Deze post vindt u ook op mijn Vogelkijkhutten blog.
Elke wandelaar en fietser die vaak in natuurgebied ’t Goor, Soerendonk komt zal opgevallen zijn dat er grote metamorfose plaatsvindt nabij het ven aan Het Kranenveld. Het reservaat bestaat uit een grote waterplas met aansluitend een moerassig gebied, dat wordt doorstroomd door de Naaste Aa, die stroomafwaarts overgaat in de Strijper Aa. De plas is rijk aan watervogels, die kunnen worden waargenomen vanuit een vogelkijkhut. Het Soerendonks Goor sluit in het westen aan op de Groote Heide en in het zuiden op de Gastelse Heide.
Tijdens de vogeltrek zijn er regelmatig kleine zwanen en wilde zwanen te zien. Langs het zandpad, die achter de plas door loopt, zitten vaak vele barmsijzen. Aan de andere kant sluit het Goor aan op de Groote Heide en de Gastelse Heide waar typische heidevogels verblijven en mogelijk ook de gekraagde roodstaart, paapje of beflijster. Het Goor bestaat overwegend uit elzen en berkenbroekbos, met kleinere oppervlakten rietmoeras, struweel en ruigte bij de waterplassen. De paden zijn doorgaans goed te bewandelen. Wel kunnen er een paar zeer drassige stukken tussen zitten. Laarzen zijn daarom zeer aan te bevelen.
Waarom heet deze vogelkijkhut aan Het Goor nu 'How ut Moi'. Vanuit het Brabants dialect is de boodschap duidelijk; 'Houdt het mooi'. Maar dat lijkt vanzelfsprekend.
De reden tot hernieuwen kwam naar aanleiding van de nieuwe ontwikkelingen en biotopen rondom en in de buurt van het vogelmeer. Zoals de slenk met voedselarm en heldere water, ten gunste van de kranswieren, die pal voor de hut is aangelegd met daartussen een kade die het voedselrijke meer, zoals we die al jaren kennen, van elkaar scheidt. Omdat de hut op een ander uitkijkpunt zou worden geplaatst, is er zelfs nog overwogen om deze in zijn geheel te verplaatsen maar de door moeder natuur aangetaste staat van de 25 jaar oude ‘How ut Moi’ hut, simpelweg door slijt op materialen en soms door vernieling, was onhaalbaar en is besloten een volledig nieuwe te bouwen.
Wat als eerste opvalt is de open ingang gezien vanaf de straatkant met als uitgangspunt om sociale controle te creëren en het respect voor natuur en materialen te behouden. De hut is gebouwd met hout van Douglassparren uit het Leenderbos, is ook wat verder naar het water toe verplaatst en voorzien van een open en houten hekwerk tegen de hut aan, want betekent dat er niet meer zoals voorheen vóór de hut plaatsgenomen en gespot kan worden. Aan de voor- en zijkanten zijn kijkopeningen op verschillende hoogtes aangebracht en voorzien van zelfbedienbare luiken met opzetdelen voor extra benodigdheden. In het midden staat een zeer stevig verankerde bank op een dikke laag organisch grit.
Locatie: Kijkhut 'How ut Moi', aan het Kranenveld even buiten Soerendonk.