woensdag 25 november 2015

De Zwarte mees in de tuin

De zwarte mees werd meegelokt door de koolmezen en de pimpelmezen, die net als vorig jaar, in grote getale in de tuin op voer af komen. De Zwarte mees lijkt een kleine, bleke koolmees met witte vlek op het achterhoofd en is net iets kleiner als de Pimpelmees. Slechts 10 - 11,5 cm.

Zwarte mezen hebben een klein kuifje, dat ze opzetten wanneer ze zich ergens druk om maken. Het zijn naaldboombewoners, die vooral spinnen en insecten eten die ze in de bovenste lagen van de bomen zoeken. In de winter eten zwarte mezen vooral zaden, waardoor ze ook vaak in tuinen zijn waar te nemen op voedertafels en aan vetbollen.

De Zwarte mees heeft witte vlekken op de vleugels en heeft een witte streep over het achterhoofd.

Links de zwarte mees, rechts een wat vale koolmees.

Opmerkelijk is dat Engelsen de zwarte mees 'koolmees' noemen. Dat is op zich ook wel logisch, want onze koolmees is veel minder vaal en grauw gekleurd dan de Engelse 'Coal Tit'. In Nederland komen zwarte mezen vooral voor op de zandgronden. Naaldbossen vormen de belangrijkste leefgebieden. Soms verschijnt de Zwarte Mees, gelokt door de andere meesjes, in de tuinen op de voertafel.

De zwarte mees kwam s'morgens van de zonnebloempitten proeven.

De Zwarte mees komt 's winter ook op vetbollen en voedertafels af. In sommige jaren spectaculaire doortrek van noordelijke vogels. Het vogeltje heeft een vrij grote zwarte kop en witte wangen en een dikker achterhoofd dan de koolmees met een ovale witte vlek. Onderdelen grauw bruinwit zonder zwarte middenstreep. Mantel blauwgrijs en twee witte strepen op de vleugels. De snavel is kort, vrij dun en spits.

Het zwarte mezenbestand in Nederland lijkt behoorlijk stabiel te zijn. Dat is echter geen bijzonder gunstig teken, want de beschikbaarheid van geschikte leefgebieden is sterk toegenomen. Het ouder worden van bossen in Flevoland en elders in het land maken dat juist een toename van het aantal zwarte mezen verwacht zou mogen worden. Uit lokale inventarisaties blijkt deze ongunstige trend veel duidelijker. In Midden-Limburg werd een afname van 30% geconstateerd. Het opruimen van kleine naaldhoutbosjes in het landelijk gebied speelt de zwarte mees parten. Ook de omvorming van productiebos (meestal naaldhoutplantages) naar een veel meer natuurlijk beheerd bos is voor de zwarte mees ongunstig, al profiteren veel vogelsoorten hiervan sterk.

Bij tellingen tussen 1998-2000 bleken er tussen de 30.000 en 40.000 zwarte mezen in Nederland voor te komen.