donderdag 3 oktober 2024

De rups van de Meriansborstel nachtvlinder

Zoals zo vaak kom je onderweg heel wat anders tegen als waar je naar op zoek bent. Tijdens mijn fietstocht, die in het teken stond van paddenstoelen zoeken, zag ik een mooie rups, een rups van een nachtvlinder de Meriansborstel.


De rups van de Meriansborstel nachtvlinder

De Meriansborstel (Calliteara pudibunda) is een nachtvlinder uit de familie van de spinneruilen (Erebidae) en de onderfamilie van de donsvlinders (Lymantriinae). De soort is vernoemd naar de bekende vlinder- en insectenschilderes Maria Sibylla Merian en de naam verwijst vermoedelijk naar de opvallende borstels op de rug van de rups. De rups gebruikt een groot aantal struiken en bomen als waardplant, waaronder eiken, wilgen, berken, Prunus-soorten en meidoorns. De rups komt voor in twee kleurvariaties: bruin en geel. De harige en kleurrijke rups is een bijzondere verschijning met zijn vier borstels en pluim op zijn rug.

De rups kan tot 40 mm groot worden en heeft een groen, geel of licht oranjebruin lichaam, overdekt met borsteltjes van fijne grijze haren, die op kleine wratjes staan ingeplant; de segmenten vier tot zeven elk met dichte geelachtig of zwartachtig grijze haarborstel op het midden van de rug, gevolgd door een brede, fluweelzwarte dwarsband; segment elf met een puntig uitlopende borstel van lange zwarte of rode haren; kop groen of lichtbruin.

Het rupsen stadium duurt van juli tot oktober. De rups groeit langzaam. De soort overwintert als pop in een dunne zijdeachtige cocon die gevormd wordt op de waardplant of in de strooisellaag.

De vliegtijd van de vlinder is van half april tot half juni, in één generatie. De mannetjes komen soms talrijk op licht, de vrouwtjes in kleinere aantallen. Parende vlinders worden overdag soms waargenomen op de stam van een geïsoleerde waardplant; door hun schutkleur vallen ze echter nauwelijks op.