De natuur kent zijn mooiste kleurenpracht zo rond half oktober, begin november. Wanneer de mooiste herfstkleuren te zien zijn wisselt van jaar tot jaar. Veel droogte en warmte of juist overvloedige regen en kou zijn hier onder andere op van invloed. Maar wanneer de blaadjes massaal hun mooiste herfsttinten laten zien is wel enigszins vooraf te voorspellen.
Het eerste teken voor bomen dat de herfst eraan komt is dat de dagen korter worden. Onder invloed van minder daglicht worden er chemische processen in werking gezet. Hierdoor verandert de aanhechting van de bladeren en worden er steeds minder voedingsstoffen en water richting het blad geleid. Uiteindelijk sterft het blad zo langzaam af en valt het van de boom. Kastanjes, Amerikaanse eik en berken beginnen meestal al vroeg met hun bladverkleuring, terwijl beuken en eiken meestal wat later zijn. Daarnaast zijn er bomen waarbij de bladeren voordat ze vallen vrijwel niet verkleuren, maar grotendeels groen blijven. Dit is de reden dat sommige landschappen al helemaal herfstig eruit zien, terwijl het ergens anders nog voornamelijk groen oogt.
Dezelfde soorten bomen kunnen afhankelijk van de omstandigheden op hun standplaats op een verschillend moment verkleuren. Het maakt voor de herfstkleuren veel uit of een boom in de schaduw staat of in het volle licht en of de bodem er heel nat is of juist heel droog.
woensdag 30 oktober 2024
vrijdag 25 oktober 2024
Zonnige Herfstdag op Landgoed De Utrecht
Ondanks de 18 tot 20 graden die we vandaag mochten ervaren was het toch echt herfst. Morgen schijnt de zon in een groot deel van het land weer volop. Opvallend is de hoge temperatuur; in het zuiden van het land wordt het ongeveer 20 graden.
Vanochtend kregen we in het zuiden flink wat zon en het bleef droog. De temperatuur was vanochtend ongeveer 11 graden, en aan het eind van de ochtend was deze in het midden van het land opgelopen naar 14 graden. De aangevoerde lucht werd in de loop van de ochtend alleen maar zachter. De wind was zwak tot matig en draaide van zuidoost naar zuid. Door een zuidelijke stroming werd het later in de middag nog 18 tot 20 graden. Weerstations melden vanmiddag nieuwe records, nog nooit was het zo warm op 25 oktober. Zowel in Woensdrecht als in Eindhoven werd een temperatuur van twintig graden gemeten. Nooit eerder was het op 25 oktober zo warm. "De vorige records komen uit 1949 en 2013", weet de meteoroloog van Weerplaza.
De lenteachtige weersomstandigheden zetten nog wel even door. Zaterdag wordt het opnieuw zo'n twintig graden in onze provincie. "Maar dan zullen we geen warmterecord verbreken", verzekert de weerman ons. "Het vorige record van 26 oktober ligt op 21 graden. De kans dat we daaroverheen gaan, is gelukkig niet zo groot."
Vanochtend kregen we in het zuiden flink wat zon en het bleef droog. De temperatuur was vanochtend ongeveer 11 graden, en aan het eind van de ochtend was deze in het midden van het land opgelopen naar 14 graden. De aangevoerde lucht werd in de loop van de ochtend alleen maar zachter. De wind was zwak tot matig en draaide van zuidoost naar zuid. Door een zuidelijke stroming werd het later in de middag nog 18 tot 20 graden. Weerstations melden vanmiddag nieuwe records, nog nooit was het zo warm op 25 oktober. Zowel in Woensdrecht als in Eindhoven werd een temperatuur van twintig graden gemeten. Nooit eerder was het op 25 oktober zo warm. "De vorige records komen uit 1949 en 2013", weet de meteoroloog van Weerplaza.
De lenteachtige weersomstandigheden zetten nog wel even door. Zaterdag wordt het opnieuw zo'n twintig graden in onze provincie. "Maar dan zullen we geen warmterecord verbreken", verzekert de weerman ons. "Het vorige record van 26 oktober ligt op 21 graden. De kans dat we daaroverheen gaan, is gelukkig niet zo groot."
zondag 20 oktober 2024
De herfst laat zich van de kleurigste kant zien
De natuur laat zich dan van zijn kleurrijkste kant zien. Het is fijn om er op uit te trekken en, letterlijk, de herfst te proeven door cranberry's te gaan plukken of oesters te zoeken. Zo ook in de bossen tussen Eersel en de Weebosch, waar ik vanmorgen met de fiets op verkenning was.
Herfstkleuren zijn een fenomeen dat bij vele bladwisselende bomen en struiken voorkomt. De kleur van de bladeren van veel bomen en struiken verschuift in de herfstmaanden gedurende enkele weken langzaam van hun gebruikelijke groene kleur naar een reeks kleuren, die varieert van geel, oranje tot rood en bruin. Aan het einde van deze periode vallen de bladeren. n de herfst kan bij sommige planten-, struik- en boomsoorten het blad verkleuren naar geel of goudkleurig, oranje of rood en bruin. Doordat bij lage temperatuur in de herfst het chlorofyl in de bladgroenkorrels wordt afgebroken worden aanwezige pigmenten zichtbaar. Xanthofyllen maken een gele, carotenoïden een oranje, anthocyanen een rode en de tannines een bruine kleur zichtbaar.
Bladval in de herfst wordt voorafgegaan door veranderingen in de weefsels aan of in de bladbasis. In de altijd al aanwezige afscheidingslaag (abscissielaag), die uit korte cellen met zwak verdikte wanden bestaat, ontstaat door frequente celdelingen een laag baksteenvormige cellen.
Herfstkleuren zijn een fenomeen dat bij vele bladwisselende bomen en struiken voorkomt. De kleur van de bladeren van veel bomen en struiken verschuift in de herfstmaanden gedurende enkele weken langzaam van hun gebruikelijke groene kleur naar een reeks kleuren, die varieert van geel, oranje tot rood en bruin. Aan het einde van deze periode vallen de bladeren. n de herfst kan bij sommige planten-, struik- en boomsoorten het blad verkleuren naar geel of goudkleurig, oranje of rood en bruin. Doordat bij lage temperatuur in de herfst het chlorofyl in de bladgroenkorrels wordt afgebroken worden aanwezige pigmenten zichtbaar. Xanthofyllen maken een gele, carotenoïden een oranje, anthocyanen een rode en de tannines een bruine kleur zichtbaar.
Bladval in de herfst wordt voorafgegaan door veranderingen in de weefsels aan of in de bladbasis. In de altijd al aanwezige afscheidingslaag (abscissielaag), die uit korte cellen met zwak verdikte wanden bestaat, ontstaat door frequente celdelingen een laag baksteenvormige cellen.
vrijdag 18 oktober 2024
Gele en oranje herfstbladeren in natuurgebied De Pals
In de herfst ondergaat de natuur een metamorfose, bladeren van bomen en struiken verkleuren. Groen wordt geel, oranje, rood of paars afhankelijk van de soort. Wie op een zonnige dag door het bos wandelt, waant zich zowaar in een schilderij. Een seizoen dat beslist de moeite loont om de natuur van wat dichterbij te bekijken en te zien wat er schuilt achter deze metamorfose.
Als de dagen kouder worden komt het proces van verkleuring langzaam op gang. Het bladgroen of chlorofyl, één van de voornaamste stoffen, zorgt in de zomer voor de aanmaak van suikers en zetmeel met behulp van zonlicht en koolzuurgas. Dit proces noemt men fotosynthese. Bij hoge temperaturen wordt deze belangrijke bouwstof regelmatig opnieuw aangemaakt. Door de lagere temperatuur in de herfst is dit niet meer mogelijk. De groene kleurstof in de bladeren neemt af en de andere aanwezige pigmenten die verscholen zaten nemen de overhand.
Voordat de bladeren voorgoed van de bomen vallen, worden de laatste restjes chlorofyl uit de bladeren getrokken en opgeslagen in de takken. De kleurpigmenten die nog resten worden nu zichtbaar en zorgen voor een prachtig herfstpalet. Caroteen kleurt de bladeren oranje, xanthofyl zorgt voor een gele tint, anthocyaan voor rood en tannines voor bruin. Na de verkleuring gebeurt er een verandering in de cellen: er wordt een dikkere laag op de bladeren gevormd en ze scheiden zich af van de takken. Afgevallen bladeren kleuren de bomen niet langer meer, maar bedekken de grond in het najaar. Ze vormen een isolerende laag die stilaan wordt afgebroken, een mulchlaag die de bodem voedt waardoor planten het volgend voorjaar opnieuw kunnen groeien.
Bladval in de herfst wordt voorafgegaan door veranderingen in de weefsels aan of in de bladbasis. In de altijd al aanwezige afscheidingslaag (abscissielaag), die uit korte cellen met zwak verdikte wanden bestaat, ontstaat door frequente celdelingen een laag baksteenvormige cellen.
Als de dagen kouder worden komt het proces van verkleuring langzaam op gang. Het bladgroen of chlorofyl, één van de voornaamste stoffen, zorgt in de zomer voor de aanmaak van suikers en zetmeel met behulp van zonlicht en koolzuurgas. Dit proces noemt men fotosynthese. Bij hoge temperaturen wordt deze belangrijke bouwstof regelmatig opnieuw aangemaakt. Door de lagere temperatuur in de herfst is dit niet meer mogelijk. De groene kleurstof in de bladeren neemt af en de andere aanwezige pigmenten die verscholen zaten nemen de overhand.
Voordat de bladeren voorgoed van de bomen vallen, worden de laatste restjes chlorofyl uit de bladeren getrokken en opgeslagen in de takken. De kleurpigmenten die nog resten worden nu zichtbaar en zorgen voor een prachtig herfstpalet. Caroteen kleurt de bladeren oranje, xanthofyl zorgt voor een gele tint, anthocyaan voor rood en tannines voor bruin. Na de verkleuring gebeurt er een verandering in de cellen: er wordt een dikkere laag op de bladeren gevormd en ze scheiden zich af van de takken. Afgevallen bladeren kleuren de bomen niet langer meer, maar bedekken de grond in het najaar. Ze vormen een isolerende laag die stilaan wordt afgebroken, een mulchlaag die de bodem voedt waardoor planten het volgend voorjaar opnieuw kunnen groeien.
Bladval in de herfst wordt voorafgegaan door veranderingen in de weefsels aan of in de bladbasis. In de altijd al aanwezige afscheidingslaag (abscissielaag), die uit korte cellen met zwak verdikte wanden bestaat, ontstaat door frequente celdelingen een laag baksteenvormige cellen.
vrijdag 11 oktober 2024
Paddenstoelen zijn de opruimers in de natuur
Paddenstoelen zijn de opruimers van de natuur, ze leven in een symbiose met bomen en voorzien dier en mens van eten. Paddenstoelen zijn de vruchtlichamen van schimmels en ontstaan uit schimmeldraden (mycelium) die groeien in de grond, tussen bladeren of in hout.
Uit de kleine schimmelknopjes aan de rand van het mycelium kunnen ieder jaar meerdere paddenstoelen groeien. Vocht en (micro)klimaat moeten dan wel precies goed zijn. In de herfst is dit vaak het geval, daarom zie je dan zoveel paddenstoelen. Paddenstoelen planten zich voort met sporen. Eén spoor is minuscuul en kun je niet zien; een hele hoop sporen bij elkaar vormt een soort poeder. De sporen verspreiden zich meestal via de wind, maar soms ook doordat de paddenstoel ze actief katapulteert, of via insecten.
Paddenstoelen zijn essentieel voor het ecosysteem. Ze kunnen puinruimen en dienen als voedsel voor dier en mens. Je kunt spreken van een drieledige functie van paddenstoelen. De groep paddenstoelen die rottend organisch materiaal en dood hout afbreken en omzetten naar mineralen en voedingsstoffen voor planten vormen de saprofyten. Zo groeit de sparrenstinktaailing alleen op de naalden van de fijnspar en de sparrenkegelzwam alleen op zijn gevallen kegels.
Dan heb je de parasieten; deze paddenstoelen onttrekken voedingsstoffen aan hun gastheer en komen veelal op levende organismen voor die al in slechte toestand verkeren. Inlandse eiken zijn bijvoorbeeld gevoelig voor honingzwammen. Wordt een eik geïnfecteerd dan gaat de boom op den duur vaak dood. Het dode hout wordt zachter en dient zo weer als leef- en voedselplek voor talloze dieren.
De symbionten ten slotte leven in harmonie met hun gastheer. “Deze paddenstoelen gaan een verbinding aan met boomwortels om stoffen uit te wisselen. De zogenoemde ectomycorrhiza schimmels komen voor in gebieden die van nature voedselarm zijn. Dankzij die schimmels krijgen bomen voldoende voedingsstoffen en water zodat ze beter kunnen overleven. Als beloning geven de bomen suikers aan de schimmels. Echte ruilhandel dus”, vertelt Evert. Een voorbeeld van een symbiont is de zeldzame donkerlila gordijnzwam. In kalkrijk naaldbos handelt hij met dennen en sparren.
Uit de kleine schimmelknopjes aan de rand van het mycelium kunnen ieder jaar meerdere paddenstoelen groeien. Vocht en (micro)klimaat moeten dan wel precies goed zijn. In de herfst is dit vaak het geval, daarom zie je dan zoveel paddenstoelen. Paddenstoelen planten zich voort met sporen. Eén spoor is minuscuul en kun je niet zien; een hele hoop sporen bij elkaar vormt een soort poeder. De sporen verspreiden zich meestal via de wind, maar soms ook doordat de paddenstoel ze actief katapulteert, of via insecten.
Paddenstoelen zijn essentieel voor het ecosysteem. Ze kunnen puinruimen en dienen als voedsel voor dier en mens. Je kunt spreken van een drieledige functie van paddenstoelen. De groep paddenstoelen die rottend organisch materiaal en dood hout afbreken en omzetten naar mineralen en voedingsstoffen voor planten vormen de saprofyten. Zo groeit de sparrenstinktaailing alleen op de naalden van de fijnspar en de sparrenkegelzwam alleen op zijn gevallen kegels.
Dan heb je de parasieten; deze paddenstoelen onttrekken voedingsstoffen aan hun gastheer en komen veelal op levende organismen voor die al in slechte toestand verkeren. Inlandse eiken zijn bijvoorbeeld gevoelig voor honingzwammen. Wordt een eik geïnfecteerd dan gaat de boom op den duur vaak dood. Het dode hout wordt zachter en dient zo weer als leef- en voedselplek voor talloze dieren.
De symbionten ten slotte leven in harmonie met hun gastheer. “Deze paddenstoelen gaan een verbinding aan met boomwortels om stoffen uit te wisselen. De zogenoemde ectomycorrhiza schimmels komen voor in gebieden die van nature voedselarm zijn. Dankzij die schimmels krijgen bomen voldoende voedingsstoffen en water zodat ze beter kunnen overleven. Als beloning geven de bomen suikers aan de schimmels. Echte ruilhandel dus”, vertelt Evert. Een voorbeeld van een symbiont is de zeldzame donkerlila gordijnzwam. In kalkrijk naaldbos handelt hij met dennen en sparren.
donderdag 3 oktober 2024
De rups van de Meriansborstel nachtvlinder
Zoals zo vaak kom je onderweg heel wat anders tegen als waar je naar op zoek bent. Tijdens mijn fietstocht, die in het teken stond van paddenstoelen zoeken, zag ik een mooie rups, een rups van een nachtvlinder de Meriansborstel.
De Meriansborstel (Calliteara pudibunda) is een nachtvlinder uit de familie van de spinneruilen (Erebidae) en de onderfamilie van de donsvlinders (Lymantriinae). De soort is vernoemd naar de bekende vlinder- en insectenschilderes Maria Sibylla Merian en de naam verwijst vermoedelijk naar de opvallende borstels op de rug van de rups. De rups gebruikt een groot aantal struiken en bomen als waardplant, waaronder eiken, wilgen, berken, Prunus-soorten en meidoorns. De rups komt voor in twee kleurvariaties: bruin en geel. De harige en kleurrijke rups is een bijzondere verschijning met zijn vier borstels en pluim op zijn rug.
De rups kan tot 40 mm groot worden en heeft een groen, geel of licht oranjebruin lichaam, overdekt met borsteltjes van fijne grijze haren, die op kleine wratjes staan ingeplant; de segmenten vier tot zeven elk met dichte geelachtig of zwartachtig grijze haarborstel op het midden van de rug, gevolgd door een brede, fluweelzwarte dwarsband; segment elf met een puntig uitlopende borstel van lange zwarte of rode haren; kop groen of lichtbruin.
Het rupsen stadium duurt van juli tot oktober. De rups groeit langzaam. De soort overwintert als pop in een dunne zijdeachtige cocon die gevormd wordt op de waardplant of in de strooisellaag.
De vliegtijd van de vlinder is van half april tot half juni, in één generatie. De mannetjes komen soms talrijk op licht, de vrouwtjes in kleinere aantallen. Parende vlinders worden overdag soms waargenomen op de stam van een geïsoleerde waardplant; door hun schutkleur vallen ze echter nauwelijks op.
De Meriansborstel (Calliteara pudibunda) is een nachtvlinder uit de familie van de spinneruilen (Erebidae) en de onderfamilie van de donsvlinders (Lymantriinae). De soort is vernoemd naar de bekende vlinder- en insectenschilderes Maria Sibylla Merian en de naam verwijst vermoedelijk naar de opvallende borstels op de rug van de rups. De rups gebruikt een groot aantal struiken en bomen als waardplant, waaronder eiken, wilgen, berken, Prunus-soorten en meidoorns. De rups komt voor in twee kleurvariaties: bruin en geel. De harige en kleurrijke rups is een bijzondere verschijning met zijn vier borstels en pluim op zijn rug.
De rups kan tot 40 mm groot worden en heeft een groen, geel of licht oranjebruin lichaam, overdekt met borsteltjes van fijne grijze haren, die op kleine wratjes staan ingeplant; de segmenten vier tot zeven elk met dichte geelachtig of zwartachtig grijze haarborstel op het midden van de rug, gevolgd door een brede, fluweelzwarte dwarsband; segment elf met een puntig uitlopende borstel van lange zwarte of rode haren; kop groen of lichtbruin.
Het rupsen stadium duurt van juli tot oktober. De rups groeit langzaam. De soort overwintert als pop in een dunne zijdeachtige cocon die gevormd wordt op de waardplant of in de strooisellaag.
De vliegtijd van de vlinder is van half april tot half juni, in één generatie. De mannetjes komen soms talrijk op licht, de vrouwtjes in kleinere aantallen. Parende vlinders worden overdag soms waargenomen op de stam van een geïsoleerde waardplant; door hun schutkleur vallen ze echter nauwelijks op.
woensdag 2 oktober 2024
Zwammen op de takken van de Heksenboom
De Heksenboom op Landgoed Ten Vorsel ten zuiden van Bladel werd in 2019 uitgeroepen toto "Boom van het Jaar". De takken van deze prachtige boom staan echter vol met zwammen. De Heksenboom is afgezet met een beschermende Schapenhek of Engels Hekwerk. Van onder is zo niet goed te zien welke zwam de Heksenboom mogelijk bedreigd. Het zou zomaar de Porseleinzwam kunnen zijn.
De porseleinzwam (Oudemansiella mucida) is een schimmel behorend tot de familie Physalacriaceae. Hij is een witte tot ivoorkleurige plaatjeszwam waarvan de hoed bedekt is met een slijmlaag. De vruchtlichamen staan meestal in groepen. Hij groeit saprobiotisch of parasitair op takken of stammen van de beuk, meer zelden op andere loofbomen (zoals eiken) en zeer zelden op sparren. De zwammen zouden de "Boom Van Het Jaar 2019" dus kunnen bedreigen.
Het oranje-gele zwammetje dat even verder op dood dennenhout groeit is Kleverig koraalzwammetje (Calocera viscosa). Het Kleverig Koraalzwammetje is een algemene soort welke op dood naaldhout gevonden kan worden. Alhoewel hij op een Koraalzwam lijkt valt hij toch niet onder de Koraalzwammen. Het Kleverig Koraalzwammetje is vrij variabel qua vorm, hij kan bestaan uit rechte vertakkingen, maar komt ook regelmatig voor met vrij veel vertakkingen. Hij groeit in bundels, welke in omvang kunnen verschillen van enkele losstaande sprietjes tot meer dan 10cm in doorsnee. De vertakkingen voelen rubberachtig aan en zijn makkelijk te buigen zonder dat ze afbreken.
Weer verderop staan enkele Braakrussula's. Braakrussula's zijn rood gekleurde russula's met een scherpe smaak. Er zijn verschillende soorten braakrussula's die zich onder andere onderscheiden van elkaar op basis van de boom die ze begeleiden. Braakrussula′s (R. emetica) kennen meerdere variëteiten, o.a. de Naaldbosrussula en de Loofbosrussula. De Loofbosbraakrussula (R. emetica var. silvestris) komt voor in naald- en loofbossen, vooral onder dennen en eiken op zandgrond en is zeer algemeen. De Naaldbosrussula (R. emetica var. emetica) is minder algemeen en komt voor in droge, arme naaldbossen. De Loofbosbraakrussula is kleiner dan de Naaldbosrussula, ook de sporen zijn kleiner.
De laatste in deze video is de Zwavelzwam (Laetiporus sulphureus). De Zwavelzwam komt voor op dode en levende stammen en stronken van loofbomen, vaak op eik. Vooral in open landschappen. Deze éénjarige houtzwam valt op door zijn geel-oranje kleur. Oude exemplaren verbleken. Vruchtlichaam 10 - 40 cm breed. Halfrond console- tot waaiervormig, vaak dakpansgewijs en vergroeid met andere hoeden. Bovenzijde onregelmatig golvend. Dooiergeel tot oranje, de groeirand lichtgeel.
De porseleinzwam (Oudemansiella mucida) is een schimmel behorend tot de familie Physalacriaceae. Hij is een witte tot ivoorkleurige plaatjeszwam waarvan de hoed bedekt is met een slijmlaag. De vruchtlichamen staan meestal in groepen. Hij groeit saprobiotisch of parasitair op takken of stammen van de beuk, meer zelden op andere loofbomen (zoals eiken) en zeer zelden op sparren. De zwammen zouden de "Boom Van Het Jaar 2019" dus kunnen bedreigen.
Het oranje-gele zwammetje dat even verder op dood dennenhout groeit is Kleverig koraalzwammetje (Calocera viscosa). Het Kleverig Koraalzwammetje is een algemene soort welke op dood naaldhout gevonden kan worden. Alhoewel hij op een Koraalzwam lijkt valt hij toch niet onder de Koraalzwammen. Het Kleverig Koraalzwammetje is vrij variabel qua vorm, hij kan bestaan uit rechte vertakkingen, maar komt ook regelmatig voor met vrij veel vertakkingen. Hij groeit in bundels, welke in omvang kunnen verschillen van enkele losstaande sprietjes tot meer dan 10cm in doorsnee. De vertakkingen voelen rubberachtig aan en zijn makkelijk te buigen zonder dat ze afbreken.
Weer verderop staan enkele Braakrussula's. Braakrussula's zijn rood gekleurde russula's met een scherpe smaak. Er zijn verschillende soorten braakrussula's die zich onder andere onderscheiden van elkaar op basis van de boom die ze begeleiden. Braakrussula′s (R. emetica) kennen meerdere variëteiten, o.a. de Naaldbosrussula en de Loofbosrussula. De Loofbosbraakrussula (R. emetica var. silvestris) komt voor in naald- en loofbossen, vooral onder dennen en eiken op zandgrond en is zeer algemeen. De Naaldbosrussula (R. emetica var. emetica) is minder algemeen en komt voor in droge, arme naaldbossen. De Loofbosbraakrussula is kleiner dan de Naaldbosrussula, ook de sporen zijn kleiner.
De laatste in deze video is de Zwavelzwam (Laetiporus sulphureus). De Zwavelzwam komt voor op dode en levende stammen en stronken van loofbomen, vaak op eik. Vooral in open landschappen. Deze éénjarige houtzwam valt op door zijn geel-oranje kleur. Oude exemplaren verbleken. Vruchtlichaam 10 - 40 cm breed. Halfrond console- tot waaiervormig, vaak dakpansgewijs en vergroeid met andere hoeden. Bovenzijde onregelmatig golvend. Dooiergeel tot oranje, de groeirand lichtgeel.
Abonneren op:
Posts (Atom)