De Miekoeksebrug over het Wilhelminakanaal nabij Oirschot werd in 2016 gerenoveerd. Er was maar liefst 500 liter verf voor nodig.
Het verhaal gaat dat de Miekoeksebrug zijn naam te danken heeft aan Mie Koek (mogelijk Mietje Koek) die met haar ouders vanuit het oosten van het land naar Oirschot verhuisde. Tijdens de aanleg van het Wilhelminakanaal en de bouw van de toenmalige brug woonde Mie in de buurt en schonk af en toe een kopje koffie of een borrel in voor passanten. Toen de oorspronkelijke brug bij de aanleg van het kanaal werd gebouwd, moest het huis (of een hutje bij het kanaal) van de familie Koek wijken. Als eerbetoon werd de brug naar Mie Koek vernoemd.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog is de brug niet ontkomen aan de verwoestingen die de oorlog met zich mee bracht. De verwoeste brug is na de Tweede Wereldoorlog vervangen door de huidige brug. De oorspronkelijke brug was een houten brug, of een stenen brug volgens oudere uit het dorp. Echter, volgens de gemeente is het houten deel van de Stönner-Meijwaardbrug in Oirschot een verwijzing (een soort kopie) naar de oorspronkelijke brug over het Wilhelminakanaal, die later is vervangen door de stalen brug die wat weg heeft van een Baileybrug. In dat geval zou het een houten brug zijn, mogelijk rustend op bakstenen pijlers. De bouw van het kanaal duurde van 1916 tot 1923. De Miekoeksebrug werd in 2016 gerenoveerd. Er was maar liefst 500 liter verf voor nodig. In oktober van dat jaar werd de brug weer opengesteld voor het verkeer.
Voor de gemeente Oirschot werden in 1900 enkele bruggen gepland, waaronder een vaste brug in de zandweg, genaamd Heersdijk. Een brug naar voorbeeld van de zogenoemde Baileybrug, naar een ontwerp van de Brit Donald Bailey, die werkzaam was voor het Britse Ministerie van Defensie. Hij was een hobby bruggenbouwer, maar zijn ontwerp werd veelvuldig toegepast als vervanger van de verwoeste bruggen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het Wilhelminakanaal - in de provincie Noord-Brabant - loopt vanuit de Zuid-Willemsvaart naar Geertruidenberg en is 68 kilometer lang. De eerste plannen voor een kanaal dat Tilburg en Eindhoven met de Maas verbindt, dateren uit 1794, maar het duurde tot 1910 tot werd begonnen met het graven. In 1794 werd ervan afgezien vanwege de dreigende Franse inval, de Maas functioneerde als verdedigingslinie. Vanaf 1813, na de Franse tijd en de start van het Koninkrijk der Nederlanden, lag de beslissing bij koning Willem I, die een groot voorstander was van aanleg; evenwel leverden onderhandelingen met de Belgen problemen op. De route werd echter al wel met piketpaaltjes uitgezet. Opvolger Willem II leefde te kort om de zaak te bespoedigen, anderzijds kwam door het democratiseringsproces de besluitvorming steeds meer bij het Parlement te liggen. De laatste gaf meer prioriteit aan het graven van de Nieuwe Waterweg en het Noordzeekanaal.
De behoefte aan een kanaal bleef onverkort bestaan. De Tilburgse textielindustrie, inmiddels gemechaniseerd met behulp van stoom, zocht mogelijkheden voor kolenaanvoer en afvoer van de producten. De toenmalige wegen leenden zich slecht voor aan- en afvoer van respectievelijk kolen en textiel, en de Tilburgse industriële lobby ging onverkort door. Maar ook een plan van Willem III werd door de regering niet overgenomen. Begin 20e eeuw werden de plannen uiteindelijk concreet en op 16 september 1916 meerde het eerste schip in Tilburg aan. Het duurde echter tot 1923 voordat het kanaal voltooid werd. Op 4 april van dat jaar werd het officieel geopend. Het kanaal leek op dat moment zijn functie al te verliezen vanwege de komst van het (vracht-)autoverkeer. Eerst in de jaren vijftig bewees het kanaal zijn nut, vooral voor aan- en doorvoer van zand, grind en kolen. Het kanaal heeft zijn nut bewezen vanwege de groei van het binnenvaartverkeer.