zaterdag 26 augustus 2023

Roesje, wordt ook wel 'roestvlekvlinder' genoemd

Vanmorgen zat deze nachtvlinder in mijn kruiwagen. Daar werd snel duidelijk waarom deze nachtvlinder de naam Roesje draagt, maar ook wel 'Roestvlekvlinder' wordt genoemd. Het Roesje (Scoliopteryx libatrix) is een nachtvlinder uit de familie van de spinneruilen (Erebidae). De vlinder komt vooral in bosrijke omgevingen voor maar kan ook in kelders, garages en op zolders worden aangetroffen als ze er een droog plekje vinden om te overwinteren. De vliegtijd is van juli tot oktober.


De naam Roestvlekvlinder past wel bij deze nachtvlinder

De naam 'roesje' komt waarschijnlijk voort uit de kartelvormen achteraan de vleugels die aan de ruches van een gordijn doen denken. Ook de wetenschappelijke naam Scoliopteryx, wat kartelvleugelig betekent, verwijst daarnaar. De vlinder wordt ook wel 'roestje' of 'roestvlekvlinder' genoemd, naar de roestkleurige plekken op de vleugels. Een van de Duitse namen voor het roesje is Krebssuppe omdat het lijkt of op de bruine vleugels oranje kreeftensoep is gemorst.

De voorvleugels zijn bruin, donker kaneelkleurig met oranjerode vlekken en vertonen een dubbele witte dwarslijn. Onderaan zijn ze sterk ingesneden, gekarteld. Tussen de onderrand en de dubbele lijn loopt een witachtige zigzaglijn. Verder vallen 4 ronde witte vlekjes op; twee in de onderhoeken van de oranjerode vlekken en twee bovenaan. De spanwijdte bedraagt tussen de 44 en 48 millimeter. De volwassen vlinders leven in de lente van nectar van wilgenkatjes, in de zomer van bramen en in het najaar van de nectar van klimop. Roesjes behoren tot de weinige nachtvlinders die overwinteren. Ze doen dat in groepen in kelders of grotten. Omdat ze 's nachts actief zijn, moeten ze opletten voor vleermuizen. Merkwaardig is dat ze samen overwinteren met hun vijanden, de vleermuizen. Ze hebben echter bijzondere verdedigingsmaatregelen ontwikkeld. Onder de schubben aan beide kanten van het borststuk hebben ze een soort trommelvlies-detector waarmee ze vleermuizen vanop 30 meter kunnen horen. Als er onverwacht dichterbij een vleermuis opduikt, vouwen roesjes hun vleugels dicht en laten ze zich vallen.


Deze Roestvlekvlinders zaten op de roestige bodem van mijn kruiwagen.

De rupsen hebben als waardplant onder andere wilgen en populieren. Ze zijn groen en hebben donkere en gele zijlijnen, waardoor ze goed gecamoufleerd zijn. Overdag rusten ze aan de onderzijde van een blad. Als de rups volgroeid is, hecht ze zich vast in een opgerold blad of in twee aaneengesponnen bladeren. Na drie weken verschijnt de volwassen vlinder

woensdag 23 augustus 2023

Knolcyperus in Lage Mierde serieuze bedreiging

Knolcyperus rukt op, velden in Lage Mierde zijn langdurig afgesloten. "Dit is een serieuze bedreiging", zegt aardappelteler Jacob van den Borne uit Reusel. Na een eerdere afsluiting aan de Twisselsebaan is nu ook een landbouwperceel aan de Dunsedijk in Lage Mierde afgesloten vanwege de Knolcyperus schrijft Harrie Wenting in het ED vandaag. Echter onderstaande foto maakte ik op 2 februari van dit jaar. Zo nieuw is het probleem dus niet. Het perceel aan de Dunsedijk was toen ook al verboden terrein volgens het bord van de provincie en de Omgevingsdienst West en Midden Brabant. Agrariërs houden hun hart vast voor verdere verspreiding.


Knolcyperus veld in Lage Mierde serieuze bedreiging (deze foto maakte ik reeds 2 februari 2023).

Een kaal veld van enkele hectare, een voorbijganger kan zich afvragen waarom de boer niet gezaaid heeft. Maar hier groeit de knolcyperus. "Dit is een enorm probleem dat alsmaar in omvang toeneemt," zegt Van den Borne. Hij teelt aardappelen en bewerkt daarvoor tientallen velden. "Het probleem is dat de plant zich moeilijk laat bestrijden," legt hij uit. "Vaak zie je de plant bij een sloot staan en als het maaisel uit die sloot niet goed afgevoerd wordt kan het zo op een akker komen. Als je dan een gewas hebt zoals aardappelen komen de knollen met de rooier tussen de aardappels terecht. Omdat het kleine knollen zijn, komen die uiteindelijk tussen het restmateriaal dat teruggaat naar een akker en als je het eenmaal hebt kom je er nauwelijks meer van af."

Van den Borne kent verhalen uit de Verenigde Staten waar complete boerderijen verlaten zijn vanwege dit onkruidgewas. "Zover is het hier gelukkig nog niet," zegt hij. "Maar we moeten wel opletten en het goed bestrijden." De bestrijding wordt door de Omgevingsdienst van de provincie Brabant gedaan, een woordvoerder laat weten dat er op dit moment vooral ingezet wordt op uitputting van de knol door de grond telkens licht te bewerken met een schijveneg en stroom, waardoor geen nieuwe knollen gevormd kunnen worden. Hierna wordt de grond voor een langere periode luchtdicht afgedekt waardoor de knol door zuurstofgebrek moet afsterven.

Het perceel aan de Dunsedijk in Lage Mierde is eigendom van de provincie en wordt niet verpacht waardoor er ook niets aan een gebruiker gecompenseerd hoeft te worden. Zodra het kruid drie jaar lang niet gesignaleerd wordt, mogen er weer andere gewassen geteeld worden. Anne van den Borne die tegen het perceel aan woont volgt de ontwikkelingen in de bestrijding nauwgezet. Ze let goed op dat de plant niet opduikt tussen haar eigen tulpen.

De knolcyperus is een plant van zo’n halve meter hoog die zich via knollen bij de wortel verspreidt. Het is onderdeel van de cypergrassenfamilie en komt oorspronkelijk uit warmere gebieden, zo kweekten de Egyptenaren ze eeuwen geleden al voor de smaak van de knollen. Veertig jaar geleden werd de plant voor het eerst in Nederland gesignaleerd waarna het aan een opmars begon.

maandag 21 augustus 2023

Vennetjes met uitkijkheuvel Park Meerland

Vanmorgen fietste ik naar Meerhoven, een relatief nieuw stadsdeel van Eindhoven. De groene oase in de stad varieert van natuur voor planten en dieren, voor recreatie en sportvissers, om maar enkele dingen op te noemen. Maar ook voor evenementen. Zo zijn er speelweide en grasvelden waar evenementen op georganiseerd kunnen worden. Er is ook een hogen uitkijkheuvel, waarschijnlijk van de gravel, puin en zand dat uit de gegraven vennen komt. Vroeger was hier een deel van de kazerne van vliegbasis Welschap. Bij de afbraak zal daar natuurlijk ook veel puin afgevoerd zijn storten en zand er over en je hebt een heuvel, toch?


Vennetjes met uitkijkheuvel Park Meerland

Het park Meerland vormt het groene hart van Meerhoven, een relatief nieuwe wijk in het westen van Eindhoven. Een groene oase in de stad dus. Meerland is een landschapspark met een grootte van 60 hectare, te vergelijken met ruim 100 voetbalvelden. Het ontwerp van het park is geïnspireerd op de Engelse landschapsstijl en zit vol met verrassingen. Kenmerkend voor het park zijn de heuvels en glooiingen met prachtige uitzichten, bossen en weidse grasvlakten, grote waterpartijen en kronkelende vennetjes.

Het ontstaan van Park Meerland gaat terug tot 1995. Toen won het ontwerpbureau Teun Koolhaas Associates, tegenwoordig Atelier Dutch, de prijsvraag voor het ontwerp van de Eindhovense Vinexlocatie Meerhoven. Deze ‘nieuwe stad,’ zoals omschreven in het prijsvraagtoelichting, bevatte een ambitieus programma met woningen, bedrijven, winkels, scholen, sociaal-culturele voorzieningen en… veel groen en water. Er is gedurende de ontwikkeling van Meerhoven veel veranderd en aangepast. Echter, op de 60 hectare recreatief groen is nooit bezuinigd.


Park Meerland ligt in het centrum van Meerhoven, de jongste wijk van Eindhoven. Oorspronkelijk was hier de voormalige militaire vliegbasis Welschap. Het park is aangelegd naar het voorbeeld van een Engels landschapspark. Nabij de Biocentrale bevindt zich het jongste bomentuin van Nederland. Er zijn verder waterpartijen, bruggetjes, slingerende wandelpaden, glooiende heuvels met prachtige uitzichten, speel- en koeienweides met overal bankjes. Een echte groene oase midden in de wijk.

Het belangrijkste uitgangspunt voor het ontwerp van dit park is het creëren van een centrale groene ruimte geweest. Om dit te bereiken is het regionale Kempische landschap bestudeerd. Het park verbindt de vijf wijken Zandrijk, Bosrijk, Grasrijk, Waterijk en Meerrijk.

donderdag 17 augustus 2023

Fietstocht naar de Kampina, Oisterwijk - Boxtel

Vanmorgen fietsen ik van huis in noordoostelijke richting. Daar kwam de wind vandaan, en dat zou gunstig zijn op mijn terugweg. Zo kwam ik in de buurt van Natuurgebied Kampina, tussen Oisterwijke n Boxtel. Daarom nam ik dat ook nog even op in mijn fietsronde. Tot aan de Bosrand in Lennisheuvel (gem. Boxtel). Thuis stond de teller weer op 75 km. In 2016 heb ik de Kampina op 2 plaatsen bewandeld, samen met 2 natuurvrienden. In 2018 fietste ik ook naar en door de Kampina. Toen met de mountainbike, vanmorgen met een fiets met trapondersteuning. Sinds mijn (versleten) heupproblemen lukte het niet zo goed meer om gewoon te fietsen, vandaar de E-Bike.


Startpunt wandelroute aan de Bosrand Lennisheuvel

De Kampina is een natuurgebied met bos, heide en beekdalen in de provincie Noord-Brabant, gelegen tussen Boxtel en Oisterwijk. Het gebied is sinds 1929 grotendeels eigendom van de Vereniging Natuurmonumenten en is ruim 1200 hectare groot. De Kampina is een gevarieerd natuurgebied met een uitgestrekt heide, dennenbossen en vele vennen. Centraal ligt de grote Kampinase Heide die gesierd wordt door talrijke vennen zoals als het Belversven, meer beschut liggen de Huisvennen en de Zandbergsvennen, die bijzonder rijk zijn aan libellensoorten. Over de heide klinkt de zang van de wulp. De heide is hier en daar venig en kent bijzondere soorten als lavendelheide. Vooral aan de noordzijde en de oostzijde liggen uitgestrekte (aangeplante) dennenbossen.

Er lopen ook twee beken door de Kampina, de Beerze en de Rosep, meanderend door het gebied. Dankzij de inspanningen van Pieter van Tienhoven (van 1907 tot 1953 penningmeester van de Vereniging Natuurmonumenten) zijn zij voor de golf van ruilverkaveling en kanalisaties gespaard gebleven, waar het natuurschoon langs zoveel andere beken ten onder aan is gegaan. De Beerze is een middelgrote beek met een omvangrijk moerassig beekdal. In de Smalbroeken, een vaak inunderend deel van dat dal, groeien zware moerasbossen van onder andere zwarte els met lianen als hop en kamperfoelie, waarin zich de blauwborst en de sprinkhaanrietzanger verschuilen. In de moerassen en graslandjes komen gagelstruwelen, beenbreek en zeggesoorten voor. De Rosep is binnen de Kampina maar een bescheiden stroompje zonder veel dalvorming.


Vanaf de Fransebaan in Oisterwijk de Kampina op. Fietsen en wandelen toegestaan

Ik benaderde de Kampina vanaf de Fransebaan, waar de Rosepdreef wordt gekruist. Als je de kruising oversteekt en het fiets volgt kom je aan de overkant van de Kampina aan de Bosrand de Kempseweg bij een van de wandelroute startpunten die de Kampina rijk is.

De Kampina heeft ook een bezoekerscentrum. Het Bezoekerscentrum Oisterwijk aan de Van Tienhovenlaan 4, 5062 SK Oisterwijk (N-Br), is een prima begin van je dag in de Oisterwijkse Bossen en Vennen, vlak bij Tilburg. Het is startpunt van mooie wandel- en fietsroutes. Honden zijn welkom in het natuurgebied als ze aangelijnd zijn.

Fiets en wadelroutes zijn op https://www.natuurmonumenten.nl/bezoekerscentrum-oisterwijk/route/fietsroute-oisterwijkse-bossen-en-kampina te vinden, of in de App van Natuurmonumenten.


Informatie over het natuurgebied en een grondwater peilglas
Hoe hoog staat het grondwater?
Op de meter (rechterfoto) kun je boven de grond zien hoe diep het grondwater staat. De hoogte van het grondwater kan per seizoen verschillen. Het leven op de Kampina houdt van nattigheid, maar het gebied verdroogd. Natuurmonumenten neemt samen met Waterschap de Dommel maatregelen om het tij te keren. Sinds 1960 nam Nederland maatregelen om water sneller af te voeren. Het zijn vooral de kwetsbare planten van de vochtige heide, zoals klokjesgentiaan die hier onder lijden. Het beheer is er op gericht om het water op de Kampina zo lang mogelijk vast te houden. Door het afdammen van greppels en het plaatsen van stuwen kan de Kampina weer natter worden.


Het is mooi fietsen om- en door de Kampina. Niet alle paden zijn toegankelijk voor fietsers.

De Kampina en de Oisterwijkse Bossen en Vennen zijn goed te befietsen. Verharde en halfverharde fietspaden lopen door het gebied en worden afgewisseld door normale B wegen. Je kunt een rondtocht maken langs beken en boerderijen, vennen en vergezichten over de hei, door de natuur en het buitengebied van Oisterwijk en Boxtel. Of dat naar eigen inzicht is of door de knooppunteroutes te volgen, onderweg zijn verrassende routepunten en prachtige plekken om te pauzeren. De fietstocht kan ook gecombineerd worden met een bezoek aan een terras waar in Oisterwijk veel van te vinden zijn.


Wandelaaars rusten even uit op de bank met uitzicht over het Belversven.

Het Belversven heeft een oppervlakte van ongeveer 8 ha en ligt ten zuiden van de spoorlijn tussen Oisterwijk en Boxtel. Iets ten westen van het ven stroomt het riviertje de Rosep. In het gebied ten zuiden van Oisterwijk liggen veel grote en kleine vennen. Een aantal van die vennen, die zich bevinden in een bosgebied, maakt deel uit van het natuurreservaat Oisterwijkse Bossen en Vennen van Natuurmonumenten (750 ha). Het Belversven ligt iets oostelijk van dit reservaat, aan de rand van een ander natuurreservaat van Natuurmonumenten, de Kampina (ruim 1200 ha). Naar het oosten strekt zich een uitgestrekt heidegebied uit. In de negentiende eeuw was de omgeving van het ven bebost met dennen of met vliegdennen begroeid geraakt. Aan de oost- en noordoevers is in 2005 veel bos verwijderd.

In de jaren 2005 en 2006 is het Belversven uitgebaggerd. Daarnaast is op de oevers veel bos gekapt, is er wilgenstruweel verwijderd en zijn er stuwen geplaatst om het waterpeil te beheersen. De maatregelen waren gericht op toename van het aantal soorten libellen en planten. Het water is voedselarm, maar niet echt zuur. Zwakgebufferde vennen komen meestal voor in open heidelandschappen van hogere zandgronden. Ze worden bedreigd door verzuring, verdroging en luchtverontreiniging. In het verleden werd het Belversven gevoed met lokale kwel uit de Kampina en mogelijk ook door overstromingen van de Rosep. Het Belversven had en heeft een hoge natuurwaarde. Rond 1940 kwam hier het grootbladig puntmos (Calliergon megalophyllum) voor. Deze soort is al voor 1970 uit Nederland verdwenen. In 1986 zijn een groot aantal Middenbrabantse vennen qua vegetatie en waterchemie geïnventariseerd, waaronder het Belversven.


Mooie wandel / fietspaden door de kampina en de heide in volle bloei.

Een zandverstuiving is een open plek in de heide of de duinen waar geen enkele begroeiing optreedt en waar het zand door de wind en het water (regenbuien) verstoven wordt. Echt stuivend zand komt in Noordwest-Europa bijna niet voor. In Nederland is nog een aantal zandverstuivingen te vinden. De wind zorgde er dan voor dat het stuifzand zich steeds verder verspreidde waardoor de zandverstuiving steeds groter werd. In een grote zandverstuiving kunnen door de wind duinen ontstaan. Langs de rand van een zandverstuiving ligt meestal een hoge zandwal, waar het zand zich op verzamelt. Soms werden hele dorpen bedreigd door het oprukkende zand. Zo kon een enkele storm vanuit de zandverstuiving een oogst door een dunne zandlaag op de kwetsbare plantjes vernietigen.

woensdag 9 augustus 2023

Het verhaal achter de Miekoeksebrug in Oirschot

Vanochtend stopte ik tijdens mijn fietstocht even bij de Miekoeksebrug nabij Oirschot. Daar begint het snelfietspad naar Eindhoven, waar een S-teken (van Slowlane) op het wegdek aangeeft dat de fietsers hier voorrang hebben. De Baileybrug over het Wilhelminakanaal verbindt De Rijt met Heersdijk, waar een snelfietspad van Oirschot naar Eindhoven ligt. Deze brug kreeg in 2016 een opknapbeurt. Tijdens de aanleg van het Wilhelminakanaal woonde Mie Koek in de buurt en schonk zij af en toe een kopje koffie of borreltje in voor passanten. Toen de oorspronkelijke brug bij de aanleg van het kanaal werd gebouwd, moest het huis van de familie Koek wijken. Als eerbetoon werd de brug naar Mie Koek vernoemd.


De Miekoeksebrug over het Wilhelminakanaal nabij Oirschot werd in 2016 gerenoveerd. Er was maar liefst 500 liter verf voor nodig.

Het verhaal gaat dat de Miekoeksebrug zijn naam te danken heeft aan Mie Koek (mogelijk Mietje Koek) die met haar ouders vanuit het oosten van het land naar Oirschot verhuisde. Tijdens de aanleg van het Wilhelminakanaal en de bouw van de toenmalige brug woonde Mie in de buurt en schonk af en toe een kopje koffie of een borrel in voor passanten. Toen de oorspronkelijke brug bij de aanleg van het kanaal werd gebouwd, moest het huis (of een hutje bij het kanaal) van de familie Koek wijken. Als eerbetoon werd de brug naar Mie Koek vernoemd.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is de brug niet ontkomen aan de verwoestingen die de oorlog met zich mee bracht. De verwoeste brug is na de Tweede Wereldoorlog vervangen door de huidige brug. De oorspronkelijke brug was een houten brug, of een stenen brug volgens oudere uit het dorp. Echter, volgens de gemeente is het houten deel van de Stönner-Meijwaardbrug in Oirschot een verwijzing (een soort kopie) naar de oorspronkelijke brug over het Wilhelminakanaal, die later is vervangen door de stalen brug die wat weg heeft van een Baileybrug. In dat geval zou het een houten brug zijn, mogelijk rustend op bakstenen pijlers. De bouw van het kanaal duurde van 1916 tot 1923. De Miekoeksebrug werd in 2016 gerenoveerd. Er was maar liefst 500 liter verf voor nodig. In oktober van dat jaar werd de brug weer opengesteld voor het verkeer.


Voor de gemeente Oirschot werden in 1900 enkele bruggen gepland, waaronder een vaste brug in de zandweg, genaamd Heersdijk. Een brug naar voorbeeld van de zogenoemde Baileybrug, naar een ontwerp van de Brit Donald Bailey, die werkzaam was voor het Britse Ministerie van Defensie. Hij was een hobby bruggenbouwer, maar zijn ontwerp werd veelvuldig toegepast als vervanger van de verwoeste bruggen tijdens de Tweede Wereldoorlog.


Het zicht over het Wilhelminakanaal vanaf de Miekoeksebrug

Het Wilhelminakanaal - in de provincie Noord-Brabant - loopt vanuit de Zuid-Willemsvaart naar Geertruidenberg en is 68 kilometer lang. De eerste plannen voor een kanaal dat Tilburg en Eindhoven met de Maas verbindt, dateren uit 1794, maar het duurde tot 1910 tot werd begonnen met het graven. In 1794 werd ervan afgezien vanwege de dreigende Franse inval, de Maas functioneerde als verdedigingslinie. Vanaf 1813, na de Franse tijd en de start van het Koninkrijk der Nederlanden, lag de beslissing bij koning Willem I, die een groot voorstander was van aanleg; evenwel leverden onderhandelingen met de Belgen problemen op. De route werd echter al wel met piketpaaltjes uitgezet. Opvolger Willem II leefde te kort om de zaak te bespoedigen, anderzijds kwam door het democratiseringsproces de besluitvorming steeds meer bij het Parlement te liggen. De laatste gaf meer prioriteit aan het graven van de Nieuwe Waterweg en het Noordzeekanaal.

De behoefte aan een kanaal bleef onverkort bestaan. De Tilburgse textielindustrie, inmiddels gemechaniseerd met behulp van stoom, zocht mogelijkheden voor kolenaanvoer en afvoer van de producten. De toenmalige wegen leenden zich slecht voor aan- en afvoer van respectievelijk kolen en textiel, en de Tilburgse industriële lobby ging onverkort door. Maar ook een plan van Willem III werd door de regering niet overgenomen. Begin 20e eeuw werden de plannen uiteindelijk concreet en op 16 september 1916 meerde het eerste schip in Tilburg aan. Het duurde echter tot 1923 voordat het kanaal voltooid werd. Op 4 april van dat jaar werd het officieel geopend. Het kanaal leek op dat moment zijn functie al te verliezen vanwege de komst van het (vracht-)autoverkeer. Eerst in de jaren vijftig bewees het kanaal zijn nut, vooral voor aan- en doorvoer van zand, grind en kolen. Het kanaal heeft zijn nut bewezen vanwege de groei van het binnenvaartverkeer.

dinsdag 8 augustus 2023

Oirschotse Stönner-Meijwaardbrug in onderhoud

De slingerende Stönner-Meijwaardbrug over het Wilhelminakanaal in Oirschot blijft een zorgenkindje. Vanaf 14 augustus a.s. gaat de brug weer voor ongeveer twee weken dicht voor onderhoud. De fietsers- en voetgangersbrug over het Wilhelminakanaal krijgt een nieuwe antisliplaag. Het brugdek blijft glad als de planken nat zijn. In het voorjaar van 2022 werd de fietsbrug na problemen met gladheid bij koud en nat weer ook al voorzien van een nieuwe antisliplaag. De lijm waarmee de aangebrachte antisliplaag op de planken zijn gelijmd zijn losgeraakt, waardoor het in de bochten opnieuw glad is geworden.


Voor de tweede keer in korte tijd gaat de Stönner-Meijwaardbrug weer dicht voor onderhoud.

De werkzaamheden stonden al langer gepland. Omdat de planken stuk voor stuk behandeld moeten worden, verwacht de gemeente dat het onderhoud ongeveer twee weken duurt. Bij slecht weer kan dit uitlopen of kan de aannemer op basis van actuele weersvoorspellingen besluiten de werkzaamheden uit te stellen. Omdat het opnieuw aanbrengen van de antisliplaag onder de garantie valt, zijn de kosten voor rekening van de aannemer. Tijdens de werkzaamheden is de fietsbrug volledig afgesloten voor verkeer. In juni was de fietsbrug ook al ruim een week dicht. Door de hitte waren diverse planken los komen te liggen. Vanwege de onveilige situatie die dit veroorzaakte, besloot de gemeente de brug toen direct af te sluiten.

Omdat inwoners de hekken destijds gewoon weer openden, werd de brug tijdens de herstelwerkzaamheden alsnog intensief gebruikt. Om te zorgen dat de hekken ditmaal niet zomaar uit elkaar of verzet kunnen worden, worden ze nu vastgezet met een slot of ketting. Fietsers en voetgangers kunnen in de tussentijd gebruikmaken van het fiets- en voetpad langs de Kempenweg of via de brug bij De Heuvel het kanaal over.


De brug over het Wilhelminakanaal is onderdeel van de 14 kilometer lange route met de naam ‘de Groene Corridor’. Het is een groene verbinding tussen het centrum van Eindhoven, de historische markt in Oirschot en nationaal landschap Het Groene Woud. Het doel is meer groen, meer beleving en recreatiemogelijkheden te krijgen op deze verbinding tussen Eindhoven en Oirschot. Een prachtige route die de schoonheid van Noord Brabant laat zien. De fietsbrug bestaat uit hout en rust op twee bakstenen pijlers aan twee kanten van de oever. Midden op de brug heb je een mooi uitzicht op de Sint-Petrusbasiliek die in het centrum van Oirschot op de Markt staat. Om de brug op te komen zijn er twee stalen aanbruggen gemaakt, dit zijn twee langzaam stijgende fietspaden om de brug te bereiken. Er zit een roestkleurige coating om de brugleuning heen en in de avond word deze prachtig verlicht.

In Oirschot en bij het Wilhelminakanaal is tijdens de 2e Wereldoorlog een flinke strijd geweest. De Stönner-Meijwaardbrug is vernoemd naar de twee gesneuvelde soldaten Rinus Stönner en Willem Meijwaard die tijdens Duitse beschietingen in 1944 rond het Wilhelminakanaal vochten voor de vrijheid van Nederland met de Prinses Irene Brigade. De monumentaliteit van de brug refereert aan het oude, historische karakter van het Oirschotse centrum; tegelijk presenteert de brug zich als een nieuw, herkenbaar en betekenisvol element in de regio. Een aanrader om in het donker de brug te bekijken en een nog mooier beeld te krijgen maar overdag is deze ook al enorm indrukwekkend door de verlichting die in de brugleuning op het brugdek schijnt.

De brug is ontworpen door wUrck, ontwerpbureau voor architectuur, stedenbouw en landschap. De hoofdoverspanning bestaat uit houten vakwerk, rustend op twee bakstenen pijlers aan beide oevers van het Wilhelminakanaal. Vanaf de brug heb je zicht op de Sint-Petrusbasiliek van Oirschot. Beeldbepalend is de roestkleurig gecoate brugleuning, die 's avonds prachtig wordt aangelicht.

UPDATE 23-08-2023:
Sinds woensdag 23 augustus is de Stönner-Meijwaardbrug in Oirschot weer open voor fietsend en voetgangersverkeer. Dat is twee dagen eerder dan gepland, door de goede weersomstandigheden van de afgelopen dagen, zijn de werkzaamheden eerder klaar. De antisliplaag die in 2022 op de planken van de brug werd aangebracht, is venieuwd. De lijmlaag bleek alleen onvoldoende, waardoor teveel steentjes loslieten en de bochten weer glad zouden worden. Daarom is een nieuwe antisliplaag aangebracht en zijn enkele planken vervangen. In het begin kunnen er nog steentjes losraken van de lijmlaag met gladheid als gevolg. Eind volgende week wordt de brug opnieuw geveegd.

zaterdag 5 augustus 2023

Het Miezerige Paadje langs het Kesseven

Laatst bracht ik weer een bezoek aan het Kesseven, ten zuidoosten van het Belgische Ravels, dicht bij het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten. Het Kesseven (spreek; Kesse-ven) en het kleinere Klotven liggen in het Gewestbos Ravels. De fietstocht van 16 km heen en 16 km terug, ging voor 50 % door de bossen en 50 % agrarisch gebied. Deze vennen liggen tussen de Marneffe Dreef, Ravels en Kijkverdriet, Ravels. Aan de west zijde van het Klotven en het Kesseven loopt het "Miezerige paadje".


Het Miezerige Paadje langs het Kesseven

Het Gewestbos Ravels wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos, de Belgische Staatsbosbeheer zou je kunnen zeggen. Tot het begin van de 20ste eeuw was Ravels een licht glooiend heidegebied met stuifzanden en talrijke vennen. In 1903 en 1904 werden deze uitgestrekte heidevelden aangekocht door de Belgische Staat. Momenteel treffen we in het Gewestbos van Ravels verschillende landschappen aan. De bossen bestaan uit loof- en naaldbomen. Deze bossen worden afgewisseld met oude vennen, heide, weiden en mooie wegbermen. Eén van de vennen werd omgevormd tot een schilderachtige vijver. Het bekendste ven wordt het Kesseven genoemd.

In 2019 werd er een half open schuilhut gebouwd met zitplaatsen, opgetrokken uit Douglas hout. De nieuwe schuilhut is o.a. het bereiken via het voetpaadje aan de westzijde van het Kesseven, genaamd "Het Miezerige paadje". De schuilhut is gebouwd door Houthandel Van Dal uit Esbeek, in opdracht van (de Belgische) stichting Natuur & Bos. Het Miezerige Paadje is smal klein pad langs de oever van het Kesseven en het Klotven. Het pad is ongeveer een kilometer lang en loopt door een bosrijk gebied. Het pad kan soms wat modderig zijn, maar het is een mooie plek om te wandelen of te fietsen. Het pad biedt mooie uitzichten over de vennen en het bos.

Het Miezerige Paadje is een populaire plek voor wandelaars en fietsers. Het pad is gemakkelijk te vinden en het is goed onderhouden. Het pad is ook vrij rustig, zelfs in de zomer. Als je op zoek bent naar een mooie plek om te wandelen of te fietsen, dan is het Miezerige Paadje een goede keuze. Het is een rustig pad met mooie uitzichten en het is een mooie plek om vogels te spotten.

Het Gewestbos Ravels maakt deel uit van een groen grensgebied met bos- en natuurgebieden aan Belgische en Nederlandse zijde. De vennen zijn hier een paradijs voor vele insecten en amfibieën. Om ze nog aantrekkelijker te maken, zijn er bepaalde herinrichting werkzaamheden uitgevoerd o.a. aan het Kesseven, zoals het herwaarderen van ven-oevers en natte heide en/of heischraal grasland. Tijdens de zomerperiode wordt dit nog aangevuld door begrazing met schapen om die vegetatie open te houden.

Een aantal vennen, waaronder het Kesseven en het Klotgoor, bieden onderdak aan amfibieën en libellen. Op een weiland kan je een prachtig veld korenbloemen zien, met in de berm grote ratelaar en zilverschoon. Met wat geluk spot je een roodborsttapuit en hoor je de koekoek.

Gebiedsfolder Kijkverdriet & Gewestbossen: https://bit.ly/3OqFYxX

Mariatoren op het Kempisch Bedrijvenpark Hapert

Wie over de A67 door de Kempen rijdt, kán hem niet missen, de fonkelnieuwe uitkijktoren op het Kempisch Bedrijvenpark in Hapert, gelegen pal naast de snelweg gelegen aan afrit 29. Het ranke bouwwerk - met de opvallende LED lichtreclamepanelen - die de naam Mariatoren kreeg, moet een bekend herkenningspunt vormen als entree van de Kempen en het bedrijvenpark. De naam Mariatoren heeft niets te maken met Moeder Maria uit de bijbel, maar naar Maria Schippers, de 'moeder' van The Schippers Group (lees verder in dit artikel). Geen natuurtoren dus, maar een blikvanger voor de bedrijven die zich op het bedrijvenpark gevestigd hebben. Een middel om op te boxen tegen de High Tech Campus in Veldhoven en Eindhoven.


De Mariatoren op het Kempisch Bedrijvenpark in Hapert is 22 meter hoog.

De toren is 16 juni officieel geopend. De Mariatoren (uitkijktoren) op Kempisch Bedrijvenpark werd die vrijdag geopend door Martien Schippers, samen met zijn zonen Guus, Mark en Harrie, wethouder Fons d'Haens en pastoor Schilder van Bladel. Het gaat om een initiatief van het Kempisch Bedrijvenpark en vastgoedontwikkelaar SchipVast (The Schippers Group). De toren heeft een hoogte van 22 meter en biedt uitzicht over het industrieterrein, maar ook over de bossen, de snelweg en de Cartierheide. De Kempen kent talloze wandel-, fiets,-, ruiter- en menroutes die deels ook over het bedrijvenpark lopen. Het bouwwerk krijgt daarop een aansluiting. In die zin moet het deel uitmaken van het toeristische aanbod. Tussen zonsopkomst en zonsondergang kan men de toren betreden. Om de toren te kunnen beklimmen moet € 1,00 worden betaald. Dat doe je met de bankpas, waar een betaalautomaat voor is geplaatst. Stiekem met z'n tweeën door het poortje sluipen zit er niet in. Er is een laagstaande camera geplaatst die er op toeziet dat alles ordelijk verloopt. Door de lage camera plaatsing wordt je hoofd niet in beeld gebracht.


Het is vooral een eerbetoon aan Maria Schippers, de ‘moeder’ van The Schippers Group. Een drietal gedachten vormt het fundament onder de uitkijktoren aan de rand van het Kempisch Bedrijvenpark in Hapert. Voor Guus Schippers van The Schippers Group spreekt het eerbetoon aan zijn begin dit jaar overleden moeder het meest aan. "Samen met vader heeft zij aan de wieg gestaan van het bedrijf. Wij kregen het ondernemerschap letterlijk met de paplepel ingegoten. Moeder heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de bedrijfsvoering zoals die zich tot de huidige omvang heeft kunnen ontwikkelen. Toen vanuit het personeel de suggestie kwam om de uitkijktoren te vernoemen naar onze moeder, hebben we die gedachte meteen omarmd. Vooral ook omdat de plek van de toren op een steenworp afstand ligt van het hart van The Schippers Group", voerde Guus Schippers aan tijdens de opening.

Omdat het bestemmingsplan daarvoor de ruimte bood kon The Schippers Group de realisatie van het project relatief gemakkelijk oppakken. "Voormalig burgemeester Swachten zag de toren vooral als ‘de poort naar Brainport’ en drong er destijds op aan om het bouwwerk een informatief en toeristisch karakter mee te geven. We zien de realisatie als de kers op de taart en feitelijk is hiermee ook het Kempisch Bedrijvenpark tot afronding gebracht”, zo zei Guus Schippers in zijn welkomstwoord aan zo’n vijftig genodigden. Daaronder ook een vertegenwoordiging van de hoofdaannemer, Reijrink Staalconstructies uit Esbeek.


Tijdens de beklimming van de toren wordt het 'verhaal van de Kempen en het Kempisch Bedrijvenpark' gepresenteerd op informatiepanelen en met afbeeldingen. Het ontwerp is van Keeris Architecten. De locatie is voorzien van een picknicktafel waarop informatie uit de omliggende dorpen is te lezen (foto boven). Daarmee is de toren onderdeel van een stukje toeristische beleving in de Kempen. Tijdens de beklimming worden op afzonderlijke plateaus informatie en verhalen over de regio gepresenteerd op informatiepanelen met afbeeldingen die met behulp van QR-code worden geactiveerd.

"De inzet is om die verhalen jaarlijks te vernieuwen en af te wisselen zodat het interessant blijft om de toren jaarlijks te bezoeken", zo vult Guus Schippers aan. Het exposeren van die verhalen, zoals over de Heksenboom, het smokkelen in de grensstreek, het verzet in de oorlog en over de in Bladel bekende Mie Moors, zijn opgesteld in samenwerking met Heemkundekring Pladella Villa uit Bladel. Voor het bezoek aan de toren geldt een entreetarief van 1 euro waarbij de bezoeker met pinpas betaalt. Voor niets gaat de zon op!!


De afwerking is goed, de trap is makkelijk te beklimmen en de veiligheden zijn met gaasschermen goed voorzien.

De toren moet ook het toeristiche element dienen. Of het daar ook in zal slagen lijkt mij persoonlijk minder rieel. De toren is per fiets of te voet moeilijk te vinden. Er zijn geen wegwijzerborden die je naar de uithoek van het bedrijven terrein wijzen. Een weg is aan het einde met een slagboom afgeslote, en van de andere kant is de Diamantweg / Smaragdweg bij de onderdoorgang van het viaducht met een poort afgesloten. Dan blijft er nog maar 1 pad over, aan het einde van het fietspad langs de De Pan in Hapert die bij het viaduct aan De Pan eindigt. Daar moet links een pad ingereden worden waar een stuk verder een gravelpad is aangelegd die naar de toren leidt. Bij de toren is een fietsenstallingvak voorzien. Ook is er een vak waar ruiters hun paart vast kunnen leggen. Maar wie laat z'n paart nu achter om een 22 meter hoge toren te beklimmen?


Foto boven: Het uitzicht op het Kempisch Bedrijvenpark (met rechts het bedrijfspand van de The Schippers Group)
en (links onder) afrit 29 van de snelweg met aan de overzijde de Cartierheide en de Boswachterij De Kempen.

Kortom, naar mijn mening heeft de toren aan enkele voorwaarden moeten voldoen voor de vergunningverlening. Het commerciële element is geslaagd, de rest zal op papier ook wel kloppen. De toren is dus bereikbaar via de voet van het viaduct van de A67 met De Pan. Vanaf circa 22 meter hoogte is naar het noorden uitzicht op het Kempisch Bedrijvenpark. Aan de de zuidkant ligt de snelweg met aan de overzijde de Cartierheide en de Boswachterij De Kempen. Daar lopen diverse fiets-, ruiter- en wandelroutes die aansluiten op recreatieve routes in de wijde omgeving.


Het waaide vanmorgen nog niet zo hard, maar de vlag van de The Schippers Group stond strak.

Als het een beetje waait, voel je de toren bewegen als je boven bent, maar dat doe alle hoge torens. Tot slot; naast het feit dat lokale maatschappelijke organisaties en verenigingen aankondigingen kunnen plaatsen op de schermen boven in de toren ontvangt de lokale heemkundekring ook nog eens de helft van de entreegelden. Dus niet alles is commercie. Deze club zorgt namelijk voor de mooie (en met enige regelmaat nieuwe) verhalen die in de toren te vinden zijn en houdt de toren en deze verhaalborden netjes. Een uitkijkpunt met een maatschappelijk betrokken tintje dus.

Is de toren de moeite waard? Ja, en nee. Het ligt aan je interesse. Voor de pure natuurbeleving niet. Wie graag eens vanaf een hoog punt de omgeving wil bezien, zou het de moeite kunnen zijn om eens aan de voet van het viaduct van de A67 aan het einde van het fietspad langs De Pan de afslag te nemen en even een kijkje te nemen vanaf 22 meter hoogte.

Waar vindt u de toren? Zie Google Maps

vrijdag 4 augustus 2023

Boerenzwaluwen in een rij op de weiland draad

Vanmorgen zaten er 20 Boerenzwaluwen op een weiland draad. De ouderen onder ons herkennen het beeld nog van zwaluwen op bovengrondse telefoondraden. Die zijn in de zestigerjaren van de vorige eeuw vervangen door ondergrondse stroom en telefoon draden. Maar de acrobaten van het draadzitten doen het nu op afrasteringdraden de weiland draden. Er zijn plaatsen in Nederland, zoals in het Gelderse dorpje Noordeinde waar oude telefoonpalen met draden zijn teruggezet, weliswaar zonder dat er stroom op staat, puur voor de zwaluwen.


20 Boerenzwaluwen op de weiland draad aan weerszijde van het tussenpad.

Er broeden ieder jaar nog behoorlijk wat Boerenzwaluwen in ons land. Het zijn er waarschijnlijk minstens honderdduizend. Misschien wel tweehonderdduizend. Toch staat hij op de Rode Lijst van bedreigde vogels, omdat de stand sinds 1950 met minstens de helft is afgenomen. Net als een hoop andere vogelsoorten van het boerenland. Want het waren er ooit veel meer. De landbouw is niet meer dezelfde als enkele decennia geleden. Kleine akkertjes zijn verkaveld tot grote percelen, kleine bedrijven zijn opgeslokt door grote, veel koeien krijgen hun gras het hele jaar door in de stal in plaats van in het weiland. Bovendien is het land liefst droog en het erf ‘netjes’. Die veranderingen hebben veel vogels van boerenland en erf geen goed gedaan. Kerkuil en steenuil, huismus en ringmus, grauwe vliegenvanger en spotvogel, ze staan allemaal op de Rode Lijst van bedreigde vogelsoorten. Voedsel, zoals insecten, is verdwenen en ook goede nestplaatsen worden steeds schaarser. De Boerenzwaluw is een waardige ambassadeur voor al deze vogelsoorten. Je moet de Boerenzwaluw haast wel sympathiek vinden. Ze zijn mooi, acrobatisch, elegant en als ze kwetteren zijn ze ronduit gezellig. Bescherming van de vogels van het boerenerf begint bij de Boerenzwaluw.

De Boerenzwaluw is te herkennen aan de lange staart en aan de donkere, metaalglanzende rug en de crème-kleurige buik. De keel is opvallend rood-bruin met een zwarte band over de borst. De huiszwaluw is duidelijker zwart-wit gekleurd en heeft een witte stuit boven een kortere staart. De oeverzwaluw heeft net zo’n korte staart als de huiszwaluw en is op de rug lichtbruin. De Boerenzwaluw is een trekvogel die van maart tot oktober in bijna heel Europa voorkomt. Alleen in het uiterste noorden van Scandinavië is hij niet te vinden. Binnen Nederland komt hij vooral in open agrarische landschappen voor. De ‘hot spots’ liggen in het veenweidegebied en in het kleinschaliger boerenland in oostelijk Nederland. In de winter verblijft hij in West- en zuidelijk Afrika.

De boerenzwaluw is de enige Nederlandse vogel die binnenshuis zingt. Mensen met zwaluwen op hun erf omschrijven het geluid veelal als ‘gezellig’. De boerenzwaluw kwettert, met prachtige trillers en doet dat dus ook in de stallen en schuren waar hij nestelt. Vooral wat later in het broedseizoen kun je grote aantallen boerenzwaluwen op draden, goten of andere randen zien zitten ‘tjilpen’. Het kunnen de jongen zijn die nog worden gevoerd door de ouders, of de ouders mèt de jongen die verzamelen voor de trek naar een slaapplaats of naar de overwinteringsgebieden.

woensdag 2 augustus 2023

De kijktoren aan het Bels Lijntje, Turnhout

Langs het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten ben je in 20 km op het punt waar je vanaf de fietspad het 'Bels Lijntje' op kunt. De uitkijktoren staat aan het 'Bels Lijntje', ten noorden van Turnhout. Het 'Bels Lijntje' is een fietspad over de voormalige Tramlijn tussen Tilburg, via Baarle Nassau en Baarle Hertog, naar Turnhout.


De kijktoren aan het Bels Lijntje, Turnhout

Overzet De Liereman
Van de eerste zondag van mei tot de laatste zondag van september kan je als fietser of wandelaar het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten gratis oversteken met de charmante overzet ter hoogte van De Laks, vlakbij Burcht Hertog Jan. Deze is niet gemotoriseerd, dus een stille pont zoals het hoort in een stiltegebied. De natuurgebieden Gewestbossen Ravels en Landschap De Liereman aan weerszijden van het kanaal worden zo met elkaar verbonden en toegankelijker gemaakt.

Midden in het groen langs het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten ligt de recreatiejachthaven 'Het Gevaer'. Deze haven biedt plek aan enkele tientallen vaartuigen. Van hieruit vertrekken de plezierjachten en kano’s voor een tocht over het kanaal. Langs het kanaal is het gezellig fietsen en wandelen.

Kijktoren Bels Lijntje laat je genieten van alle natuurlijke pracht en praal die het Vennengebied rijk is. Tegelijkertijd is hij een verlengstuk van een jarenlang natuurinrichtingsproject. Deze twaalf en een halve meter hoge toren bestaat uit een stalen constructie, bekleed en bevloerd met duurzame eik en cederhout.

dinsdag 1 augustus 2023

Brabants zangfietspad langs het Wilhelminakanaal

Het fietspad langs het Wilhelminakanaal tussen Haghorst en Biest-Houtakker is omgedoopt tot Brabants zangfietspad. Op zaterdag 17 juni 2023 werd op het fietspad langs het Wilhelminakanaal tussen de Haghorst en Biest-Houtakker het "Brabants zangfietspad" geopend. Vele uren en dagen gingen er aan vooraf. Stichting Wel Gement heeft er hard aan gewerkt. En op deze zonnige dag werd de kroon op het werk gezet.


Brabants zangfietspad

Het mooie fietspad langs het Wilhelminakanaal werd luidkeels ingezongen. Zangkoor 'De Bonte Kakelkippen' beet het spits af bij de eerste picnictafel met het lied "Als Brabander ben ik geboren".. En dan verder naar de tweede tafel met het lied "Hé goade mee" van Gerard van Maasakkers. Aan de derde tafel zat Cees Priems, onze Biestse Troubadour met de zachte G, al op ons te wachten met het "Brabants Volkslied" van Guus Meeuwis. En natuurlijk kon ook het "Biests Volkslied" De Biest mun dörpke van Dorus (Theo de Graaf) niet ontbreken. En aangezien ze intussen bij de haven waren aangeland bracht het "Roos Trio" de meezinger van Vader Abraham ten gehore. Zo was een aantal kilometers fietsen een feest. Een fantastische middag! Die natuurlijk werd afgesloten met een verfrissende drank bij de Gulle Brabander. Hoe Brabants wil 't hebben?

Een wielrenner, dan een wielrenster en dan weer een wielrenner. Het fietspad langs het Wilhelminakanaal kent deze zondag een eenduidig soort gebruiker. Stuk voor stuk zoeven ze voorbij, maar eveneens stuk voor stuk zonder te zingen. Ook de moeder die stapvoets fietst naast haar paardrijdende dochter, voelt geen aandrang om een liedje aan te heffen. En dat terwijl aan het begin en het einde van het 3,1 kilometer lange stuk fietspad middels een bordje de bedoeling wordt aangegeven: ‘Hier mag je officieel de beste Brabantse klassiekers (mee)zingen op de fiets. Geen vreemde pauzes meer in je liedje omdat er iemand langs fietst, staat er op het bord dat ook het patroon van de Brabants vlag draagt.


Het traject van de Haghorst naar Biest Houthakker is niet het enige zangfietspad. Op diverse plaatsen vindt je dergelijke initiatieven. Deze is toevallig een fietspad die tussen het Wilhelminakanaal en natuurgebied Diessens Broek loopt. Langs het kanaal zingen de Kleine karekieten en de rietzangers uit volle borst, aan de andere kant van het fietspat ligt een gebied met rietvelden, waar de Blauwborst en de Rietgorsen veelvulgig hun liederen laten horen. Op de scheidslijn, het fietspad is het voornamelijk stil, of het zijn de groepen fietsers die al kwebbelend onderweg zijn. Nu worden de passanten ook uitgenodigd om er bij te zingen. Wie zingt er mee??????