maandag 19 maart 2018

Onbemande autonome vogelfotografie

Wat is autonome vogelfotografie? Vogels fotograferen met een cameraopstelling die vogels fotografeert die zelfstandig onbemand wordt geactiveerd, dat is autonoom (zelfstandig) fotograferen. Om een camera zelfstandig te kunnen laten werken heb je een infraroodsensor nodig, zoals de Cognisys RangeIR Sensor.

De infrarood straal wordt zo afgesteld dat een vogel die op een bepaald gekozen punt de straal onderbreekt de afstandsbediening van de camera aanstuurt. Elke keer als een vogel op de tak neerstrijkt op de plaats waar de opstelling op is afgestemd een of meerde foto's. Om de kans te vergroten dat de vogel op de juiste plaats van die tak neer strijkt, zorg je er voor dat die tak zo kort is dat dat deel binnen het bereik van de infraroodstraal valt.

De Spreeuw deed precies waarvoor ik het allemaal op had gezet.

Het verenkleed van de spreeuw is glanzend zwart met, vooral in de zon, een weerschijn van bronsgroen (kop en achterhoofd) en verschillende variaties purper. In de winter is het verenkleed duidelijker gespikkeld dan in de zomer. Behalve voor kenners is er eigenlijk nauwelijks onderscheid te maken tussen het mannetje en het vrouwtje. Omdat de veren van het wijfje wat groter en breder zijn, en omdat de uiteinden van de contourveren wit gekleurd zijn, zijn háár stippels van het winterkleed groter en staan bovendien wat dichter opeen. Jonge spreeuwen zijn grijsbruin met een lichte keel. Aan het eind van de zomer ruilen ze dit verenpak om voor dat van de volwassenen, zij het dat hun spikkels duidelijker zijn dan die van de oudere volwassenen die meer gemêleerd zijn. De lengte bedraagt ongeveer 21 cm met een spanwijdte van 37–42 centimeter en een gewicht van 70-80 gram. Spreeuwen kunnen lang achtereen zingen. Het geluid dat ze hierbij maken klinkt vaak meer als een soort gekwetter dan een gefluit.

Deze Groenling (man) werd al gefotografeerd voordat hij op de tak plaats kon nemen.

Een Groenling is ongeveer 15 centimeter lang. Het mannetje is olijfgroen van kleur, vooral op de stuit. De rug heeft een bruine tint en de onderzijde is meer geelachtig. De randen van de vleugel en de meeste staartpennen zijn aan de basis helder geel. De dikke snavel is bijna wit en de poten zijn vleeskleurig. Het wijfje is minder intensief van kleur, zij is meer grijsgroen en haar geel in de veren is veel valer.

De kleine Pimpelmees is snel, maar de camera werd snel genoeg geactiveerd door de infraroodsensor.

Volwassen pimpelmezen zijn circa 12 centimeter groot met een spanwijdte van 17-20 centimeter en een gewicht van ongeveer 12-15 gram, dit is kleiner dan de koolmees. De pimpelmees heeft een vrij herkenbaar verenpak met zijn kobaltblauwe kruin, staart en vleugels die duidelijk afsteken tegen het geel van zijn onderkant. Het verschil tussen mannetje en vrouwtje is vrijwel niet waar te nemen. In juveniel kleed is hij op de kop groenig in plaats van blauw en op de wang gelig. De roep van de pimpelmees klinkt als tsi tsi tsit, de zang is een hoog si si sirrr, gevolgd door bellende geluiden, en lijkt iets feller dan die van de koolmees. De vlucht van de pimpelmees is meestal gelijk aan die van andere mezen. In boogjes zweeft hij door de lucht, in de tussenpozen slaat hij met de vleugels.

Ook de Koolmees moest het ontgelden. Op het over grote deel van de foto's stonden koolmezen.

Volwassen koolmezen zijn circa 14 centimeter groot, hebben een spanwijdte van 22,5-25,5 centimeter en een gewicht van gemiddeld 17 gram. De koolmees heeft een zwarte kruin, witte wangvlekken, een gele borst en daarop overlangs een zwarte band. Mannetjes zijn te herkennen aan de duidelijk bredere zwarte band, maar ook aan de grotere hoeveelheid zwart tussen de poten en meer glans op de kop. Het juveniel is valer gekleurd en mist de zwarte streep, deze verschijnt in het najaar. De koolmees is de grootste soort mees, zoals de wetenschappelijke soortnaam verraadt: major betekent groot. De roep van de koolmees klinkt als péh-puuh wat vergelijkbaar is met de sirene van een politieauto. De zang is een hoog si si sirrr en lijkt iets zachter dan die van de pimpelmees. De vlucht van de koolmees is meestal gelijk aan die van andere mezen. In grote bogen vliegt de koolmees door de lucht, afwisselend wordt met de vleugels geslagen en gezweefd.

In 2015 schreef ik al een artikel over Fotograferen met de Cognisys RangeIR Sensor.