woensdag 28 augustus 2024

Kijkhut Provincievijver Hageven, Pelt (Bel)

Het 'Hageven' en de Dommel, een natuurgebied van 350 hectare. Het 'Hageven' dat ingeklemd is tussen het Belgische Lommel, Pelt (voorheen Neerpelt), Hamont-Achel en het Nederlandse Bergeijk is een natuurgebied in het noorden van de Belgische provincie Limburg. Samen met het aangrenzende gebied 'De Plateaux' in het Nederlandse Bergeijk, provincie Noord-Brabant, is dit het internationale natuurgebied Plateaux-Hageven.


Kijkhut 'Hageven' - Pelt

Het Hageven ligt in de gemeenten Neerpelt, bij het dorp Grote Heide, en Lommel, bij het dorp Lommel Barrier. Het gebied van 350 hectare omvat (inlandse) duinen (rivierduinen) met droge en natte heide, vennen en rietland.

Het Hageven is als een mozaiek van verschillende soorten natuur:
De flanken en de toppen van de duinen zijn de droogste gronden van het gebied. Het zand verstuift nu niet meer zoals in vroegere tijden. Buntgras en Ruig Haarmos hebben het zand grotendeels gefixeerd. Met sommige beheersmaatregelen proberen we nu opnieuw open zandvlaktes te creëren, goed voor Graafwespen, Tapuit, Korstmossen en Zandloopkevers. Op de droge en natte zandgronden groeit de heide, maar lang niet zo massaal als de bezoeker zou verwachten van een heidereservaat. Grassen zoals Bochtige Smele en Pijpenstrootje eisen de meeste plaats op. Enkel doorgedreven begrazing door Galloway runderen en maaien kan deze grassen in toom houden. Zonder dit beheer zou er binnen decennia geen heide meer staan in het natuurgebied.

Natuurherstel
Vanaf 2006 werden enkele grootschalige beheerswerken uitgevoerd in kader van het Life project Dommeldal om de heide opnieuw meer kansen te geven. Grote oppervlakten zijn geplagd (wegnemen van de toplaag) met als resultaat een kale, voedselarme bodem waarop de heide opnieuw kan kiemen. Vlindersoorten als de Heivlinder en het Heideblauwtje profiteren van deze uitbreiding in oppervlakte. Ook botanisch interessante soorten van de natte heide kunnen zo hun kans grijpen: Beenbreek, Snavelbies, Klokjesgentiaan en het Gentiaanblauwtje en Zonnedauw. Als eerste teken van verbossing vind je in het Hageven Gagel. Het bloeit in het voorjaar met de donkerrode opvallend aangenaam geurende katjes. Het Gageleerbier dat u in de Wulp kunt consumeren, heeft dit als ingrediënt i.p.v. Hop.

Bossen zijn in het Hageven schaars. 200 meter oostelijk van de Verkeerde Lieve Heer ligt nog een laatste restant van een bebossingpoging rond 1890. Een perceel met krom gegroeide Grove Den. Op enkele kleinere plekken groeit een broekbos met vooral Wilgen en Elzen. Her en der staan knoestige Berken en Dennen, die het uitgestrekte landschap een wat verweerde indruk geven. In de winter kan je hier soms de Klapekster terugvinden.


Het uitzicht vanuit kijkhut 'Hageven' - Pelt

De wandelroute door het Hageven vanaf Bezoekerscentrum De Wulp is weer opengesteld. Op vrijdag 2 aug., maandag 5 en dinsdag 6 aug. 2024 waren de paden tijdelijk afgesloten omdat de veiligheid tijdens de herstelwerken aan de dijkbreuk tussen de Provincievijver en de Dommel anders niet gewaarborgd kon worden. Nadat de werkzaamheden voltooid waren zijn alle wandelwegen weer opengesteld en kunnen de bezoekers weer genieten van het Hageven, mét een volle Provincievijver. De vijver moest daarna wel volgepompt worden omdat de Dommel lager ligt als de vijvers.

Vogelsoorten: Boomklever, Buizerd, Fuut, Gaai, Grote Bonte Specht, Grote Zilverreiger, Kievit, Kuifmees, Matkop, Merel, Sijs, Tjiftjaf, Veldleeuwerik, Zwarte Specht, Veldleeuwerik.


Locatie: kijkhut 'Hageven' - Pelt

Parkeren kan bij Bezoekerscentrum De Wulp. Het bezoekerscentrum is elke woensdag open van 13;00 tot 17;00 uur, elke zaterdag en zondag van 14.00 tot 18.00 uur. Buiten de uren open voor groepen op aanvraag. Het boekje Hageven (te koop in de Wulp voor 4 €) geeft een volledige beschrijving van het volledige natuurgebied. Omdat het Hageven zo'n belangrijk en groot gebied is wordt het beheer gedaan door meerdere conservatoren.

Meer informatie: www.natuurpuntneerpelt.be

dinsdag 20 augustus 2024

Oud-Turnhout: Uitkijktoren en kijkhut De Liereman

Landschap De Liereman is een van de oudste natuurgebieden van België. De bossen, heide, graslanden, stuifduinen en vennen maken er een uniek natuurgebied van in Europa. De Kempense biotopen zijn al eeuwenlang een thuis voor de wulp, de nachtzwaluw, de klokjesgentiaan en de rugstreeppad. Landschap De Liereman is meer dan 500 ha groot op het grondgebied van de gemeenten Oud-Turnhout en Arendonk. Een uniek gebied om de waarden van de Stille Kempen te leren kennen. Op het grondgebied van Oud-Turnhout staan een stalen uitkijktoren en een houten kijkhut.


De stalen uitkijktoren is bereikbaar over het vlonderpad, maar ligt verscholen achter de bomen.

Landschap De Liereman onderscheidt zich ook als een waardevolle erfgoedlocatie. In het gebied zijn vuurstenen voorwerpen ontdekt die teruggaan naar jagers die zo'n 12.000 jaar geleden de duinengordel van Landschap De Liereman als kampplaats gebruikten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende de duinengordel als oefengebied voor het Duitse leger, waarvan sporen zoals loopgraven en stellingen in visgraatmotief nog steeds zichtbaar zijn in het landschap. Het Landschap De Liereman vormt een lust voor het oog: een mozaïek van onder meer hooilandjes, houtkanten, dreven, echelkuilen, broekbos, natte heide, vennen, naaldbos, weilanden, kanaal, veengebied, kruidenrijke schraalgraslanden, gemengd eiken-berkenbos en gagelstruweel.


De stalen trap leidt naar de hut van de uitkijktoren.


Hoog in de toren is er uitzicht over het water en de omgeving.
Landschap De Liereman
Kruidig ruikende gagelstruiken, zoet geurende brem, frisgroene bossen en uitgestrekte heide zorgen voor een Kempens festival van geuren en kleuren. En dat in samenwerking met de lokale landbouwers. De bossen, heide, graslanden, stuifduinen en vennen maken van Landschap De Liereman een uniek natuurgebied in Europa. De Kempense biotopen zijn al eeuwenlang een thuis voor de wulp, de nachtzwaluw, de klokjesgentiaan en de rugstreeppad. Tijdens je wandeling tussen kurkdroge landduinen en kletsnatte veenmoerassen kom je ook schapen en wilde konikpaarden tegen.


Locatie: Stalen uitkijktoren, 850 meter wandelen vanaf het bezoekerscentrum De Liereman.

Vroeger lieten boeren hun schapen grazen op de uitgestrekte woeste gronden. Ze staken de toplaag van de bodem af als mest voor de akkers en wonnen turf als brandstof uit de moerassen. Het resultaat was een open en gevarieerd heidelandschap dat eeuwenlang de Kempen typeerde. Ook voor erfgoed is Landschap De Liereman een topper. 12.000 Jaar geleden gebruikten jagers de duinengordel als kampplaats en de vele vuurstenen voorwerpen geven het gebied een archeologische waarde.


Plattegrond Landschap De liereman, Oud Turnhout



Houten vogelkijkhut De Liereman

De houten rolstoeltoegankelijke kijkhut op De Liereman werd in 2016 geschonken door een Nederlands koppel dat zo de Oud-Turnhoutse gemeenschap wil bedanken. Vanuit deze kijkhut kijk je op een landschap dat varieert van heideachtig tot rietland. De rietvogels komen tot een paar meter van de kijkhut. Het vergt echter veel gedult om een goede foto te kunnen maken van de karakieten en bosrietzangers. Ze verplaatsen zich voortdurend van de ene plaats naar de andere in het dichte riet.


Het schilt met de vermelding van de schenking door het Nederlands koppel Harry en Henny Vogels - van Gerwen.


Locatie: houten vogelkijkhut de Liereman 2360 Oud-Turnhout, België.

Het bezoekerscentrum is gelegen aan de rand van het meer dan duizend hectare groot Landschap De Liereman. Van hieruit kan je wandelingen maken in het natuurgebied. Het bezoekerscentrum ligt ook vlak bij het fietsknooppuntennetwerk. Zin in iets lekkers voor of na een wandeling in het natuurgebied? Geniet op ons terras of in het natuurcafé van een warm drankje, een biologisch sapje, verse soep, warm appelgebak, of een heerlijk bioijsje van ijshoeve Uijlenborch. Van maandag tot zaterdag bieden we ook snacks aan zoals een croque of groententaart met gemengd slaatje. Voor elk wat wils!

Op het terras of in het bezoekerscentrum kunt u ook je meegebrachte boterhammen opeten mits je er drankjes bestelt. Je kan er binnen aan de toiletten ook je drinkbus vullen voor onderweg. Uiteraard kan je ook je boterhammen opeten op één van de zitbanken in het natuurgebied. Voor je trouwe viervoeter staan er drinkbakjes op het terras. Let wel! Binnen in het bezoekerscentrum zijn honden niet toegelaten.

Enkele streekspecialiteiten
◽Pijpenstrootje: een biologisch knabbelkoekje met noten
◽Alle dagen vers biologisch appelgebak
◽Biologische fruitsappen in maar liefst 7 verrassende smaken
◽Gageleer, bier gebrouwen met gagel
Openingsuren Bezoekerscentrum
◽maandag tot/met donderdag: 10.00-17.00 uur
◽vrijdag: 10.00-17.00 uur
◽zaterdag: 10.00-17.00 uur
◽zon- en feestdagen 11:00-18:00 uur
◽Kerst- en nieuwjaar gesloten
Bereikbaarheid
Met de auto: volg de bruine borden “natuurreservaat De Liereman” of de witte borden 'Bezoekerscentrum' vanuit het centrum van Oud-Turnhout. Er is een nieuwe parkeerplaats voor Landschap De Liereman. Die ligt tussen het recyclagepark en PVT Campus De Liereman. Ook voor mindervaliden zijn er vier nieuwe parkeerplaatsen ter aanvulling van de twee parkeerplaatsen aan het bezoekerscentrum. De parking heeft een even grote capaciteit en is beter bestand tegen plassen en modder dan de vorige.
Website: www.deliereman.be.

Vogelkijkplatform aan De Brakeleer, Arendonk

Het uitkijkplatform aan de Hoge Mierdse heide in Arendonk geeft uitzicht op De Brakeleer en de Brakeleersloop. De Brakeleer is een natuurven dichtbij Landschap De Liereman. De Liereman strekt zich uit over het grondgenbied van Oud Turnhout en Arendonk. Hier worden gedurende de trekvogel tellingen gehouden. In de vroege morgen tellen de vrijwilligers de vogels die in de directe nabijheid overtrekken. In de late avond wordt de nogmaals geteld.


Het vogelkijkplatfrom wordt gedurende de vogeltrek gebruikt voor de trekvogel tellingen.

Vogeltrek tellen is het systematisch tellen van voorbijtrekkende vogels vanaf een vast punt: een telpost. Het vindt in Nederland en elders in Europa al tientallen jaren plaats. Trekpatronen, invasies en reacties op bijzonder weer (bijvoorbeeld invallende vorst) worden het snelste via deze tellingen opgemerkt. De tellingen worden ondermeer doorgegeven aan Trektellen.nl.


De werkgroep trekvogel tellingen komen gedurende de vogeltrekperiode meermaals per week samen om de trek te monitoren.


Locatie: Houten vogelkijkplatform op het Arendonkse deel nabij De Liereman.

zondag 18 augustus 2024

Nieuwe vogelkijkhut 'How ut Moi' Soerendonk

Vogelaars kunnen weer ongezien observeren in nieuwe hut in Soerendonks Goor. Vogelkijkhut 'How ut Moi' aan Het Goor in het Brabantse Soerendonk is gelegen aan een natuurven waar vaak eenden en reigers op te zien zijn is in opdracht van Staatsbosbeheer geheel vernieuwd. De hut heeft geen achterzijde. Dat is om te voorkomen dat er hangjeugd in komt. Voor de hut is ook een bankje waar u uw telescoop of fotocamera op kunt zetten. De grote zilverreiger wordt hier met enige regelmaat waargenomen.
Deze post vindt u ook op mijn Vogelkijkhutten blog.



'How ut Moi' oftewel, "Houdt het mooi"

Elke wandelaar en fietser die vaak in natuurgebied ’t Goor, Soerendonk komt zal opgevallen zijn dat er grote metamorfose plaatsvindt nabij het ven aan Het Kranenveld. Het reservaat bestaat uit een grote waterplas met aansluitend een moerassig gebied, dat wordt doorstroomd door de Naaste Aa, die stroomafwaarts overgaat in de Strijper Aa. De plas is rijk aan watervogels, die kunnen worden waargenomen vanuit een vogelkijkhut. Het Soerendonks Goor sluit in het westen aan op de Groote Heide en in het zuiden op de Gastelse Heide.

Tijdens de vogeltrek zijn er regelmatig kleine zwanen en wilde zwanen te zien. Langs het zandpad, die achter de plas door loopt, zitten vaak vele barmsijzen. Aan de andere kant sluit het Goor aan op de Groote Heide en de Gastelse Heide waar typische heidevogels verblijven en mogelijk ook de gekraagde roodstaart, paapje of beflijster. Het Goor bestaat overwegend uit elzen en berkenbroekbos, met kleinere oppervlakten rietmoeras, struweel en ruigte bij de waterplassen. De paden zijn doorgaans goed te bewandelen. Wel kunnen er een paar zeer drassige stukken tussen zitten. Laarzen zijn daarom zeer aan te bevelen.


Waarom heet deze vogelkijkhut aan Het Goor nu 'How ut Moi'. Vanuit het Brabants dialect is de boodschap duidelijk; 'Houdt het mooi'. Maar dat lijkt vanzelfsprekend.


De reden tot hernieuwen kwam naar aanleiding van de nieuwe ontwikkelingen en biotopen rondom en in de buurt van het vogelmeer. Zoals de slenk met voedselarm en heldere water, ten gunste van de kranswieren, die pal voor de hut is aangelegd met daartussen een kade die het voedselrijke meer, zoals we die al jaren kennen, van elkaar scheidt. Omdat de hut op een ander uitkijkpunt zou worden geplaatst, is er zelfs nog overwogen om deze in zijn geheel te verplaatsen maar de door moeder natuur aangetaste staat van de 25 jaar oude ‘How ut Moi’ hut, simpelweg door slijt op materialen en soms door vernieling, was onhaalbaar en is besloten een volledig nieuwe te bouwen.

Wat als eerste opvalt is de open ingang gezien vanaf de straatkant met als uitgangspunt om sociale controle te creëren en het respect voor natuur en materialen te behouden. De hut is gebouwd met hout van Douglassparren uit het Leenderbos, is ook wat verder naar het water toe verplaatst en voorzien van een open en houten hekwerk tegen de hut aan, want betekent dat er niet meer zoals voorheen vóór de hut plaatsgenomen en gespot kan worden. Aan de voor- en zijkanten zijn kijkopeningen op verschillende hoogtes aangebracht en voorzien van zelfbedienbare luiken met opzetdelen voor extra benodigdheden. In het midden staat een zeer stevig verankerde bank op een dikke laag organisch grit.


Locatie: Kijkhut 'How ut Moi', aan het Kranenveld even buiten Soerendonk.

zaterdag 10 augustus 2024

Tilburg: Uitkijktoren De Nieuwe Herdgang

De uitkijktoren "De Nieuwe Herdgang" in Moerenburg ingeklemd tussen de A65 en de A58 is sinds december 2021 geopend voor bezoekers. Vanaf de toren kijk je over het natuurgebied Moerenburg en Koningshoeven. Vanaf de maar liefst 25 meter hoge uitkijktoren met z'n 223 traptreden kijk je uit over het prachtige natuurgebied Moerenburg en Koningshoeven. De twee trappen omhoog zijn zo gebouwd dat ze de krachten van buitenaf kunnen opvangen. De toren staat op het grondgebied van Berkel-Enschot, gemeente Tilburg. Met een krap bouwbudget (€275.000 incl. honoraria) en een bouwplaats die alleen via een smal tunneltje bereikbaar was, was het maken van een iconisch object op deze plek een uitdaging.
Deze post vindt u ook op mijn Vogelkijkhutten blog.



Uitkijktoren De Nieuwe Herdgang ingeklemd tussen de A65 en de A58

Uitkijktoren De Nieuwe Herdgang is een verrassend icoon in een evenzo verrassende omgeving. Zo kun je deze uitkijktoren het beste omschrijven. De toren ligt namelijk midden in het landschapspark Moerenburg-Koningshoeven dat de stad Tilburg met het Brabantse landschap verbindt. Tegelijkertijd is het ook omgeven door verschillende (snel)wegen. De 25 meter hoge uitkijktoren, eigenlijk een enorm driehoekig sculptuur, ziet er vanaf elk punt anders uit. De driehoek is een historisch element in het landschap dat Tilburg omringt. De plek waar drie wegen bij elkaar kwamen, was ook de plek waar herders hun vee verzamelden. Vandaar de naam "De Herdgang". Dit was eeuwen geleden het beginpunt van nieuwe nederzettingen, vandaag de dag nog terug te zien in de vele driehoekige pleinen in de binnenstad van Tilburg. Uitkijktoren De Nieuwe Herdgang is een verwijzing naar die eerste nederzettingen. Herdgang of heerdgang was de dagelijkse rondgang van een kudde onder leiding van de herder over de 'gemene' gronden (gedeelde graslanden, heide of bossen). Het oude woord "heerd" betekent niet alleen 'kudde' maar ook 'herder'.


Uitkijktoren De Nieuwe Herdgang Tilburg Moerenbrug

De toegang is 1,50 euro. Dit kan alleen met de pinpas betaald worden. Vanmorgen kon ik de toren gratis gratis beklimmen. De betaalautomaat was defect en de draaipoort was van het slot gehaald. De uitkijktoren is toegankelijk via een tourniquet. Een tourniquet is hetzelfde als een draaihek of een tourniquet draaideur. Zo'n poort laat steeds maar één persoon tegelijk door. Steeds meer nieuwe uitkijktorens zijn enkel tegen betaling te betreden. Eigenlijk niet meer dan normaal, als je ziet wat voor materialen en werk aan de bouw van zulke enorme bouwwerken wordt besteed. Voor niets gaat de zon op. Het overige heeft een prijs. Er geldt een maximum van 30 personen op de toren, zodat iedereen in alle rust kan genieten. En rust is waar je eenmaal boven ook aan toe bent. Als je na de steile beklimming boven bent aangekomen, wil je wel even op adem komen. Voor ongetrainde en oudere mensen is de beklimming een uitdaging. Na zonsondergang is de toren afgesloten.


Ontwerper van deze toren is de in Tilburg opgegroeide Nina Aalbers. In 2017 reageerde ze op een oproep van de gemeente Tilburg aan beginnende architecten, ontwerpers en kunstenaars om een nieuwe uitkijktoren op deze plek te ontwerpen. In eerste instantie had een ander ontwerp de wedstrijd gewonnen, maar die bleek qua constructie onuitvoerbaar. Dit ontwerp haalde bijna evenveel stemmen, waardoor ontwerper Nina Aalbers de wedstrijd vervolgens won. De stalen toren staat op een groene heuvel waardoor het als het ware boven het landschap zweeft en is omkleed met de duurzame houtsoort Accoya. Eenmaal boven heb je onder meer een fenomenaal uitzicht over de skyline van Tilburg en de Abdij van Koningshoeven; een van de twee trappistenkloosters van Nederland.

De Nieuwe Herdgang ligt opgesloten tussen de snelwegen A65 en A58, ter hoogte van knooppunt De Baars. Vanuit het centrum van Tilburg fiets je er in een klein kwartiertje naartoe. Te voet geniet je zo’n drie kwartier van een mooie wandeling langs natuurgebied Moerenburg en het Wilheminakanaal. De driehoekige vorm refereert naar de historische herdgang: een driehoekige kruising waar herders vee verzamelden en nederzettingen stichtten. Deze landschappelijke typologie is vertaald in een iconische sculptuur die er vanaf elk punt op de snelweg anders uitziet.


Moerenburg heeft de status van landschapspark. Verdere woningbouw is er niet toegestaan. In de toekomst wordt het deel van een grote aaneenschakeling van natuurgebieden: het binnen de stedendriehoek Tilburg, 's-Hertogenbosch en Eindhoven liggende Nationaal Landschap Het Groene Woud. Een in 1989 opgerichte groep, genaamd Werkgroep Behoud Moerenburg, draagt bij aan het reilen en zeilen van het natuurgebied. Tot ongeveer 2006 was het, zoals uit de naam al blijkt, vooral een actiegroep voor behoud van landschapswaarden, maar sinds de werkgroep de gemeente aan haar zijde heeft gevonden, richt men zich meer op evenementen die het gebied bekend moeten maken bij de Tilburgse bevolking.

Moerenburg bevat tal van kenmerken die het gebied speciaal maken. Van de bijna 1200 planten- en diersoorten die er te vinden zijn, zijn er verschillende uniek voor Noord-Brabant, zoals de bessenvuurzwam of zelfs voor Nederland, zoals een variant van de kussentjeszwam.


Locatie: Uitkijktoren "De Nieuwe Herdgang" op de rand van het grondgebied van Berkel-Enschot

vrijdag 9 augustus 2024

Uitkijktoren Straalmolen in Balen-Olmen

Per toeval kwam ik bij deze kijktoren. Ik was met de fiets naar de brug over de Grote Neten gereden, waar een oude watermolen nog steeds operationeel is. Het lijkt ietswat vervallen, maar daar wil de molenaar niets van weten. Tijdens het gesprek met Toon Druyts, de zoon van molenaar Jef Druyts is de Straalmolen en de winkel(schuur) aan de overkant van de Watermolenweg en Straal wel ouderwets, maar nog volledig in bedrijf. Toen hij mij vertelde dat achter de schuur een vogel uitkijktoren van Natuur en Bos staat, had hij mij volledige aandacht. Hieronder informatie over de toren en de Straalmolen.
Deze post vindt u ook op mijn Vogelkijkhutten blog.



De kijktoren biedt uitzicht over de vallei van de Grote Nete

Natuurgebied Straalmolen is 17 hectare groot en ligt in de gemeente Balen. Het is een gevarieerd gebied in de vallei van de Grote Nete. Het bestaat uit grote waterpartijen, broekbossen en permanent historische graslanden. De voormalige viskweekvijvers zijn ingericht als vogelgebied. Op deze manier proberen we vogels de kans te geven om te broeden, te recupereren tijdens de vogeltrek en te overwinteren in alle rust. Daarvoor is de Straalmolen ook ontoegankelijk zodat er zo weinig mogelijk verstoring is. Om bezoekers toch te laten genieten van de natuur en de vogels is er een kijktoren. Door de aanleg van de vistrap hebben vissen de kans gekregen om te migreren naar de stroomopwaarts gelegen delen van de Grote Nete om te paaien en kuit te schieten.


De voormalige viskweekvijvers zijn door Natuur en Bos ingericht als vogelgebied. Zo willen we vogels de kans te geven om te broeden, te recupereren tijdens de vogeltrek en te overwinteren in alle rust. Er zijn enkele kunstmatige nestgelegenheden aangelegd in de dijken voor de oeverzwaluw en de ijsvogel. Vogels die er nu al broeden zijn waterral, dodaars, fuut, tafeleend, krakeend, wilde eend, knobbelzwaan, grasmus, blauwborst, bosrietzanger, kleine karekiet, ijsvogel, rietgors, grote gele kwikstaart, …. Op termijn hopen we de roerdomp te verwelkomen als broedvogel. Ook kun je blauwe reiger, ooievaar, purperreiger en roerdomp op zoek naar voedsel spotten.


Om de vogels de nodige rust te geven, is het gebied niet toegankelijk. Je kunt ze wel goed observeren met een verrekijker vanaf de kijktoren. Door de aanleg van de vistrap hebben vissen de kans gekregen om te migreren naar de stroomopwaarts gelegen delen van de Grote Nete om te paaien en kuit te schieten. De kwabaal plant zich intussen voort in de poelen die aangelegd werden in de vistrap van de Straalmolen. Samen met poelen langs de Asbeek zijn dit de twee enige locaties in Vlaanderen waar de kwabaal zich weer voortplant in de vrije natuur. De vispassage aan de Straalmolen maakt deel uit van het plan om tegen 2022 vismigratie te herstellen in de volledige Grote Nete.


Straalmolen aan de grote Nete
De Straalmolen in Olmen (Balen) ging in 2022 over van vader op zoon. Na veertig jaar gaat molenaar Jef Druyts met pensioen en draagt hij de watermolen met waterkrachtturbine en de winkel over aan zijn zoon Toon. De Straalmolen is een unieke watermolen langs de Grote Nete in Olmen die nog altijd dienstdoet voor het malen en pletten van graan. De molen produceert onder meer bakmeel en veevoeder. De geschiedenis van deze molen gaat terug tot in de jaren 1300. Tot 1934 was de molen een houten constructie met een houten onderslagrad. Toen werd de molen verbouwd tot een volledig stenen gebouw met een turbine op waterkracht onder de molen. Aangezien de turbine zich in de kelder bevindt, is ze daarom niet zichtbaar aan de buitenkant.


De begroeiing aan de Grote Nete is wat uit de hand gelopen.

De Straalmolen aan de Watermolenweg 2 in Olmen is maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag open van 09:00 uur tot 12:00 uur en van 13:00 uur tot 18:00 uur. Zaterdag is hij geopend tot 15:00 uur. Sluitingsdagen zijn donderdag en zondag.

vrijdag 2 augustus 2024

Fietsrondje Lommel, Neerpelt, Achelse Kluis

Hoewel er vanmorgen nog lang licht mistig bleef, heb ik mijn geplande rondje; Lommel, Neerpelt, langs het bezoekerscentrum De Wulp van natuurgebied Hageven en nog even langs de Achelse Kluis afgemaakt. Onderweg passeerde ik diverse bruggetjes van beekjes en waterlopen. Wat mij opviel is, dat het water aldaar erg helder was. Ook de Dommel was erg helder. Aan de Dorpstraat in Borkel was het water al behoorlijk bruin van het ijzer dat via slootjes onderweg de Dommel in stroomt.


Onder begeleiding mocht ik de kapel van de Achelse Kluis fotograferen.

De Achelse kluis ademt geschiedenis. Door de eeuwen heen wisselden de bewoners elkaar af en werd er gebouwd, hersteld en uitgebreid. Het resultaat is een uniek complex waar verschillende gotische stijlen en schitterend bouwwerk aanwezig zijn. Het verhaal van De Kluis begint in de 17e eeuw. (1656) Godsdienstoorlogen verdelen de Nederlanden in een protestants noorden en een Katholiek zuiden. Dat komt ruwweg overeen met het huidige Nederland en België. Omdat de katholieken in Nederland hun godsdienst niet in het openbaar mogen belijden, vlucht de katholieke pastoor Tielens net over de grens naar Achel, waar hij een pastorie en grenskapel opricht, wat we nu kennen als het poortgebouw.

Het tij keert wanneer in 1845 de abdij van Westmalle wil uitbreiden en in De Achelse Kluis een geschikte plek ziet. In 1846 komt een kleine communiteit naar hier. Deze hadden in 1839 Westmalle al verlaten en enkele jaren geleefd in een verlaten Capucijnen-klooster te Meerseldreef. De gebouwen worden grondig hersteld en niet veel later nemen 26 monniken de religieuze draad weer op. Toen de trappisten in de kluis betrokken bestond hun eigendom uit 96 hectaren verwaarloosde heidegrond, zeer moerassig en onvruchtbaar. Dit eigendom werd geleidelijk aan uitgebreid tot een bezit van 232 ha. De grond werd zeer intens en met kennis van zaken bewerkt, zodat de Kluis haar landbouwactiviteiten kon starten. De monnikken volgen de regels van Sint-Benedictus: ‘Ora et Labora’: ‘bidden en werken’. Ze leven in complete stilte en mogen niet praten, als ze toch iets willen zeggen, gaat dat met handgebaren. Ze komen zeven keer per dag samen om te bidden, werken op het land, houden vee en zijn gedreven in heel veel ambachten.


Links; drie kleine kapel-aanbouwsels, met elk een eigen altaar. Rechts; toen ik arriveerde was de poort nog gesloten.

De Kluis is bijna helemaal zelfvoorzienend, er was een bakkerij, smederij, kaasmakerij, brouwerij, drukkerij, boekbinderij, boenwasfabriek en was gezien haar stoffelijke activiteiten na een tijd begonnen met een bescheiden industrie van afwasmiddelen en zeepproducten. In deze tijd gaf De Kluis werk aan zo’n dertigtal arbeiders. De kluis bleef groeien en in 1871 werd het klooster tot abdij verheven. De overbevolking vond tussen 1880 en 1890 een uitweg in drie nieuwe kloosterstichtingen, namelijk in de Nederlandse abdijen Sion bij Diepenveen, Lilbosch bij Echt en in de Belgische abdij St. Remy te Rochefort. De Kluis kent een hoogtepunt in 1889 en het aantal monniken zit boven de 120. In deze bloeiperiode wordt een neogotische kerk gebouwd, naar het ontwerp van de befaamde Pierre Cuypers, de architect van het Rijksmuseum en het station van Amsterdam.

Wandelpaden Hageven tijdelijk gesloten


Links boven: Wandelpaden zijn tijdens dijkherstel werkzaamheden tijdelijk afgesloten, rechts boven: de fiets/voetgangersbrug over de Dommel.
Links onder: De parallelle stroom langs de Dommel, rechts onder de Dommel.

De wandelroute door Het Hageven start vanaf Bezoekerscentrum De Wulp. Vanmorgen en a.s. maandag en dinsdag (2 aug., 5 en 6 aug. 2024 waren de paden tijdelijk afgesloten. De herstelwerken van de dijkbreuk tussen de provincievijver en de Dommel gaan van start. Voor de veiligheid van de bezoeker worden tussen 2 en 6 augustus 2024 enkele wandelpaden volledig afgesloten. Na de werkzaamheden worden alle wandelwegen weer opengesteld en kan je weer genieten van het Hageven, mét een volle provincievijver. Ik was hier al van op de hoogte, dus een tegenvaller was het voor mij niet.

Honderdduizenden liters water weggestroomd uit vijver in Pelts natuurgebied: "Dommel ligt te diep", kopte de Belgische kranten. In (Neer)Pelt zijn in het natuurgebied Hageven honderdduizenden liters water uit een grote vijver de Dommel ingestroomd. Door de overvloedige regen van de laatste tijd heeft de dijk die het water moest tegenhouden het begeven.

Het hageven (Pelt - België) vormt samen met De Plateaux (Bergeijk en Valkenswaard - Nederland) een grensoverschreident natuurgebied met een oase van heide, vennen, bossen en graslanden, waar de Dommel zich een weg baant langs het prachtige natuurlandschap. Het bezoekerscentrum is de ultieme toegangspoort tot deze mooie lap natuur. Hier starten een aantal bewegwijzerde wandelingen. Het bezoekerscentrum is niet alleen een toegangspoort tot het prachtige natuurgebied Hageven, maar ook een plek waar kennis, bewustzijn en verwondering samenkomen. Geniet van een moment van rust op het terras of in een gezellige caféhoek met grote ramen die een panoramisch uitzicht bieden op de weelderige natuur buiten.

Het water in de Prinsenloop is kraakhelder.


Kraakhelder water in de Prinsenloop nabij jeugdkamp Chiro Achel.

Dichtbij het jeugdkamp Chiro Achel (50 meter van de kruising; Witteberg en het Jagerspad) stroomt de Prinsenloop. De Prinsenloop ontspringt op 't Herent, en loopt (zelfs onder het kanaal door) richting Achel, niet zonder over een vrij lange afstand de natuurlijke grens tussen Neerpelt en Sint-Huibrechts-Lille te vormen. De Prinsenloop is een zijtak van de Warmbeek die zich uitstrekt over Hamont-Achel en Pelt. Hamont-Achel streeft naar een duurzaam waterbeheer op haar grondgebied. Daarom stapte men in het voorjaar van 2021 in op het project Prinsenloop van Boerennatuur, Bodemkundige Dienst van België, Provincie Limburg en het Regionaal Landschap Lage Kempen (RLLK). De Prinsenloop is een zijtak van de Warmbeek die zich uitstrekt over Hamont-Achel en Pelt. In het gelijknamige project wil men het watergebruik uit deze waterloop optimaliseren in functie van de droogtebestrijding. Een verbeterd waterbeheer van de terreinen rond de Prinsenloop zal namelijk zowel de landbouw als de omliggende natuurgebieden ten goede komen.

Hermeandering Warmbek bij Achelse Kluis


De Warmbeek is opnieuw ingericht. De beek meandert weer door het landschap als ooit daarvoor.

De Warmbeek ontspringt in de nabijheid van de Jongemanshoeve in Erpekom en vormt de grens tussen de voormalige gemeenten Peer en Grote-Brogel. Via Grote-Brogel, Kaulille en Lille stroomt zij noordwaarts naar Achel om hier de Belgisch-Nederlandse grens te overschrijden. De beek mondt bij Eindhoven uit in de Dommel. De Warmbeek krijgt gedurende haar loop meerdere namen: Jongemansbeek of Vrenenbeek, Broekbeek en Warmbeek of Molenbeek.

In november 2022 zijn de werken aan de Warmbeek in Hamont-Achel ter hoogte van de Achelse Kluis afgerond. Het gaat om een hermeandering over een lengte van ongeveer 1,7 km. Dit project herstelt de natuurlijke waterberging in de vallei en creëert typische beekhabitats voor een soortenrijk en zeldzaam visbestand. In het verleden werd de Warmbeek ter hoogte van de Achelse Kluis rechtgetrokken, ingedijkt en opgestuwd. Hierdoor verdwenen meanders en overstromingen in het valleigebied. Dankzij de hermeandering functioneert dit gebied opnieuw als een overstroombare vallei die extra water buffert. Zo verminderen piekafvoeren stroomafwaarts.

Ook voor de aanwezige fauna en flora is zo’n hermeandering belangrijk. De afwisseling van zacht hellende binnenbochten en steilere buitenbochten herstelt het stromend karakter. Dit heeft een positief effect op zowel de structuurkwaliteit als de ecologische kwaliteit van het water. Hierdoor ontstaan er kansen voor zeldzame planten en vissen, zoals de Europees beschermde beekprik.

Eenmaal thuis stond de dagteller op 80,2 Km.