woensdag 20 september 2023

Mijn visuele natuurverhalen

Mijn naam is Jozef van der Heijden. Ik woon in de Brabantse Hulsel.
Ik fotografeer al sinds de 70er jaren. Ik begon met een kleinbeeld fotocamera en een Super 8 filmcamera met geluidsregistratie. Op de boerderij filmde ik Groenlingen en Kneuen die de jongen op hun nest verzorgde. Mijn interesse gaat naar de natuur in het algemeen. Van vogels tot paddenstoelen, mossen, korstmossen en  landschappen. Maar vogels fascineren mij wel het meest. Daarnaast ben lid van diverse natuurbescherming organisaties (zie de logo's hieronder).

Hoewel vogels mijn voorkeur genieten, ontdekte ik op 4 januari 2019 de Opkrullende strookzwam in de bossen van Hapert, officieel de 19e geregistreerde vondst in Nederland sinds 1855 en de eerste sinds 1985. Daarna vond ik nog twee plaatsen waar deze zeer zwam voor kwam. Op 16 oktober 2019 vond ik op Landgoed Wellenseind de eveneens zeer-zeldzame Kroontjesknotszwam. Verspreidingsatlas.nl meldt sinds 1990 slechts 105 vindplaatsen in Nederland.

Volg mij op: Facebook Twitter YouTube en met www.jozefvanderheijden-foto.nl. Onderwerpen: Alles wat de natuur gedurende de jaargetijden bieden.

Nieuw vogel habitat op waterberging Schotelven

De Waterbergingsplas in Netersel aan het Schotelven is een broedplaats voor veel watervogels. De plas maakt onderdeel uit van het natuurherstel "Natte Natuurparel De Utrecht". Mijn opa en mijn vader hadden daar tijdens mijn jeugd een weiland. Bekend gebied dus. De waterbergingsplas ligt in het laagst gelegen deel van het gebied. Mijn vader moest in natte perioden dan ook al omrijden naar de hoger gelegen noordkant van het weiland. Die kant grensde toen nog direct aan de heide. Nu ligt daar een smalle strook met dennenbos tussen.


Nieuw vogel habitat op waterberging Schotelven

Half mei begon ik met de eerste video-opnames, begin juli was de video klaar. De Nijlganzen hadden toen al jonge kuikens, twee koppels zelfs. Ook Wilde eenden en Grote Canadese ganzen hebben jonge kuikens. Het meest waardevolle is dat de Dodaars er broeden en jonge kuikens hebben voortgebracht. Een succesvolle broed bij de Dodaars staat onder druk doordat het water door de aanwezigheid van de massa ganzen vervuilt. Later werd ik nog verrast door de paring van de kuifeend, de verschijning van een Vos en de IJsvogel.

Op de video is ook te zien dat de Dodaars er zat te broeden. De Wilde eend, Grauwe ganzen en de Grote Canadese ganzen hebben al jonge kuikens, variërend van een paar weken tot nog ouder. Tijdens het filmen was ik getuigen van een paring van de Kuifeend, best bijzonder om dat te zien en zeker om dat ook nog op video vast te kunnen leggen. Verder kreeg ik de Kleine plevier voor de 1000 mm lange telelens. Natuurbeheerders zitten wel opgescheept met de grote aantallen ganzen op de wateren. Duikeenden, zoals fuut, kuifeend, dodaars en geoorde fuut zijn aan het verdwijnen door de enorme hoeveelheid uitwerpselen van de ganzen in de vennen, poelen en plassen.

Langs de waterberging loopt een nieuwe waterloop, de BZ 42. Daar filmde ik de Gele kwikstaart. Die omleidingswaterloop voert het water rechtstreeks af vanuit het agrarisch gebied, naar de Groote Beerze. Voor de herinrichting stroomde dat voedselrijke water nog door Natuurgebied De Neterselse Heide. Dat was niet langer gewenst omdat de stikstof minnende planten daar snel van groeien en de oorspronkelijke planten die enkel op arme grond voorkomen verdrongen worden.

Terug naar de waterplas. Het oorspronkelijke Schotelven van voor 1950 - waar de huidige weg naar is vernoemd - bestaat niet meer. Bij de landbouwontginning rond 1950 is het Schotelven verdwenen. Bij de herinrichting van het Dal van de Groote Beerze en Natte Natuurparel De Utrecht, waar de Neterselse Heide ook onder valt, is het Natura 2000 gebied uitgebreid. Een brede strook landbouwgrond werd aangekocht en omgevormd tot natuurgebied. Daar is de voedselrijke toplaag afgeschraapt, waar oude plantenzaden die in de diepere bodem zijn overgebleven nu ontkiemen en meer kans op overleven krijgen doordat de grond die nu voedselarm is. Als de vernatting van het gebied stand houdt, krijgt ook deze plas de kans om zich te ontwikkelen.

Terug naar de waterplas. Het oorspronkelijke Schotelven van voor 1950 - waar de huidige weg naar is vernoemd - bestaat niet meer. Bij de landbouwontginning rond 1950 is het Schotelven verdwenen. Bij de herinrichting van het Dal van de Groote Beerze en Natte Natuurparel De Utrecht, waar de Neterselse Heide ook onder valt, is het Natura 2000 gebied uitgebreid. Een brede strook landbouwgrond werd aangekocht en omgevormd tot natuurgebied. Daar is de voedselrijke toplaag afgeschraapt, waar oude plantenzaden die in de diepere bodem zijn overgebleven nu ontkiemen en meer kans op overleven krijgen doordat de grond die nu voedselarm is. Als de vernatting van het gebied stand houdt, krijgt ook deze plas de kans om zich te ontwikkelen.

Nu is het Natura 2000 gebied, net als Neterselse Heide, waar het direct aan grenst. Omdat het daar een rust- en broedgebied betreft is niet toegankelijk voor publiek. Overigens mogen wandelaars en fietsers nergens buiten de opengestelde paden. Daar lijkt zich niet iedereen van bewust te zijn. Regelmatig lopen mensen met een niet aangelijnde hond naar het water en beseffen niet hoe gestrest de broedvogels daar op reageren.

De waterberging vangt water bij hevige regen op en vermindert de kans op ondergelopen akker. Door het water op een groot oppervlak op te slaan krijgt het de kans om het grondwaterpeil te verhogen. Als het water lang blijft staan, ontwikkelen zich nieuwe natuur waterplassen.

zondag 17 september 2023

Boomschuim komt langs de beuk naar beneden

Vanmorgen zag ik na de regen van vannacht en vroege ochtend weer boomschuim onder aan de voet van een beukenboom. Het schuim, saponinen genaamd (behorend tot de glycosiden) is een zeepachtig soort schuim, een natuurlijke stof die in bomen en planten met name in de bast te vinden zijn. Deze bitter smakende stoffen bezitten eigenschappen waardoor schuim ontstaat bij uittreding aan het oppervlak (sapo = schuim) als het in aanraking komt met zuurstof (en water). Je kunt het vergelijken met een wasmiddel.


Boomschuim komt langs de beuk naar beneden

Boomschuim is een verschijnsel dat je alleen ziet bij stromende regen. Onder hoge druk perst de boom een zeepachtige stof, saponinen genaamd, naar buiten. Bomen gebruiken saponinen om insecten te weren. Als saponine in aanraking komt met veel regen gaat het schuimen. Zo zag ik vanmorgen langs het fietspad in Landgoed De Utrecht (Esbeek) het schuim op de voet van een van de eiken. Het water dat het saponine hoger on de boom had losgeweekt drupte baar beneden en vormde een schuimbubbels. Je ziet het niet op elke boom en de omstandigheden moeten waarschijnlijk ook nog eens optimaal zijn. Of de temperatuur een rol speelt? In ieder geval een boel regen.

Saponinen hebben ook een remmende werking op indringers, zoals insectenvraat en groei van bacteriën en schimmels, een vernuftige beschermingsstrategie van de boom. Door een groot gebrek aan zeep werd in de Tweede Wereldoorlog saponine gebruikt door mensen die het kende. Zo zie je maar weer, wandelen tijdens of net na de regen kan tot een leuke (toevallige) leerzame activiteit leiden.


Dennenvoetzwammen onder aan de boomwortel

Vanmorgen kwam ik op Landgoed de Utrecht langs een omgewaaide dennenboom, die meer dan een jaar geleden is omgewaaid. Inmiddels groeien aan de onderkant van de wortelvoet een aantal Dennenvoetzwammen. De stadia van de zwammen zijn van jong naar ouder, met vers vruchtlichaam, jong stadium en verouderd vruchtlichaam. een bewijs dat de eerste zwammen niet erg opvielen, maar nu ze groter zijn wel.


Een omgewaaide dennenboom met aan de onderkant in de wortelvoet een aantal Dennenvoetzwammen.

De dennenvoetzwam (Phaeolus schweinitzii) is een schimmel uit de familie Polyporaceæ die groeit op of nabij levende naaldbomen of stobben. Deze parasitaire schimmel is een veroorzaker van stamvoetrot. In nazomer of herfst brengt de zwam een vruchtlichaam voort, dat eenjarig is. Deze tot 30 cm. brede paddenstoel bestaat uit een waaier- tot trechtervormige hoed, meestal op een excentrisch geplaatste steel. De witte sporen zitten in buisjes onder in de hoed. Deze hoed is aanvankelijk fluwelig geel. Binnen enkele weken, als de paddenstoel volgroeid is, wordt de hoed kleverig van een uitgescheiden harsachtige substantie en wordt de kleur donkerder, tot zwart, aanvankelijk nog met zwavelkleurige rand. Uiteindelijk wordt het vruchtlichaam hard en geheel zwart.


donderdag 14 september 2023

Herfsthangmatspin wacht onder de hangmat

Het lijkt al herfst als je s' morgens over de heide wandelt. Als het in de nacht afkoelt zie je in de vroege ochtend overal spinnenwebben, waaronder hangmatten. De heide met allerlei lage struikjes in in de nacht versierd met bijzondere zijdedraden. En niet zo maar losse draadje, maar parelachtige hangende spinnenwebben. De herfsthangmatspinnen zijn aan het werk geweest. Bij dauw en nevel blijven de kleine waterdruppeltjes aan het web hangen en dan is goed zichtbaar. Al die webben die je in de ochtend ziet hangen, waren er natuurlijk al veel langer. Alleen door die duizenden druppeltjes openbaren zich vele parelachtige nieuwe hangmatjes.


Herfsthangmatspin wacht onder de hangmat

In tegenstelling tot bijvoorbeeld de kruisspin maakt een hangmatspin een horizontaal web. De spin hoopt dat kleine vliegende insecten op het web vallen. Die dieren worden in hun vlucht verstoord door allerlei opgaande draden boven het web. Een vliegende vlieg die zo’n draad raakt, kan daardoor naar beneden vallen. De herfsthangmatspin ligt niet in haar hangmat op dat bezoek te wachten. Zij hangt er onder, op haar kop en met haar poten naar boven. En dan maar wachten op haar hangplek tot een ongelukkige passant in haar val valt. Zij voelt aan de trilling van het web waar het beestje spartelt. Zij loopt aan de onderkant van het web tot de plek waar zij door het web heen in de prooi kan bijten. Met haar kaken spuit ze er dan gif in.

De herfsthangmatspin heeft vrij grote kaken. Groot is natuurlijk relatief als je maar een lijfje hebt van 5 of 6 millimeter lang. Het achterlijf is opvallend wit en donker getekend, met een soort witte zigzagbanden aan de zijkant.