Al vroeg in de morgen zaten er ongeveer 90 Kleine Zwanen op de Flaes. De Flaes is een van de 3 vennen die in het zuidelijke deel van Landgoed De Utrecht liggen. Tijdens de voor- en najaarstrek brengen de zwanen daar de nacht door. Het was nog vrij donker daar de zon nog maar net op aan het komen was, en stond dus nog erg laag.
Vanaf de plek waar ik de opnames maakte (aan de westzijde en op een afstand van 350 tot 400 meter) had ik te maken met 70% tegenlicht en ochtendnevel. Vanaf een andere plaats zou de afstand bijna dubbel zo groot zijn geweest. Een plaats vanaf aan de zuidkant is niet toegankelijk. Doordat het 's nachts flink was afgekoeld hing er nog nevel over het water.
De kleine zwaan (Cygnus columbianus bewickii) is de kleinste van de drie soorten zwanen die regelmatig in Nederland en België voorkomen. De kleine zwaan broedt op de toendra's van Eurazië vanaf het schiereiland Kola tot ongeveer de monding van de rivier de Kolyma in Oost-Siberië. In de herfst trekken de zwanen over de Witte Zee en de Oostzee naar het zuiden, waarna ze in west Europa overwinteren. In de winter komen ze met duizenden naar onder andere Nederland, als het in de noordelijke streken van Europa flink vriest. De Kleine zwaan wordt zo'n 127 centimeter, en de knobbelzwaan wel 150 centimeter (snavelpunt tot staart). Kleine zwanen hebben bovendien geen knobbel bovenop de snavel, zoals de Knobbelzwaan. De Kleine zwaan heeft een gele vlek op de snavel. De Wilde zwaan lijkt veel op de Kleine zwaan, maar is veel groter dan de Kleine zwaan en de gele vlek op de snavel is bij de Wilde zwaan groter en loopt uit tot een punt. De gele vlek van de Kleine zwaan is kleiner, aan de voorkant afgerond, en loopt niet zo ver naar voren door.
Kleine zwanen foerageren soms met honderden tegelijk op graslanden. 's Avonds is hun roep te horen als ze van de voedselplek naar een veilige slaapplek vliegen. Zo'n plaats is vaak een meer of afgesloten natuurgebied dat 's nachts voldoende veiligheid biedt. Kleine zwanen zijn vanaf oktober tot maart te zien in Nederland.
zondag 24 november 2024
vrijdag 22 november 2024
Winterprikken op Landgoed De Utrecht
Winterprikken op de golfbaan van Golfclub Midden-Brabant op Landgoed De Utrecht in Esbeek. We hebben even een landschap tussen herfst en winter. De komende dagen loopt het kwik weer naar de 10 graden Celsius. Er trekken nog wat buien over het land, met kans op hagel en natte sneeuw. Het wordt 3 of 4 graden in het oosten tot 7 graden aan de westkust.
De wind waait uit het westen en is matig, aan zee krachtig tot hard met kans op zware windstoten. Morgen is een waterkoude dag met in de middag 4 tot 6 graden en vrij veel wind. Vanuit het westen volgt regen. Morgenavond gaat de temperatuur geleidelijk omhoog. Zondag 24 november wordt het in de middag alweer 13 tot 16 graden. Dan zal de sneeuw ver te zoeken zijn. Vanaf dinsdag daalt de temperatuur geleidelijk naar meer normale waarden voor de tijd van het jaar. Je moet dan denken aan een graad of 8. Er valt soms een bui maar droge perioden overheersen. De wind wordt een stuk rustiger en is meest matig rond kracht 3. De wind draait van zuidwest op dinsdag, naar noordelijke richtingen op woensdag om uiteindelijk zuid tot zuidoost te worden. In de tweede weekhelft neemt de kans op vorst in de nachten weer toe.
De wind waait uit het westen en is matig, aan zee krachtig tot hard met kans op zware windstoten. Morgen is een waterkoude dag met in de middag 4 tot 6 graden en vrij veel wind. Vanuit het westen volgt regen. Morgenavond gaat de temperatuur geleidelijk omhoog. Zondag 24 november wordt het in de middag alweer 13 tot 16 graden. Dan zal de sneeuw ver te zoeken zijn. Vanaf dinsdag daalt de temperatuur geleidelijk naar meer normale waarden voor de tijd van het jaar. Je moet dan denken aan een graad of 8. Er valt soms een bui maar droge perioden overheersen. De wind wordt een stuk rustiger en is meest matig rond kracht 3. De wind draait van zuidwest op dinsdag, naar noordelijke richtingen op woensdag om uiteindelijk zuid tot zuidoost te worden. In de tweede weekhelft neemt de kans op vorst in de nachten weer toe.
zondag 17 november 2024
Door de Molenheide en Hulselse Staat
Vandaag neem ik u meer over de bospaden door de Molenheide en de Hulselse Staat. De Molenheiden was ooit een heideveld, maar is door de gemeenten ooit aangeplant met naaldhout. De Molenheide, de voormalige Hulselse Heide, en de Hulselse Staat zijn gelegen tussen Reusel en Hulsel.
Het gebied Molenheide bestaat voor een groot deel uit ontginningsbossen die in de eerste helft van de vorige eeuw zijn aangelegd op ontgonnen heidegrond. Het merendeel ervan is sinds de gemeentelijke herindeling eigendom van de gemeente Reusel-De Mierden. Voorheen was het gebied eigendom van gemeente Hooge Mierde, Lage Mierde en Hulsel. De Molenheide was vroeger een uitgestrekt heidegebied waar schapen graasden en plaggen werden gestoken. Het mengsel van plaggen en mest werd gebruikt om de akkers vruchtbaar te houden. Aan de rand van deze heide stond een molen die over de open heide een vrije aanstroom van wind had. In later tijden is de Molenheide ontgonnen voor landbouw en bosaanplant.
De ontginnings- bossen bestonden oorspronkelijk voor het overgrote deel uit naaldhout. Het huidige beheer is erop gericht om de eentonige dennenplantages geleidelijk om te vormen tot gemengde bossen waarin meerdere boomsoorten, zowel naald- als ook loofhout, te vinden zijn. Het bos wordt daardoor beter bestand tegen ziekten, plagen en klimaatinvloeden. Ook biedt een gevarieerder bos veel meer levensmogelijkheden voor allerlei andere organismen, zoals bijvoorbeeld insecten en vogels.
Het gebied Molenheide bestaat voor een groot deel uit ontginningsbossen die in de eerste helft van de vorige eeuw zijn aangelegd op ontgonnen heidegrond. Het merendeel ervan is sinds de gemeentelijke herindeling eigendom van de gemeente Reusel-De Mierden. Voorheen was het gebied eigendom van gemeente Hooge Mierde, Lage Mierde en Hulsel. De Molenheide was vroeger een uitgestrekt heidegebied waar schapen graasden en plaggen werden gestoken. Het mengsel van plaggen en mest werd gebruikt om de akkers vruchtbaar te houden. Aan de rand van deze heide stond een molen die over de open heide een vrije aanstroom van wind had. In later tijden is de Molenheide ontgonnen voor landbouw en bosaanplant.
De ontginnings- bossen bestonden oorspronkelijk voor het overgrote deel uit naaldhout. Het huidige beheer is erop gericht om de eentonige dennenplantages geleidelijk om te vormen tot gemengde bossen waarin meerdere boomsoorten, zowel naald- als ook loofhout, te vinden zijn. Het bos wordt daardoor beter bestand tegen ziekten, plagen en klimaatinvloeden. Ook biedt een gevarieerder bos veel meer levensmogelijkheden voor allerlei andere organismen, zoals bijvoorbeeld insecten en vogels.
zondag 10 november 2024
Meerkoet met kuikentjes op het Schotelven
De meerkoet is een fascinerende verschijning op de Nederlandse wateren, waaronder de waterberging aan het Schotelven in Netersel. Deze vogels zijn bekend om hun vermogen om zich aan te passen aan verschillende waterrijke omgevingen, van stedelijke parkvijvers tot de uitgestrekte natuurlijke waterbergingen. Met hun kenmerkende witte voorhoofdschild en zwarte verenkleed zijn meerkoeten niet alleen een genot om naar te kijken, maar spelen ze ook een cruciale rol in het aquatische ecosysteem. Het witte voorhoofdschild is bij het mannetje groter dan bij het vrouwtje. In het voorjaar is de plaat groter dan in het najaar.
Aan het Schotelven in Netersel biedt de waterberging een belangrijke habitat voor o.a. de meerkoet, die daar kunnen broeden, foerageren en rusten. Het is nu het derde jaar dat watervogels gebruik kunnen maken van de waterberging. Deze waterbergingen zijn essentieel voor de biodiversiteit en helpen het (grond)waterpeil te verhogen tijdens perioden van zware regenval. De aanwezigheid van meerkoeten kan een indicator zijn van de gezondheid van het waterlichaam, aangezien ze gevoelig zijn voor veranderingen in waterkwaliteit en beschikbaarheid van voedselbronnen. Ze voeden zich met waterplanten, algen en kleine waterdieren, wat bijdraagt aan de ecologische balans van hun habitat.
Het gedrag van de meerkoet is ook opmerkelijk; ze zijn territoriaal en kunnen agressief zijn in het verdedigen van hun broedgebied. Tijdens het broedseizoen, dat van maart tot juli met een piek in april en mei loopt, bouwen ze drijvende nesten van riet en ander plantaardig materiaal. Het vrouwtje broedt de eieren uit, terwijl het mannetje blijft doorgaan met het aanslepen van nestmateriaal. Zo nu en dan neemt het mannetje de broedtaak over van het vrouwtje. Zo kan zij zich ook wat voeden en het broeden even afwisselen met wat beweging.
Het witte voorhoofdschild is bij het mannetje groter dan bij het vrouwtje. In het voorjaar is de plaat groter dan in het najaar. Ze leggen meestal 5 tot 10 eieren, waaruit de kuikens na een broedduur van 21 tot 25 dagen tevoorschijn komen. De kuikens zijn direct na het uitkomen een opvallende verschijning met hun rode kopjes en hun oranje dons. De rest van het lichaam is bedekt met een zwart verenkleed. Ze verlaten het nest vrijwel meteen om de wereld te verkennen onder de waakzame ogen van hun ouders.
Meerkoetkuikens zijn afhankelijk van zowel plantaardig als dierlijk voedsel, dat door de ouders wordt aangevoerd. Dit dieet bestaat uit waterplanten, algen, kleine visjes en waterinsecten, wat essentieel is voor hun groei en ontwikkeling. De jongen worden gedurende een periode van ongeveer 56 dagen door de ouders gevoerd, waarna ze zelfstandig leren duiken en foerageren. Het is fascinerend om te zien hoe de kuikens hun duikvaardigheden ontwikkelen, aangezien meerkoeten bekend staan om hun vermogen om voedsel te zoeken door onder water te duiken, waarbij ze vaak een sprongetje maken om onder te komen vanwege de grote hoeveelheid lucht in hun verenkleed.
In de context van klimaatverandering en menselijke impact op natuurlijke habitats, is het observeren en beschermen van soorten zoals de meerkoet belangrijker dan ooit. Het biedt ons waardevolle inzichten in de staat van onze natuurlijke omgeving en de stappen die we moeten nemen om deze te behouden voor toekomstige generaties. De meerkoet op de waterberging Schotelven in Netersel is dus meer dan alleen een vogel; het is een symbool van de natuurlijke schoonheid en diversiteit die we moeten koesteren en beschermen.
Bij het uitgraven van waterbergingen wordt de grond erg verstoord. Daar reageren veel planten op. De klaproos is daar een mooi voorbeeld van. Langs de waterkant maakt de Wolfspoot een opmars. Deze plant zie je veel langs waterkanten, vooral als de grond verstoord is geweest, zoals bij graafwerkzaamheden. De plant woekert sterk, maar wordt niet gezien als invasief.
Aan het Schotelven in Netersel biedt de waterberging een belangrijke habitat voor o.a. de meerkoet, die daar kunnen broeden, foerageren en rusten. Het is nu het derde jaar dat watervogels gebruik kunnen maken van de waterberging. Deze waterbergingen zijn essentieel voor de biodiversiteit en helpen het (grond)waterpeil te verhogen tijdens perioden van zware regenval. De aanwezigheid van meerkoeten kan een indicator zijn van de gezondheid van het waterlichaam, aangezien ze gevoelig zijn voor veranderingen in waterkwaliteit en beschikbaarheid van voedselbronnen. Ze voeden zich met waterplanten, algen en kleine waterdieren, wat bijdraagt aan de ecologische balans van hun habitat.
Het gedrag van de meerkoet is ook opmerkelijk; ze zijn territoriaal en kunnen agressief zijn in het verdedigen van hun broedgebied. Tijdens het broedseizoen, dat van maart tot juli met een piek in april en mei loopt, bouwen ze drijvende nesten van riet en ander plantaardig materiaal. Het vrouwtje broedt de eieren uit, terwijl het mannetje blijft doorgaan met het aanslepen van nestmateriaal. Zo nu en dan neemt het mannetje de broedtaak over van het vrouwtje. Zo kan zij zich ook wat voeden en het broeden even afwisselen met wat beweging.
Het witte voorhoofdschild is bij het mannetje groter dan bij het vrouwtje. In het voorjaar is de plaat groter dan in het najaar. Ze leggen meestal 5 tot 10 eieren, waaruit de kuikens na een broedduur van 21 tot 25 dagen tevoorschijn komen. De kuikens zijn direct na het uitkomen een opvallende verschijning met hun rode kopjes en hun oranje dons. De rest van het lichaam is bedekt met een zwart verenkleed. Ze verlaten het nest vrijwel meteen om de wereld te verkennen onder de waakzame ogen van hun ouders.
Meerkoetkuikens zijn afhankelijk van zowel plantaardig als dierlijk voedsel, dat door de ouders wordt aangevoerd. Dit dieet bestaat uit waterplanten, algen, kleine visjes en waterinsecten, wat essentieel is voor hun groei en ontwikkeling. De jongen worden gedurende een periode van ongeveer 56 dagen door de ouders gevoerd, waarna ze zelfstandig leren duiken en foerageren. Het is fascinerend om te zien hoe de kuikens hun duikvaardigheden ontwikkelen, aangezien meerkoeten bekend staan om hun vermogen om voedsel te zoeken door onder water te duiken, waarbij ze vaak een sprongetje maken om onder te komen vanwege de grote hoeveelheid lucht in hun verenkleed.
In de context van klimaatverandering en menselijke impact op natuurlijke habitats, is het observeren en beschermen van soorten zoals de meerkoet belangrijker dan ooit. Het biedt ons waardevolle inzichten in de staat van onze natuurlijke omgeving en de stappen die we moeten nemen om deze te behouden voor toekomstige generaties. De meerkoet op de waterberging Schotelven in Netersel is dus meer dan alleen een vogel; het is een symbool van de natuurlijke schoonheid en diversiteit die we moeten koesteren en beschermen.
Bij het uitgraven van waterbergingen wordt de grond erg verstoord. Daar reageren veel planten op. De klaproos is daar een mooi voorbeeld van. Langs de waterkant maakt de Wolfspoot een opmars. Deze plant zie je veel langs waterkanten, vooral als de grond verstoord is geweest, zoals bij graafwerkzaamheden. De plant woekert sterk, maar wordt niet gezien als invasief.
Herstel loopbrug naar de Langelinneput Postel
De loopbrug vanaf het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten naar de Langelinneput in Postel is nu al ongeveer anderhalf jaar afgesloten. Het brugdek lag er gevaarlijk slecht bij en is verwijderd. Natuur en Bos is verantwoordelijk voor het onderhoud en de veiligheid van de kijkhut en de toegangsbrug. De brugdek dragers en planken van de brug worden nu vervangen.
Inmiddels zijn de herstelwerkzaamheden begonnen. De houten langsdragers zijn deels vervangen. Als de langsdragers in z'n geheel vervangen zijn wordt begonnen met het loopdek. Navraag in het voorjaar bij de boswachter levert het volgende op; "Beide bruggen (ook de brug naar de Ronde Put) worden deze zomer hersteld. De aannemer wacht nog op het benodigde materiaal, en de bever zorgt voor een moeilijk werkterrein".
Als je bij de Grote Brug in Arendonk links het fietspad langs het kanaal zuidwaarts volgt kom je voorbij het punt waar de autosnelweg over het kanaal gaat. Ongeveer 1 kilometer verder is een houten brug met stalen pijlers over de sloot geplaatst, die toegang biedt naar de vogelkijkhut aan de Langelinneput van Postel. De Langelinneput was een zandwinningput waar nu de vogels de vrije ruimte hebben. Het uitzicht vanuit de vogelkijkhut bij de Langelinneput wordt beperkt door de begroeiing die het zicht hinderlijk in de weg staat. Daar moet de snoeischaar in, anders hoeft men daar geen kijkhut te plaatsen. Het uitzicht vanuit de volgelkijkhut aan de Ronde Put is wel zoals het hoort. Het uitzicht is daar uitstekend, met veel watervogels en ook een Bruine Kiekendief op de achtergrond.
Inmiddels zijn de herstelwerkzaamheden begonnen. De houten langsdragers zijn deels vervangen. Als de langsdragers in z'n geheel vervangen zijn wordt begonnen met het loopdek. Navraag in het voorjaar bij de boswachter levert het volgende op; "Beide bruggen (ook de brug naar de Ronde Put) worden deze zomer hersteld. De aannemer wacht nog op het benodigde materiaal, en de bever zorgt voor een moeilijk werkterrein".
Als je bij de Grote Brug in Arendonk links het fietspad langs het kanaal zuidwaarts volgt kom je voorbij het punt waar de autosnelweg over het kanaal gaat. Ongeveer 1 kilometer verder is een houten brug met stalen pijlers over de sloot geplaatst, die toegang biedt naar de vogelkijkhut aan de Langelinneput van Postel. De Langelinneput was een zandwinningput waar nu de vogels de vrije ruimte hebben. Het uitzicht vanuit de vogelkijkhut bij de Langelinneput wordt beperkt door de begroeiing die het zicht hinderlijk in de weg staat. Daar moet de snoeischaar in, anders hoeft men daar geen kijkhut te plaatsen. Het uitzicht vanuit de volgelkijkhut aan de Ronde Put is wel zoals het hoort. Het uitzicht is daar uitstekend, met veel watervogels en ook een Bruine Kiekendief op de achtergrond.
dinsdag 5 november 2024
Dwars door militair oefenterrein Oirschotse Heide
Vandaag neem ik u mee naar een militair oefenterrein Oirschotse Heide. Het terrein is een groot oefenterrein, maar tevens een natuurgebied. Veel bossen met voornamelijk naaldhout, maar ook heidevelden. In de zomer staat de heide is volle pracht. Die pracht is te bewonderen als je over het fietspad rijdt dat het oefenterrein doorsnijdt.armte of juist overvloedige regen en kou zijn hier onder andere op van invloed. Maar wanneer de blaadjes massaal hun mooiste herfsttinten laten zien is wel enigszins vooraf te voorspellen.
De Oirschotse Heide is vrij te bezoeken, maar er zijn wel enkele regels opgesteld door het Ministerie van Defensie, eigenaar van het gebied. Het betreft namelijk een militair oefenterrein, vandaar dat er extra regels gelden met betrekking tot de toegankelijkheid van zonsopkomst tot zonsondergang voor, wandelaars op wegen en paden, Geen oefeningen verstoort, honden aangelijnd houdt en niets beschadigt, meeneemt of achterlaat.
Het is primair een militair oefenterrein, al zijn er vrijwel geen oefeningen meer in het gebied. Maar als wandelaar ben je te gast in een gebied van Defensie en het is dus niet een natuurgebied primair voor wandelaars. Daarnaast moeten honden aangelijnd worden om de natuur niet te verstoren. Vogels zoals nachtzwaluw, roodborsttapuit en boompieper broeden op de grond en kunnen al snel verstoord worden door honden die door het gebied rondrennen. Daarnaast komt er steeds meer wild in het gebied voor, dat ook niet gestoord mag worden.
In het gebied mag alleen gewandeld worden, dus motorcrossers zijn er strikt verboden! Mocht je als wandelaar een illegale motorcrosser(s) aantreffen, bel dan naar het algemene nummer van de Koninklijke Marechaussee 0800-1814. Geef dan aan dat je ter hoogte van de Oirschotse Heide een of meerdere wildcrossers hebt aangetroffen. De Koninklijke Marechaussee zal dan motorrijders van de Marechaussee ter plaatse sturen om de wildcrossers staande te kunnen houden.
De Oirschotse Heide is vrij te bezoeken, maar er zijn wel enkele regels opgesteld door het Ministerie van Defensie, eigenaar van het gebied. Het betreft namelijk een militair oefenterrein, vandaar dat er extra regels gelden met betrekking tot de toegankelijkheid van zonsopkomst tot zonsondergang voor, wandelaars op wegen en paden, Geen oefeningen verstoort, honden aangelijnd houdt en niets beschadigt, meeneemt of achterlaat.
Het is primair een militair oefenterrein, al zijn er vrijwel geen oefeningen meer in het gebied. Maar als wandelaar ben je te gast in een gebied van Defensie en het is dus niet een natuurgebied primair voor wandelaars. Daarnaast moeten honden aangelijnd worden om de natuur niet te verstoren. Vogels zoals nachtzwaluw, roodborsttapuit en boompieper broeden op de grond en kunnen al snel verstoord worden door honden die door het gebied rondrennen. Daarnaast komt er steeds meer wild in het gebied voor, dat ook niet gestoord mag worden.
In het gebied mag alleen gewandeld worden, dus motorcrossers zijn er strikt verboden! Mocht je als wandelaar een illegale motorcrosser(s) aantreffen, bel dan naar het algemene nummer van de Koninklijke Marechaussee 0800-1814. Geef dan aan dat je ter hoogte van de Oirschotse Heide een of meerdere wildcrossers hebt aangetroffen. De Koninklijke Marechaussee zal dan motorrijders van de Marechaussee ter plaatse sturen om de wildcrossers staande te kunnen houden.
Abonneren op:
Posts (Atom)