vrijdag 20 januari 2017

De foeragerende Grote bonte specht

Even voor het middaguur trof ik in de Hulselse Staat een vrouwtje van de Grote bonte specht. Zij bleef in mijn buurt heen en weer vliegen. Van de ene tak naar de andere en van de ene boom naar de andere. Schuw was ze zeker niet.

De Grote bonte specht (Dendrocopos major) is een talrijke en wijdverbreide standvogel in een groot deel van het Palearctisch gebied. Hier broedt hij in bossen en allerlei cultuurlandschappen. De grote bonte specht zoekt zijn voedsel in vrijwel alle vegetatielagen. In de zomer voedt hij zich voornamelijk met insecten en andere ongewervelden, in de winter vooral met plantaardig voedsel, zoals zaden van naaldbomen.

De Grote bonte specht. De kleinere soortgenoten zijn de Middelste bonte specht en de Kleine bonte specht

In tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden is de grote bonte specht een relatief kleine spechtensoort. Een volwassen exemplaar meet doorgaans 20 tot 24 centimeter en weegt 60 tot 110 gram. De vleugelspanwijdte bedraagt 34 tot 39 centimeter. In tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden is de grote bonte specht een relatief kleine spechtensoort.

Het verenkleed is aan de bovenzijde overwegend zwart en aan de onderzijde wit, met uitzondering van de rode anaalstreek. De veren hebben aan de bovenzijde grote, ovaalvormige witte schoudervlekken en zijn sterk gebandeerd. De kop is overwegend wit op de zijkanten en de keel. Vanaf de snavel loopt de zwarte baardstreep door in een grillige Z-vormige zwarte vlek, die naar beneden naar de borst en naar achter tot in de nek loopt. Het voorhoofd en het gedeelte rond de ogen is wit, de kruin is zwart. De specht op deze foto's is een volwassen vrouwtje. Het mannetje heeft een rode vlek in z'n nek, terwijl het vrouwtje een geheel zwarte kruin heeft.


De bewegingen van een grote bonte specht zijn schokkerig. Tijdens het klimmen maakt hij kleine sprongetjes, waarbij hij zich met een poot afzet en met de andere neerkomt. Soms zit hij als een zangvogel rechtop op een tak. De vlucht is typisch en sterk golvend. De grote bonte specht eet in de warmere periodes voornamelijk dierlijk voedsel, zoals insecten en hun larven en poppen. Hij foerageert van beneden naar boven op de boomstam, waarbij hij de bast beklopt om door insecten gegraven tunnels te vinden. De specht hakt een tunnel open en vangt de prooidieren met de punt van zijn kleverige tong.

In de winter voedt de grote bonte specht zich vooral met plantaardig voedsel. Zaden van naaldbomen beslaan dan het grootste deel van zijn dieet. Hiervoor klemt de specht de kegelvrucht in een zogenaamde 'spechtensmidse', om vervolgens de zaden er uit te hakken. Naast zaden eet de grote bonte specht beukennootjes, eikels, noten, bessen en hars.