De Hanenkam of Cantharel (Cantharellus cibarius) is een paddenstoel uit de familie Cantharellaceae. De soort wordt ook 'dooierzwam' of 'girolle' genoemd. De 3-10 cm brede oranjegeel tot oranjebruin, trechtervormige, golvende hoed van de Hanenkam is in de jeugd convex, later trechtervormig met een wat ingerolde rand. De kleur van de hoed varieert van wittig tot dooiergeel en zelfs oranje. De dooiergele lijsten aan de onderkant van de hoed zijn onregelmatig gevorkt en lopen ver op de steel af. De 3-8 cm lange steel heeft de kleur van de hoed en wordt naar beneden smaller. Het witte vlees heeft de geur van abrikozen.
De Hanenkam komt tegenwoordig veel minder voor dan in het verleden, wellicht door overmatig verzamelen. Op zure zandgrond is hij vrij algemeen in naald- en loofbossen bij den, eik, beuk en berk van juni tot oktober. In Nederland staat de Hanenkam op de Rode Lijst in de categorie kwetsbaar.
Hanenkam (Cantharellus cibarius)
De Hanenkam groeit vaak in groepen in loofbossen (vooral bij eiken en beuken), soms in naaldbossen op humusarme zandgronden en in de duinen (juni - december). In Nederland en Belgiƫ is de Hanenkam steeds zeldzamer, dus een gevoelige soort. Verzuring en bemesting hebben een negatief effect op de Hanenkam. De klimaatopwarming heeft vooralsnog geen effect.