zaterdag 30 maart 2024

Nijlgans met jonge kuikens in de stromende regen

Watervogels, zoals eenden en ganzen gaan gewoon door met wat ze aan het doen zijn, als het regent. Watervogels schrikken niet terug van de regen. De Nijlgans in de video lijken niet veel last te hebben van de hevige regen. Twaalf piepkleine nijlgans kuikens volgen hun ouders terwijl de regen met bakken uit de hemel komt.


Nijlgans met jonge kuikens in de stromende regen

Ik zat te schuilen toen de regen met bakken uit de hemel kwam. Aan de overkant van een plas liep familie Nijlgans. Ze trotseerden de elementen van de natuur. Ze hadden geen schuilplaats, waar ik wel gebruik van kon maken. Ze leken geen last te hebben van de regen. Vaak schuilen jonge kuikens onder de vleugels van hun moeder, maar daar was nu geen spraken van.

Nijlganzen broeden het hele jaar door. Ook in de winter worden jonge kuikens geboren. In het Egyptische Nijlgebied, wat de oorsprong van deze gans is, kennen ze geen winter zoals wij die kennen. Van nature broeden de Nijlganzen daar ook als het bij ons hartje winter is. Die natuurlijke gewoonte hebben ze behouden, ook als ze meerdere generaties later in veel noordelijke gebieden broeden.

Het vrouwtje bouwt een nest van rietbladeren en gras. Vrouwtje en mannetje broeden om de beurt op de eieren. De ouders zorgen samen voor de jongen tot ze zelfstandig zijn. De nijlganzen eten zaden, bladeren, gras en stengels. Zolang het niet gaan vriezen of sneeuwen, kan de ganzenfamilie zich wel redden.

Nijlganzen kunnen een bedreiging vormen voor andere vogels. Soorten die wel van nature in Nederland voorkomen kunnen in de problemen komen. Daarom is de nijlgans aangemerkt als invasieve exoot. Invasieve exoten mogen actief worden verjaagd en gedood. Hiervoor geeft de provincie een speciale opdracht.

vrijdag 29 maart 2024

Beleef de lente in je eigen tuin

De lente breekt aan, tijd om naar buiten te gaan! De mezen weten wel waarheen. Niet op een terras ergens in de zon, maar naar de meest groene tuinen van de buurt. Want elke mees weet: hoe groener de tuin, hoe beter.


Beleef de lente in je eigen tuin

Voor veel vogelliefhebbers was het afgelopen winter even schrikken en slikken. Waar waren de mezen? Niet in de tuinen, zoveel was duidelijk. Door het slechte broedseizoen in 2016 waren er minder kool- en pimpelmezen opgegroeid. Daarnaast was er in de bossen nog genoeg te eten, waardoor de mezen hun tripje naar de tuinen uitstelden. Gelukkig betekent uitstel nog geen afstel. Wie zijn tuin groen inricht beleeft de lente in zijn eigen tuin.

Dat blijkt ook uit onderzoek van de Britse universiteit van Exeter. 452 koolmezen en pimpelmezen kregen daarbij een zendertje om de poot. Zo kon een heel seizoen lang worden nagegaan welke plekken de mezen bezochten. Wat blijkt? Zowel kool- als pimpelmezen geven de voorkeur aan tuinen met bomen, struiken en hagen. Via de bomen en struiken vliegen ze namelijk veilig van de ene naar de andere tuin. En al die bomen, struiken en hagen vormen samen een mini natuurparadijsje waar vogels hun hart kunnen ophalen.

Gewoon je tuin groen inrichten. Plant struiken, maak rommelhoekjes en zet eens een fruitboom neer. Overleg ook eens met de buren om die lelijke schuttingen te vervangen door een haag. Gegarandeerd dat de mezen op bezoek komen.

woensdag 27 maart 2024

In verval geraakte boerderij Reusel

De in verval geraakte boerderij aan de Lage Mierdsedijk, ooit de boerderij van van Sjef van Gompel en Prinse Jo, heeft betere tijden gekend als nu het geval is. Hoewel de boerderij uit 1930 stamt, is het verval zo enorm dat je zou verwachten dat de boerdeij veel ouder zou zijn. De boerderijwoning heeft een woonoppervlakte van 440 m2.


Het pand staat op huispedia.nl te koop voor een "Realistische vraagprijs van € 1.028.000 - 1.226.000".

Het pand staat op huispedia.nl te koop voor een "Realistische vraagprijs van € 1.028.000 - 1.226.000". Bij "Energielabel" staat een groot vraagteken. Geen wonder als je ziet dat het dak grotendeels is ingestort. Wat er met dit pand gaat gebeuren zal nog niet bekend zijn. Gezien de vragprijs zal het niet gesloopt worden om er weer landbouwgrond van te maken. Mogelijk wordt het nog ooit herbouwd tot een luxe woonboerderij. Tot die tijd heeft de natuur vrij spel. Darbij denk ik een muizen en ratten, maar ook duiven, Steenuilen of Kerkuilen.

In Noord Brabant staan in het Brabantse landschap oude, verzakte boerderijen, met afgebladderde verfresten op het houtwerk, soms met ingevallen daken en overal onkruid. Soms weet niemand nog waarom ze ooit leeg zijn gekomen. Familieruzies, erfeniskwesties of gewoon onverkoopbaar. Soms mag een boerderij en stal van de gemeente omgebouwd worden tot twee woningen. Aanvullende nieuwbouw is dan vaak niet toegestaan.


donderdag 21 maart 2024

Flaestoren heropend na vervanging houten palen

De Flaestoren op landgoed De Utrecht in Esbeek - Lage Mierde is dit weekend eindelijk weer open. De oude steunpalen van toren waren door de weersinvloeden zover aangepast dat de veiligheid niet langer kon worden gewaarborgd.


Flaestoren heropend na vervanging houten steunpalen

Nadat een van de palen is afgebroken, zijn alle andere die boven de trappen uitsteken afgezaagd. Acht bomen van het landgoed, elk 25 meter lang en in totaal 3000 kilo zwaar vormden jarenlang de basis van het bouwwerk dat verder bestaat uit stalen kolommen. Het bovenste balkon is 22 meter hoog. Dat biedt uitzicht op natuurgebied De Flaes en het Goorven. De toren wordt elke twee weken gecontroleerd op veiligheid. Deze week zijn de oude palen met een hoge bouwkraan van de stalen constructie verwijderd en van nieuwe palen voorzien.


De palen komen allemaal uit de bossen van het Landgoed. Daarvoor moest de beheerder op zoek naar de hoogste Douglas bomen die het landgoed rijk is. De bomen mochten natuurlijk geen scheuren of andere fouten bezitten. Na het rooien zijn de boomstammen in de droogkamer gelegd om de groeisappen uit het hout te verwijderen. Zo voorkom je dat de stammen later opendrogen. De kans dat er dan regenwater binnen dringt is dan minder, waardoor de kans houtrot sterk afneemt.

Met een hoge kraan en hoogwerkers zijn de nieuwe boomstammen weer aan de stalen constructie van de toren bevestigd. Naar verwachting gaan de nieuwe palen van de Flaestoren weer een kwart eeuw mee.

Op 11 november 2011 is de uitkijktoren de Flaestoren geopend, naar een ontwerp van Luijten Smeulders Architecten uit Tilburg. Door acht van het landgoed afkomstige bomen, elk 25 meter lang en 3000 kg zwaar, te combineren met slanke stalen kolommen is een open structuur gecreëerd waarin, door een afwisseling van trappen en bordessen, een makkelijk te belopen route naar het uitzichtbalkon op 22 meter hoogte leidt. Vandaar en vanaf elke traptrede er naar toe, heb je een prachtig uitzicht over het niet toegankelijke deel van het natuurgebied De Flaes en het Goorven en de bossen er rondom heen.

De toren biedt uitzicht over een deel van Landgoed De Utrecht. De totale kosten bedroeg ongeveer 360.000 euro, waarvan 160.000 euro door de provincie werd gesubsidieerd. Het bedrijfsleven legde twee ton bij. Het ontwerp is opgetrokken uit staal en hout, waaronder tien bomen. Aan staal weegt het gevaarte al 26,5 ton. Om in de toren te komen moet u wel een munt van € 1,- in de automaat werpen, waarna de draaideur opent. Die toegangsbijdrage is een tegemoetkoming van de hoge bouwkosten. Denk er wel om, munten van € 1,- bij te dragen, andere munten werken niet.

Vogelsoorten: Aalscholver, Boomkruiper, Buizerd, Dodaars, Fuut, Grauwe Gans, Grote Zilverreiger, Knobbelzwaan, Koolmees, Kuifeend, Merel, Torenvalk, Vink, Wilde Eend en de Wintertaling, en in het najaar trekvogels zoals de Zwarte ooievaar, de Lepelaars en de Kraanvogel.

woensdag 20 maart 2024

Helmparelhoenders zijn Afrikaanse loopvogels

Helmparelhoenders zijn snelle loopvogels van de Afrikaanse savanne en dus exoten, die in Nederland zeldzaam worden waargenomen. Hij leeft vooral op de Afrikaanse savannen ten zuiden van de Sahara. Deze gebieden bestaan uit warme, droge en open vlaktes met enkele bomen en struiken. De meeste Helmparelhoenders die wij in ons land tegen komen zitten in gevangenschap, of zullen dan ook uit gevangenschap ontsnapt zijn.


Helmparelhoenders zijn Afrikaanse loopvogels

Het is onduidelijk of de soort in ons land nestelt. Helmparelhoenders worden in Europa veel worden gehouden in kinderboerderijen, kleine dierentuinen en dergelijke. De soort werd eind 19e eeuw uitgezet in Duitsland en Hongarije maar verdween hier weer. Dat verwilderde vogels in Nederland kunnen opduiken, blijkt uit twee meldingen in de atlas­periode: enkele paren nabij een eendenkooi bij Boven-Leeuwen in 1998 en een paar bij Urk in 2001. Zekere broedgevallen zijn niet vastgesteld. Of de soort zich in ons land bestendig kan handhaven, valt te betwijfelen. Het verdient echter aanbeveling alert te zijn. Voor deze soort is geen Staat van Instandhouding van toepassing. Het Helmparelhoen is een exoot en valt daarmee buiten artikel 1 van de Vogelrichtlijn, dat betrekking heeft op alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied van de EU-lidstaten. Het Helmparelhoen is daarmee ook niet beschermd op grond van de Wet natuurbescherming.


Het helmparelhoen is een grote vogel met een rond lichaam en een kleine kop. De grootte varieert van 53 tot 58 centimeter en zijn gewicht is gemiddeld 1,3 kilogram. Zijn naam heeft het helmparelhoen ten eerste te danken aan de witte stippen op het verenkleed, die doen denken aan parels. Daarnaast heeft hij op zijn kop een benige en blauwgekleurde knobbel die aan een helm doet denken. Het helmparelhoen is een alleseter. Net als kippen zoeken helmparelhoenders hun eten door met hun sterke klauwen de grond om te wroeten. Ze eten vooral zaden, fruit, slakken, spinnen, wormen, maar ook kikkers, hagedissen, kleine slangen, kleine zoogdieren en teken.

Het broeden van eieren doet het helmparelhoen meestal in of na het regenseizoen. De legsels bestaan gemiddeld uit 20 tot 30 eieren. De hen legt haar eieren in een goed bedekte holte en daar broedt ze de eieren in 26 tot 28 dagen uit. De kuikens hebben een schutkleur en hun vleugels groeien snel. Na een week zijn ze al in staat zich al fladderend snel te verplaatsen. De soort wordt in het wild maximaal 12 jaar oud. Eind negentiende eeuw werd de soort in het wild uitgezet in Duitsland en Hongarije, maar hield daar geen stand. In Nederland wordt het helmparelhoen met regelmaat verwilderd aangetroffen; voortplanting is daarbij niet vastgesteld.

woensdag 13 maart 2024

Waterpeilpijp in het Ravels Kesseven

Aan de overkant het Kesseven van staat een schuilhut met informatiepanelen. Vanaf de middeleeuwen was de omgeving gemene heidegrond dat onder de Franse periode (ongeveer 1800) gemeentebezit werd. Rond 1903 verkocht de gemeente Ravels 770 hectare aan de Belgische staat. Later vulden zij dit aan met verschillende private gronden tot een oppervlakte van 850 hectare. Het doel van de aankoop was de aanleg van een grootschalig proefterrein voor bebossingstechnieken van heidegronden.


Het Kesseven in het Gewestbos van Ravels

Aan de rand van het Gewestbos van Ravels, België, is een nieuwe kijkhut gebouwd. Het is een half open overdekking met zitplaatsen, opgetrokken uit Douglas hout. De nieuwe kijkhut is o.a. het bereiken via het voetpaadje aan de westzijde van het Kesseven, genaamd "Het Miezerige paadje". De kijkhut is gebouwd door Houthandel Van Dal uit Esbeek, in opdracht van (de Belgische) stichting Natuur & Bos.

Het Gewestbos Ravels maakt deel uit van een groen grensgebied met bos- en natuurgebieden aan Belgische en Nederlandse zijde. De vennen zijn hier een paradijs voor vele insecten en amfibieën. Om ze nog aantrekkelijker te maken, zijn er bepaalde herinrichting werkzaamheden uitgevoerd o.a. aan het Kesseven, zoals het herwaarderen van ven-oevers en natte heide en/of heischraal grasland. Tijdens de zomerperiode wordt dit nog aangevuld door begrazing met schapen om die vegetatie open te houden.


Het waterpeil in het Kesseven wordt middels een overlooppijp geregeld (zie uitsnede).

Het waterpeil in het Kesseven heeft al jaar en dag een vast peil. Als die maatregel niet genomen zou zijn, zou het water over de grinddreef stromen.


De schuilhut met informatiepanelen (Archieffoto)

Naast insecten zoals winterjuffer en heideblauwtje kom je ook nog verschillende vogels tegen zoals boomvalk, geelgors, nachtzwaluw, havik, sperwer, wespendief en bosuil. Gevlekte orchis, moeraswolfsklauw, zonnedauw vormen samen met heidekartelblad de meest zeldzame planten. In de verschillende vennen komt bruine en groene kikker voor naast verschillende salamanders en gewone pad.

De grote en haaks op elkaar staande dreven duiden op een moderne en grootschalige ontsluiting van het terrein. De heide wisselde af met vennen en moerassige zones. Door grachten te graven wijzigde de waterhuishouding waardoor grotere delen bebost konden worden. De natte delen werden weiland en de diepere vennen bleven behouden. Vanaf 1904 startte de bebossing langs het kanaal. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog bereikte men de Arendonksesteenweg en het laatste perceel werd in 1930 bebost.

dinsdag 5 maart 2024

Bergeenden doen het in het water

Op kleine plassen kunnen in februari en maart baltsende groepjes Bergeenden opduiken, die dan doorgaans in april grotendeels weer verdwenen zijn naar de kuststreken om daar te broeden. Enkele achtergebleven broedpaar kan verrassend lastig te vinden zijn tijdens broeden. Broedgevallen kunnen zelfs op kurkdroge heide plaatsvinden; jongen worden dan onmiddellijk na uitkomen weggeleid naar water in de (verre) omgeving. Het mannetje onderscheidt zich van het vrouwtje door een knobbel op de felrode snavel. De bontgekleurde schakeringen op een verder wit verenkleed maken de vogel in het veld duidelijk herkenbaar.


Bergeenden paren ook in de binnenwateren, maar broeden het meest in de kuststreek

Bergeenden nestellen in grote holen in de grond (denk aan oude Konijnen holten) en in halfhoge dichte vegetaties (pluimzegge, natte pitrus, duindoorn), in houtstapels, onder bergjes rommel enz. Ze leggen hun eieren van begin april tot begin juni, vooral eind april en mei. Eén broedsel per jaar, meestal 8-10 eieren, broedduur 29-31 dagen, jongen (nestvlieders) zijn met 45-50 dagen vliegvlug.

De bergeend is vooral kustbewoner. Hij broedt in holen en voedt zich met (week)diertjes uit zachte slikbodems. De soort vertoont zich als broedvogel steeds vaker in het binnenland, langs de grote rivieren en andere slikrijke gebieden. In de mondingen van de Weser/Elbe en ook in delen van de Nederlandse Waddenzee maakt bijna de gehele Noordwest-Europese populatie in het najaar de rui door.


In ons land vormen de duinen traditioneel de ideale broedbiotoop voor bergeenden. Ze benutten er verlaten konijnenholen voor het nest. Als er periodiek ziektes uitbreken onder de konijnen en de stand daardoor afneemt, heeft dat gevolgen voor de bergeend. Er zijn dan minder holen beschikbaar en de vegetatie neemt toe. Jonge bergeenden kunnen dan moeilijker uit de voeten wanneer ze het nest verlaten. Behalve in de duinen broedt de bergeend ook op kwelders, in veenweiden en langs de rivieren. Voor hun voedsel zijn bergeenden afhankelijk van voedselrijk slik. Het wad bijvoorbeeld, maar ook modderige sloten en slikranden langs de uiterwaarden.

Eileg vanaf april tot in juni. Eén legsel met meestal 8-10 eieren. Broedduur ongeveer 28 dagen. Nest veelal in verlaten konijnenhol. Alleen het vrouwtje broedt. Andere nestlocaties zijn holtes onder aanspoelsel of tussen dichte vegetatie. Kuikens gaan al snel met de ouders naar het water. Jongen verzamelen zich geleidelijk in crèches van tientallen, onder de hoede van enkele volwassen vogels.

Als voedsel zoeken ze naar kleine schelpdieren en slakjes, garnalen en andere kreeftachtigen, wormen en andere kleine bodemdieren, insecten en larven, zaden en ander plantaardig materiaal.