maandag 28 maart 2016

Ruim 17 miljoen trekvogels in 2015

Vogelliefhebbers hebben vorig jaar ruim 17,2 miljoen trekvogels geteld. Deze trektellers gaven de resultaten door van tellingen gedurende 30 duizend uren. Trektellen is het vanaf een vast punt tellen van overtrekkende vogels. Dat staat in het jaarverslag van Trektellen.nl, de site waar de resultaten kunnen worden ingevoerd.

De Keep verblijft in de winter in Nederland en broedt voornamelijk in het noorden van Europa

In Nederland worden al ongeveer een eeuw trekvogels geteld, voor het eerst vanaf een duintop en een hoteldak in Noordwijk. Inmiddels is het mogelijk de telling via een app door te geven.

Vorig jaar waren de trektellers vooral enthousiast over de massale trek van storm- en kokmeeuwen begin april. Ook trokken vanuit het IJsselmeergebied half juli ineens grote aantallen visdieven weg. Hoewel oktober normaal gesproken de trekmaand bij uitstek is, viel de score toen tegen.

Op de site van Nature Today staat dat de voorjaarstrek nu in volle gang is. Door de tegenwind (uit noordelijke richting) en veel bewolking (die de trekkers goed doet afsteken) zijn de vogels goed te zien.

zaterdag 26 maart 2016

Landgoed Wellenseind (1)

Landgoed Wellenseind ligt in Lage Mierde en is een bijzonder landgoed met bijzondere kenmerken. Éen van die kenmerken is de grote landschappelijke gevarieerdheid. De twee meanderende beken, die in het noordelijk deel van Wellenseind bijeenkomen, zijn de kern van het geheel.

Geen verboden toegang voor mij. Ik heb toestemming om hier de komende tijd te vertoeven en foto's te maken.

De beekdalen, gelegen tussen dekzandruggen en beboste stuifzanden, geven een mooi beeld van hoe vroeger grote delen van Noord Brabant er uit hebben gezien. Ze verlenen het gebied een grote aardkundige en historische betekenis. De broekbossen, rabatten en watersystemen in de beekdalen vormen één van de parels van het landgoed dat privébezit is van de textielfamilie Zeeman, die ook op het landgoed woont.

De hoogteverschillen en de aanwezigheid van zowel natte als droge gebieden, zorgen samen met de afwisseling van dicht bos, open heide, akkers, weilanden en vijvers voor een grote variatie en een zeer compleet landschap in een relatief klein gebied.

De ontwikkeling van het landgoed begon in 1915. Het oude agrarische landschap, met zijn akkers, beemden en heidevelden is geleidelijk omgevormd tot een gevarieerd bosgebied waar het accent vooral kwam te liggen op de jacht, visvangst en in mindere mate houtproductie. Tal van sporen herinneren echter nog aan het oude agrarische verleden, zoals de percelenring, de veestal (eerde beschreven in Oude vervallen schuur), schaapskooi en het stelsel van wegen en paden.

De Schaapskooi

Met uitzondering van het park getuigen de gebouwen en de inrichting van soberheid en ingetogenheid. Geen grote villa, geen statige lanen, maar een boerderij die als landhuis diende. Zandwegen die de verschillende delen van het landgoed met elkaar verbinden en functionele gebouwen die verspreid op het landgoed staan. Landgoed Wellenseind is niet ingericht om er mee te pronken.

Gesteld kan worden dat Landgoed Wellenseind een gaaf bewaard gebleven gebied is, waar vrijwel alle landschapstypen die vanouds kenmerkend waren voor de Kempen, op een relatief kleine oppervlakte bij elkaar komen. Het is bijzonder door de wijze waarop de eigenaren het landgoed zijn bijzondere afwisselende karakter hebben gegeven.

Momenteel worden er plannen ontwikkeld om de schaapskooi en de veelstal te restaureren, waarbij de veestal een groepsaccommodatie wordt. Verder omvat het plan om het gekanaliseerde deel van de Reusel af te sluiten als hoofdstroom van de beek en het oude tracé van de Reusel weer nieuw leven in te blazen. De oude loop van de Reusel meandert door het landgoed. Daar waar het stroomgebied dat niet doet wil men meer kronkels in de beek aanleggen. Als dat allemaal is gerealiseerd wordt een deel van het landgoed open gesteld voor publiek en wordt er educatieve activiteiten en kleinschalige recreatie mogelijk, maar dat kan nog minimaal twee jaar duren.

Li: De vijver ligt langs het nog gekanaliseerde deel van de Reusel - Re: De foto schuilhut staat klaar.

In de wortelstronk van een omgewaaide boom heeft een IJsvogel een nestgang gegraven

De sloten, rabatten en plassen houden het water meer vast, dan dat het water wordt afgevoerd.

Re: Ook kleine zangvogels voelen zich thuis op het landgoed, zoals deze Fitis.

De oude schaapskooi

Li: De waterstand meter geeft nu geeft ruim 1100 aan. Re: Een van de gemetselde stenen boogbrugjes over de Reusel.

zondag 20 maart 2016

Van Raamsloop tot Koevoirtbrug

De Raamsloop komt in Lage Mierde op het grondgebied van landgoed Wellenseind samen met de Reusel. Het is privé gebied, eigendom van de Hr. Zeeman, van de gelijknamige winkelketen. Bij het Koevoirtbrugje, als de Raamsloop en de Reusel al samen zijn, stroomt de beek verder landgoed De Utrecht binnen. Hier zijn we op de grens van Lage Mierden en Esbeek. Hier zag ik de IJsvogel vliegen. Helaas kon ik er geen foto van maken. Ik was op de fiets en had alleen de Nikon Coolpix bij.


De Raamsloop
De Raamsloop ontspringt in Bladel en stroomt vervolgens via Hulsel en Lage Mierde landgoed Wellenseind binnen. De in 2004 afgeronde eerste fase is 3,2 kilometer. Het tweede deel loopt van het westen van Hulsel - omgeving Kruisdijk - tot de Neterselsedijk bij Lage Mierde. In 2009 volgt de derde fase. De Hr. Zeeman wil de waterloop door zijn landgoed in de komende jaren ook herinrichten, waarbij een meandering hoog op de agenda staat.


De Reusel
Vroeger stroomde de Reusel kronkelend door een brede, natuurlijke bedding. Langs de oevers hier een daar een bosje, wat weilanden (beemden), houtwallen en de plaatselijke dorpskernen op een steenworp afstand. Langs de beek stonden drie watermolens, namelijk ten zuiden van Baarschot, tussen Baarschot en Diessen en aan het Stokeind te Moergestel. Tijdens de ruilverkaveling in de jaren zestig is de beek rechtgetrokken en sindsdien is het een recht en breed afvoerkanaal, met nauwelijks stroming. Hierdoor ontstaat wateroverlast in de winter en verdroging in de zomer. Ook is er geen ruimte voor waterberging en natuurlijke processen.

De Raamsloop, op het punt waar het landgoed Wellenseind bereikt

Het Koevoirtbrugje, waar de Reusel landgoed Wellenseind verlaat en landgoed de Utrecht binnen stroomt

donderdag 17 maart 2016

Slobeend, Bergeend en de Grutto

Vandaag, aan het einde van de dag, ben ik nog even naar het Beleven gegaan. Daar zaten Slobeenden, Bergeenden en ook veel Grutto's.

De Slobeend

De Grutto's zijn terug van de overwinteringsoorden. Grutto's zijn dè ambassadeurs van het Nederlandse polderlandschap. 90% van de grutto's in Noord-West Europa broedt in Nederland. Daarmee is Nederland het belangrijkste Europese gruttoland. Dit betekent ook dat wanneer Nederland er niet in slaagt de grutto te behouden, de toekomst van deze vogelsoort zeer onzeker is.

De slobeend is de trotse bezitter van een vreemd ogend maar uiterst effectief stuk gereedschap: de snavel heeft een lepelvorm die het slobberen van kroos en waterdiertjes een stuk efficiënter maakt. De slobeend behoort tot de (secundaire) weidevogels. Slobeenden leven in de laagelegen, natte gebieden in het gematigde klimaatgebied. In geen ander Europees land broeden zoveel slobeenden als in Nederland.

De Bergeend

De bergeend is een typische modderaar. Deze gansachtige eenden zoeken hun voedsel het liefst in slikkige, open gebieden: het Waddengebied en estuaria van rivieren zijn favoriet. Wroetend door de slikkige toplaag zoeken ze naar slakjes, (wad)pieren, insecten en andere eetbare bodembewoners. De bergeend komt de laatste decennia steeds meer voor in het binnenland, waar ze vooral langs de rivieren, maar ook op akkers, aangetroffen kunnen worden.

Open gebieden met moddervlakten, slikken en wadden vormen het ideale foerageergebied. Gebroed wordt voornamelijk in holen. In het duingebied zijn konijnenholen favoriet. Helaas neemt het aantal konijnen in de duinen sterk af, en daarmee de beschikbaarheid van geschikte broedplaatsen. Er vindt enige omschakeling plaats naar broeden in een dichte vegetatie.

Ik koos vandaag om zo veel mogelijk telebereik aan de lens te koppelen. Daarom heb ik de 2.0 converter gemonteerd, waardoor de brandpuntafstand op 1000 mm uit kwam. Maar daarmee moest ik wel handmatig scherp stellen. Handmatig scherpstellen is een mooie uitdagende oefening.

Slopeend

Links een Slobeend vrouwtje en rechts Slobeend mannetje

Slobeend

Links de Bergeend tussen de Wilde eenden en rechts een groep Grutto's en Scholeksters die opvliegen

zondag 13 maart 2016

Wintertaling, eenden en de reiger

Vanmorgen trof ik op redelijke afstand de Wintertaling aan op het Beleven. Natuurlijk zaten er ook Wilde eenden en Meerkoeten, maar daar geraken we stilaan aan gewend.

Wintertalingen zijn kleine eenden. Ze leven vooral in open gebieden, met een moerassig karakter. Met de snavel diep in het water zwemmen ze rond om kleine waterdieren en plantaardig materiaal te verzamelen. In de winter verblijven wintertalingen in soms zeer grote groepen in ons land. Als broedvogel gaat het de soort niet voor de wind; de aantallen namen de laatste decennia steeds verder af ten gevolge van verdroging en veranderingen in de leefgebieden.


De Wintertaling is een kleine eend, waarbij vooral het mannetje opvallend is getekend met o.a. een kastanjebruin en donkergroen gekleurde kop. Mannetjes zien er prachtig uit met een kastanjebruine kop met een donker groene vlek rond het oog die doorloopt tot het achterhoofd. Het lichaam is grijs met een horizontale witte streep en een gevlekte borst. De staart is zwart met gele vlekken op de zijkant. Vrouwtjes zien er minder spectaculair uit en lijkt enigszins op een vrouwtje wilde eend. Vrouwtjes hebben een bruin kleed met donkere vlekken en strepen. De kruin is donker en de spiegel is glanzend groen. Formaat / lengte: 34 - 38 cm.

De Blauwe reiger probeerde ook nog wat mee te pikken, maar verkoos vrij snel een andere plaats.

Links: Kieviten. Rechts: Wilde eenden, Krakeenden, en een Meerkoet

Links en rechts: op de voorgrond sloebert de Wintertaling met de snavel door het water op zoek naar voedsel

Links: de Meerkoet, Rechts: de Wilde eend rust slapend in de zon

De Blauwe reiger op zoek naar kikkers of ander amfibieën

maandag 7 maart 2016

Sijsjes op het Groot Meer, Vessem

Vanmiddag stond het Groot Meer op het menu om met de fotocamera naar toe te gaan. Op minder dan 100 meter van de plek waar ik de auto had geparkeerd trof ik een kolonie Sijsjes aan. Ik had de zon tegen, dus liep ik eerst een stukje door om vervolgens om te keren en de Sijsjes van de goeie kant te benaderen. Helaas duurden de pret niet lang. Het Groot Meer is ook een plaats waar veel gewandeld wordt. Bijna alle wandelaars hebben honden bij, en dat vinden Sijsjes minder leuk. Wellicht is 's morgens een betere tijd om eens terug te keren.

De Sijsjes vinden kleine zaadjes die op het wateroppervlak tussen de brei liggen.

Het Grootmeer en het Kleinmeer tussen Vessem en Wintelre zijn van oorsprong natuurlijke zwakgebufferde vennen, die op de kaart van 1900 nog omgeven zijn door heide Ze zijn ontstaan in de periode na de laatste ijstijd, zo'n 10.000 jaar geleden. Ze liggen in een gebied dat wat hoger ligt dan de omgeving. Heidevennen worden normaal gevuld door regenwater dat wordt vastgehouden omdat de bodem van zo´n ven slecht doorlaatbaar is, meestal door een klei- of leemlaag. Het Grootmeer werd in het verleden echter ook deels grondwater gevoed waardoor er bijzondere vegetaties voorkwam.

Duizenden padden, kikkers en salamanders leven in het bos aan de andere kant van de weg. Die trekken in het voorjaar massaal naar het Grootmeer om te paren en daarna weer terug te keren. Bij het oversteken van de weg werden ze dan in grote getalen platgereden. In 2009/ 2010 zijn er 7 amfibietunnels onder de Merenweg aangelegd. De amfibieën kunnen nu zelf oversteken.

Bijzonder aan het Groot meer is dat er vegetatie’s uit het oeverkruidverbond met soorten als gesteeld glaskroos en oeverkuid voorkomen. Het Groot meer is aangewezen als een van de belangrijkste groeiplaatsen van dit vegetatietype wat heel bijzonder is en niet alleen in Nederland maar wereldwijd.

Het afgelopen jaar lag het Grootmeer tussen Vessem en Wintelre vrijwel volledig droog om het woekerende plantje watercrassula te kunnen bestrijden. Normaal gesproken wordt het 17 hectaren grote ven vanaf oktober bijgevuld door Brabant Water.


Om het groot Meer wat beter te overzien is er een uitkijkpost gemaakt. Een hoge bult zand met een vlonder, die aan de ene kant per trap te beklimmen is, en aan de andere kant over een oplopend pad.