vrijdag 12 februari 2021

Volop winter op Landgoed Wellenseind

Voordat het volgende week gaat dooien wou ik nog enkele foto's maken van een winters landschap op Landgoed Wellenseind. De paden zijn dan wel met tractoren en terreinvoertuigen bereden door personeel van het landgoed, maar veel maakt dat voor de foto's niet uit. De sneeuw ligt er nog als een gesloten deken op, dus schaat het de foto's niet. Voor het eerst sinds februari/maart 2018 hebben we een serieuze winterperiode te pakken in Nederland. In het oosten zijn zelfs de laagste temperaturen in ruim acht jaar tijd gemeten.


De Schaapskooi is een van de mooiste, een, het enige oude gebouw dat er nog staat.

Voor diegene die nieuw zijn op mijn blog en ook niet uit de omgeving van Lage Mierde komen, Landgoed Wellenseind is een particulier landgoed van 162 ha, dat aansluit bij Landgoed de Utrecht. Dit landgoed is vernoemd naar een buurtschap van dezelfde naam dat in de late middeleeuwen vanuit het naburige Lage Mierde was gesticht. Het woord wellen heeft te maken met de kwel die hier optreedt. In dit natte land langs de meanderende Reusel en de Raamsloop, een zijbeek van de Reusel, ontgonnen de boeren de oevers en legden er in de 2e helft van de 19e eeuw een dicht slotenstelsel aan, loodrecht op de beek. De grond werd in gebruik genomen als hooiland.

In 1915 werd 32 ha land aangekocht door Henri Van Puijenbroek, aanvankelijk in Goirle en later in Tilburg werkzaam als textielfabrikant. Hij wilde er een landgoed stichten. Van Puijenbroek beloofde tot ontginning over te gaan en het gebied niet voor de jacht te gaan gebruiken. De gemeente kon het geld goed gebruiken, en in 1919 werd nog eens 130 ha aan Van Puijenbroek verkocht. Niettemin werd het boerderijtje dat hij had gekocht, verbouwd tot jachthuis. Hier kwam een heidetuin van 2 ha. De rest werd met naaldhout beplant en nabij de beken ontstond een broekbos.


Links; Ontmoetingscentrum Voor Anker, rechts; de veestal met schapen en kalveren van het Brandrode ruderen.


Van Puijenbroek trachtte nog het gebied te ontwateren om de houtproductie rendabel te maken, maar de kwel was sterker, zodat dit mislukte. Uiteindelijk liet hij een sluizensysteem aanleggen teneinde karpers en Chinese loopeenden te kweken. Henri overleed in 1960, waarna zijn veel jongere vrouw Maria het aan ASR Verzekeringen verkocht, waar ook het naburige Landgoed de Utrecht toe behoord. Daarbij bedong zij levenslang vruchtgebruik. Zij overleed in 1999, en een jaar later verkocht het Landgoed de Utrecht op haar beurt Wellenseind aan Jan Zeeman, de oprichter van de gelijknamige Zeeman winkelketen.


Lang was het 130 ha grote landgoed niet voor het publiek toegankelijk, maar vanaf mei 2019 werd het opengesteld. Men kan het landgoed bezoeken via de entree bij ontmoetingscentrum Voor Anker aan de Dunsedijk 3a, 5094 BA Lage Mierde, waar zich ook een restaurant en een streekwinkel bevindt. Het afgelopen jaar zijn op het landgoed veel maatregelen getroffen op het regen- en grondwater langer vast te gouden, en zo de verdroging tegen te gaan. De sloten werden verondiept, en stuwen in de sloten moeten het water in het gebied houden. Dit om de moerassige delen niet te laten verdrogen.

Flora en Fauna
Tot de aantrekkelijkste vogels behoren IJsvogel, Wielewaal, Boomklever, Boomkruiper, Bonte Vliegenvanger, Fluiter, Vuurgoudhaantje, Goudvink en Appelvink. Maar het sterkst vertegenwoordigd zijn de holenbroeders. Dankzij de oude bomen en de aanwezigheid van oud hout broeden er alle vijf de inheemse spechtensoorten (Groene, Zwarte, Kleine bonte, Middelste en Grote bonte specht). Met tien paartjes (2019) is de dichtheid van de zeldzame Middelste bonte specht een van de hoogste van Nederland.


Wellenseind kent een grote rijkdom aan insecten, zoals de Bosbeekjuffer, het Bonte dikkopje, de Grote Weerschijnvlinder en de Kleine ijsvogelvlinder.Veel bijzondere insecten profiteren van het oude hout, zoals kevers, houtwespen, sluipwespen en pissebedden. Zij en hun larven vormen weer het voedsel van veel vogels en kleine zoogdieren.

Ook onderwater speelt zich op Wellenseind van alles af. Daar planten zich Gewone padden, Bruine en Groene kikkers, Alpenwatersalamanders, Kleine watersalamanders en Vinpootsalamanders voort. In het beekje De Reusel is na verbetering van de waterkwaliteit met succes de Beekprik geherintroduceerd. Dit kaakloze, palingachtige visje kan in het vroege voorjaar gevonden worden op plekken met grind, waar dan gepaaid wordt. Verder leven in de beken, poelen, sloten en vijvers de larven van meer dan 20 soorten libellen en veel soorten Kokermotten. Op de vochtige oevers kunnen gespecialiseerde kevers worden aangetroffen, waaronder de Moerasoeverloopkever en de bizarre Kogelloopkever.

Meer info op: www.vooranker.nl