Vanmorgen kwam ik op Landgoed de Utrecht langs een omgewaaide dennenboom, die meer dan een jaar geleden is omgewaaid. Inmiddels groeien aan de onderkant van de wortelvoet een aantal Dennenvoetzwammen. De stadia van de zwammen zijn van jong naar ouder, met vers vruchtlichaam, jong stadium en verouderd vruchtlichaam. een bewijs dat de eerste zwammen niet erg opvielen, maar nu ze groter zijn wel.
De dennenvoetzwam (Phaeolus schweinitzii) is een schimmel uit de familie Polyporaceæ die groeit op of nabij levende naaldbomen of stobben. Deze parasitaire schimmel is een veroorzaker van stamvoetrot. In nazomer of herfst brengt de zwam een vruchtlichaam voort, dat eenjarig is. Deze tot 30 cm. brede paddenstoel bestaat uit een waaier- tot trechtervormige hoed, meestal op een excentrisch geplaatste steel. De witte sporen zitten in buisjes onder in de hoed. Deze hoed is aanvankelijk fluwelig geel. Binnen enkele weken, als de paddenstoel volgroeid is, wordt de hoed kleverig van een uitgescheiden harsachtige substantie en wordt de kleur donkerder, tot zwart, aanvankelijk nog met zwavelkleurige rand. Uiteindelijk wordt het vruchtlichaam hard en geheel zwart.