donderdag 27 maart 2025

Mijn visuele natuurverhalen

Mijn naam is Jozef van der Heijden. Ik woon in de Brabantse Hulsel. Ik fotografeer al sinds de 70er jaren. Ik begon met een kleinbeeld fotocamera en een Super 8 filmcamera met geluidsregistratie. Op de boerderij filmde ik Groenlingen en Kneuen die de jongen op hun nest verzorgde. Mijn interesse gaat naar de natuur in het algemeen. Van vogels tot paddenstoelen, mossen, korstmossen en  landschappen. Maar vogels fascineren mij wel het meest. Daarnaast ben lid van diverse natuurbescherming organisaties.
(zie de logo's hieronder)

Volg mij op: Facebook Twitter YouTube FacebookTwitterYouTube Facebook Twitter YouTube en met jozefvanderheijden-foto.nl. Onderwerpen: Alles wat de natuur gedurende de jaargetijden bieden.
Bezoek ook mijn YouTube kanaal; youtube.com/JozefvanderHeijden met 330 video's en 835 abonnees.

Vlaamse gaai is ook een goede imitator

De Vlaamse gaai is vogel die je overal tegen kunt komen. In de vrije natuur, in parken en struwelen, maar ook gewoon in de tuinen waar wat bomen en struiken staan. Zijn kleuren zijn opvallend, en zijn krassende roep is typerend voor deze kraaiachtige. Maar de Vlaamse gaai is ook een goede imitator. Hij bootst o.a. de Buizerd na, maar ook andere vogels en kan ook zingen. Zijn korte zang wordt met enige regelmaat herhaald. Dit hoor je het meest tijdens de paartijd.


De Vlaamse gaai in de tuin bij onze schuur en mijn fotohut

De Vlaamse gaai (Garrulus glandarius) staat bekend als een vogel die een krassend geluid produceert. Maar de Gaai is ook een goede imitator. De bekendste imitatie is die van een Buizerd. Dat doet hij om indringers uit zijn broedgebied te verjagen. Ook bootst hij kattengemauw na. Vanmorgen produceerde de Gaai een geluid dat ik al een aantal malen had gehoord maar niet thuis kon brengen. Deze keer heb ik het op video.


Vlaamse gaai met een imitatie roep

In de regel laat een Gaai minstens drie verschillende geluiden horen in zijn onopvallende, zachte zang. Niet te verwarren met zijn vele rauwe kreten. De meest bekende imitatie, die van de Buizerd, is maar in twee gevallen gehoord. De imitatie van mezen, de lijsterzang, het gekef van eekhoorntjes, kattengemauw en keffen van een hondje zijn minder bekend.

De Vlaamse gaai (Garrulus glandarius), die tegenwoordig Gaai genoemd dient te worden, is een opvallend gekleurde kraaiachtige. De wetenschappelijke naam van de soort werd als Corvus glandarius in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus. De gaai is 32 tot 35 cm lang. De nominaatvorm van de vogel, die onder andere in de Benelux voorkomt, is overwegend grijsbruin met een roze tint. De keel, onderbuik, anaalstreek, de stuit en een gedeelte van de handpennen zijn wit. Kenmerkend zijn een brede zwarte snorstreep en een blauw vleugelveld dat bestaat uit lichtblauwe veertjes met daarin een fijne, zwarte bandering. De vogel kan bij opwinding de kruinveren opzetten, deze zijn afwisselend licht van kleur met zwart.


De Gaai, volgens vele mag je geen Vlaamse gaai meer zeggen of schrijven. Het was Commissie Systematiek Nederlandse Avifauna die het "Vlaamse" er af haalden. En, ja. De gaai komt ook andere regio's voor dan in Vlaanderen. De Gaai is een vogel die in bijna heel Europa, een deel van Noord Afrika, tot ver in Azië voorkomt. Maar het lijkt mij daarom nog niet nodig om eeuwen lange gebruikte namen aan de kant te schuiven. Immers, in het Engels heet onze gaai ook geen gaai, maar Jay, specifiek "Eurasian jay". In Duitsland heet hij Eikeleter ("Eichelhäher"), en in het Frans "Geai des chênes". Een naam is over de gehele wereld het zelfde, n.l. "Garrulus glandarius". Maar dat is de wetenschappelinge naam.

De naam (Vlaamse) gaai komt vermoedelijk van het Picardische Gai en het latere officiële Franse Geai. Voor de oorsprong van Vlaamse in Vlaamse gaai bestaan meerdere theorieën. Een mogelijke verklaring is dat het Franse gai flammant, de gaai met de flamende kleuren, verbasterd werd tot Vlaamse gaai. Een andere mogelijkheid is dat de naam komt van "in het Vlaams gaai" omdat de vogel in Wallonië eerder een naam, "gay", zou hebben gekregen dan in Vlaanderen.

Op sommige plaatsen wordt de gaai ook wel "meerkol" genoemd. Deze betekenis komt van Marcolf, een mythische grappenmaker uit onder meer de sage Salomon ende Marculphus. In een vogel die andere vogels nabootst zag men ook een lolbroek. In de Kempen wordt deze vogel ook wel "rotzak" of "roeter" genoemd. In het Limburgse Nieuwstadt wordt de aan Marcolf verwante naam Mêrkuf gebruikt.

Onbemande autonome vogelfotografie

Wat is autonome vogelfotografie? Vogels fotograferen met een cameraopstelling die vogels fotografeert die zelfstandig onbemand wordt geactiveerd, dat is autonoom (zelfstandig) fotograferen. Om een camera zelfstandig te kunnen laten werken heb je een infraroodsensor nodig, zoals de Cognisys RangeIR Sensor.

De infrarood straal wordt zo afgesteld dat een vogel die op een bepaald gekozen punt de straal onderbreekt de afstandsbediening van de camera aanstuurt. Elke keer als een vogel op de tak neerstrijkt op de plaats waar de opstelling op is afgestemd een of meerde foto's. Om de kans te vergroten dat de vogel op de juiste plaats van die tak neer strijkt, zorg je er voor dat die tak zo kort is dat dat deel binnen het bereik van de infraroodstraal valt.

De Spreeuw deed precies waarvoor ik het allemaal op had gezet.

Het verenkleed van de spreeuw is glanzend zwart met, vooral in de zon, een weerschijn van bronsgroen (kop en achterhoofd) en verschillende variaties purper. In de winter is het verenkleed duidelijker gespikkeld dan in de zomer. Behalve voor kenners is er eigenlijk nauwelijks onderscheid te maken tussen het mannetje en het vrouwtje. Omdat de veren van het wijfje wat groter en breder zijn, en omdat de uiteinden van de contourveren wit gekleurd zijn, zijn háár stippels van het winterkleed groter en staan bovendien wat dichter opeen. Jonge spreeuwen zijn grijsbruin met een lichte keel. Aan het eind van de zomer ruilen ze dit verenpak om voor dat van de volwassenen, zij het dat hun spikkels duidelijker zijn dan die van de oudere volwassenen die meer gemêleerd zijn. De lengte bedraagt ongeveer 21 cm met een spanwijdte van 37–42 centimeter en een gewicht van 70-80 gram. Spreeuwen kunnen lang achtereen zingen. Het geluid dat ze hierbij maken klinkt vaak meer als een soort gekwetter dan een gefluit.

Deze Groenling (man) werd al gefotografeerd voordat hij op de tak plaats kon nemen.

Een Groenling is ongeveer 15 centimeter lang. Het mannetje is olijfgroen van kleur, vooral op de stuit. De rug heeft een bruine tint en de onderzijde is meer geelachtig. De randen van de vleugel en de meeste staartpennen zijn aan de basis helder geel. De dikke snavel is bijna wit en de poten zijn vleeskleurig. Het wijfje is minder intensief van kleur, zij is meer grijsgroen en haar geel in de veren is veel valer.

De kleine Pimpelmees is snel, maar de camera werd snel genoeg geactiveerd door de infraroodsensor.

Volwassen pimpelmezen zijn circa 12 centimeter groot met een spanwijdte van 17-20 centimeter en een gewicht van ongeveer 12-15 gram, dit is kleiner dan de koolmees. De pimpelmees heeft een vrij herkenbaar verenpak met zijn kobaltblauwe kruin, staart en vleugels die duidelijk afsteken tegen het geel van zijn onderkant. Het verschil tussen mannetje en vrouwtje is vrijwel niet waar te nemen. In juveniel kleed is hij op de kop groenig in plaats van blauw en op de wang gelig. De roep van de pimpelmees klinkt als tsi tsi tsit, de zang is een hoog si si sirrr, gevolgd door bellende geluiden, en lijkt iets feller dan die van de koolmees. De vlucht van de pimpelmees is meestal gelijk aan die van andere mezen. In boogjes zweeft hij door de lucht, in de tussenpozen slaat hij met de vleugels.

Ook de Koolmees moest het ontgelden. Op het over grote deel van de foto's stonden koolmezen.

Volwassen koolmezen zijn circa 14 centimeter groot, hebben een spanwijdte van 22,5-25,5 centimeter en een gewicht van gemiddeld 17 gram. De koolmees heeft een zwarte kruin, witte wangvlekken, een gele borst en daarop overlangs een zwarte band. Mannetjes zijn te herkennen aan de duidelijk bredere zwarte band, maar ook aan de grotere hoeveelheid zwart tussen de poten en meer glans op de kop. Het juveniel is valer gekleurd en mist de zwarte streep, deze verschijnt in het najaar. De koolmees is de grootste soort mees, zoals de wetenschappelijke soortnaam verraadt: major betekent groot. De roep van de koolmees klinkt als péh-puuh wat vergelijkbaar is met de sirene van een politieauto. De zang is een hoog si si sirrr en lijkt iets zachter dan die van de pimpelmees. De vlucht van de koolmees is meestal gelijk aan die van andere mezen. In grote bogen vliegt de koolmees door de lucht, afwisselend wordt met de vleugels geslagen en gezweefd.

zaterdag 22 maart 2025

Als de Steenuil een Uiltje knapt

Een duttend bolletje veren waar een klein snaveltje uit piept. De Steenuil is niet veel groter dan een merel. Overdag doen ze weinig anders dan doezelen, poetsen, knuffelen, met muizen heen en weer slepen, een hapje nemen. Ze zien er zo schattig uit dat je ze zou willen vasthouden.


Als de Steenuil een Uiltje knapt

Sovon (Sovon Vogelonderzoek Nederland) schat dat er tussen de 8.000 en 9.500 broedpaartjes in Nederland zijn, aanzienlijk minder dan de 25.000 die er halverwege de vorige eeuw nog waren. Ze staan dan ook op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. Steenuilen blijven hun hele leven lang, zomer en winter, op dezelfde plek. Man en vrouw hebben een band voor het leven en de jongen verhuizen na het uitvliegen niet erg ver; met een paar kilometer is het meestal wel bekeken, al zijn er uitschieters tot meer dan 30 kilometer.

Het zijn warmteaanbidder. De steenuil knapt graag een Uiltje in de zon, vaak op een zichtbare plek, bovenop een schuurtje bijvoorbeeld of voor zijn nest. Dan is hij best goed te bekijken: die ogen, die ogen! Hij lijkt je altijd oplettend en een beetje knorrig aan te kijken. Het vrouwtje zit in hetzelfde verenpak als de man en beide zijn dus even mooi. Het vrouwtje is gemiddeld genomen wel wat dikker en groter.



If the little owl snaps an owl

A napping ball of feathers from which a small beak beeps. The little owl is not much larger than a blackbird. During the day they do little different than dozelen, cleaning, hugging, dragging mice back and forth, taking a snack. They look so cute that you would like to hold them.

Sovon (Sovon Bird Research Netherlands) estimates that there are between 8,000 and 9,500 breeding pairs in the Netherlands, considerably less than the 25,000 that were still there in the mid -last century. They are therefore on the Red List of Dutch breeding birds. Little owls stay in the same place all their lives, summer and winter. Man and wife have a bond for life and the boy does not move very far after flying out; With a few kilometers it is usually viewed, although there are outliers up to more than 30 kilometers.

They are heat worshiper. The little owl likes to get an owl in the sun, often in a visible place, on top of a shed for example or in front of its nest. Then he is pretty good to see: those eyes, those eyes! He always seems attentive and a bit grumpy. The female is in the same feather suit as the man and both are just as beautiful. The female is on average a bit thicker and larger.

woensdag 19 maart 2025

Loopbrug naar Vogelkijkhut "De Ronde Put"

De afgelopen maanden zijn de loopbruggen die op het grondgebied van het Belgische Postel naar de Langelinneput en de Ronde Put leiden aan een grondige opknapbeurt onderworpen. De brug naar de Langelinneput was half februari 2025 gereed en vrijgegeven boor het publiek. Vanmiddag kwam ik langs de tweede brug die ongeveer 500 meter verder zuidwaarts ligt. Die brug leidt naar de Ronde Put, gelijknamig aan het natuurgebied De Ronde Put.


Loopbrug naar Vogelkijkhut "De Ronde Put" herstelt

De Ronde Put is en officieel natuurreservaat. De Ronde Put (169 hectare) is een gebied met Europese topnatuur waar je als wandelaar tot rust kunt komen en kunt genieten van de natuur. De Ronde Put trekt veel roofvogels aan zoals buizerd, sperwer, havik, bruine kiekendief, boomvalk, torenvalk en op trek ook de visarend. Ook andere vogels zoals ijsvogel, rietgors, blauwborst, kleine karekiet, wielewaal en verschillende eendensoorten zoals wilde eend, kuifeend en krakeend vinden er hun plek. Enkele honderden grauwe ganzen hebben er hun vaste stek. Ook andere bijzondere dieren zoals heikikkers, hazelwormen, levendbarende hagedissen en libellen voelen zich hier thuis.


Ook de brug die vanaf het kanaal richting de kijkhut Ronde Put leidt is opgeknapt.

Je vindt er veel drijftillen. Een drijftil is een drijvend eilandje van half vergane plantenresten in een veenplas. Verschillende plantensoorten zoals veenmossen, veenpluis, beenbreek en dopheide koloniseren dit eilandje. Bij verdere kolonisatie, verschijnen er struiken en bomen op de drijftil. Men spreekt dan van verlanding.

Vogelsoorten: Blauwe reiger, Meerkoet, Dodaars, Fuut, Grauwe gans, Grote Canadese gans, Grote zilverreiger, Tafeleend, Waterhoen en de Wilde eend.

zondag 16 maart 2025

Knobbelzwanen eten voornamelijk waterplanten

Knobbelzwanen zijn niet alleen maar vegetariërs! Hoewel hun dieet voornamelijk uit waterplanten bestaat, eten ze ook waterdiertjes. Dit maakt ze tot omnivoren, wat betekent dat ze zowel plantaardig als dierlijk voedsel eten.


Knobbelzwanen eten voornamelijk waterplanten

Knobbelzwanen zijn dol op waterplanten zoals fonteinkruid, waterpest en riet. Met hun lange nek kunnen ze diep in het water reiken om de wortels, bladeren en zaden te bemachtigen. Ze grazen ook graag op grassen, vooral in de lente en zomer wanneer er volop nieuw gras groeit.

Naast waterplanten eten knobbelzwanen ook kleine waterdiertjes zoals insecten, slakken, wormen en kleine visjes. Vooral tijdens het broedseizoen hebben ze extra proteïne nodig en schakelen ze over op een gevarieerder dieet.

Waterdiertjes zijn een goede bron van proteïne, wat belangrijk is voor de groei en ontwikkeling van jonge zwanen. Een gevarieerd dieet zorgt ervoor dat knobbelzwanen alle voedingsstoffen binnenkrijgen die ze nodig hebben. Afhankelijk van het seizoen en de locatie kunnen waterdiertjes een belangrijke voedselbron zijn.

Knobbelzwanen hebben een grote impact kunnen hebben op de vegetatie in hun leefgebied, omdat ze grote hoeveelheden planten kunnen eten. Ze soms ook voedsel stelen van andere watervogels. Ze een voorkeur hebben voor bepaalde waterplanten, afhankelijk van het seizoen en de beschikbaarheid.



Mute Swans mainly eat aquatic plants

Mute Swans are not just vegetarians! Although their diet mainly consists of aquatic plants, they also eat aquatic animals. This makes them omnivores, which means that they eat both vegetable and animal food.

Mute swans love aquatic plants such as fountain herb, water plague and reed. With their long neck they can reach deep in the water to get the roots, leaves and seeds. They also like to graze on grasses, especially in the spring and summer when there are plenty of new grass growing.

In addition to aquatic plants, Mute swans also eat small aquatic animals such as insects, snails, worms and small fish. Especially during the breeding season they need extra protein and switch to a more varied diet.

Water animals are a good source of protein, which is important for the growth and development of young swans. A varied diet ensures that Mute swans get all the nutrients they need. Depending on the season and the location, aquatic animals can be an important food source.

Mute Swans have a major impact on the vegetation in their habitat, because they can eat large amounts of plants. They sometimes also steal food from other water birds. They prefer certain aquatic plants, depending on the season and availability.

zaterdag 15 maart 2025

Vijfgemeenten kunstwerk is niet de officiële vijfkei

Op landgoed De Utrecht staat een monument naast de fietspad dat kort na de onthulling al historie werd. Wie vanaf Westelbeers naar café In den Bockenreijder fietst, zal het monument ongetwijfeld gezien hebben. Als je over de Liesdijk het Landgoed binnen rijdt zie je het al staan. Een gebeeldhouwde paal waar een vergeten jas aan hangt. Honderd meter verder zie je het ven Het Goor, op de geolocatie 51.429863, 5.190762.

Het vijf gemeenten kunstwerk ligt langs het fietspad

Hen monument herinnert aan de tijd dat in de Kempen nog sprake was van een ‘vijfgemeentenpunt’. Het raakpunt van de toenmalige gemeenten Hilvarenbeek, Diessen, Hooge en Lage-Mierde, Oost- West- en Middelbeers, Bladel en Netersel. In mijn jeugdjaren mocht je nog bij de originele steen komen.

Echter, al enkele weken na de onthulling van het monument - op 5 december 1996 - was die situatie geschiedenis. Op 1 januari 1997 werd immers de herindeling van kracht en kwamen nog ‘slechts’ vier gemeenten samen. Diessen ging op in Hilvarenbeek. Nog altijd best bijzonder, zo’n ‘viergemeentenpunt’. Maar let op: het kunstwerk werd destijds louter uit toeristische overwegingen pal naast het fietspad geplaatst, in het verlengde van de Liesdijk, op steenworp afstand van de Goorweg.

Het échte raakpunt van de gemeentegrenzen ligt een paar honderd meter verderop, in de bossen en is gemarkeerd met een steen. Vermoedelijk is die steen geplaatst op 13 mei 1947. Die steen markeert vanaf de middeleeuwen de gemeinten van de omliggende dorpen. In een ver verleden deden de bewoners van Netersel jaarlijks een ronde langs de grensstenen van hun gemeint. De oudste inwoners vergezeld van de jongsten. Om zo de grenzen over te leveren van de ene generatie op de andere zodat zij bij een eventueel grensconflict met buren konden getuigen. De overlevering zegt dat de kinderen een pak slaag kregen bij de steen zodat zij die plek beter zouden herinneren.

Het monument dat in 1996 werd onthuld naast het fietspad, bestaat uit een stenen paal, omringd door vijf losse stenen. Op iedere steen staat de naam van een van de toenmalige gemeenten. Aan de paal hangt een stenen jas met daarbij de tekst ‘Vijf gemeenten grenspunt tot en met 1996'. Vanwege de natuurbescherming is de officiele

dinsdag 11 maart 2025

Kuifeenden op de Kattesteertvijver

De Kattesteertvijver is een prachtige plek om kuifeenden te spotten. Deze eenden met hun opvallende kuifje zijn er in grote aantallen te vinden, vooral in de wintermaanden. Je zult er waarschijnlijk grote groepen zien zwemmen en duiken op zoek naar voedsel.


Kuifeenden op de Kattesteertvijver

Naast kuifeenden kun je er ook andere watervogels tegenkomen, zoals wilde eenden, tafeleenden, slobeenden en meerkoeten. De vijver is omgeven door een mooi natuurgebied waar je heerlijk kunt wandelen en genieten van de rust en stilte.

Zo kun je de kuifeenden van dichtbij bekijken en hun gedrag observeren. Kuifeenden zijn het meest actief in de ochtend en avond. Het kan even duren voordat je de kuifeenden goed in beeld hebt. Houd afstand van de vogels en verstoor ze niet.

Je kunt de recente waarnemingen van vogels op de Kattesteertvijver volgen via deze link: https://waarnemingen.be/locations/29159. Op de website "Vogelkijkhutten in Nederland en Vlaanderen" vind je meer informatie over de Kattesteertvijver en andere vogelkijklocaties. Uitgebreide informatie vindt u op: https://vogelkijkhutten.blogspot.com/2015/03/retie-vogelkijkhutten-prinsenpark.html.



Tufted ducks on the Kattestestertvijver

The Kattestestervijver is a beautiful place to spot Tufted ducks. These ducks with their striking Tintin can be found in large numbers, especially in the winter months. You will probably see large groups swimming and diving in search of food.

In addition to Tufted ducks, you can also come across other water birds, such as wild ducks, Common pochard, Northern Shoveler and Eurasian Coot. The pond is surrounded by a beautiful nature reserve where you can walk and enjoy the peace and quiet.

This way you can view the Tufted ducks up close and observe their behavior. Tufted ducks are most active in the morning and evening. It can take a while before you have the Tufted ducks. Keep a distance from the birds and do not disturb them.

You can follow the recent observations of birds on the Kattesteertvijver via this link: https://waarnemingen.be/locations/29159. On the website "Vogelkikhutten in the Netherlands and Flanders" you will find more information about the Kattesteertvijver and other bird watching locations. Extensive information can be found at: https://vogelkijkhutten.blogspot.com/2015/03/retie-vogelkijkhutten-prinsenpark.html.

zondag 9 maart 2025

De Mariakapel in Westelbeers

De Mariakapel is een kapel in Westelbeers in de gemeente Oirschot in de provincie Noord-Brabant. De kapel staat bij de Groote Beerze aan een zandweg die een afsteek vormt vanuit de Kapeldijk naar de Spreeuwelsedijk, richting Casteren. Het kapelletje, "Onse Lieve Vrouwe ende Sint Job kapel" in Westelbeers stamt uit 1637. De kapel aan de Spreewselsedijk 2 is een Rijksmonument.


Uit notariële stukken uit 1621 blijkt dat er op deze plaats al een kapelletje stond. Deze houten kapel werd verwoest en in 1637 werd er een stenen kapel gebouwd. Dit bouwjaar staat in de achterwand van de kapel. De aanleiding voor de bouw was de pestepidemie die de Beerzen toen zwaar trof. De kapel is gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel. Vanaf de 17e eeuw vond jaarlijks vanuit deze kapel in Westelbeers een bedevaart naar Scherpenheuvel in België plaats. Het kapelletje is verschillende keren opgeknapt en in 1937 uitgebreid met een torentje en een klok. De bedevaarten stopten in 2021.

De Mariakapel is een kapel in Westelbeers in de gemeente Oirschot in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. De kapel staat bij de Groote Beerze waar de Kapeldijk uitkomt op de Spreeuwelsedijk om daar de beek over te steken. Hier was er vroeger een oude oversteekplaats over de beek in de weg van Diessen naar Hapert, op minder dan twee kilometer van de plek waar verschillende gemeentegrenzen samenkwamen: de grenzen van de gemeenten Diessen (nu Hilvarenbeek), Hapert (Casteren), Bladel (Netersel) en Hilvarenbeek (Esbeek).

Tot aan de Tweede Wereldoorlog stond er in de kapel een aangekleed houten beeldje. Met de bevrijding lag het front van de troepen enige tijd door Westelbeers, waardoor de boerderij waar de kleren bewaard werden onder vuur is gekomen en de kleren zijn verbrand. Tevens was het houten beeldje zodanig vermolmd dat een restauratie niet goed meer mogelijk was. Men heeft toen in Scherpenheuvel een nieuw beeldje van gebakken klei gehaald met een hoogte van 30 centimeter. Deze werd spoedig gestolen, waarna wederom zo'n beeldje in Scherpenheuvel werd gehaald. Rond 1980 werd de kapel gerestaureerd.


De georiënteerde witgeschilderde kapel is opgebouwd uit een eenvoudige rechthoekige cel met tegen de zuidzijde een kleine klokkentoren met galmgaten en een zadeldak. Ook de kapel zelf heeft een zadeldak tussen twee topgevels. De cel en het torentje zijn beide gedekt met pannen. Het torentje heeft een mechanisch torenuurwerk. De kapel wordt vooral gebruikt door de inwoners van Westelbeers, Middelbeers, Oostelbeers, Diessen, Casteren en Netersel in met name mei en oktober. Op 1 mei wordt onder leiding van de pastoor met een viering de meimaand geopend. De kapel is altijd beschouwd als gelieerd aan de Beerse processie naar Scherpenheuvel. Er zijn geen georganiseerde bedevaarten bekend die naar de kapel gingen.

donderdag 6 maart 2025

Grote bonte specht hakt gaten in de boom

De grote bonte specht, een veelvoorkomende vogel in onze tuinen en bossen, staat bekend om zijn opvallende gedrag: het hakken van gaten in bomen. Maar waarom doet hij dit eigenlijk? Er zijn verschillende redenen waarom een grote bonte specht gaten in bomen hakt.


Grote bonte specht hakt gaten in de boom

Het belangrijkste doel van het hakken is het vinden van voedsel. Grote bonte spechten zijn dol op insecten en hun larven, die ze onder de schors van bomen vinden. Met hun sterke snavel hakken ze de schors weg om bij hun prooi te komen. Ook spinnen en andere kleine ongewervelden staan op hun menu.
Elk jaar opnieuw maakt de grote bonte specht een nest in een boomholte. Ze geven de voorkeur aan bomen met zacht hout, zoals berken. Zowel het mannetje als het vrouwtje helpen mee bij het uithakken van het nest. Het is een flinke klus, maar het resultaat is een veilige plek om te broeden. Grote bonte spechten zijn slimme vogels. Ze gebruiken soms een zelfgemaakt gat of een spleet in een boom om er een dennenappel in te klemmen. Vervolgens hakken ze de zaden uit de dennenappel. Zo'n plek wordt ook wel een 'spechtensmidse' genoemd.

Het roffelen op een boomstam is niet alleen om voedsel te zoeken. Spechten gebruiken het roffelen ook om hun territorium af te bakenen en om een partner te lokken. Elke specht heeft zijn eigen roffel, een soort unieke code. In de lente, als de sapstroom in de bomen op gang komt, hakken spechten soms kleine gaatjes in de bast om het sap op te likken. Dit is een belangrijke bron van suikers, vooral in het vroege voorjaar als er nog weinig ander voedsel is.

Hoewel het hakken van gaten in bomen een natuurlijk gedrag is, kan het soms leiden tot overlast, bijvoorbeeld als een specht gaten in een houten gevel of schuur hakt. Gelukkig zijn er manieren om dit te voorkomen zonder de specht te schaden. Denk bijvoorbeeld aan het ophangen van een nestkast of het plaatsen van gaas voor de openingen.



Great spotted woodpecker cuts holes in the tree

The great spotted woodpecker, a common bird in our gardens and forests, is known for its striking behavior: chopping holes in trees. But why does he actually do this? There are several reasons why a Great spotted woodpecker hits holes in trees.

The main purpose of chopping is to find food. Great spotted woodpeckers love insects and their larvae, which they find under the bark of trees. With their strong beak they chop the bark to get to their prey. Spiders and other small invertebrates are also on their menu.

Every year the great spotted woodpecker makes a nest in a tree cavity. They prefer trees with soft wood, such as birches. Both the male and the female help cut out the nest. It is a big job, but the result is a safe place to breed. Great spotted woodpeckers are smart birds. They sometimes use a homemade hole or a crack in a tree to clamp a pine cone in it. Then they chop the seeds from the pine cone. Such a place is also called a 'woodpecker'.

Refroffing on a tree trunk is not just to look for food. Woodpeckers also use the rolling to define their territory and to lure a partner. Every woodpecker has its own Roffel, a kind of unique code. In the spring, when the juice stream in the trees starts, sometimes chopping wooden chips into the bark to lick the juice. This is an important source of sugars, especially in early spring if there is little other food.

Although chopping holes in trees is a natural behavior, it can sometimes lead to inconvenience, for example if a woodpecker hooks holes in a wooden facade or shed. Fortunately, there are ways to prevent this without harming the woodpecker. Consider, for example, hanging a nest box or placing mesh for the openings.

dinsdag 4 maart 2025

Locatie Ooievaar ring: "Y....9167" Beleven bekend

Dinsdag 18-2-2025 zag ik, en nog enkele vogelaars twee Ooievaars op het Beleven in Reusel. Een van de Ooievaars droeg een ring. Een collega videograaf wist het gekleurde ringnummer vast te leggen. Een paar dagen later zat deze vogel er weer. Nu kon ik ook het nummer op de metalen ring aflezen. Ik melde het ringnummer bij het Kon. Belgisch Inst. voor Natuurwetenschappen / (BLB) Belgisch Ringwerk en Griel.nl. Het onderzoeksresultaat naar de ringlocatie staat hier onder.


De Ooievaar werd geringd op 57,2680 km (hemelsbreed) van de plaats waar het ringnummer werd afgelezen, n.l. op ZOO Planckendael, aan de Leuvensesteenweg, 2812 Mechelen, België. In 2019 melde ik ook een ringnummer van een ooievaar die ik op het Beleven fotografeerde. Deze had het ringnummer BLB Y.....9135 en was geringd op 29-5-2017. Uit de ringgegevens bleek dat deze ooievaar geringd was op 2 km van de ringlocatie die ik februari j.l. melde, nl. Muizenhoekstraat 27, 2812 Mechelen, België. Meldingen van een geringde vogel draagt bij aan de kennis van trek en overleving van wilde vogels. Deze kennis wordt gebruikt ten behoeve van onderzoek en bescherming van deze soorten.


Ringgegeven BLB Y.....9167 [BLB Y.....9167]

Gringingd op: 7-6-2017, 1200, datum is exact op de dag af
Geringd door: Kon. Belgisch Inst. voor Natuurwetenschappen /
(BLB) Belgisch Ringwerk (BLB)
 
Soort: ooievaar (Ciconia ciconia) [01340]
Geslacht: onbekend [onbekend]
Leeftijd: nestjong, niet vliegvlug [1]
Ringplaats volgens Google: Zoo Planckendael, 2812 Muizen-Mechelen, België [BL20]
Ringplaats volgens ringer: Muizen, Belgium  
Coordinaten: lat: 51°00'04.5"N - 51.001250 toon op kaart
  lon:  4°31'05.2"E - 4.518111  
Nauwkeurigheid: nauwkeurig tot op de ingevulde ringcoordinaten [0]
Andere merktekens: geen andere (kleur)merktekens aanwezig [ZZ]
Euring code:
BLB|A0|Y.....9167|0|1|ZZ|01340|00000|N|0|Z|U|U|0|1|0|U|03|99|U|07062017|0|1200|BL20|+510059+0043100|0|8|20|0|4|-----|---|-----
     

     
Meldgegeven BLB Y.....9167 [BLB Y.....9167]
  18-2-2025, ----, datum is exact op de dag af [0]
Gemeld door: Jozef van der Heijden (PM1)  
Soort: ooievaar (Ciconia ciconia) [01340]
Geslacht: onbekend [U]
Leeftijd: 6 jaar en 8 maanden [0]
Meldplaats volgens Google: Vogelkijkpunt, Beleven 5541, 5541 Reusel, Nederland [NL09]
Meldplaats volgens melder:     
Coordinaten: lat: 51°21'34.6"N - 51.359611 toon op kaart
  lon:  5°07'22.9"E -   5.123028  
Nauwkeurigheid: Ergens binnen een 100 meterhok (of een straal van 71 m) [BB]
Conditie: levend, verdere lot onbekend, bijvoorbeeld afgelezen met telescoop [9]
Omstandigheden: metalen ringnummer afgelezen in het veld [28]
Andere merktekens: kleurring(en) of vlag(gen) reeds aanwezig N-1795 [BC]
Opmerkingen: Geen  
Euring code:
BLB|A0|Y.....9167|0|4|BC|01340|01340|N|0|-|-|U|0|0|0|U|--|--|-|18022025|0|----|NL09|+512140+0050730|BB|9|28|0|4|-----|---|-----

Y.....9167:
Afstand tot ringplaats: 57,2680 km
Verstreken tijd: 2813 dagen
Richting van ringplaats: 228,1317 graden is 7 Year(s) 8 Month(s) 11 Day(s)

Vogeltrekstation – Dutch Centre for Avian Migration and Demography, Wageningen, Nederland

www.vogeltrekstation.nl - www.griel.nl
Het Vogeltrekstation is een samenwerkingsverband van NIOO-KNAW en de Ringersvereniging

maandag 3 maart 2025

Aalscholvers op de Ronde Put

Ronde Put ligt op het grondgebied van Postel (gemeente Mol - België). Verscholen achter het riet vind je de toegang tot de vogelkijkhut "De Ronde Put". vanuit de observatiehut heb je een ongestoord zicht van het leven op en rond het water. De Ronde Put is een officieel natuurreservaat, beheert door Agentschap voor Natuur en Bos. De Ronde Put (169 hectare) is een gebied met Europese topnatuur waar je als wandelaar tot rust kunt komen en kunt genieten van de natuur.


Aalscholvers op de Ronde Put

De Ronde Put trekt veel roofvogels aan zoals buizerd, sperwer, havik, bruine kiekendief, boomvalk, torenvalk en op trek ook de visarend. Ook andere vogels zoals ijsvogel, rietgors, blauwborst, kleine karekiet, wielewaal en verschillende eenden soorten zoals wilde eend, kuifeend en krakeend vinden er hun plek. Enkele honderden grauwe ganzen hebben er hun vaste stek.

Ook de Aalscholvers hebben de Ronde Put ontdekt. De aalscholver heeft zwemvliezen tussen de voortenen en kan dus zwemmen en hij vangt vis door te duiken. De aalscholver zit vaak met uitgespreide vleugels op een paaltje bij het water, of hoog op een lantaarnpaal. Het gaat hierbij voornamelijk om het laten drogen van hun verenkleed. De veronderstelling dat dit samenhangt met een te kleine of gebrekkig functionerende vetklier in vergelijking met andere watervogels is onjuist. Vogels die aan de kost komen door te duiken mogen geen al te groot drijfvermogen hebben. Daarnaast persen deze vogels lucht uit hun veren.

De broedperiode van de aalscholver begint half februari tot begin maart, afhankelijk van de winter. De aalscholver broedt de eieren door ze op de poten te leggen en gaat er daarna op zitten. Dat gaat nog wel eens mis. Vroeger waren de eierschalen veel dikker, maar pesticiden in het water hebben invloed op de dikte van de schaal. De bedreiging voor de broedende aalscholver komt onder andere van jonge havik vrouwtjes en de boommarter.



Cormorants on the Ronde Put

Ronde Put is located on the territory of Postel (Municipality of Mol - Belgium). Hidden behind the reeds you will find access to the bird watching hut "De Ronde Put". From the observation hut you have an undisturbed view of life on and around the water. De Ronde Put is an official nature reserve, managed by Agentschap voor Natuur en Bos. De Ronde Put (169 hectares) is an area with European top nature where you as a walker can relax and enjoy nature.

The Ronde Put attracts many birds of prey such as Buzzard, sparrowhawk, hawk, marsh harrier, tree hawk, Kestrel and also the osprey. Other birds such as kingfisher, reed bunting, bluethroat, little reed warbler, oriole and various ducks such as wild duck, tufted duck and gadwall also find their place. A few hundred gray geese have their permanent place there.

The cormorants have also discovered De Ronde Put. The cormorant has flippers between the fronts and can therefore swim and he catches fish by diving. The cormorant is often sitting with spread wings on a pole near the water, or high on a lamppost. This mainly concerns the drying of their plumage. The assumption that this is related to a too small or poorly functioning fat gland compared to other water birds is incorrect. Birds that come to date by diving should not have too great buoyancy. In addition, these birds squeeze air out of their feathers.

The breeding period of the cormorant starts mid-February to the beginning of March, depending on the winter. The cormorant breeds the eggs by placing them on the legs and then sits on it. That sometimes goes wrong. The eggshells used to be much thicker, but pesticides in the water affect the thickness of the dish. The threat to the breeding cormorant comes from young Havik females and the tree marten.