donderdag 8 oktober 2020

Gekraagde aardster en Weerhuisje in Hulsel

Vandaag heb ik een paar niet alledaagse zwammen, de Gekraagde aardster en Weerhuisje. Tijdens mijn wandeling door de Hulselse Staat zag ik op twee plaatsen Gekraagde aardsterren staan. In Reusel langs het Beleven (straat) vond ik de Weerhuisjes.

Gekraagde aardster (Geastrum triplex)

De Gekraagde aardster is een middelgrote tot grote aardster, meestal met een duidelijke opstaande vlezige kraag om het bolletje. Het bolletje is ongesteeld en zit vaak in een verdieping van de slippenkrans en is meestal licht grijsbruin. De mondzone is gewimperd met een duidelijke afgegrensde lichte hof (kleurverschil), meestal zonder ringvoor. De 4 tot 8 slippen zijn aan de onderzijde glad en donker bruin zonder vastgegroeide aarde en niet viltig, wel vaak met lengtebarsten. Ongeopende vruchtlichamen steken ongeveer voor de helft boven de grond uit en zijn meestal ui- of peervormig (met de punt omhoog), 15-60 mm breed (vlak geopend) en met een glad, bruinoppervlak zonder vastgegroeide aarde.


Uit moleculair onderzoek blijkt dat het complex van Aardsterren wereldwijd uit minstens 5 soorten bestaat. De Gekraagde Aardster kwam vroeger vrijwel enkel, maar talrijk voor in het kustgebied, maar heeft zich intussen verspreid door het gehele land. In de hoge zandgronden in het zuiden van het land wordt deze zwam minder vaak gezien. In zuid Limburg en in het Gooi zijn de aantallen het grootst.

Weerhuisje (Astraeus hygrometricus)

Het weerhuisje (Astraeus hygrometricus) is een vrij zeldzame paddenstoel uit de familie Diplocystaceae. De soort komt vooral in voor in lichte, warm gelegen bossen op een zandbodem. In Nederland betreft het meestal parken, steenstorten en (spoor)bermen. Het gehele jaar door kunnen exemplaren worden aangetroffen. De zwam is niet eetbaar. De Nederlandse naam verwijst naar de hygroscopische (water absorberende) capaciteit van de zwam. Een soort weerhuisje dus. Hoe meer water het op neemt hoe natter het wordt. Bij een toenemende luchtvochtigheid zal hij zich stervormig openen om het reservoir met sporen vrij te maken. Bij droogte sluit hij zich er weer omheen.


Het ca. drie centimeter grote, bolletje is dun en glad van huid, heeft een grijs viltig oppervlak en een onregelmatig gevormde opening aan de bovenzijde. Het is gevuld met dunne draden en donker bruin sporenpoeder. Het vruchtlichaam vormt zich ondergronds en is dan uivormig. Het splijt in 6 -16 slippen die zich omkrullen en zo het hele vruchtlichaam bovengronds duwen. Het is dan zo'n tien centimeter breed en lijkt veel op een aardster. De ster heeft een onregelmatig gebarsten oppervlak en is vaalbruin tot donkerbruin, maar lichter in de barsten. In Europa heeft het weerhuisje vooral een mediterrane verspreiding. De soort staat als bedreigd op de Nederlandse Rode Lijst (paddenstoelen) van 2008.