donderdag 25 augustus 2016

Verkenning Strabrechtse Heide

Vanmorgen was ik vroeg uit de veren om de Strabrechtse Heide per mountainbike te verkennen. Om half zeven was ik met de auto op weg naar de parkeerplaats aan de Keelvenweg in Someren, te bereiken vanaf de Provincialeweg van Heeze naar Someren.

Samen op pad, samen met mijn maatje de mountainbike.

De Strabrechtse Heide is, naast natuurgebied Kampina, een van de mooiste natuurgebieden van Noord Brabant. De Strabrechtse Heide is een natuurgebied van ongeveer 1500 ha groot, grotendeels in beheer van Staatsbosbeheer. Het gebied telt een groot aantal vennen. De meeste zijn ooit door uitwaaiing ontstaan. Het grootste ven, het Beuven, is erg belangrijk voor zowel vogels als om de plantengroei. Een deel van de Strabrechtse Heide, z'n 400 hectare, is tijdens het broedseizoen van 15 maart tot 15 juli, en tijdens de kraanvogeltrek van 15 oktober tot 15 november niet toegankelijk. Let hiervoor op de borden.

Typisch heidegebied, paarse struikheide en zandverstuivingen.

Bezoekers hebben toegang tot het grootste gedeelte van de heide. De zandpaden zijn wel zo gesitueerd dat dieren en planten een ongestoord bestaan kunnen leiden. Door de kwetsbaarheid van het gebied zijn alleen rustige vormen van recreatie toegestaan. VVV Someren stelde een brochure op hun website, die hier gratis is te downloaden.

Links; De kijkhut aan het Keelven - rechts; Vogelkijkhut 'Laat ut zo'

Het Keelvengebied is de laatste decennia van een soortenarm dennenproductiebos omgevormd tot een gevarieerd bosgebied met vennen, heidevelden en een grote variëteit aan bomen, struiken en planten. Ook het dierenleven heeft hiervan geprofiteerd waardoor de soortenrijkdom sterk is toegenomen. Onderdeel van de recreatieve voorzieningen in dit gebied is het natuurleerpad dat destijds door de gemeente Someren en IVN Asten-Someren is aangelegd. Doel hiervan is de (jeugdige) bezoeker kennis te laten maken met de veranderingen die in het gebied zijn doorgevoerd en welk effect die hebben op flora en fauna.

Een van de hoofddoelen van de tocht is het grote Beuven. Het grootste heideven van Nederland ligt aan de oostkant van de Strabrechtse Heide (gem. Someren). Medio jaren tachtig heeft er een vennen herstelproject plaatsgevonden waardoor de brede rietkragen zijn verdwenen. Hiervoor is een gevarieerde oever in de plaats gekomen met de terugkeer van zeldzame soorten. Het Beuven is omgeven door heide en een bos met hoofdzakelijk grove dennen. Het is gelegen aan het oosten van de Strabrechtse heide. Het is een zeer vogelrijk gebied met soorten als bruine kiekendief, blauwborst, roerdomp, grote zilverreiger, groenpootruiter en visarend. Daarnaast zijn er watervogels die je op andere plekken binnen het gebied niet zo snel zult zien, zoals grote zaagbek en brilduiker.

Voorts komen er met enige regelmaat bijzondere vogels waaronder lepelaar en zwarte ooievaar. Vanuit kijkhut 'Laat ut zo' kun je het ven overzien, maar die doen we niet aan. De kijkhut staat aan de noordkant en vanaf daar kijk je, en fotografeer je tegen de zon in. Bovendien is het wateroppervlak zo groot dat de vogels op (te) grote afstand zitten. Oostelijk daarvan ligt het kleinere Starven, waarop bijna geen vogels liggen. Maar als er een vogel te zien is, is het vaak een bijzondere. Ten zuidwesten ligt nog het Grafven, waar we wel langs kwamen.

Op de droge plaatsen staat struikhei en jeneverbes, op de natte plaatsen Dophei, Pijpenstrootjes, Gagel en Klokjesgentiaan. De vergrassing van de heide wordt tegengegaan door beweiding door een schaapskudde van de stichting het Kempens heideschaap , door maaien en door plaggen. De heide wordt omgeven door bossen. De overgang naar het dal van de Kleine Dommel heeft een bijzondere vegetatie en is ook van belang voor verschillende diersoorten.

Ten zuiden van de Somerseweg ligt het Keelven.

Links boven; het ven ten noorden van het Keelven is voorzien van een loopsteiger. Rechts boven; het Starven, waar bijna geen vogels op zitten.
Links onder; Een der vroege vogels, die net als ik vele natuurgebieden af gaat, bij de kijkhut 'Laat ut zo'. Rechts onder; het uitzicht vanuit de hut.

Links; Het Beuven - Rechts; mooie wandel en fietspaden doorsnijden het gebied.

Staatsbosbeheer gaat de vergrassing in het gebied te lijf met behulp van de Kempische heideschaap.

Het Wasven, verder richting het Herbertusbos nabij Heeze.

Links; De Witte loop in het Herbertusbos nabij Heeze - Rechts; dit deel is van het Brabants Landschap


Locatie kijkhut aan het Keelven

Locatie vogelkijkhut 'Laat ut zo' aan het Beuven

Mijn beoordeling over dit gebied:

dinsdag 23 augustus 2016

Verkenning 14 Vennenwandeling

Vanmiddag keerde ik terug naar de Oisterwijkse bossen en vennen, op verkenning voor en volgende wandeling aldaar, de Wandelroute 14 vennenwandeling. Dat wordt dan wel een stevige wandeling van 9,4 km, hoewel het gedeelte aan de oostkant van de Oirschotsebaan niet interessant is, daar dat deel aan Gemeente Oisterwijk is verhuurd en dienst doet als een open natuurzwembad. Geniet van het uitzicht over het water, wandel door de bossen en laat je verrassen door de bijzondere combinatie van bos, heide en vennen.


De wandelroute gaat officieel van start bij het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten aan de Van Tienhovenlaan, dat van dinsdag t/m zondag geopend is van 10.00 - 17.00 uur (s 'winters tot 16.00 uur). Het eerste ven dat we dan passeren is het Diaconieven. Dit is het eerste ven dat Natuurmonumenten in Brabant in 1913 kocht. Op het Diaconieven en de andere vennen kun je allerlei watervogels zien, zoals kuifeenden en dodaarzen.

Als je op de kaart kijkt, zul je zien dat de vele vennen in de Oisterwijkse bossen allerlei verschillende namen hebben. Van personen tot kleuren, maar achter elke naam schuilt een verhaal. Het Brandven dankt zijn naam aan het feit dat hier bluswater uitgehaald werd. Op de vele vennen kun je allerlei vogels tegenkomen, maar vergeet ook niet omhoog te kijken en goed te luisteren. Grote kans dat je of het gelach van een groene specht hoort, of het geroffel op de bomen door één van de spechtensoorten die hier voorkomen, zoals de grote bonte specht of de zwarte specht. Die laatste is trouwens een stuk groter dan de grote bonte specht, al doet de naam anders vermoeden!


Vanaf deze plek kijk je uit over het grootste ven in dit natuurgebied. Het Groot Kolkven stamt uit de ijstijd. Het ven is een restant van een oud smeltwaterdal, dat ontstond door een grote kolkende waterstroom. Natuurmonumenten verhuurt dit ven ook aan de lokale visclub, die met bootjes het ven op mogen. Aan de oostkant van het ven ligt nog een prachtig uitkijkpunt, dat tevens een visplek is voor rolstoelgebruikers.


Belversven Wandeling Oisterwijk

Na de Huisvennen wandeling van twee weken geleden over natuurgebied Kampina, nabij Boxtel-Lennisheuvel, hebben we vanmorgen de Belversven Wandeling van 4,8 km gedaan. De route begon vanaf de parkeerplaats aan de Oisterwijkse kant van natuurgebied Kampina, (hoek Burgemeester van den Oeverweg en Posthoornseweg). Vanmorgen waren we met vier personen, Wout uit Reusel, Hans uit Hapert, Louis uit Retie en ik (Jozef).

Een van de banken op het Belversven.

Aan het begin van de route passeerde we het beekje de Rosep. Langs dit beekje liggen verschillende kuilen. Helemaal zeker is het niet, maar men vermoedt dat hier vroeger vis in gevangen werd, bijvoorbeeld paling en voorntjes. De Rosep stroomde wel eens over en dan bleef het water met de vis in de kuilen achter.

De Rosep stroomt door dit gedeelte van Kampina

Eer stukje verder kwamen we bij een bruggetje, genaamd Stenen Heul. Het is zo genoemd omdat op deze plek de eerste stenen boogvormige brug lag over de Rosep, alle andere bruggetjes waren van hout. Een heul is een oude benaming voor boogvormige brug en heul stamt weer af van heuvel. Het bolle middenstuk doet namelijk aan een heuvel doen denken. Onder het bruggetje loopt de Rosep. De Rosep is de enige beek in de omgeving die in Brabant ontspringt. Hij stroomt van Moergestels Broek door de Oisterwijkse Bossen en Vennen naar Kampina om te eindigen in de Essche Stroom. De beek bestaat uit regen- en kwelwater. Kwelwater is water dat naar bovenkomt, nadat het jarenlang onder de grond heeft gezeten. Hierdoor heeft het water een bijzonder goede kwaliteit en zit het vol mineralen.

Het Belversven aan de oostkant.

In dit gebied komen onder meer de levendbarende hagedis, de nachtzwaluw, zangvogels als grote karekiet en de blauwborst voor. De meeste vennen in de Oisterwijkse Bossen en Vennen en op Kampina zijn ontstaan door winderosie vlak na de laatste IJstijd. Het Belversven is hierop een uitzondering. Het is namelijk een oude arm (bocht) van vermoedelijk de Maas, die ooit dus veel zuidelijker liep. Het is de ligging van het Belversven die direct verraad dat de ontstaansgeschiedenis anders is. De wind blaast sinds de laatste IJstijd meestal uit het zuidwesten. De door winderosie ontstane vennen liggen dan ook zuidwest richting noordoost. Het Belversven ligt echter in een lengterichting: noord-zuid.

Links; Het jonge Goudhaantje in de dennenboom, rechts De Grote Karekiet, nu een niet in het riet.

Tegen het einde van de wandeling kwamen we bij een sloot met een vochtig groen tapijt van veenmos, ook wel spagnum genoemd. Het is grappig plantje, want het groeit laag op laag en is aan de onderkant droog. Waar andere planten hun water en voedsel veelal uit de grond halen, haalt veenmos juist zijn water en voedsel uit de lucht. Veenmos is daarom vochtig aan de bovenkant. Het is dus de wereld op z’n kop! vanaf daar zit het rondje rondom het Belversven er zo goed als op. Door de rode pijlen te volgen kwamen we vanzelf weer terug bij de parkeerplaats. Eerst nog door een stukje bos, en het zit er weer op.

De Boomklever, voor de foto aan de verkeerde kant van de boom.

Links: Een stralend blauwe hemel met de maan in het daglicht. Rechts; de brug over de Rosep.

Het Witven, Een van de vennen aan de westkant van de weg; Spoordonk - Oisterwijk.

Links; een groene kikker stil aan de waterkant van het Witven op Moerashertshooi, rechts; het Van Esschenven

Mijn beoordeling over dit gebied:

vrijdag 19 augustus 2016

De Fuut heeft jonge kuikens

Gisteren werd ik door Wout getipt dat er jonge futen op het Beleven zaten. Vanmorgen ging ik op pad om een geschikte plek te vinden om er een foto van te maken. Ik vond geen plek die als goed mag worden gekwalificeerd, enkel een plek waar ik de fuut met een jong op de foto kon zetten. Een meevaller was wel, dat ik getuigen was dat jong gevoed werd met een vers gevangen vis.

De Fuut met het jonge kuikens.

De kuikens van de Fuut hebben camouflagekleuren, die na enige tijd veranderen in het verenkleed van de ouders. Enkele dagen nadat ze uit het ei zijn gekomen kunnen de kuikens al zwemmen. Toch zie je vaak dat de ouders de jongen op de rug meenemen, zelfs tijdens het duiken. Op de rug zijn de kuikens beter beschermd tegen roofvissen en reigers. Na ongeveer tien weken zijn de jongen zelfstandig. Er zijn in Nederland rond de 16.000 broedparen, gelukkig gaat het goed met ze en staan ze niet meer op de rode lijst.

Het visje glijdt naar binnen.

De Fuut kijk om zich heen, of de omgeving wel veilig is.

Het lijken maar twee Fuut kuikens te zijn.

De ouder Fuut voedt de kuikens met een vers gevangen visje.