaiplaat (Lentinus tigrinus), zoals die op de Neterselse Heide groeit is een kwetsbare soort.
Saprotroof, witrot veroorzakend, op stammen, stronken en takken van loofhout, soms op levende stammen, bij voorkeur van Wilg, ook vrij vaak op Beuk en Es, soms op andere loofbomen, optimaal in rivierbegeleidende wilgenbossen en grienden op natte, voedselrijke klei, ook vaak in essenhakhout en soms in bossen op droge, zandige bodems. In dit geval denk ik dat het een verweerde berk is.
De Tijgertaaiplaat heeft een witachtige hoed met radiaal gerangschikte, grijsbruine of sepiabruine, aangedrukte schubben die groen van kleur kunnen zijn. De gerangschikte schubben geven de paddenstoel een getijgerd gestreept uiterlijk waaraan hij zijn Nederlandse naam heeft te danken. De steel kan wit zijn, maar is meestal bezet met kleine, zwartbruine schubjes. De plaatjes lopen af op de steel en hebben een gezaagde rand. Bij ouderdom verkleuren de plaatjes van wit naar okergeel. Het vlees van de Tijgertaaiplaat is taai en weerbarstig maar het heeft een aangename, fruitige geur en een milde smaak.
De Tijgertaaiplaat is een paddenstoel van tegenstellingen. Hoewel tijgerhaaiplaten duidelijk plaatjes bezitten of iets wat er op lijkt (plooien) worden ze toch tot de buisjeszwammen (Polyporen) gerekend. De buisjeszwammen vallen weer onder de plaatjesloze vlieszwammen. Ook de plaatsen waar tijgertaaiplaten worden gevonden zijn nogal in strijd met elkaar.
Het veelvuldig voorkomen van de Tijgertaaiplaat in het rivierendistrict is duidelijk te zien op zijn
verspreidingskaartje van Verspreidingsatlas.nl. Tijgertaaiplaten worden vooral op dode wilgen- en populierenstammen gevonden die half in het water, de bagger of op de vochtige grond liggen. Vooral in het rivierendistrict vind je dit vochtige hout. Na zware regenval of dooi treden rivieren buiten hun oevers en worden takken en stammen, soms zelfs complete bomen door de stroming meegevoerd. Als het rivierpeil daarna weer normaliseert komt het meegevoerde hout vervolgens in buitendijkse ooibossen, droogvallende geulen, oevers, geïnundeerde gebieden, enzovoort te liggen. Ook worden ze wel gevonden op houten beschoeiingen net boven de waterspiegel van beken, rivieren, sloten en kanalen. Dit zijn de geëigende locaties voor tijgertaaiplaten zou je zeggen.
Het is bijna niet uit te leggen dat tijgertaaiplaten ook voorkomen op droge voedselarme zand en leembodems, zoals die voorkomen op vochtige heide. Een groter verschil in habitat is nauwelijks denkbaar. De Tijgertaaiplaat komt bijna wereldomvattend in gematigde streken voor behalve in Afrika. Tijgertaaiplaten zijn in Nederland niet zeldzaam, maar er is een duidelijke afnemende trend in zijn voorkomen geconstateerd. De oorzaak hiervan is niet helemaal duidelijk. De Tijgertaaiplaat is daardoor als kwetsbaar op de Rode Lijst beland.