Vanmorgen zag ik na de regen van vannacht en vroege ochtend weer boomschuim onder aan de voet van een beukenboom. Het schuim, saponinen genaamd (behorend tot de glycosiden) is een zeepachtig soort schuim, een natuurlijke stof die in bomen en planten met name in de bast te vinden zijn. Deze bitter smakende stoffen bezitten eigenschappen waardoor schuim ontstaat bij uittreding aan het oppervlak (sapo = schuim) als het in aanraking komt met zuurstof (en water). Je kunt het vergelijken met een wasmiddel.
Boomschuim is een verschijnsel dat je alleen ziet bij stromende regen. Onder hoge druk perst de boom een zeepachtige stof, saponinen genaamd, naar buiten. Bomen gebruiken saponinen om insecten te weren. Als saponine in aanraking komt met veel regen gaat het schuimen. Zo zag ik vanmorgen langs het fietspad in Landgoed De Utrecht (Esbeek) het schuim op de voet van een van de eiken. Het water dat het saponine hoger on de boom had losgeweekt drupte baar beneden en vormde een schuimbubbels. Je ziet het niet op elke boom en de omstandigheden moeten waarschijnlijk ook nog eens optimaal zijn. Of de temperatuur een rol speelt? In ieder geval een boel regen.
Saponinen hebben ook een remmende werking op indringers, zoals insectenvraat en groei van bacteriƫn en schimmels, een vernuftige beschermingsstrategie van de boom. Door een groot gebrek aan zeep werd in de Tweede Wereldoorlog saponine gebruikt door mensen die het kende. Zo zie je maar weer, wandelen tijdens of net na de regen kan tot een leuke (toevallige) leerzame activiteit leiden.