dinsdag 31 januari 2017

De prachtige Groene specht

De Groene specht is een prachtige vogel, wellicht een die bij de top tien van Nederlands mooiste vogels behoord. Maar de groene specht is een schuwe vogel. Geluk of veel tijd en toewijding is nodig om er een goeie foto van te maken. Zondag kreeg ik hem per toeval voor de lens, vandaag was ik er voor gaan zitten, in mijn observatietent.

De Groene specht (Picus viridis) - adult man

De circa 30 cm grote groene specht met zijn luide lach is een vrij algemene broedvogel, die spijtig genoeg in aantal afneemt door het verdwijnen van hun geliefde hoogstammige fruitbomen. Daar waar ik deze specht wist te fotograferen staan bomen die een beetje dat hoogstammige karakter hebben. Daarbij staan ze aan de rand van een weiland, ook wat de specht welgevallig is. Vrije ruimte om weg te vliegen als dat nodig is, voorwaarde voor veiligheid.

De groene specht, zoals zijn naam het al aangeeft, is bijna volledig groen met een beetje zwart rond het oog en rood bovenaan op de kop. Het mannetje is ook nog rood in de nek en heeft tevens een rode wangvlek, zoals deze op deze foto's. Deze specht roffelt zelden op bomen en is gevoelig voor winters met sneeuw aangezien de groene specht zijn eten voornamelijk op de grond bijeen zoekt. Met zijn tien cm lange tong gaat hij op jacht naar rode mieren, maar ook wormen, kevers, vliegen, bessen, of larven van insecten in boomstammen staan op zijn menu.

Als maar de omgeving afturen, behoedt op onraad.

zondag 29 januari 2017

De Groene specht

Ver weg, dat wel, maar vanmorgen kreeg ik in Netersel plotseling de Groene specht voor de lens. Nadat ik bij de fotohut de vogels had gevoerd, zat ik in de auto om weer naar huis te rijden toen ik plots twee groene spechten zag vliegen. Een daarvan ging 75 meter van mij vandaan in een boom zitten. Ik draaide snel het portierraam naar beneden en pakte mijn fotocamera, die naast mij op de passagiersstoel lag.

De Groene specht, mijn eerste foto van deze prachtige vogel.

Groene spechten zijn standvogels van open loofbossen, hoogstamboomgaarden, parken en oude houtsingels. Hij broedt meestal in een zelfgehakt hol in een oude loofboom. In de zomermaanden bestaat zijn voedsel vooral uit grote mieren (vooral rode bosmieren) en wordt meestal op de grond verzameld. De lachende roep van de groene specht is een opvallend kenmerk. Roffelt niet vaak en zwak, dat is meer voor de zwarte specht.

De groene specht is een forse vogel, met in vlucht opvallend groene stug en stuit en diep golvende vlucht. De kop van de groene specht is opvallend getekend met rode kruin en zwarte vlek rondom het oog. Mannetjes hebben daarnaast ook nog een rode vlek onder het oog, deze vlek is bij vrouwtjes zwart. Ze hebben een grijze dolksnavel. Onvolwassen vogels zijn zwaar gevlekt over het gehele lichaam. De kenmerkende lachende roep van de groene specht valt vaak het eerst op. Heeft een diepe golvende vlucht en zoekt vaak op de grond naar mieren.

Groene spechten broeden vooral in het kleinschalige cultuurlandschap met oude bomen en in de duinen, maar steeds vaker in polders in recreatiebossen, stadsparken en sportparken. In grote bosgebieden broedt hij vaak alleen langs de randen of rond kale stukken. De groene specht ontbreekt in grootschalige open landschappen. Een nest maakt hij in oude loofbomen. Het voedsel zoekt de groene specht hoofdzakelijk op de grond.

Insecten, vooral mieren staan boven op de menukaart van deze specht. Kan flink tekeer gaan op een mierenhoop. De groene specht is een uitgesproken standvogel die in strenge winters grote verliezen lijdt.

zaterdag 28 januari 2017

De foeragerende Boomklever

Vanmorgen trof ik in de Hulselse Staat een foeragerende Boomklever. Deze zat wel hoog in de boom, maar gelukkig niet te ver weg. Ik was van huis gegaan in de hoop om helemaal achter in de Hulselse Staat wat op de foto te kunnen krijgen. De succesvolle opnames van de dag maakte ik echter aan het begin. Daarna niets meer, behalve de mooie 5,5 km lange natuurwandeling, die altijd de moeite waard zijn.


Boomklevers leven in soortenrijke oudere bossen waar loofbomen staan met veel stamoppervlakte. Daarbij zijn enkele open plekken uitstekend geschikt voor de boomklever. Ook in parken en tuinen te zien. Het voedsel van de boomklever wordt gezocht door nauwkeurig de schors van bomen te inspecteren op insecten. Ook zaden en noten worden gegeten; boomklevers kunnen dan ook gezien worden terwijl ze verwoed inhakken op een met de poten vastgehouden vrucht.


Boomklevers zijn ware acrobaten. Net als de meesjes weten ze in alle standen de plaatsen te bereiken waar ze voedsel zoeken, en daar dan ook in slagen.

vrijdag 27 januari 2017

Vogelrijk bosje noordelijk van Hulsel

Ten noorden van Hulsel, even voorbij het sportpark, tussen De Kanten en de Heikant, ligt een klein stukje bos. Dwars door het bos loopt een brede sloot, met aan weerszijde naaldbomen. Van Grove den, Zeeden, en Larikx bomen, afgewisseld door Amerikaanse eik en enkel andere loofbomen. In het bos liggen ook dode bomen weg te rotten. Daar moeten wel vogels zitten. En dat doen ze ook.

De Kanten, een zandweg die Hulsel, via het sportpark, door de velden naar de Neterselsedijk (Lage Mierde) verbindt.

Even voorbij sportpark 't Kantje voert de zandweg naar het boeren akkerland. Aan de ene kant liggen boomkweekvelden, aan de andere kant boeren akkerland. Even verderop heet de zandweg Waterlaten. Oostelijk daarvan ligt een klein bosperceel met Grove den, Zee den, en Larikx bomen, die afgewisseld worden door Amerikaanse eik en andere loofbomen. Aan de noordkant en de zuidkant van dat bos ligt een vijvertje.

Voor vogels is water, voedsel en een beschutte omgeving een noodzaak. Links; een van de vijvertjes,
rechts een mierenhoop, goed voor de Groene en Zwarte specht.

Het kleine Vuurgoudhaan (Regulus ignicapilla) zit ook in dit bosperceel. Hier heeft het kleine vogeltje de Larikx uitgezocht.

donderdag 26 januari 2017

Wandeling over de Neterselse Heide

Vanmorgen ging ik op pad voor een wandeling over de Neterselse Heide. Met de rijp aan de bodembegroeiing, zoals de heide en het pijpenstrootje (wat in Netersel eenvoudig; 'Bunt' wordt genoemd) was het landschap nog winters. Wie goed oplet ontdekt de kleine vogeltjes in de bosranden. Zo viel mijn oog op het kleine goudhaantje, de boomkruiper de grote bonte specht.

Het informatiebord aan de Fons van der Heijdenstraat

De Neterselse Heide, gelegen Netersel en Westelbeers, is een natuurgebied dat is eigendom is van het Brabants Landschap. Het gebied is 229 ha groot. Naast heide en de prachtige berkenbossen is er ook bos van berken op hoogveen: je komt het zelden tegen in ons land. Hier komt het op een grote oppervlakte voor. Op de bodem groeien zachte kussens van veenmossen. Waar het minder nat, is springen direct de ‘vliegdennen’ in het oog: geen aangeplante maar uit aangewaaid zaad opgekomen bomen. Met hun verspreide voorkomen geven ze de heide het karakter van een Afrikaanse savanne, waarover u uren kunt struinen. Als uitkijkpunt zijn ze belangrijk voor vogels. In de winter gebruiken vooral klapeksters die boompjes. Ze loeren naar muizen en levendbarende hagedissen.

Het Goudhaantje is het kleinste vogeltje van Europa

Goudhaantjes zijn soms zo druk met het zoeken naar voedsel dat je ze soms bijna aan kunt raken. Het is een klein, mosgroen vogeltje met een opvallende gele kruinstreep met zwarte zijbanen. Wat ook opvalt is het zwarte kraaloog in een witgrijs gezicht. Ze vliegen vaak rusteloos door het (naald)bos, af en toe stil hangend. Het mannetje kenmerkt zich door een duidelijke felle oranje veeg in de gele kruinstreep.

Het was vanmorgen erg rustig op de heide. Behalve de aanwezigheid van de graafmachine, ontmoete ik een groepje natuurwandelaars uit het west Brabants Wouwse Plantage (en omgeving). Een dagje elders wandelen verruimt je blik op de natuur. Na een praatje met de natuurkenners ging ik weer verder voor mijn vervolg. Alleen, want foto's maken van vogeltjes doe je bij voorkeur in alle rust. Als je alleen bent heb je ook geen last van storende omstanders.

De witte rijp en het ijs zullen de komende dagen gaan verdwijnen. Er wordt warmer weer voorspeld.

Op afstand was een graafmachine te horen. Even verder was de graafmachine ook aan het werk. De sloot langs de zandweg werd in opdracht van Brabants Landschap, door Loon en verhuurbedrijf John Michiels uit Netesel gedicht door materiaal vanuit een naastgelegen ven de sloot in te trekken. "Het water moet hier langer vastgehouden worden, zodat het hier natter wordt", was de uitleg van Peter Michiels, de machinist van de graafmachine.

De graafmachine midden op de met bunt begroeide heide.

Bunt, zeggen ze in Netersel tegen het pijpenstrootje. De plaatselijke carnavalsvereniging is immers genoemd naar een oud gebruik uit de streek. In het verleden werden buntpoppen gebruikt om onder oude hol-golvende Utrechtse dakpannen te steken. Zo konden de dakpannen bij harde wind niet meer scheef wegzakken en naar een kant weg kantelen. Het pijpenstrootje, zoals het officieel heet, is een grassoort waar menig natuurbeheerder zich het hoofd over breekt. Het groeit door het overschot aan fosfaat, dat met het grondwater uit landbouwgebieden de natuurgebieden in komt. De landbouw gebruikt fosfaathoudend kunstmest om de gewassen sneller en beter te laten groeien. Gesprekken en afspraken met de landbouwers moeten leiden tot een lager gebruik van fosfaathoudende kunstmest.

Om dit vogeltje te ontdekken moet je erg goed opletten. De boomkruiper valt door zijn grauwe bruine kleur niet op.

Boomkruipers zijn bruin gevlekt van boven en wittig van onderen. Net als de Boomklever eten ze insecten, insectenlarven en andere kleine, ongewervelde dieren (spinnen). Die worden tussen de schors vandaan gepeuterd terwijl de boomkruiper veelal spiraalsgewijs omhoog klimt. Op enige hoogte aangekomen vliegt hij naar een naburige boom, om daar weer aan de voet met klauteren te beginnen. Ondertussen gebruikt de boomkruiper de stugge staartveren als steuntje waardoor deze vaak sterk gesleten punten blijken te hebben. Boomkruipers klimmen spiraalsgewijs langs een boomstam omhoog, daarbij de bast afzoekend naar insecten. Een boomklever gaat ook naar beneden op de boomstam.

De Grote bonte specht, bezig met het zoeken naar voedsel in de spleetjes van een afgebroken boomtop

De grote bonte specht eet in de warmere periodes voornamelijk dierlijk voedsel, zoals insecten en hun larven en poppen. Hij foerageert van beneden naar boven op de boomstam, waarbij hij de bast beklopt om door insecten gegraven tunnels te vinden. De specht hakt een tunnel open en vangt de prooidieren met de punt van zijn kleverige tong. De grote bonte specht is een opportunist en voedt zich derhalve ook met kleine gewervelden. Hij kraakt bijvoorbeeld nesten van zangvogels of kleinere spechtensoorten open om zich te voeden met de eieren of de kuikens.

In de winter voedt de grote bonte specht zich vooral met plantaardig voedsel. Zaden van naaldbomen beslaan dan het grootste deel van zijn dieet. Hiervoor klemt de specht de kegelvrucht in een zogenaamde 'spechtensmidse', om vervolgens de zaden er uit te hakken. Naast zaden eet de grote bonte specht beukennootjes, eikels, noten, bessen en hars.

woensdag 25 januari 2017

Mijn websites in een nieuw jasje

Mijn websites (of blogs, zo u wilt) zijn in een nieuw jasje gestoken. Sinds 30 november 2014 is aan het uiterlijk van mijn websites niets meer veranderd. Daar werd het dan ook tijd voor. Zo heeft de artikelachtergrond en ander kleurtje gekregen en is er een nieuwe achtergrondfoto gebruikt. Bovendien is er een blog aan toegevoegd, maar daar wordt momenteel nog niet op gewerkt. Deze is opgericht omwille van het website adres; mijnnatuurfoto.blogspot.nl. Korte, eenvoudige namen voor een internet adres zijn niet meer beschikbaar, ook niet bij blogspot.nl. De beste optie die nog goed in de mond licht is 'Mijn natuurfoto' (mijnnatuurfoto.blogspot.nl).

jozefvanderheijden-foto.blogspot.nl (Mijn officiële fotoblog; Jozef van der Heijden - Natuurfotograaf)

Op zondag 17 november 2013 begon ik met mijn eerste blog, een fotoblog. Voorheen raakte ik al vertrouwd met het bouwen van website's. vanaf 1998 baate ik een wielerwebsite uit, Mtb-kalender.nl. Dagelijks bracht ik wielersport gerelateerde nieuwsartikelen, waaronder wedstrijd verslagen, wedstrijd en toerfiets evenementen kalenders, maar ook lagentijd foto's van toertocht evenementen en mountainbike-, veldrijden en wegwedstrijden. De website kende landelijke bekendheid, tot 3000 bezoekers per dag uit voornamelijk Nederland en Vlaanderen. Daar ben ik op 1 juli 2015 mee gestopt. Ik ging met pensioen en werd opa. De website nam zo veel tijd in beslag, dat het gezin tijd een aandacht te kort kwam. En dat is voor mij veel belangrijker dat de website die mijn leven ging bepalen. Met mij fotohobby is dat anders. Niemand verwacht dat ik elke dag weer op tijd en uur nieuwe artikeltjes plaats.

Links: mijnnatuurfoto.blogspot.nl (Mijn natuurfoto) - rechts: jozefvanderheyden.blogspot.nl (Jozef van der Heijden - Natuurvideo's)

Links: vogelkijkhutten.blogspot.nl (vogelkijkhutten locatie's) - rechts: vogel-spotter.blogspot.nl (vogelsoorten)

Wat uw wel zal zijn opgevallen, is de gelijkenis in het ontwerp. Dat is ook mijn bedoeling. De blogs zijn zo herkenbaar dat ze aan mij toebehoren en elkaar aanvullen.

dinsdag 24 januari 2017

Zwartkop dagelijks terugkerende gast

De Zwartkop is een dagelijkse gast geworden op de voertafel die in onze tuin staat. Opvallend is wel dat het altijd een mannetje is die zich in de tuin laat zien. Het kan natuurlijk ook om een verdwaalde eenling gaan. De zwartkop (Sylvia atricapilla) is een zangvogel uit de familie van zangers (Sylviidae). Het verenkleed van deze trekvogel is aan de bovenzijde grijsbruin en aan de onderzijde vuilwit. Het mannetje heeft een zwarte kruin, terwijl het vrouwtje een roodbruine heeft.

De zwartkop die dagelijks terug komt is een mannetje.

Tot die familiegroep van de Sylviidae behoren ook de; Kleine zwartkop, Orpheusgrasmus, Baardgrasmus, Braamsluiper, Grasmus, Brilgrasmus, Provençaalse grasmus, Rüppells grasmus, Sperwergrasmus en de Tuinfluiter.

De zwartkop is van kop tot staart ongeveer net zo groot als een koolmees, alleen heeft de zwartkop een kortere staart als de koolmees en heeft de zwartkop een iets zwaarder lijf. De zwartkop dankt zijn naam aan de zwarte pet op zijn kop, die alleen het mannetje draagt. Het vrouwtje heeft een roestbruine pet. Bij het mannetje is de rest van het verenkleed grijs, bij het vrouwtje grijsbruin. Een jong mannetje heeft in de winter een zwarte pet, met bruine vlekken. De zwartkop vliegt weinig en laat zich vooral horen.


De zwartkop broedt in bossen en halfopen landschappen met bomen en struiken. Leeft bij voorkeur in loof- en gemengde bossen met een rijke ondergroei van vooral bramen. Komt ook voor in parken, tuinen en andere halfopen landschappen met bomen en struiken. Zwartkoppen trekken grotendeels weg vanaf half augustus tot half oktober naar het zuidwesten, samen met Duitse en Scandinavische broedvogels. Ze overwinteren in Zuid-Engeland of het westelijk deel van het Middellandse Zeegebied: voornamelijk Spanje, Marokko en Algerije. Zwartkoppen keren in begin april terug in Nederland en steeds vaker al in maart.

Relevant artikel: De Zwartkop op de voertafel

zondag 22 januari 2017

De Boomklever is een handige jongen

Vanmorgen trok ik weer naar de Hulselse Staat. Aan de rand van het bosgebied zijn de laatste dagen Kramsvogels waargenomen, dus lag mij doel van de dag daar. Maar het liep anders, zoals dat in de natuur nooit te plannen is. Geen kramsvogel te bekennen. Was de wandeltocht dan voor niets? Nee, zeker niet. Tegen het einde van de ruim 7,5 km lange wandeling trof ik een paar Boomklevers (Sitta europaea) en een Boomkruiper.


Het is wel opvallend, dat de boomklever en de boomkruiper steeds in het zelfde deel van het bosgebied te vinden zijn. De variatie van diverse loofboom soorten en bomen met dode takken zijn daar wellicht de reden van. De boomklever wil ook nog wel eens van loofbomen naar naaldbomen wisselen. De boomkruiper zit altijd in een loofboom.

De Boomklever is een handige jongen. Hij kan alles, omhoog, omlaag en op z'n kop hangen.

De Boomkruiper liet zich ook nog even zien. Meer dan 1 goeie foto heb ik daar niet van kunnen maken.


Door de gevlekte, bruine rug is de boomkruiper uitstekend gecamoufleerd op de meeste boomstammen. De vogel wordt in het broedseizoen dan ook niet veel gezien. Buiten de broedtijd laat de vogel zich meer zien en is dan onder meer door de lichtere buik en de gekromde snavel goed te herkennen.