De meerkoet is een fascinerende verschijning op de Nederlandse wateren, waaronder de waterberging aan het Schotelven in Netersel. Deze vogels zijn bekend om hun vermogen om zich aan te passen aan verschillende waterrijke omgevingen, van stedelijke parkvijvers tot de uitgestrekte natuurlijke waterbergingen. Met hun kenmerkende witte voorhoofdschild en zwarte verenkleed zijn meerkoeten niet alleen een genot om naar te kijken, maar spelen ze ook een cruciale rol in het aquatische ecosysteem. Het witte voorhoofdschild is bij het mannetje groter dan bij het vrouwtje. In het voorjaar is de plaat groter dan in het najaar.
Aan het Schotelven in Netersel biedt de waterberging een belangrijke habitat voor o.a. de meerkoet, die daar kunnen broeden, foerageren en rusten. Het is nu het derde jaar dat watervogels gebruik kunnen maken van de waterberging. Deze waterbergingen zijn essentieel voor de biodiversiteit en helpen het (grond)waterpeil te verhogen tijdens perioden van zware regenval. De aanwezigheid van meerkoeten kan een indicator zijn van de gezondheid van het waterlichaam, aangezien ze gevoelig zijn voor veranderingen in waterkwaliteit en beschikbaarheid van voedselbronnen. Ze voeden zich met waterplanten, algen en kleine waterdieren, wat bijdraagt aan de ecologische balans van hun habitat.
Het gedrag van de meerkoet is ook opmerkelijk; ze zijn territoriaal en kunnen agressief zijn in het verdedigen van hun broedgebied. Tijdens het broedseizoen, dat van maart tot juli met een piek in april en mei loopt, bouwen ze drijvende nesten van riet en ander plantaardig materiaal. Het vrouwtje broedt de eieren uit, terwijl het mannetje blijft doorgaan met het aanslepen van nestmateriaal. Zo nu en dan neemt het mannetje de broedtaak over van het vrouwtje. Zo kan zij zich ook wat voeden en het broeden even afwisselen met wat beweging.
Het witte voorhoofdschild is bij het mannetje groter dan bij het vrouwtje. In het voorjaar is de plaat groter dan in het najaar. Ze leggen meestal 5 tot 10 eieren, waaruit de kuikens na een broedduur van 21 tot 25 dagen tevoorschijn komen. De kuikens zijn direct na het uitkomen een opvallende verschijning met hun rode kopjes en hun oranje dons. De rest van het lichaam is bedekt met een zwart verenkleed. Ze verlaten het nest vrijwel meteen om de wereld te verkennen onder de waakzame ogen van hun ouders.
Meerkoetkuikens zijn afhankelijk van zowel plantaardig als dierlijk voedsel, dat door de ouders wordt aangevoerd. Dit dieet bestaat uit waterplanten, algen, kleine visjes en waterinsecten, wat essentieel is voor hun groei en ontwikkeling. De jongen worden gedurende een periode van ongeveer 56 dagen door de ouders gevoerd, waarna ze zelfstandig leren duiken en foerageren. Het is fascinerend om te zien hoe de kuikens hun duikvaardigheden ontwikkelen, aangezien meerkoeten bekend staan om hun vermogen om voedsel te zoeken door onder water te duiken, waarbij ze vaak een sprongetje maken om onder te komen vanwege de grote hoeveelheid lucht in hun verenkleed.
In de context van klimaatverandering en menselijke impact op natuurlijke habitats, is het observeren en beschermen van soorten zoals de meerkoet belangrijker dan ooit. Het biedt ons waardevolle inzichten in de staat van onze natuurlijke omgeving en de stappen die we moeten nemen om deze te behouden voor toekomstige generaties. De meerkoet op de waterberging Schotelven in Netersel is dus meer dan alleen een vogel; het is een symbool van de natuurlijke schoonheid en diversiteit die we moeten koesteren en beschermen.
Bij het uitgraven van waterbergingen wordt de grond erg verstoord. Daar reageren veel planten op. De klaproos is daar een mooi voorbeeld van. Langs de waterkant maakt de Wolfspoot een opmars. Deze plant zie je veel langs waterkanten, vooral als de grond verstoord is geweest, zoals bij graafwerkzaamheden. De plant woekert sterk, maar wordt niet gezien als invasief.