donderdag 30 december 2021

Zeldzame kleine Lilabruine schorsmycena

Vanmorgen heb ik in Reusel op de Belevensche Heide (de omgeving rondom het Beleven) enkele foto's gemaakt van een zeldzaam klein zwammetje. Het is de redelijk zeldzame Lilabruine schorsmycena. Een vrij algemeen tot zeldzame soort, maar toch bedreigde door een afnemen van een geschikt habitat.


Op Verspreidingsatlas.nl staat melding dat de Lilabruine schorsmycena (Mycena meliigena) vrij algemeen, maar bedreigd is.

Het kleine zwammetje staat als zeldzaam te boek. Slechts 170 geregistreerde vindplaatsen in Nederland. Groeit op (meestal met mos bedekte) schors van verschillende levende loofbomen. Herfst tot winter.

Pileus (het hoedje) met een diameter van 5-10 mm, halfronde, parabolische tot convexe, vaak enigszins afgeplat of centraal centraal, sulfaat, doorschijnend-gestreept, pruinose, vinaceous rood, bruinroze, donker violet, lichtbruin met een lila tint, bruiner op de leeftijd. Lamellen 6-14 die de steel bereiken, breed, de rand convex, oplopend naar subhorizontaal, sierlijk, min of meer aflopend met een korte tand, aanvankelijk concoloreus met de pileus, pallescent, witachtig, uiteindelijk min of meer sepia grijsbruin, de randbleker. Stipe4-20 x 0,2-1 mm, gebogen, pruinose tot witte floccose, glazig, glanzend, min of meer concoloreus met de heup, de basis dicht bedekt met lange, witte fibrillen. Geur geen.

Basidia 30-36 x 10.5-13.5 µm, clavaat, 4 sporen, geklemd of 2 sporen, klemloos. Sporen van 4-sporen basidia 8-11 x 8-9,5 µm, van 2-sporen basidia tot 14,5 µm, Qav ~ 1.1, bolvormig tot subglobose, amyloïde. Cheilocystidia 15-40 x 6-14 µm, voorkomend gemengd met de basidia, clavaat, geklemd of zonder klemmen, bedekt met ongelijk verdeelde, eenvoudig tot vertakt, gebogen tot kronkelige uitwassen tot 12,5 µm lang. Pleurocystidia afwezig. Lamellar trama dextrinoid, wijnstok in het reagens van Melzer. Hyphae van de pileipellis 2,5-9 µm breed, bedekt met wratten of cilindrische uitwassen. Hyfen van de corticale laag van de steel divergeren, de terminale cellen tot 80 µm lang, meestal slank, clavaat, diverticuleren.


M. meliigena en Mycena pseudocorticola Kühner groeien vaak samen op dezelfde stam. M. pseudocorticola lijkt vaker voor te komen. Jonge, verse exemplaren van de twee soorten zijn niet moeilijk te scheiden, maar met de leeftijd worden ze allebei bruiner en kunnen ze moeilijk macroscopisch te identificeren zijn. Microscopisch lijken ze ook erg op elkaar. Maas Geesteranus (1982a) wees op een redelijk betrouwbaar karakter om ze uit elkaar te houden in de vorm en grootte van de terminale cellen van de steelcortex. In M. pseudocorticola deze cellen zijn stompe, niet langer dan 37 µm, terwijl veel langere, slankere cellen veruit de meer gebruikelijke soort zijn in M. meliigena.

De bruine kleuren in oudere exemplaren kunnen verwarring veroorzaken met M. supina (Fr.) P. Kumm., Maar die soort heeft cheilocystidia met slechts korte uitwassen. M. juniperina Aronsen heeft een lichtgele bruine heup en groeit op Juniperus communis .

dinsdag 28 december 2021

Aanleg Vlonderpad in Beekdal Groote Beerze

Beekdal Groote Beerze tussen Netersel en Casteren heeft een vlonderpad. Langs het oude tracé van de BZ40 waterloop wordt een vlonderpad aangelegd. Het vlonderpad is opgenomen in de wandelroute die vanaf de Westelbeersedijk naar de Groote Beerze leidt. De BZ 40 waterloop is omgeleid en mondt iets verder stroomafwaarts uit op een vloeiveld, vanwaar het in de beek stroomt.


Aanleg Vlonderpad in Beekdal Groote Beerze

De oude waterloop is gedempt en het onderhoudspand naast de oude waterloop is deels uitgediept om zo de lager gelegen bos en grasland aan weerszijde van de sloot met elkaar te verbinden. Zo kan bij hoog water de gehele vlakte in en buiten het bos onder water komen te staan. Door het vlonderpad te ontwerpen tot een hoogte van 21.75m +NAP blijft het pad ook toegankelijk als het gebied onder water staat. Het vlonderpad is 1 meter breed en heeft een lengte van 75 meter.

Behalve het vlonderpad, worden nog drie bruggen en één voorde aangelegd over de Groote Beerze. Daarmee worden wandelroutes aan beide zijden van de Groote Beerze met elkaar verbonden.

vrijdag 24 december 2021

Wilde zwanen terug op het Beleven

Het is al weer zes jaar geleden. Zaterdag 2 januari 2016 zaten een aantal Wilde zwanen in Reusel op het Beleven. Daarna zijn ze niet daar meer gezien. In het zuiden van Scandinavië werd het niet veel kouder als bij ons en sneeuw viel er ook maar weinig. Waarom zouden ze ook verder vliegen als er daar voldoende voedsel te vinden is? De laatste maanden zijn er op waarneming.nl weer enkele gemeld. Afgelopen dinsdag zag ik er weer op het Beleven, toen ik daar langs kwam en even met de verrekijker over het water tuurde.


Omdat ik mijn fotocamera niet bij had, hier een paar foto's uit 2016.

De wilde zwaan (Cygnus cygnus) is een ongeveer 1,5 meter grote, witte zwaan die voorkomt in Noord-Europa en Azië. De lengte varieert van 140 tot 165 centimeter; de spanwijdte bedraagt 205 tot 275 cm. Het onderscheid met de even grote en ook in Noordwest-Europa voorkomende knobbelzwaan is dat de wilde zwaan een zwarte snavel heeft met een grote gele vlek aan de basis. De gele vlek loopt naar voren uit in een punt, een verschil met de afgeronde en minder ver naar voren doorlopende gele vlek bij de kleinere maar in uiterlijk verder sterk gelijkende kleine zwaan (Cygnus bewickii). De bovenkant van de snavel verloopt recht, zonder de knobbel die de knobbelzwaan heeft. Wilde zwanen zijn schuwer dan de knobbelzwaan, en geven de voorkeur aan een rustige nestelgelegenheid. Ze zijn luidruchtig, zowel tijdens het vliegen als bij de verdediging van hun territorium.


Sinds 2005 broeden er Wilde Zwanen in Nederland. Het gaat tot nu toe om een enkel paar in Zuidwest-Drenthe, in soms wisselende samenstelling, dat verschillende jongen grootbracht. Mogelijke broedpogingen elders in Noordoost-Nederland bleven zonder succes. De vestiging in Nederland past in de toename van de Noord-Europese broedpopulatie (tot meer dan 10.000 paren) en de uitbreiding van het verspreidingsgebied in zuidelijke richting, onder andere in Duitsland.

Als echte wintergast wordt de Wilde Zwaan bijna uitsluitend tussen november en maart gezien. Ons land ligt aan de zuidwestrand van het overwinteringsgebied en is in Europees opzicht van betrekkelijk geringe betekenis voor deze soort. Het aantal Wilde Zwanen dat Nederland bezoekt is gewoonlijk klein (minder dan 2500 ex.) , maar neemt snel toe bij strenge vorst en zware sneeuwval ten noordoosten van ons land.. Tijdens een influx verblijven er tot 7000 Wilde Zwanen in ons land. Groepen zoeken zowel open agrarische gebieden op (Veenkoloniën, Noordoostpolder, Wieringermeer) als grote open wateren (Veluwemeer). Ze blijven gewoonlijk vooral in het noorden en oosten van het land hangen. Bij verplaatsingen vanwege het winterweer, of na overstromingen langs de Grote Rivieren, zijn Wilde Zwanen ook in de zuidhelft van het land wat algemener.

woensdag 22 december 2021

Stralende winterzon op de Neterselse Heide

Vanmorgen scheen de zon al vroeg. Door de rijp op de bomen, gras en struiken en alle ander andere voorwerpen, fonkelde de zon op de ijskristallen waardoor het landschap weer een mooie winters aanblik gaf. De winter begon dit jaar op 21 december om 16:59 uur. In 2022 weer op 21 december om 22:48 uur, en in 2023 een halve dag later, op 22 december om 04:27 uur.


De zon op de rijp geeft weer kleur in de dagen voor de Kerst.

De winter begon gisteren, op 21 december. Elk seizoen begint op de 21e: 21 maart, 21 juni, 21 september en ook 21 december. Dat is mooi te onthouden, maar dat klopt niet exact. Ieder jaar begint elk seizoen op een eigen tijd. De start van de winter verschuift: zo begon hij in 2015 op 22 december en in 2016 en 2017 op 21 december. In 2018 was het ook 21, maar in 2019 is het 22 en in 2020 weer 21 december. Op die dagen is het begin van de winter ook nog eens elke keer op een ander moment; elk begin van het seizoen kent zijn eigen tijd.

De winter begint wanneer de zon loodrecht boven de Steenbokskeerkring staat. We kennen de noordelijke Kreeftskeerkring en de zuidelijke Steenbokskeerkring. Het zijn de parallellen van de denkbeeldige lijn die we evenaar, evennachtslijn of equator noemen. De keerkringen zijn de verst van de evennachtslijn gelegen parallelle lijnen waar nog loodrechte zonnestand te zien is. Dat de datum per jaar verschilt heeft te maken met het oneven aantal dagen van het tropisch jaar (waar onze kalender op is gebaseerd) en de schrikkeldagen die we hebben ingevoerd. Een jaar is nooit even lang en daardoor verschuiven ook elk jaar de seizoenen een klein beetje.


Wanneer het in onze contreien winter is staat de zon het laagst aan de horizon. Bij het begin van de winter kun je er ongeveer van uitgaan dat de zon zo rond kwart voor negen opkomt en ’s middags om half vijf weer achter de kim verdwijnt. Dit is zo’n beetje de tijd voor de mensen die bij Utrecht, in het midden van Nederland, naar de zonsopkomst en -ondergang kijken. Woon je noordelijker of zuidelijker dan verschuift ook de tijd dat je de zon ziet opkomen en ondergaan een beetje. Wanneer de zon het laagst aan de horizon staat beleef je ook de kortste dag van het jaar.

Na die dag, 20, 21 of 22 december, lengen de dagen en ga je richting het voorjaar. Bijzonder genoeg betekent de kortste dag niet dat daarna de zon vroeger opkomt en later ondergaat. In de zonsopkomst en zonsondergang zit een verschuiving.

dinsdag 21 december 2021

Koning winter is weer in het land

Vanmorgen werden getrakteerd op een winterlandschap. Het was de eerste officiële matige vorst van het winterseizoen. In de Brabantse Kempen was het plaatselijk afgekoeld tot -6 graden. De muts moest weer uit de kast dinsdagochtend en datzelfde gold voor de ijskrabber. Rond half negen lag de temperatuur nog ruim onder het vriespunt.


De Neterselse Heide was gehuld in witte rijp.

De eerste officiële matige vorst van het winterhalfjaar (van oktober tot en met april) dient zich normaal gesproken (klimaatnormaal 1991-2020) aan op 24 december. In de vorige klimaatperiode was dit nog 19 december. De matige vorst van vandaag komt daarmee op een heel normaal moment. In de winter van 2019-2020 kwam het op het hoofdstation niet tot temperaturen beneden -5 graden. In het winterhalfjaar van 2018-2019 vroor het op 20 januari matig en de winter daarvoor was het pas op 6 februari het geval. In de winter van 2016-2017 dook de temperatuur al op 29 november tot beneden -5 graden.


De muts moest weer uit de kast dinsdagochtend en datzelfde gold voor de ijskrabber. Rond half negen lag de temperatuur nog ruim onder het vriespunt. Wie na het krabben van de voorruit in de auto stapte en door het Brabantse land reed, werd beloond met oogstrelend mooie winterse stillevens. Nog steeds is er heel veel onzekerheid met betrekking tot het weer tijdens de Kerstdagen. Weermodellen laten iedere run een andere oplossing zien. Winterse neerslag is nog steeds een van de opties tijdens de kerstdagen.

zondag 19 december 2021

Echt judasoor nabij de Groote Beerze

Vanmorgen vond ik een aantal zwammen die de naam Echt judasoor dragen. In totaal ongeveer 30 exemplaren, waar er maar enkele mooi genoeg waren om er foto's van te maken. De mooiste zie je hier. Ik vond ze op dode takken van loofbomen. Ondanks dat ze bekend staan om op dood vlierhout voor te komen groeide ze hier op Els en ander niet meer herkenbare soorten.


Echt judasoor in de splitsing van een tak die vlak ligt.

Echt judasoor (Auricularia auricula-judae, synoniem: Hirneola auricula-judae) is een zwam uit de familie Auriculariaceae. De soort neemt bij droog weer in omvang af en regenereert in vochtiger omstandigheden. De naam wordt verklaard uit een overlevering over de Bijbelse figuur Judas Iskariot die zich aan een vlier zou hebben opgehangen nadat hij Jezus verraden had. Het zwammetje lijkt ook op een oor.

Onder gunstige (vochtige) omstandigheden is het 2-8 cm grote judasoor een roodbruin tot olijfbruine zwam, die zacht aanvoelt en elastisch kraakbeenachtig is. Vaak treft men hem aan in de vorm van een sterk gewelfd en enigszins doorzichtig oor met de opening naar onder. De buitenzijde is fijn viltig, de binnenkant glad of geaderd en wat lichter van kleur. Bij droogte krimpt hij in en wordt harder en donkerder, tot aan zwart toe. Echt judasoor groeit gedurende het hele jaar op loofhout in Nederland en België. Vooral op oude of afgestorven takken en deelstammen van struiken komt hij vaak voor. De zwam heeft een voorkeur voor de vlier en gedijt het beste op schaduwrijke plaatsen met een hoge luchtvochtigheid. Het is een algemene en zich uitbreidende soort.

Echt judasoor veroorzaakt witrot wanneer hij als parasiet op een levende gastheer leeft. Als de gastheer sterft wordt het judasoor een saprofyt. Dit soort schadelijke zwammen noemt men necrotrofe parasieten.


Hoe zijn oor op dit hout terecht is gekomen leest u in deze christelijke legende.
We moeten daarvoor terug naar het jaar 33 na Christus. Toen Christus een toenemend aantal volgelingen kreeg besloten de hogepriesters een bekende van Jezus te benaderen om hen de verblijfplaats van Jezus bekend te maken. Judas, gevoelig voor geld en een naaste bekende van Christus, verraadde Jezus in ruil voor dertig zilverstukken. Hij leidde het arrestatieteam van de hogepriesters naar Jezus en gaf Jezus een kus (dat was een gebruikelijke begroeting in die tijd). De overheidsfunctionarissen namen Jezus gevangen en leverden Hem uit aan de hogepriester.

Enkele uren na het Laatste Avondmaal verraadde Judas, een van de twaalf apostelen, Jezus met een kus in ruil voor dertig zilverlingen. Toen Judas zag dat Jezus gevangen werd en mishandeld kreeg hij spijt van zijn verraad. Het bloedgeld gooide hij weg. De wroeging knaagde in zijn hart en hij treurde om de gevolgen van zijn daad. De enige uitweg leek hem om de aardbodem te verlaten. Met een stevig stuk touw klom hij in de eerste de beste boom die hij tegenkwam. Dit was een wilg. Judas knoopte het touw aan de hoogste tak en sprong…. De wilg kreunde onder de zware last maar wilde niet meewerken aan het einde van deze verrader. De wilg boog diep door en Judas stond weer op de grond. Sinds die tijd heet deze boom een treurwilg, de boom die treurt om de dood van Jezus. Judas gaf de moed niet op en klom in een tweede boom, een vlier. De verstoten apostel wist echter niet dat de vlier uit stramme, holle takken bestond. Toen hij sprong boog de tak een stukje mee, maar knapte al snel af en Judas viel hardhandig uit de vlier. Door zijn val schuurde hij zijn oor stuk over de bast van de vlier.

Moedeloos liep hij naar een andere boom, een es. “Drie maal is scheepsrecht,” dacht de verrader. Wederom knoopte hij zijn touw goed vast aan een dikke tak van de es en sprong… De slanke maar taaie takken veerden onder het gewicht, maar braken niet en dit keer bereikte Judas zijn gewenste resultaat. Maar ook tijdens deze val schuurde hij met zijn andere oor langs de takken en zo raakte hij ook zijn tweede oor kwijt. Sindsdien groeien er judasoren op het hout van de es en de vlier. Hoe weten we dat dit verhaal klopt? Kijk eens goed naar de vleeskleurige zwam. Zeker als de zon er door heen schijnt ziet u de bloedvaatjes er bijna door heen schijnen. En als u voelt met uw vingers, is het zacht als een mensenoor.

vrijdag 17 december 2021

"Het Vogeljaar 2021" (Video)

Het jaar loopt weer ten einde, tijd voor 'Het Vogeljaar 2021', een foto compilatie van Natuurfotograaf, Jozef van der Heijden. De foto compilatie omvat een deel uit de serie natuurfoto's, die gemaakt zijn van januari 2020 tot en met december 2021.


Het Vogeljaar 2021

Ook dit jaar weer mooie vogels op alfabetische volgorde zoals de;

0:00 Het Vogeljaar 2021 0:05 Appelvink (Netersel) 0:36 Blauwborst (Biest-Houtakker) 0:42 Bonte vliegenvanger (Netersel) 1:05 Boomklever (Netersel) 1:26 Boomkruiper (Netersel) 1:34 Gaai (Netersel) 2:06 Groenling (Netersel) 3:01 Grote gel kwikstaart (Netersel) 3:15 Heggenmus (Netersel) 3:26 Houtduif (Netersel) 3:34 Kleine karekiet (Diessen) 4:17 Koolmees (Netersel) 4:21 Pimpelmees (Netersel) 4:25 Rietgors (Biest-Houtakker) 4:31 Roodborst (Netersel) 4:36 Staartmees (Netersel) 4:46 Tjiftjaf (Netersel) 5:08 Vink (Netersel) 5:23 Zwarte zwaan (Esbeek) 5:44 Zwartkop (Netersel)

Deze video 'Het vogeljaar 2021' is auteursrechtelijk beschermt en is gelieerd aan http://www.jozefvanderheijden-foto.nl en https://jozefvanderheijden-foto.blogspot.com

Eerdere afleveringen:
Het Vogeljaar 2020 - https://www.youtube.com/watch?v=JG5NztqNpRw
Het Vogeljaar 2019 - https://www.youtube.com/watch?v=VP4bD6HMT9I
Het Vogeljaar 2018 - https://www.youtube.com/watch?v=AcqqUfCHoGc
Het Vogeljaar 2016 - https://www.youtube.com/watch?v=NKbfE3VXNNs

P.S. Zondag een van de onderwerpen in Stuifmail, van boswachter Frans Kapteijns op Omroep Brabant Radio, tussen 11:30 uur en 11:50 uur. Bekijk daar de ingezonde foto’s en Video's en vragen van luisteraars die boswachter Frans Kapteijns bespreekt tijdens "Lekker Geen Wekker" op Omroep Brabant Radio.

dinsdag 7 december 2021

Krulhaarkelkzwammen in het besneeuwde mos

Vanmorgen zag ik weer enkele mooie Krulhaarkelkzwammetjes in natuurgebied Grijze Steen, niet ver van de Groote Beerze. Er lag nog een beetje sneeuw op het mos waar ze uit omhoog groeide. Deze groeien aan de rand van de rabatten, een plaats waar het erg nat is.


Krulhaarkelkzwammetjes in de Grijze Steen, beekdal Groote Beerze

Kelkzwammen behoren zonder twijfel tot de mooiste zakjeszwammen of ascomyceten. In het winterse bos waar donkere kleuren domineren zijn kelkzwammen een lust voor het oog met hun rode kelken en lichtere buitenkanten. In Nederland komen met zekerheid twee soorten kelkzwammen voor; de Krulhaarkelkzwam en de Rode kelkzwam. Beide soorten zijn rood en kleurvariaties komen (zeldzaam) voor. De twee Nederlandse kelkzwamsoorten leven op loofhoutsoorten die in een reeds gevorderde staat van vertering verkeren. De toename van kelkzwammen wordt wel geweten aan de veranderde inzichten van het bosbeheer waarin plaats is voor meer dood hout in de bossen.

De Krulhaarkelkzwam heeft rode, bekervormige saprofiet op verterend loofhout tijdens de winter. Groeit op wilg en els in loofbossen op vochtige, voedselrijke grond. De naam Krulhaarkelkzwam roept de gedachten op dat de kelkrand behaard moet zijn. Dat is ook zo, maar de haren aan de buitenzijde van de kelk van de Krulhaarkelkzwam zie je alleen onder een microscoop. De Krulhaarkelkzwam staat vanwege het zeldzame voorkomen op de Rode lijst van bedreigde paddenstoelen in Nederland. De Krulhaarkelkzwam (Sacroscypha austriaca) en de sterk gelijkende Rode Kelkzwam s.s. (Sarcoscypha coccinea s.s.) kunnen alleen door middel van de microscoop van elkaar worden onderscheiden. Zonder microscopisch onderzoek wordt een soort verzamelnaam gebruikt, door beide als Rode Kelkzwam s.l. (Sarcoscypha coccinea s.l.) te vermelden. De Krulhaarkelkzwam komt in ons land meer voor dan de Rode kelkzwam.


De twee soorten kelkzwammen zijn in het veld niet met zekerheid uit elkaar te houden. Bij gericht onderzoek naar bijvoorbeeld de verspreiding van de twee soorten moet de microscoop er aan te pas komen. Het verschil in microscopische details tussen de Rode en Krulhaarkelkzwam werden in het natuurbericht van 5 maart 2014 uit de doeken gedaan. Er is ook nog een onvruchtbare of anamorfe vorm bekend van de Rode kelkzwam die door de mycoloog Marin Molliard in 1904 voor het eerst werd beschreven als Molliardiomyces eucoccinea. Het schijnt een waar huzarenstukje te zijn om deze onopvallende anamorfe Rode kelkzwam te vinden. Van het voorkomen van de anamorfe vorm van de Krulhaarkelkzwam is niets bekend. De Krulhaarkelkzwam komt in Nederland meer voor dan de Rode kelkzwam. De Krulhaarkelkzwam is vrij algemeen, de Rode kelkzwam is matig algemeen. Op wereldniveau geven de verhoudingen in het voorkomen echter een heel ander beeld.

Het water heeft het vlonderpad bereikt

Het nieuwe vlonderpad dat in het beekdal van de Groote Beerze (Grijze Steen) langs de voormalige BZ40 sloot is aangelegd staat inmiddels met de poten in het water. De grond van het voormalige onderhoudspad is afgegraven om bij hoog water de lager gelegen delen met elkaar te verbinden. Om het wandelpad begaanbaar te houden is het vlonderpad aangelegd.


Het vlonderpad staat met de poten in het water, maar wandelaars houden hun voeten droog.

Naast de geplande aanleg van drie bruggen en één voorde, is er langs de huidige BZ40, tussen de Westelbeersedijk en de Groote Beerze, een vlonderpad aangebracht. De bruggen en de voorde volgen nog. Dit om het huidige wandelpad toegankelijk te houden bij het onderwater zetten van het waterbergingsgebied. Tevens maakt de aanleg van een vlonderpad het herstel van een stroomgeul mogelijk. Door het vlonderpad te ontwerpen tot een hoogte van 21.75m +NAP blijft het pad toegankelijk tot aan de Groote Beerze. Het vlonderpad is 1 meter breed en heeft een lengte van ongeveer 75 meter.