zondag 28 februari 2021

Overvliegende Houtduif

Vanmorgen stond ik naar een roffelende houtspecht te kijken, toen ik een houtduif in het vizier kreeg. Net toen ik een foto wouw maken vloog de duif weg. Dan maar in de vlucht dacht ik en drukte af.


De Houtduif - Duiven (Columbidae), Common Wood Pigeon, Columba palumbus

De houtduif is de meest voorkomende duif van Nederland. Hij komt in steden voor in tuinen en parken maar ook in het buitengebied op akkers. Meestal zijn ze op de grond naar voedsel aan het zoeken of zitten ze in een boom luid te koeren. Bij het opvliegen maken ze nogal wat kabaal doordat de vleugels boven en onder het lichaam tegen elkaar klappen.

De Houtduif is de grootste duif van ons land. De adulte houtduif heeft een witte vlek in de nek, een brede roze borst en een zeer kenmerkende witte streep op de vleugels, die goed zichtbaar zijn tijdens de vlucht. Door die witte vleugelstreep is de houtduif op grotere afstand gemakkelijk te onderscheiden van de stadsduif en holenduif. Jonge houtduiven missen de witte halsvlek.


Houtduiven komen voor in vrijwel het hele land, zij ontbreken alleen in de meest boomloze landschappen. Zij broeden in uiteenlopende biotopen, van tuinen en parken tot bossen. Voor hun voedsel bezoeken ze daarnaast ook vaak akkers waar graanresten te vinden zijn. Hoewel zij in het broedseizoen vaak solitair zijn, kunnen ze buiten het broedseizoen in grote groepen worden aangetroffen. In herfst en winter soms massaal in eikenbossen om eikels te eten.
Op het menu staat voornamelijk plantaardig materiaal, zoals zaden, knoppen en bladeren. Net als oogstresten (granen) zijn deze te vinden op akkers, maar ook in de bebouwde omgeving is voldoende voedsel te vinden. Zoals in tuinen, maar ook rondslingerende etensresten zijn in trek. Jongen worden de eerste week gevoed met 'duivenmelk' uit de krop van de ouders.

vrijdag 26 februari 2021

Rabatten snoeiwerk langs de Groote Beerze

Van de week heb ik video-opnames gemaakt voor Waterschap De Dommel. Mij werd gevraagd om de gehele herinrichting van de Groote Beerze op video en foto vast te leggen. Project “Herinrichting Beekdal Groote Beerze, traject 1” wordt dit jaar doorgevoerd. Het betreft het traject vanaf de weg Netersel / Casteren tot aan het einde van Natuurgebied Grijze Steen. Hier al enkele foto's die ik tijdens de video-opnames maakte.


Michiels Verhuur- en Loonbedrijf uit Netersel voert het snoeien uit met een kraan die uitgerust is met een kniptang.

Met de het snoeien van de rabatten langs de Groote Beerze tussen Netersel en Casteren is eerste fase van de herinrichting van de Groote Beerze (traject 1) al begonnen. De herinrichting wordt gedaan door Waterschap de Dommel en Brabants Landschap. Het snoeien binnen het rabatten gebied komt voor rekening van Brabants Landschap, die daar eigenaar van is. Het stroomgebied komt voor rekening van het Waterschap.


Video: Rabatten snoeien - Groote Beerze Netersel / Casteren

Punt 5 van de werkzaamheden is het aanbrengen gronddammen in rabatten. Als voorbereiding daarop moeten de rabatten eerst uitgesnoeid worden. De waardevolle bomen krijgen de ruimte, terwijl struiken worden weggehaald. Dit moet voor 15 maart klaar zijn daar dan het wettige broedseizoen begint. Alles wat op die datum niet klaar is moet wachten tot na het broedseizoen, wat als nadeel heeft dat de struiken dan ook volop in blad staan. Een bijkomend voordeel van het snoeien is de verjonging van de struiken, wat weer een goede broed en schuilplaats geeft voor veel vogels en kleine dieren.


Het project “Herinrichting Beekdal Groote Beerze, traject 1” wordt uitgevoerd door Waterschap De Dommel. Het ontwerp is in samenwerking met de gemeente Bladel, gemeente Oirschot, ZLTO, Brabants Landschap, provincie Noord-Brabant en particuliere grondeigenaren tot stand gekomen. Deze partijen staan achter de herinrichting van het plangebied zoals beschreven in dit Projectplan en hebben gezamenlijk afspraken gemaakt voor ontwerp, uitvoering en beheer van het gebied.

Het uiteindelijke doel is het bergen van water tijdens en na extreme regenval, en het langer vasthouden van het water zodat het water niet weg stroomt richting de grote rivieren en de Noordzee, maar de kans krijgt om in de grond weg te zakken. Zo wordt de verdroging aangepakt.


De rabatten na het snoeien.

Rabatten zijn langwerpige ophogingen die gelegen zijn tussen greppels. De grond die uit de greppels afkomstig is wordt gebruikt om het rabat mee op te hogen. De methode wordt in de bosbouw toegepast om droge stroken te verkrijgen waarop dan de bomen geplant worden. De greppels dienen ter ontwatering. Rabatten zijn maar enkele meters breed doch kunnen tientallen meters lang zijn, er liggen dan ook meestal vele greppels naast elkaar in een op rabatten aangelegd bos. Rabatten werden aangelegd op zeer natte, moerasachtige bodems maar ook op wat drogere grond.

Met dank aan:
Waterschap de Dommel https://www.dommel.nl
Brabants Landschap http://www.brabantslandschap.nl
Michiels Verhuur- en Loonbedrijf https://www.jmichiels.nl

zaterdag 20 februari 2021

De Chinese Knobbelgans is een Zwaangans

Een gans met een knobbelsnavel, net zoals de Knobbelzwaan die heeft. Ook de witte rand achter de snavel en de bruine verticale band vanaf zijn hoofd over de achterkant van de nek waren opvallend. Het is de Chinese Knobbelgans, een exoot die je niet alle dagen tegen komt.

Deze Chinese Knobbelganzen vormen duidelijk een koppel.

De Chinese Knobbelgans heeft een korte snavel met een duidelijke knobbel boven op de snavelbasis, met daarachter een witte band rondom de snavel. Knobbelgans is de gedomesticeerde vorm van de Zwaangans. De Zwaangans is een tamelijk zeldzame soort die leeft op steppemeren en rivierdalen in Zuidwest-Rusland, China en Mongolië. De soort heeft in het wild de status “kwetsbaar”. De Zwaangans is een grote gans, vergelijkbaar met Grauwe Gans, met een zeer lange nek, een vrij smalle, langwerpige kop en een lange zwarte snavel. De bovenkant van de kop en achterzijde van de hals zijn donkerbruin, de voorzijde van de hals licht bruin tot beige. De kans is klein dat een Zwaangans in wildvorm wordt waargenomen in Nederland, omdat deze buiten China weinig wordt gehouden. Het is desondanks wel handig om te weten hoe de wildvorm er uit ziet om het onderscheid te kunnen maken tussen Knobbelgans en Soepgans. De Chinese Knobbelgans is dus duidelijk geen soepgans.

De rechter gans, en op de rechter foto de voorste, is het vrouwtje, te herkennen aan de eierzak en de kropzak.

Het verschil tussen een mannetje en een vrouwtje zie je doordat het vrouwtje een grotere hangbuik heeft dan een mannetje. Eigenlijk is dat de eierzak die nu goed te zien is. In de broedtijd zie je dat het best.

De Knobbelgans is zwaarder van bouw dan de wildvorm (vaak met ‘hangbuik’ en iets opgerichte staart), en heeft een zwarte knobbel op de snavel en een keelflap. Vaak worden waarnemingen van Knobbelganzen verzameld in de categorie 'soepgans' wat helemaal niet terecht is, aangezien soepgans strikt genomen verwijst naar alle gedomesticeerde varianten van Grauwe Gans. Knobbelganzen onderscheiden zich van Soepganzen door de zwarte snavel en grote knobbel en het contrast tussen de donkere achterzijde van de nek en de lichte voorzijde.


vrijdag 19 februari 2021

Groene specht vrouwtje gespot in de houtwal

Vanmorgen zat de Groene specht weer in de houtwal achter onze veldschuur. Een prachtige vogel, maar schuw. Deze foto is van vorig jaar. Ik had vanmorgen geen camera bij, maar heb mijn oude caravan alvast achter in het weiland gezet om die te gebruiken als schuilplaats voor het maken van foto's. Als het zonnig weer is kan ik vanuit de caravan proberen om vogels in de houtwal te fotograferen.

Groene specht (Picus viridis) vrouw in de houtwal.

Groene spechten zijn standvogels van open loofbossen, hoogstamboomgaarden, parken en oude houtsingels. Hij broedt meestal in een zelfgehakt hol in een oude loofboom. In de zomermaanden bestaat zijn voedsel vooral uit grote mieren (vooral rode bosmieren) en wordt meestal op de grond verzameld. De lachende roep van de groene specht is een opvallend kenmerk. Roffelt niet vaak en zwak, dat is meer voor de zwarte specht.


De groene specht is een forse vogel, met in vlucht opvallend groene stug en stuit en diep golvende vlucht. De kop van de groene specht is opvallend getekend met rode kruin en zwarte vlek rondom het oog. Mannetjes hebben daarnaast ook nog een rode vlek onder het oog, deze vlek is bij vrouwtjes zwart. Ze hebben een grijze dolksnavel. Onvolwassen vogels zijn zwaar gevlekt over het gehele lichaam. De kenmerkende lachende roep van de groene specht valt vaak het eerst op. Heeft een diepe golvende vlucht en zoekt vaak op de grond naar mieren.

dinsdag 16 februari 2021

De sneeuw is bijna weg, het ijs nog niet

Na een winterse week gaat het weer de komende tijd uit een heel ander vaatje tappen. Een weertype dat de afgelopen weken niet echt in de 30-daagse verwachting heeft gezeten, maar er naar alle waarschijnlijkheid toch echt gaat komen. Een overgang naar lenteweer! En dat in februari, terwijl het eigenlijk nog 'hartje winter' is.


Langs en op de wegen is het inmiddels sneeuwvrij. Op een enkele plaats zijn nog opgewaaide sneeuwresten te zien.

Op de Europese temperatuurkaart is te zien dat de verwachte temperatuurafwijking voor week 2 in de periode, ofwel voor de week van 22 februari. In de Benelux wordt een 3 tot 5 graden bovennormale temperatuur verwacht, wat een behoorlijk forse afwijking is op basis van een hele week. Overigens hadden we afgelopen week een negatieve afwijking van eveneens 3 tot 5 graden. De voorbije koude periode en de aanstaande zachte periode zouden elkaar dus kunnen 'opheffen' in het gemiddelde van heel februari! Daardoor zal de temperatuur alsnog rond normaal (of iets boven normaal) uitkomen aan het eind van de maand.

Echter: de verschillen die we meemaken zijn ronduit bijzonder te noemen deze maand. Vorige week was het in de Achterhoek nog -16,2 graden, volgende week zou daar misschien wel een lokale +20 graden tegenover komen te staan. Een verschil van 36 graden in Nederland binnen zo'n korte tijd is niet uniek, maar wel vrij uitzonderlijk! Dit verschil kan trouwens nog groter: in maart 2005 hadden we eerst -20,7 graden in de Noordoostpolder, enkele weken later werd +21,3 graden gemeten. Een verschil van exact 42 graden in één maand! (bron Weerplaza.nl)


Zondag werd er in Reusel op het Beleven nog geschaatst. Nu is het het water weer voor de natuur, de watervogels dus.

De afgelopen vorstperiode werd er volop geschaatst op vennen en plassen. Ook in onze buurt, en niet alleen op de Flaes in landgoed De Utrecht. Brabants Landschap had toestemming gegeven om ook in Reusel op het Beleven te schaatsen. Natuurlijk binnen de regels die de overheid heeft uitgevaardigd ten aanzien van de corona bestrijding. Ik reed zondag al vroeg in de ochtend langs het Beleven. De rij auto's die langs het Beleven (straat) geparkeerd stonden was al aangegroeid tot ongeveer zo'n 350 meter. De schaatsers waren wel goed verspreid over de gehele ijsvloer. Of dat ook zo is gebleven weet ik niet, bovendien wou ik dat ook niet weten. Ik ga daar immers niet over.

Goed, nu de dooi is ingetreden is het ven er weer voor de watervogels. Voordat die weer massaal op het water te zien zullen zijn is het wachten tot het ijs grotendeels is weggesmolten. Dat duurt nog een tijd. Afhankelijk van de dikte van het ijs kan het een week tot zelfs drie weken duren voordat het ijs helemaal weg is. Sneeuw is minder dicht als ijs en zal de warmte beter opnemen en sneller smelten als dat bij het ijs het geval is. Bovendien ligt het ijs in koud water. Omdat de bodem, en het water, maar langzaam opwarmen zal het ijs ook maar langzaam smelten.

maandag 15 februari 2021

Na de koude komt de lente eraan

Goed nieuws voor iedereen die het inmiddels wel gehad heeft met de sneeuw en kou: er komt een omslag aan. Zondag kan het zelfs tot 18 graden worden en is er flink wat zon. "Het zal lenteachtig aanvoelen”, zegt weerman Wouter van Bernebeek van Weerplaza.

Met een draai en de vleugels helemaal gespreid komt de Koolmees bij de nestkast aangevlogen, zijn snavel vol met nestmateriaal. (foto 2020)

Gisteren werd er nog nog massaal geschaatst, vanaf zaterdag kunnen we ons op de lente gaan verheugen. Het warmere lenteweer hebben we te danken aan een zuidenwind die de hele week over ons land trekt. De luchtsoort uit het Middellandse Zeegebied zorgt ervoor dat de temperatuur in korte tijd stijgt. "De komende dagen zal het nog wat kouder en bewolkt zijn, we hebben te maken met typisch dooiweer", vertelt Bernebeek. "Maar in het midden en zuiden van het land loopt de temperatuur morgen al wel op richting de 10 graden."

Vanaf vrijdag of zaterdag stijgt de temperatuur flink. "Zaterdag komen de temperaturen in de zuidelijke provincies al uit op 15 graden en regionaal kan het tot 18 graden worden", aldus de weerman. Dat is best bijzonder; vorige week was het nog -16 graden. "Dat is toch een verschil van bijna 35 graden binnen twee weken." In het noorden van het land blijft de temperatuur steken rond de 10 graden door invloed van het koude zeewater. Maar in het midden en oosten wordt het tussen de 13 en 15 graden. "Ook dat zal zacht en lenteachtig aanvoelen na zo’n koude periode. Als de temperaturen doorzetten, kun je spreken van lenteweer. Twee jaar geleden was het eind februari 20 graden in Limburg. Het is niet uitgesloten dat we dat dit jaar weer halen."

Het wordt niet alleen warmer, ook de zon laat zich komend weekend flink wat uren zien. Na het weekend wordt het iets minder zacht, maar een terugkeer van winterweer lijkt niet aan de orde. De weersomslag zal ook te merken zijn aan het gedrag van de vogels. Spoedig zullen de eerste beginnen met het bouwen van hun nesten.

zondag 14 februari 2021

Goudhaantje zoekt voedsel in sneeuwranden

Tijdens mijn wandeling door de Hulselse Staat zag ik vanmorgen enkele Goudhaantjes die in de sneeuwranden tegen de bomen naar voedsel zochten. Ik heb met zekerheid een stuk of twaalf van het kleinste vogeltje in ons land gezien. Waarschijnlijk zaten er nog meer, maar die zaten te ver weg om daar zekerheid over te hebben.


De Goudhaan (of Goudhaantje) is het kleinste vogeltje in Europa, kleiner dus als de Winterkoning.

De goudhaan is Europa’s kleinste vogel. Van snavel tot staartpunt meet hij slechts 8,5 cm, en ze wegen vaak niet meer dan 5 gram. Het is een zangvogel die vooral te vinden is in naaldbossen met lariksen en sparren. Ook al komen er grote aantallen goudhaantjes voor in ons land, ze worden in de broedtijd niet vaak gezien. Ze leven namelijk vooral in de toppen van naaldbomen. Hun aanwezigheid wordt meestal verraden door hun liedje of roepjes van hoge tonen: "zrie-zrie-zrie". Door de hoge tonen zijn ze helaas minder goed te horen voor oudere mensen waarbij het gehoor wat achteruit is gegaan. Ze leven in groepjes en trekken vaak op met mezen. Goudhaantjes kunnen ontzettend tam zijn en vooral in de trektijd als er duizenden in ons land neerstrijken, zijn ze zo met voedsel zoeken bezig dat je ze soms bijna aan kunt raken.


Het Goudhaantje is een klein, mosgroen vogeltje met een opvallende gele kruinstreep met zwarte zijbanen. Wat ook opvalt, is het zwarte kraaloog in een witgrijs gezicht. Ze vliegen vaak rusteloos door het (naald)bos, af en toe stilhangend. Het mannetje kenmerkt zich door een duidelijke felle oranje veeg in de gele kruinstreep. Ze leven van geleedpotigen. Over het algemeen aangepast aan kleine soorten zoals springstaarten (Collembola), bladluizen (Aphidoidea), kleine motten (Lepidoptera) en kleine spinnetjes (Araneae).

Het zijn hoofdzakelijk trekvogels, maar populaties verschuiven, zodat je ze wel het hele jaar kunt zien. Alleen in Noord Scandinavië vertrekken alle goudhanen in de winter. De Waddeneilanden kunnen in het najaar overspoeld raken met goudhanen. In een klein struikje zitten dan soms wel tien tot vijftien goudhaantjes. De soort heeft twee grote trekroutes: één zuidwest langs de kust van Noorwegen, Denemarken en Nederland richting West- en Zuid-Europa, de ander oost van Scandinavië en de Baltische staten naar Polen en tot in de Balkan; overwintert in grote delen van Zuid-Europa inclusief de Mediterrane eilanden, maar bereikt bijna nooit Afrika. Nachttrekker. Najaarstrek september - november, voorjaarstrek maart - april.

Laatste sneeuw en ijsdag deze winter?

De ijsvloeren konden vannacht weer wat aandikken, met temperaturen van rond de -10 graden. De zon schijnt vandaag weer volop. Maar de weergoden stellen dooi in het vooruitzicht. De temperatuur loopt nu al tot iets boven nul. De voorspellingen wijzen op dooi. Vannacht blijft het in de Brabantse Kempen iets boven nul, en rond een uur of drie kan het licht beginnen met regenen. Maandag (morgen) loopt het kwik langzaam op tot 5 graden boven nul.


Deze sneeuwperiode was er een die we lang niet hebben gehad. Maar daar lijkt nu ook weer een einde aan te komen.

In de loop van zondag zien we wel bewolking toenemen en in de zuidelijk helft van het land loopt de temperatuur ’s middags op tot zo’n 3 tot 6 graden. De lucht is dan nog wel heel droog dus het ijs zal er niet direct onder lijden. In de avond en nacht zal de bewolking verder toenemen en komt zachtere lucht naderbij. Op de meeste plaatsen gaat het nog wel een graadje vriezen.

De komende dagen is het bewolkt en is de kans op neerslag hoog in de Kempen, met morgen natte sneeuw en dinsdag regen. De temperatuur stijgt tot 10 °C overdag en 4 °C 's nachts. De wind waait uit het zuiden en is matig, windkracht 4. Vanaf woensdag neemt de kans op neerslag af. Tijdens mijn wandeling in de Hulselse Staat merkte ik al dat de zon van de kracht had om hier en daar iets van dooi te laten ontstaan.


Vroeger zei men dat strenge vorsthet ongedierte helpt verminderen. Heeft dat dan ook een gunstig effect op de eikenprocessierups. Vooral de temperatuur in maart en in mindere mate februari bepaalt wanneer de eikenprocessierupsen uit hun ei komen. Voor zover nu bekend maakt het voor de overlevingskansen en populatieontwikkeling niet uit of een winter warm of koud is. Twee weken diepvries doet de rupsen niets. Eikenprocessierupsen gaan als ei de winter door. De rupsjes liggen in feite al maanden - vanaf augustus/september - klaar in hun ei, wachtend op de komst van het voorjaar. Als je de eitjes nu open zou maken, kruipen ze er gewoon uit. De afgelopen 16 jaar kwamen de eerste eikenprocessierupsen gemiddeld op 8 april uit het ei. Uit een nieuwe analyse blijkt dat de uitkomstdatum over het algemeen niet zo heel veel beïnvloed wordt door de januaritemperatuur. De temperatuur in maart, en in mindere mate de temperatuur in februari, blijkt het meest bepalend voor de uitkomstdatum.

Een strenge winter doet wel veel vogels de das om die van vis leven. Als ze daar niet meer bij kunnen, hebben ze niets te eten. Als in een periode met strenge vorst alles is dicht gevroren is het snel gedaan. De enige hoop voor deze vogels is stromend water, zoals beken en rivieren. De IJsvogel, Roerdomp, Rallen, reigers en nog een aantal, jagen op vis en wat er nog meer leeft in water- of moerasgebieden. Ook uilen hebben het moeilijk nu er een dik sneeuwtapijt ligt. De muizen zitten onder de sneeuw en vaak ook in hun ondergrondse gangen.

Laat hopen dat de dooi niet te laat komt voor de kwetsbare vogels. De IJsvogel heeft al meerdere keren een flinke klap te verduren gehad. De laatste twee relatief strenge winters hebben de ijsvogels het al flink voor de kiezen gehad. Hoewel de naam anders doet vermoeden, hebben ijsvogels helemaal niets met ijs en kou. Omdat ze eigenlijk volledig afhankelijk zijn van kleine visjes, wordt het bij ijs en sneeuw erg lastig om aan voedsel te komen. Tijdens de laatste strenge winters is het ijsvogelbestand dan ook behoorlijk afgenomen. Het afgelopen seizoen hebben de sterkste overgebleven ijsvogels weer een flink aantal jongen moeten produceren om het winterverlies (deels) te kunnen compenseren.

zaterdag 13 februari 2021

Het weer gaat compleet omslaan

Dit weekend moet je volop genieten van het winterweer, want na zondag is het echt voorbij. Dat vertelt Raymond Klaassen van Weerplaza. "Het weer gaat compleet omslaan." Deze koudeperiode was weer de strenge sinds 2013, die gemeten werd in De Bilt. Dat geld zeker voor Noord Brabant.


Deze zaterdag wordt volgens Klaassen nog een prachtige winterdag. "Stralend weer, heel de dag. Er is nauwelijks tot geen bewolking en er waait een matige wind uit het oosten. Hier en daar komen we misschien net boven het vriespunt uit. Een heerlijke dag om buiten een wandeling te maken of de schaatsen onder te binden."

Zondag is het weer een stuk minder geschikt om te gaan schaatsen. "Dan zien we de temperatuur in Brabant nog wat verder oplopen, tot 3 of 4 graden. In de loop van de zondagmiddag komt er vanuit het westen ook wat meer bewolking opzetten. Ik kan me voorstellen dat er in de loop van die dag dan wat water aan de rand van het ijs komt te staan, al blijft het verder wel gewoon droog."


Vanaf a.s. dinsdag zal dit beeld weer te zien zijn. De regen verdringt dan de sneeuw.

Maandag zet de dooi door. "In alle weermodellen zien we hetzelfde beeld: maandag komt een eind aan deze koude winterperiode. Dan wordt vanuit het zuidwesten zachte lucht aangevoerd en dikkere bewolking. Het gaat enige tijd flink regenen en de middagtemperatuur ligt dan rond 5 of 6 graden. Dat is een aanslag op het ijs en de sneeuw die er nu nog ligt." Klaassen gaat er vanuit dat het ijs en de sneeuw maandag snel verdwenen is. "En anders dinsdag, want dan loopt de temperatuur in Brabant op naar 9 of 10 graden. Ook dan is het bewolkt, met af en toe regen. Het weer gaat dus compleet omslaan."


De dooi is goed voor de IJsvogels en Roerdompen.
In tegenstelling tot wat je zou verwachten hebben ijsvogels het moeilijk met deze vorst. Door het ijs kunnen ze niet aan hun voedsel komen. Roerdompen hebben het bijna even moeilijk. Zij kunnen tussen het riet, waar het op een enkel plaats nog open kan zijn, nog een beetje aan hun trekken komen. Het aantal ijsvogels was na een vorstperiode ook al sterk afgenomen na de vorst in 2018. Nu was de vorst nog strenger. In Nederland zijn ijsvogels standvogel. Dat betekent dat ze in de herfst niet naar warmere oorden zoals Zuid-Frankrijk of Afrika trekken. Ze blijven hier omdat de ervaring leert dat de meeste winters niet al te streng zijn. Dat betekent dat er bijna altijd open water is om vis te vangen, het stapelvoedsel van ijsvogels. Meestal gaat dat goed maar komt er een strenge winter waarbij meer dan twee weken bijna overal ijs ligt, dan gaan veel ijsvogels dood.


De IJsvogel is volledig op vis aangewezen. In de zomer eten ze ook nog wat insecten, maar die zijn er nu ook niet.

Bij de IJsvogel kunnen de gevolgen van een koude winter tot meer dan tien jaar later nog merkbaar zijn. Waarom trekt dan niet tenminste een deel van de Nederlandse IJsvogels naar oorden met kleinere kansen op strenge vorst? Wellicht omdat het een voordeel geeft op het jaarrond bezet houden van het territorium. Dit kan te maken hebben met de schaarste aan kwalitatief hoogwaardige habitat voor deze soort in Nederland. Omdat we in ons land een alleszins redelijke kans op een zachte winter hebben, nemen veel IJsvogels de gok.

vrijdag 12 februari 2021

Volop winter op Landgoed Wellenseind

Voordat het volgende week gaat dooien wou ik nog enkele foto's maken van een winters landschap op Landgoed Wellenseind. De paden zijn dan wel met tractoren en terreinvoertuigen bereden door personeel van het landgoed, maar veel maakt dat voor de foto's niet uit. De sneeuw ligt er nog als een gesloten deken op, dus schaat het de foto's niet. Voor het eerst sinds februari/maart 2018 hebben we een serieuze winterperiode te pakken in Nederland. In het oosten zijn zelfs de laagste temperaturen in ruim acht jaar tijd gemeten.


De Schaapskooi is een van de mooiste, een, het enige oude gebouw dat er nog staat.

Voor diegene die nieuw zijn op mijn blog en ook niet uit de omgeving van Lage Mierde komen, Landgoed Wellenseind is een particulier landgoed van 162 ha, dat aansluit bij Landgoed de Utrecht. Dit landgoed is vernoemd naar een buurtschap van dezelfde naam dat in de late middeleeuwen vanuit het naburige Lage Mierde was gesticht. Het woord wellen heeft te maken met de kwel die hier optreedt. In dit natte land langs de meanderende Reusel en de Raamsloop, een zijbeek van de Reusel, ontgonnen de boeren de oevers en legden er in de 2e helft van de 19e eeuw een dicht slotenstelsel aan, loodrecht op de beek. De grond werd in gebruik genomen als hooiland.

In 1915 werd 32 ha land aangekocht door Henri Van Puijenbroek, aanvankelijk in Goirle en later in Tilburg werkzaam als textielfabrikant. Hij wilde er een landgoed stichten. Van Puijenbroek beloofde tot ontginning over te gaan en het gebied niet voor de jacht te gaan gebruiken. De gemeente kon het geld goed gebruiken, en in 1919 werd nog eens 130 ha aan Van Puijenbroek verkocht. Niettemin werd het boerderijtje dat hij had gekocht, verbouwd tot jachthuis. Hier kwam een heidetuin van 2 ha. De rest werd met naaldhout beplant en nabij de beken ontstond een broekbos.


Links; Ontmoetingscentrum Voor Anker, rechts; de veestal met schapen en kalveren van het Brandrode ruderen.


Van Puijenbroek trachtte nog het gebied te ontwateren om de houtproductie rendabel te maken, maar de kwel was sterker, zodat dit mislukte. Uiteindelijk liet hij een sluizensysteem aanleggen teneinde karpers en Chinese loopeenden te kweken. Henri overleed in 1960, waarna zijn veel jongere vrouw Maria het aan ASR Verzekeringen verkocht, waar ook het naburige Landgoed de Utrecht toe behoord. Daarbij bedong zij levenslang vruchtgebruik. Zij overleed in 1999, en een jaar later verkocht het Landgoed de Utrecht op haar beurt Wellenseind aan Jan Zeeman, de oprichter van de gelijknamige Zeeman winkelketen.


Lang was het 130 ha grote landgoed niet voor het publiek toegankelijk, maar vanaf mei 2019 werd het opengesteld. Men kan het landgoed bezoeken via de entree bij ontmoetingscentrum Voor Anker aan de Dunsedijk 3a, 5094 BA Lage Mierde, waar zich ook een restaurant en een streekwinkel bevindt. Het afgelopen jaar zijn op het landgoed veel maatregelen getroffen op het regen- en grondwater langer vast te gouden, en zo de verdroging tegen te gaan. De sloten werden verondiept, en stuwen in de sloten moeten het water in het gebied houden. Dit om de moerassige delen niet te laten verdrogen.

Flora en Fauna
Tot de aantrekkelijkste vogels behoren IJsvogel, Wielewaal, Boomklever, Boomkruiper, Bonte Vliegenvanger, Fluiter, Vuurgoudhaantje, Goudvink en Appelvink. Maar het sterkst vertegenwoordigd zijn de holenbroeders. Dankzij de oude bomen en de aanwezigheid van oud hout broeden er alle vijf de inheemse spechtensoorten (Groene, Zwarte, Kleine bonte, Middelste en Grote bonte specht). Met tien paartjes (2019) is de dichtheid van de zeldzame Middelste bonte specht een van de hoogste van Nederland.


Wellenseind kent een grote rijkdom aan insecten, zoals de Bosbeekjuffer, het Bonte dikkopje, de Grote Weerschijnvlinder en de Kleine ijsvogelvlinder.Veel bijzondere insecten profiteren van het oude hout, zoals kevers, houtwespen, sluipwespen en pissebedden. Zij en hun larven vormen weer het voedsel van veel vogels en kleine zoogdieren.

Ook onderwater speelt zich op Wellenseind van alles af. Daar planten zich Gewone padden, Bruine en Groene kikkers, Alpenwatersalamanders, Kleine watersalamanders en Vinpootsalamanders voort. In het beekje De Reusel is na verbetering van de waterkwaliteit met succes de Beekprik geherintroduceerd. Dit kaakloze, palingachtige visje kan in het vroege voorjaar gevonden worden op plekken met grind, waar dan gepaaid wordt. Verder leven in de beken, poelen, sloten en vijvers de larven van meer dan 20 soorten libellen en veel soorten Kokermotten. Op de vochtige oevers kunnen gespecialiseerde kevers worden aangetroffen, waaronder de Moerasoeverloopkever en de bizarre Kogelloopkever.

Meer info op: www.vooranker.nl