Aan de overkant het Kesseven van staat een schuilhut met informatiepanelen. Vanaf de middeleeuwen was de omgeving gemene heidegrond dat onder de Franse periode (ongeveer 1800) gemeentebezit werd. Rond 1903 verkocht de gemeente Ravels 770 hectare aan de Belgische staat. Later vulden zij dit aan met verschillende private gronden tot een oppervlakte van 850 hectare. Het doel van de aankoop was de aanleg van een grootschalig proefterrein voor bebossingstechnieken van heidegronden.
Aan de rand van het Gewestbos van Ravels, Belgiƫ, is een nieuwe kijkhut gebouwd. Het is een half open overdekking met zitplaatsen, opgetrokken uit Douglas hout. De nieuwe kijkhut is o.a. het bereiken via het voetpaadje aan de westzijde van het Kesseven, genaamd "Het Miezerige paadje". De kijkhut is gebouwd door Houthandel Van Dal uit Esbeek, in opdracht van (de Belgische) stichting Natuur & Bos.
Het Gewestbos Ravels maakt deel uit van een groen grensgebied met bos- en natuurgebieden aan Belgische en Nederlandse zijde. De vennen zijn hier een paradijs voor vele insecten en amfibieƫn. Om ze nog aantrekkelijker te maken, zijn er bepaalde herinrichting werkzaamheden uitgevoerd o.a. aan het Kesseven, zoals het herwaarderen van ven-oevers en natte heide en/of heischraal grasland. Tijdens de zomerperiode wordt dit nog aangevuld door begrazing met schapen om die vegetatie open te houden.
Het waterpeil in het Kesseven heeft al jaar en dag een vast peil. Als die maatregel niet genomen zou zijn, zou het water over de grinddreef stromen.
Naast insecten zoals winterjuffer en heideblauwtje kom je ook nog verschillende vogels tegen zoals boomvalk, geelgors, nachtzwaluw, havik, sperwer, wespendief en bosuil. Gevlekte orchis, moeraswolfsklauw, zonnedauw vormen samen met heidekartelblad de meest zeldzame planten. In de verschillende vennen komt bruine en groene kikker voor naast verschillende salamanders en gewone pad.
De grote en haaks op elkaar staande dreven duiden op een moderne en grootschalige ontsluiting van het terrein. De heide wisselde af met vennen en moerassige zones. Door grachten te graven wijzigde de waterhuishouding waardoor grotere delen bebost konden worden. De natte delen werden weiland en de diepere vennen bleven behouden. Vanaf 1904 startte de bebossing langs het kanaal. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog bereikte men de Arendonksesteenweg en het laatste perceel werd in 1930 bebost.