dinsdag 30 januari 2018

Felgekleurde Korstmossen op muur en heg

Nee, niet met een duren macrolens en ook niet met een dure camera, maar met een Nikon Coolpix S9900. Deze camera heeft een macros stand. Daarbij wordt het mogelijk om tot 50 mm (omgerekende focuslengte naar Fullframe 35 mm) in te zoomen en dicht bij scherp te stellen. Ook bij dit soort macro werk is een statief noodzakelijk. De minste beweging tijdens het indrukken van de ontspanknop is dan te veel.

Korstmos tussen echte mossen. De grijs/witte korstmos-vlekken is Melige schotelkorst.

De gele korstmossen, meestal dooiermos, hebben we de laatste jaren te danken aan de intensieve landbouw. Dooiermossen ontstaan door een verbinding tussen algen en fosfaat en / of stikstof. Ze halen de voedingstoffen uit de lucht en niet uit de grond of uit dood plantenmateriaal, zoals paddenstoelen dat doen. Fosfaat en stikstof zijn de voedingstoffen voor dooiermossen. Gewone mossen zijn kleine, kruidachtige landplanten, die solitair tot dicht op elkaar gepakt groeien in matten of kussens op rotsen, bodem of als epifyten op de stam of bladeren van bomen. Mossen zijn meestal groene planten, vaak met stengels en bladen. Ze hechten zich vast met rizoïden (wortelachtige structuren). Anders dan bij de echte wortels van planten, worden rizoïden niet gebruikt voor opname van nutriënten.

Gedraaid Knikmos met (het witte) Heksenvingermos.

Gedraaid knikmos vormt groene tot roodbruine zoden of kussens. Stengel tot 4 cm. Het blad is gezoomd en eivormig met stompe bovenkant. De grootste bladbreedte ligt boven het midden. De bladranden zijn iets omgebogen. Er is een lange, uittredende nerf. Bij droogte draaien de bladen spiraalsgewijs om de stengel, de plant lijkt dan wat op een kurkentrekker. Gedraaid knikmos is tweehuizig. De lange (3,5-5 mm), cilindrische, geknikte kapsels staan op een roodachtige, 3 cm lange kapselsteel.

Mossen op de muur of op struiken, beide zijn een kleurrijk schouwspel

Soms zie twee kleuren korstmossen, maar als die op normaal mos groeien nemen de kleuren toe.

Klein- en oranje dooiermos

Klein dooiermos en Oranje dooiermos lijken erg op elkaar. De bovenste drie foto's tonen hoe Klein dooiermos er uit ziet, de onderste twee de sterk gelijkende Oranje dooiermos.

Klein dooiermos (Xanthoria polycarpa)

Klein dooiermos groeit op goedbelichte bomen en struiken, ook op dunnere takken met meestal zure schors. Kan ook op dood hout (zowel bewerkt als onbewerkt hout) gevonden worden. Kan verward worden met sommige Caloplaca soorten, maar die hebben nooit rhizinen. Tevens ook te verwarren met Groot dooiermos (Xanthoria parietina), maar deze is veel groter en heeft duidelijke grotere lobben.

Kenmerken
Thallus heldergeel tot oranje
Thallus bladvormig
Lobben redelijk rond en tot 1mm breed
Lobranden opstijgend
Geen soralen
Geen isidiën
Apotheciën bijna altijd aanwezig, tot 5mm breed
Apotheciën komvormig
Reactie met K+: bloedrood

Oranje dooiermos (Xanthoria parietina)

Oranje dooiermos groeit op verschillende steensoorten die goed belicht zijn door de zon, ook groeit Oranje dooiermos op goedbelichte droge boomschors. Oranje dooiermos lijkt op Groot dooiermos (Xanthoria parietina) welke meestal wat geler is, altijd apotheciën heeft en nooit isidiën.

Kenmerken
Thallus is bladvorming en oranjegeel, onderzijde is wittig
Lobranden opstijgend
lobben tot ongeveer 5mm breed
Geen soralen
Isidiën altijd aanwezig
Isidiën oranjegeel, onvertakt wratvormig
Apotheciën bij oudere exemplaren aanwezig
Apotheciën komvormig, tot 2cm groot
Reactie met K+ bloedrood

Bruin Bekermos vormen nu al sporen

Of het te vroeg is voor Bruin bekermos (Cladonia grayi) om sporen te vormen? Ik vermoed van wel. De vroege sporenvorming zou wel eens te maken kunnen hebben met het zachte weer deze winter.


Bekermossen zijn korstmossen en makkelijk herkenbaar aan hun vorm. Bekertjes, niet om uit te drinken maar om de vruchtlichamen van het korstmos te dragen. Op dood hout, op de grond of zelfs op het dak van je schuur kun je deze kleine vormen vinden. Wie goed oplet, ziet dat er een diversiteit aan vormen en kleuren bestaat. Op de rand van de bekers kun je vaak kleine orgaantjes vinden, vruchtlichamen. Je kunt ze vergelijken met miniatuur paddenstoelen. Hier komen de sporen uit. De vruchtlichamen kunnen heel klein en onopvallend zijn, maar ook groot en fel gekleurd.

maandag 29 januari 2018

De Boomkruiper kruipt onopvallend omhoog

Nu het al een tijd (zwaar) bewolk is en waarschijnlijk nog blijft, heb ik de tijd genomen om enkele foto's te bewerken die dat nodig hadden om getoond te worden. Deze vogel verraste mij zondag 14 januari, waarbij ik geen tijd had om de camera in te stellen om goed te belichten. Vandaar het extra werk en het verlaten publiceren.

De Boomkruiper is een onopvallende verschijning in voornamelijk oude loofbossen.

Boomkruipers zijn bruin gevlekt van boven en wittig van onderen. Net als de Boomklever eten ze insecten, insectenlarven en andere kleine, ongewervelde dieren (spinnen). Die worden tussen de schors vandaan gepeuterd terwijl de boomkruiper veelal spiraalsgewijs omhoog klimt. Op enige hoogte aangekomen vliegt hij naar een naburige boom, om daar weer aan de voet met klauteren te beginnen. Ondertussen gebruikt de boomkruiper de stugge staartveren als steuntje waardoor deze vaak sterk gesleten punten blijken te hebben. Boomkruipers klimmen spiraalsgewijs langs een boomstam omhoog, daarbij de bast afzoekend naar insecten. Een boomklever gaat ook naar beneden op de boomstam.


Boomklevers lopen zowel omhoog als omlaag over een boomstam, vandaar z'n naam. Het zijn holenbroeders die erom bekend staan de opening van hun broedholte te verkleinen door te 'metselen' met modder. Deze metseldrang is vaak zo sterk, dat ook wanneer het gat al de juiste grootte heeft, er in de omgeving toch nog een metselwerk gemaakt wordt.

De Raamsloop nu, hartje winter en zomer

Tijdens een wandeling ben je het niet bewust, maar het landschap maakt sterke veranderingen door gedurende de jaargetijden. Hier onder slechts drie foto's, die duidelijke verschillen laten zien.

De Raamsloop meandert sterk tussen de Reuselsedijk in Hulsel en waar de waterloop vanaf de Papenakkers de Raamsloop in stroomt. Die waterloop ligt ook daar weer op de dorpsgrens van Lage Mierde en Hulsel. Vanaf die waterloop is er geen meandering en stroomt het beekje richting de Neterselseweg in Lage Mierde. In het meanderende deel zijn twee loopbruggen over het water gelegd. Een daarvan is een betonnen brugdek, de andere een stalen looprooster bij de stuw (achter de gemeentewerf in Lage Mierde).

De Raamsloop tussen Hulsel en Lage Mierde op 29 januari.

Om het water op pijl te houden lagen in de Raamsloop twee stuwen die een barrière voor veel vissen vormde. De stuwen in de beek zijn vervangen door vispassages; 25 stenen drempels. Deze houden het water op pijl, zorgen voor extra zuurstof en vissen kunnen zich binnen de beek verplaatsen. Zo wordt de uitwisseling tussen verschillende vispopulaties mogelijk en wordt het beekmilieu aantrekkelijk. Nu zijn de vistrappen door het hoge water verdwenen.

Links; de Raamsloop tussen Hulsel en Lage Mierde op 13 december, en rechts; op 24 augustus.

vrijdag 26 januari 2018

Korstmossen op muurtjes in het dorp

Het kleine leven van de korstmossen zijn ook in het dorp terug te vinden. In dorpen waar in de omgeving hoge concentraties ammoniak en stikstof wordt uitgestoten is de kans groot dat op bomen, struiken en muren veel korstmossen voorkomen. Met namen de gele dooiermossen gedijen goed bij hoge concentraties ammoniak en stikstof.

Groot dooiermos, en Kapjesvingermos groeien op takjes van laag blijvende struiken langs voetpaden.

Een kleine wandeling door het dorp en een oplettend oog levert mooie plaatsjes op. Dat is dan de mooie kant van de luchtverontreinig. Hoewel Nederland een van de aan korstmossoorten armste landen ter wereld is, groeien de korstmossen overal om ons heen, tot in de bebouwde omgeving. Veel korstmossen zijn gevoelig voor luchtverontreiniging, met name voor ammoniak en zwaveldioxide, andere varen daar juist wel bij. Kennis van korstmossen kan dus aanwijzingen geven over de toestand van de lucht en de neerslag. Gele dooiermossen gedijen bijzonder goed in gebieden waar hoge ammoniak en stikstof voor komt, b.v. de intensieve landbouwgebieden.

Kopjesbekermos zou je eerder zoeken op schrale zandzanden, maar het groeit ook op kalkhoudende metselspecie van oude stenen muurtjes.

Kopjesbekermos is een zeer veel voorkomend bekermos, welke weinig eisen aan de ondergrond stelt. Kopjes-bekermos wordt ook wel eens Groen bekermos genoemd. Kopjesbekermos groeit op voedselarme plaatsen. Dat kan gewoon op (zand)grond zijn, maar ook op dood hout, stenen en bomen. Uit de kleine ‘blaadjes’ steken groene bekertjes van 2-3 cm hoog. Blaadjes staat tussen aanhalingstekens omdat korstmossen (hierover later meer) geen blaadjes of stengels hebben. Wat je ziet zijn de schimmeldraden. Overigens in Engeland vinden ze de bekertjes meer op trompetjes lijken. Het heet daar dan ook Trumpet lichen.

Kapjesvingermos (Physcia adscendens)

Kapjesvingermos is te vinden op wat drogere plekken van vrijstaande, goed belichte bomen. Ook te vinden op allerlei soorten stenen, hout, plastic etc. Kapjesvingermos is te vinden op wat drogere plekken van vrijstaande, goed belichte bomen. Ook te vinden op allerlei soorten stenen, hout, plastic etc. Kapjesvingermos is te verwarren met Heksenvingermos (Physcia tenella), maar die heeft de sorediën op lipsoralen aan het uiteinde van de lobben. Ook heeft Kapjesvingermos meestal een marmering op het thallus wat Heksenvingermos niet heeft.

Groot dooiermos in een vroeg stadium, waarbij de bekertjes nog eerder groen dan dooier-geel zijn.

Groot dooiermos in een later stadium met al dooier-gele bekertjes, groeiend op gesnoeide takjes van lage struiken.

Groot dooiermos (Xanthoria parietina), ook wel steenkorstmos, is een veel voorkomende en opvallende soort korstmos. De kleur is meestal heldergeel tot oranje, maar ook andere kleurschakeringen komen voor. Meestal zijn er apotheciën (schotelvormige vruchtlichamen) aanwezig, die van binnen donkeroranje zijn gekleurd. De gele kleurstof parietinezuur werd vroeger wel gebruikt als verfstof. De gele kleurstof wordt bloedrood wanneer deze in aanraking komt met een sterke base, zoals kaliloog of natronloog. Dit soort kleurreacties worden veel gebruikt om korstmossen op naam te brengen.

Het groot dooiermos komt vooral voor op basische substraten, en is bijvoorbeeld zeer algemeen in gebieden met intensieve veehouderij: de aanwezigheid van ammoniak bevordert de groei. Het groeit op schors van bomen, op steenachtige ondergrond als beton, baksteen en stoeptegels en zelfs op asbest en op het asfalt van rustige wegen.

De laatste jaren komt de soort in Nederland (en ander delen van Europa) steeds meer voor, omdat ze kan profiteren van vervuiling met stikstofverbindingen. Witstippelschildmos groeit als epifyt op goedbelichte bomen met een niet al te zure schors, soms ook op steen.

dinsdag 23 januari 2018

Groot Dooiermos op een schuttingmuur

Korstmossen zie je tegenwoordig overal. Ze groeien op boomschors, muurtjes, betonpalen en meer. Wie er even bij stil staat en ze goed bekijkt ziet dat ze fascinerend mooi zijn, vele daarvan in ieder geval. Maar als ze groeien tussen ander mos kan het een mooi kleuren-schouwspel opleveren. Deze groeien bij mij thuis op de schuttingmuur langs de oprit.

Thuis, op de schuttingmuur met de buren groeien kleine groepjes Groot Dooiermos

Groot dooiermos (Xanthoria parietina), ook wel steenkorstmos, is een veel voorkomende en opvallende soort korstmos. De kleur is meestal heldergeel tot oranje, maar ook andere kleurschakeringen komen voor. Meestal zijn er apotheciën (schotelvormige vruchtlichamen) aanwezig, die van binnen donkeroranje zijn gekleurd. De gele kleurstof parietinezuur werd vroeger wel gebruikt als verfstof. De gele kleurstof wordt bloedrood wanneer deze in aanraking komt met een sterke base, zoals kaliloog of natronloog. Dit soort kleurreacties worden veel gebruikt om korstmossen op naam te brengen.


Het groot dooiermos komt vooral voor op basische substraten, en is bijvoorbeeld zeer algemeen in gebieden met intensieve veehouderij: de aanwezigheid van ammoniak bevordert de groei. Het groeit op schors van bomen, op steenachtige ondergrond als beton, baksteen en stoeptegels en zelfs op asbest en op het asfalt van rustige wegen.

De laatste jaren komt de soort in Nederland (en ander delen van Europa) steeds meer voor, omdat ze kan profiteren van vervuiling met stikstofverbindingen. Witstippelschildmos groeit als epifyt op goedbelichte bomen met een niet al te zure schors, soms ook op steen.

Oranje Dooiermos op markeringspaal

Oranje dooiermos (Xanthoria calcicola) groeit op verschillende steensoorten die goed belicht zijn door de zon, ook groeit Oranje dooiermos op goedbelichte droge boomschors. Deze groeit op een betonnen markeringspaal van een van de Nutsvoorzieningen langs de weg van de N269 naar Hooge Mierde.

Korstmossen, waaronder het Oranje dooiermos gedijen in armoede

Oranje dooiermos lijkt op Groot dooiermos (Xanthoria parietina) welke meestal wat geler is, altijd apotheciën heeft en nooit isidiën. Het thallus van Oranje Dooiermos bladvormig, oranje, in het midden met holle knobbels, die ongeveer even hoog als breed zijn en af en toe met een paar apotheciën.

Hoewel Nederland een van de aan korstmossoorten armste landen ter wereld is, groeien de korstmossen overal om ons heen, tot in de bebouwde omgeving. Veel korstmossen zijn gevoelig voor luchtverontreiniging, met name voor ammoniak en zwaveldioxide, andere varen daar juist wel bij. Kennis van korstmossen kan dus aanwijzingen geven over de toestand van de lucht en de neerslag. Gele dooiermossen gedijen bijzonder goed in gebieden waar hoge ammoniak en stikstof voor komt, b.v. de intensieve landbouwgebieden.


Korstmossen zijn gewoon mooi en alleen daarom al het bestuderen en bekijken waard. Een korstmos is een dubbelwezen, bestaande uit een schimmel en een alg. Met mos heeft een korstmos niets te maken. De schimmel en de alg kunnen zelfstandig leven als ze genoeg vocht en voedingsstoffen tot hun beschikking hebben. Alleen onder extreme omstandigheden vormen ze samen een korstmos. De korstmossenkenners Aptroot en Van Herk noemen die samenwerking een hongersymbiose. Dankzij die samenwerking tussen een schimmel en een alg kunnen korstmossen groeien op de meest onherbergzame plekken op aarde. In het hooggebergte bijvoorbeeld, waar geen enkele andere plant het uithoudt. En op daken die in de zomerzon gloeiend heet worden en op andere kurkdroge plekken, waar geen voedsel aanwezig lijkt te zijn.

Korstmossen leven van de lucht: ze nemen direct uit de neerslag voedingszouten op. Als de neerslag veel voedsel bevat, kunnen schimmel en alg hun eigen weg gaan en is het korstmos niet meer te vinden. Veel korstmossen mijden kalk en groeien dus op een neutrale of zure ondergrond. Andere moeten het juist hebben van een basische ondergrond en groeien vooral op kalkhoudende gesteenten. Eikenschors is zuurder dan wilgenschors. Daarom groeien verschillende korstmossen op verschillende boomsoorten. Ammoniak is een base en als die neerslaat op de zure eikenschors, biedt dat mogelijkheden voor de vestiging van stikstofminnende soorten zoals de dooiermossen. In de bodem zetten bacteriën ammoniak om in salpeterzuur, een vergif voor veel levende wezens en ook voor de meeste korstmossen.

Groot en oranje dooiermos lijken erg op elkaar en zijn nauw aan elkaar verwant. Groot dooiermos wordt ook oranje steenkorstmos genoemd, oranje dooiermos soms oranje wratkorstmos. Dat geeft nogal wat naamsverwarring. Ik twijfel er soms aan of het aparte soorten zijn. Beide zijn bladvormig en oranje, het grote dooiermos met duidelijk met het blote oog zichtbare, grote oranje apotheciën met een gele rand, het oranje dooiermos met holle knobbels in het midden, waartussen af en toe een paar apotheciën.

Het grote dooiermos is uiterst algemeen op daken, op tuinmuurtjes, op betonnen paaltjes en tegenwoordig ook op bomen. In de duinen bedekt het de takken van oude vlieren, maar ook in het binnenland heb ik het vaak op vlieren gevonden. Het oranje dooiermos groeit op dezelfde plaatsen als het grote dooiermos, maar meer in kuststreken dan in het binnenland. Groot dooiermos is soms grijs gekleurd, net als het muurschotelmos, dat in grote rozetten groeit op trottoirs die weinig belopen worden. Ook dit korstmos doet het goed dankzij de ammoniakuitstoot.

woensdag 17 januari 2018

RØDE VideoMic Pro+ bij 5 á 6 Beaufort

Vandaag een microfoon windruis test van de RØDE VideoMic Pro+ met de Rycote Mini Windjammer.

Bij videografie (filmen) kun je kiezen om het geluid op te nemen met de microfoon die in de camera is ingebouwd, of je gebruikt een externe microfoon. Bij de keuze om externe microfoons te gebruiken heb je de mogelijkheid om richtingsgevoelige microfoons te gebruiken. Deze microfoons zijn gevoelig naar de voorkant en minder gevoelig naar de zij- en achterkant. In beide gevallen is het lastig, zo niet onmogelijk om storingsvrije geluidsopname te maken als de harde wind in de microfoon staat te bulderen. Dan valt of staat de kwaliteit van de microfoon met de ruisfilter mogelijkheden die daar voor nodig zijn.



De "RØDE VideoMic Pro+" is daar uitermate geschikt voor. Vanmiddag teste ik de microfoon, die uitgerust was met de "Rycote Mini Windjammer", speciaal voor de Rode VideoMic Pro+. Bij windkracht 5 á 6, zoal vanmiddag, is het zeer lastig om geen gebulder van de wind in de microfoon te krijgen. Het lijkt dan net of er onweer in de lucht hangt. De Rycote Windjammer alleen was niet voldoende, dus heb ik van kunstbond een iets groter exemplaar gemaakt die, als een soort overjas over de originele Rycote Windjammer werd geschoven. Deze zelfvervaardigde 'windjammer' heeft een losse, ruime passing, om te voorkomen dat de haren van de originele windjammer plat gedrukt worden. Zo wordt meer winddemping verkregen, terwijl het geluid ongehinderd door het materiaal de microfoon kan bereiken.

De combinatie van de RØDE windruis filtertechniek en de dubbele windjammer geeft de mogelijkheid om bij harde wind toch goede opnames te kunnen maken. De RØDE VideoMic Pro+ heeft de mogelijkheid om lage tonen te dempen, te weten geluidsdemping onder 75 Hz of alles dempen onder 150 Hz. Wind en windgebulder zitten in het lage tonen gebied. De testvideo is natuurgetrouw opgenomen. Het geluid is niet bewerkt en er is geen windstil plekje opgezocht. Het lokale verkeer dat langs kwam rijden is ook niet weggedrukt en omstanders mochten normaal praten en ander voorkomend geluid maken.

Aan het einde van de video vertel ik u de gebruikte instellingen van de microfoon en het opnameniveau van de Panasonic HC-VX870 4K camcorder.

maandag 15 januari 2018

De Ortlieb fietstas als fiets-fototas

Met de fiets op pad en toch een fotocamera met telelens en statief mee nemen, hoe doe je dat op een veilige manier. Hang een fietstas aan de bagagedrager en het statief op de fietsendrager, maar dan veilig zonder de dure apparatuur te beschadigen.

Mijn fiets is een hybride, de tas hangt veilig met een automatisch vergrendel systeem aan de rechter kant van de fiets.

De tas die zich goed leent voor deze toepassing is de Ortlieb Office-Bag QL2.1 High Visibility Zwart Reflective. Onderkant en zijkanten in de tas zijn voorzien met een uitneembare versteviging. Die heb ik aan de binnenzijde voorzien van een laag foam van anderhalve centimeter dik, bekleed met zwart fluweel stof, dat aan de rugzijde met contactspray is vastgelijmd.

Het aankoppelen van de tas gebeurt met het QR 2.1 systeem. QR staat voor Quick Release, of snel ontkoppelen. Het aankoppelen gebeurt met een vergrendelsysteem, die zich bij het aankoppelen automatisch sluit. Het loskoppelen gebeurt door de tas met het handgreep-lint van de bagagedrager af te nemen. Een verstelbare haak aan de binnen-onderzijde voorkomt dat de tas onderweg gaat klapperen. De tas wordt geleverd mer een schouder draagriem. Zo is de tas ook makkelijk te dragen als de fiets (afgesloten) achtergelaten moet worden. Monteer voor de zekerheid een AXA fietsslot met kabel. Zo kan de fiets aan een paal of boom worden vastgezet.

Website Ortlieb: www.ortlieb.com/nl/Office-Bag%20High%20Visibility/
Productblad:      Ortlieb Office-Bag QL2.1 High Visibility Zwart Reflective
Handleiding:      Ortlieb Office-Bag QL2.1 High Visibility Zwart Reflective

De tas, die een basisprijs heeft van € 175,00, kost bij Futurumshop.nl € 129.95 Inclusief 21% BTW.

Links; met het statief en de fietstas op pad. Rechts; in de tas, een spiegelreflexcamera met de Nikon 200-500 mm telelens past precies.

Drie redenen om deze Ortlieb tas te kopen:
  • 1. Ruime opbergmogelijkheid (21 liter)
  • 2. Topkwaliteit achtertas
  • 3. Waterdicht, dus goed beschermend
De Ortlieb Office-Bag QL2.1 is perfect als je op zoek bent naar een tas waarin je lekker veel spullen kunt meenemen, die er ook nog eens goed uitziet. Op kantoor heeft deze tas een elegante zwarte kleur, maar in het donker worden daarnaast de reflecterende strepen zichtbaar die ervoor zorgen dat je extra goed opvalt in het verkeer. Een snelle en ongecompliceerde bevestiging aan de bagagedrager garandeert het praktische en nieuwe Quick-Lock 2.1 houdersysteem. Met voldoende ruimte voor twee DIN A4 ordners en diverse schrijfwaren kom je bovendien nooit ruimte tekort.

Specificaties Ortlieb Office-Bag QL2.1 High Visibility Zwart Reflective
  • Handige kantoor- en fietstas
  • Overdag elegant zwart, het donker extra veilig dankzij reflecterende elementen
  • Voldoende ruimte voor twee DIN A4 ordners en diverse schrijfwaren
  • Met stabiele standvoetjes
  • Snelle en ongecompliceerde bevestiging aan bagagedrager met nieuw Quick-Lock 2.1 systeem
  • Draag de tas gemakkelijk om de schouder met draagriem (meegeleverd)
  • Krasbestendig materiaal
  • Volledig waterdicht (IP64)
  • PVC-vrij
  • Inhoud: 21 liter
  • Afmetingen: 30 cm (hoogte), 40 cm (breedte)
  • Gewicht: 1730 gram
  • Kleur: Zwart Reflective


Simson Snelbindernet
Om het statief op de bagagedrager vast te zetten gebruik ik een snelbinder net. Simson heeft een snelbinder net in het fietsaccessoires programma. Adviesprijs: € 9,95 Incl. BTW. Simson artikelnummer: 021811.

Het Simson Snelbindernet is ideaal voor het stevig vastzetten van spullen op bijvoorbeeld de bagagedrager. Het net knelt de bagage niet af en houdt ook spullen als een bal en handtas op hun plaats. Ook handig om bagage in een krat af te dekken en veilig te vervoeren. Het snelbinder net kan eenvoudig op de bagagedrager van een fiets worden geklikt indien er een voorbereiding aanwezig is, of monteer de snelbinder met de meegeleverde haken op de fiets.


Conclusie
Zo is het mogelijk om in natuurgebieden te gaan fotograferen die enkel toegankelijk zijn voor voetgangers en fietsers. Dat kan natuurlijk ook te voet, maar wil je met een camera met telelens, statief en mogelijk ook nog met microfoon en andere extra's de natuur in, dan is dragen niet te doen. Soms wil je ook nog een extra camera mee nemen, een tweede fotocamera met een normale lens, of een videocamera. Zo ben je in staat om afgelegen plaatsen te bereiken en de mooiste foto's of video's te maken.

zondag 14 januari 2018

Gele korstmossen door te veel ammoniak

Als er één organisme een hele goede indicator is voor onze luchtkwaliteit, dan is het wel een korstmos. Een van de stoffen waarop deze samenlevingsvorm tussen schimmel en alg reageert is namelijk ammoniak. Sommige soorten gedijen prima bij de aanwezigheid van ammoniak, andere soorten zijn juist ammoniak haters.

Oranje dooiermos

In 1979 werd een onderzoek gestart welke soorten korstmossen er groeien en hoe zich dat in de jaren ontwikkelt. Per provincie werden 200 tot 900 meetpunten aangewezen. De bevindingen zijn opzienbarend. Ondanks alle ammoniakmaatregelen door de overheid blijkt in de natuurgebieden de hoeveelheid ammoniak juist toegenomen te zijn. Dat blijkt uit zowel de metingen van het RIVM als door het onderzoeker Kok van Herk. Het RIVM meet sinds midden jaren 80 de concentratie ammoniak in de lucht. Tussen 1993 en 2004 nam die concentratie flink af met ruim een derde, maar tussen 2005 en 2014 nam ze weer stevig toe met een vijfde. Ondanks alle ammoniakmaatregelen voor de intensieve veehouderij.

Naast de metingen door het RIVM ziet Kok van Herk het resultaat van de toename van ammoniak aan de korstmossen in de natuurgebieden. Door de ammoniak rukken de ammoniak-minnende soorten steeds meer op in de natuurgebieden. Zo vindt hij er steeds meer groot dooiermos, poedergeelmos en heksenvingermos. Allemaal soorten te herkennen aan hun gele kleur. De bomen (met name eiken) in onze natuurgebieden kleuren naar aanleiding van de opkomst van deze ammoniak-minnende soorten dan ook steeds meer geel. Soorten die voorheen de bomen groen kleurden, zoals groot boerenkoolmos en eikenmos en baardmos, hebben het erg moeilijk onder de huidige omstandigheden.

Groot dooiermos

Vreemd genoeg worden de ammoniak-minnende soorten juist in onze natuurgebieden gevonden, en niet in de omgeving van de intensieve veehouderijen. Daar is de concentratie ammoniak wel degelijk gedaald. Hoe de verplaatsing van de ammoniak van de bron naar de natuurgebieden plaats heeft kunnen vinden, is een raadsel voor alle deskundigen. Maar het stemt Kok van Herk erg somber: de opkomst van ammoniak duidt op een toename van stikstof. Iets waar veel vegetatie gevoelig voor is. Mogelijkerwijs kan hierdoor de soortenrijkdom in onze natuurgebieden afnemen en dat is een hele slechte zaak voor de 160 beschermde Natura2000-gebieden. Juist voor deze gebieden is door Europa vastgelegd dat de soortenrijkdom er niet verder mag afnemen.

Tekst: Vroegevogels