Vanmorgen fietsen ik van huis in noordoostelijke richting. Daar kwam de wind vandaan, en dat zou gunstig zijn op mijn terugweg. Zo kwam ik in de buurt van Natuurgebied Kampina, tussen Oisterwijke n Boxtel. Daarom nam ik dat ook nog even op in mijn fietsronde. Tot aan de Bosrand in Lennisheuvel (gem. Boxtel). Thuis stond de teller weer op 75 km. In 2016 heb ik de Kampina op 2 plaatsen bewandeld, samen met 2 natuurvrienden. In 2018 fietste ik ook naar en door de Kampina. Toen met de mountainbike, vanmorgen met een fiets met trapondersteuning. Sinds mijn (versleten) heupproblemen lukte het niet zo goed meer om gewoon te fietsen, vandaar de E-Bike.
De Kampina is een natuurgebied met bos, heide en beekdalen in de provincie Noord-Brabant, gelegen tussen Boxtel en Oisterwijk. Het gebied is sinds 1929 grotendeels eigendom van de Vereniging Natuurmonumenten en is ruim 1200 hectare groot. De Kampina is een gevarieerd natuurgebied met een uitgestrekt heide, dennenbossen en vele vennen. Centraal ligt de grote Kampinase Heide die gesierd wordt door talrijke vennen zoals als het Belversven, meer beschut liggen de Huisvennen en de Zandbergsvennen, die bijzonder rijk zijn aan libellensoorten. Over de heide klinkt de zang van de wulp. De heide is hier en daar venig en kent bijzondere soorten als lavendelheide. Vooral aan de noordzijde en de oostzijde liggen uitgestrekte (aangeplante) dennenbossen.
Er lopen ook twee beken door de Kampina, de Beerze en de Rosep, meanderend door het gebied. Dankzij de inspanningen van Pieter van Tienhoven (van 1907 tot 1953 penningmeester van de Vereniging Natuurmonumenten) zijn zij voor de golf van ruilverkaveling en kanalisaties gespaard gebleven, waar het natuurschoon langs zoveel andere beken ten onder aan is gegaan. De Beerze is een middelgrote beek met een omvangrijk moerassig beekdal. In de Smalbroeken, een vaak inunderend deel van dat dal, groeien zware moerasbossen van onder andere zwarte els met lianen als hop en kamperfoelie, waarin zich de blauwborst en de sprinkhaanrietzanger verschuilen. In de moerassen en graslandjes komen gagelstruwelen, beenbreek en zeggesoorten voor. De Rosep is binnen de Kampina maar een bescheiden stroompje zonder veel dalvorming.
Ik benaderde de Kampina vanaf de Fransebaan, waar de Rosepdreef wordt gekruist. Als je de kruising oversteekt en het fiets volgt kom je aan de overkant van de Kampina aan de Bosrand de Kempseweg bij een van de wandelroute startpunten die de Kampina rijk is.
De Kampina heeft ook een bezoekerscentrum. Het Bezoekerscentrum Oisterwijk aan de Van Tienhovenlaan 4, 5062 SK Oisterwijk (N-Br), is een prima begin van je dag in de Oisterwijkse Bossen en Vennen, vlak bij Tilburg. Het is startpunt van mooie wandel- en fietsroutes. Honden zijn welkom in het natuurgebied als ze aangelijnd zijn.
Fiets en wadelroutes zijn op https://www.natuurmonumenten.nl/bezoekerscentrum-oisterwijk/route/fietsroute-oisterwijkse-bossen-en-kampina te vinden, of in de App van Natuurmonumenten.
Hoe hoog staat het grondwater?
Op de meter (rechterfoto) kun je boven de grond zien hoe diep het grondwater staat. De hoogte van het grondwater kan per seizoen verschillen. Het leven op de Kampina houdt van nattigheid, maar het gebied verdroogd. Natuurmonumenten neemt samen met Waterschap de Dommel maatregelen om het tij te keren. Sinds 1960 nam Nederland maatregelen om water sneller af te voeren. Het zijn vooral de kwetsbare planten van de vochtige heide, zoals klokjesgentiaan die hier onder lijden. Het beheer is er op gericht om het water op de Kampina zo lang mogelijk vast te houden. Door het afdammen van greppels en het plaatsen van stuwen kan de Kampina weer natter worden.
De Kampina en de Oisterwijkse Bossen en Vennen zijn goed te befietsen. Verharde en halfverharde fietspaden lopen door het gebied en worden afgewisseld door normale B wegen. Je kunt een rondtocht maken langs beken en boerderijen, vennen en vergezichten over de hei, door de natuur en het buitengebied van Oisterwijk en Boxtel. Of dat naar eigen inzicht is of door de knooppunteroutes te volgen, onderweg zijn verrassende routepunten en prachtige plekken om te pauzeren. De fietstocht kan ook gecombineerd worden met een bezoek aan een terras waar in Oisterwijk veel van te vinden zijn.
Het Belversven heeft een oppervlakte van ongeveer 8 ha en ligt ten zuiden van de spoorlijn tussen Oisterwijk en Boxtel. Iets ten westen van het ven stroomt het riviertje de Rosep.
In het gebied ten zuiden van Oisterwijk liggen veel grote en kleine vennen. Een aantal van die vennen, die zich bevinden in een bosgebied, maakt deel uit van het natuurreservaat Oisterwijkse Bossen en Vennen van Natuurmonumenten (750 ha). Het Belversven ligt iets oostelijk van dit reservaat, aan de rand van een ander natuurreservaat van Natuurmonumenten, de Kampina (ruim 1200 ha). Naar het oosten strekt zich een uitgestrekt heidegebied uit. In de negentiende eeuw was de omgeving van het ven bebost met dennen of met vliegdennen begroeid geraakt. Aan de oost- en noordoevers is in 2005 veel bos verwijderd.
In de jaren 2005 en 2006 is het Belversven uitgebaggerd. Daarnaast is op de oevers veel bos gekapt, is er wilgenstruweel verwijderd en zijn er stuwen geplaatst om het waterpeil te beheersen. De maatregelen waren gericht op toename van het aantal soorten libellen en planten. Het water is voedselarm, maar niet echt zuur. Zwakgebufferde vennen komen meestal voor in open heidelandschappen van hogere zandgronden. Ze worden bedreigd door verzuring, verdroging en luchtverontreiniging. In het verleden werd het Belversven gevoed met lokale kwel uit de Kampina en mogelijk ook door overstromingen van de Rosep. Het Belversven had en heeft een hoge natuurwaarde. Rond 1940 kwam hier het grootbladig puntmos (Calliergon megalophyllum) voor. Deze soort is al voor 1970 uit Nederland verdwenen. In 1986 zijn een groot aantal Middenbrabantse vennen qua vegetatie en waterchemie geïnventariseerd, waaronder het Belversven.
Een zandverstuiving is een open plek in de heide of de duinen waar geen enkele begroeiing optreedt en waar het zand door de wind en het water (regenbuien) verstoven wordt. Echt stuivend zand komt in Noordwest-Europa bijna niet voor. In Nederland is nog een aantal zandverstuivingen te vinden. De wind zorgde er dan voor dat het stuifzand zich steeds verder verspreidde waardoor de zandverstuiving steeds groter werd. In een grote zandverstuiving kunnen door de wind duinen ontstaan. Langs de rand van een zandverstuiving ligt meestal een hoge zandwal, waar het zand zich op verzamelt. Soms werden hele dorpen bedreigd door het oprukkende zand. Zo kon een enkele storm vanuit de zandverstuiving een oogst door een dunne zandlaag op de kwetsbare plantjes vernietigen.