Temperaturen van lager dan -10 graden worden strenge vorst genoemd, beneden -15 graden zeer strenge vorst. Hoe kan het zo koud worden in ons land? De laagste temperatuur in Nederland ooit gemeten is -27,4 graden. Dit record staat op naam van Winterswijk en werd gevestigd op 27 januari 1942. Ook deze eeuw kelderde de temperatuur een keer onder -20 graden. Dit was op de vroege ochtend van 4 februari 2012, de koudste dag van deze eeuw. Op beide genoemde dagen lag er een dikke laag sneeuw, lokaal meer dan 15 centimeter, waardoor deze extreem lage temperaturen mogelijk waren.
Video: Winterlandschap op de Neterselse Heide (de video is later in 4K Ultra HD te zien. Youtube is de resolutie nog aan het verwerken.)
Zonder sneeuw komt het in Nederland zelden tot strenge vorst, maar met een sneeuwdek gaat dit veel makkelijker. Soms zakt het kwik dus zelfs onder -20 graden. Normaal gesproken warmt het overdag op door de inkomende zonnestralen, 's nachts koelt het af. In de weerkunde wordt dit ook wel de dagelijkse gang genoemd: de temperatuur varieert door inkomende straling van de zon en uitstraling tijdens de duisternis. In een nacht zonder sneeuwdek, bij helder en vrijwel windstil weer daalt de temperatuur in de avond snel, maar de daling vlakt in de nacht af. Dat komt doordat er later in de nacht vanuit de grond warmte wordt aangevoerd. Een sneeuwdek heeft een isolerende werking, in die zin dat het de aanvoer van de bodemwarmte tegenhoudt. Dat komt doordat een sneeuwlaag veel lucht bevat. Daarnaast reflecteert het sneeuwdek overdag het zonlicht waardoor het nauwelijks warmte opneemt en straalt sneeuw in de nacht juist veel kou af.
Voor een nacht met strenge tot zeer strenge vorst zijn er naast een sneeuwdek ook een heldere hemel en weinig wind nodig. Bij bewolking en wind in de nachtelijke uren aanwezig wordt de vorst juist getemperd. Want wind zorgt voor menging van de luchtlagen en bewolking werkt in de nacht juist als een deken zodat de afkoeling wordt tegengegaan.
De Neterselse Heide is eigendom van Brabants Landschap. Het gebied is gelegen ten noorden van Netersel en is 229 ha groot. Het gedeelte waar deze video is opgenomen grenst aan Witvensberg. Nu een straat aan de rand van Netersel, maar vroeger een stuk natuur waar de jeugd uit het dorp voor de eerst kennis maakte met de natuur. De Neterselse Heide was toen nog en echt heidegebied, met dop en struikheide, die op kalen heidegrond groeide. Tussen de planten zag je het grijze arme heidezand. Nu vindt men er droge, maar vooral ook natte heide. Moeraswolfsklauw, beenbreek en klokjesgentiaan komen er voor, evenals witte snavelbies en zonnedauw. Deze zeldzame planten worden bedreigd door het in overvloeden aanwezige Pijpestrootje. Deze grassoort groeit weeldig door de hoge stikstof die zowel in het grondwater het gebied in komt, als van neerdalende stikstof (ammoniak) die met de wind meegevoerd wordt en neer slaat in het gebied, vooral als het regent.