zondag 22 december 2024

Het Vogeljaar 2024 in Netersel en omgeving

Het jaar loopt alweer ten einde. Het is voor velen ook het moment om goede voornemens uit te spreken. Stoppen met roken is een van de bekendste. Andere willen minder alcohol gaan gebruiken of beter op hun gewicht gaan letten. Hoe dan ook, ik wens iedereen veel kracht en doorzettingsvermogen toe, maar vooral veel gezondheid.


Het Vogeljaar 2024 in Netersel en omgeving

Met de video "Het Vogeljaar 2024 in Netersel en omgeving" deel ik met jullie een reeks met mooie foto's van vogels die ik in mijn omgeving op beeld heb kunnen vastleggen. Ik wens jullie daar veel kijkplezier mee. Tijd voor een foto / video overzicht. Verder wil ik jullie bedanken voor jullie belangstelling ik mijn YouTube kanaal en mijn blog en mij account op X (Twitter).


Een Gelukkig en Gezond 2025

Maar denk ook aan de natuur. Honden aan de lijn, vooral in natuurgebieden. Honden die een reekalfje ruiken rennen plotseling op de reuk af, soms worden daarbij kalfjes zelfs doodgebeten. En dan denkt u, "dat doet mijn hond nooit".

woensdag 4 december 2024

Kapel van de Mosdijk en Vallei van de Aa

Wie de landelijke toeristische route fiets of met een ander vervoermiddel neemt kan de Kapel van de Mosdijk zien staan te midden van de landerijen. het ligt tegen het Vallei van de Aa, een natuurzone die ingericht is om bij veel regen water te bergen. Vanmorgen stopte ik daar een toen ik door deze mooie streek fietste. De overdadige wildgroei die ik de afgelopen zomer daar zag is weer weggehaald, net zoals het vele riet.


Kapel van de Mosdijk een de Mosdijk (Ravels-Weelde)

Fiets je in Ravels-Eel tussen knooppunt 57 en 43, neem dan zeker even een rustpauze aan de Kapel van Mosdijk. Witgeschilderd, bakstenen gebouwtje van drie traveeën met rechthoekig grondplan onder overkragend afgewolfd zadeldak (roofingleien) met smeedijzeren kruis en ruime dakoverstek op betonnen zuiltjes. Rondboogvensters en rondboogdeur.

Op 2 september 1944, aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, werd Mevr. Van Steen door de Gestapo doodgeschoten. Een kleine kapelletje werd aan een boom bevestigd, maar moest enkele jaren later verplaatst worden omdat de bomen gekapt werden. Daarna werd het even verder aan de wegsplitsing weer opgericht (1960). Dit idyllische kapelletje staat midden in de velden en werd jaren geleden uitgeroepen als mooiste kapelletje van Vlaanderen. De reden waarom de kapel hier staat, kan je binnen lezen. De bank buiten het tuintje wordt in de volksmond de leugenbank genoemd, hier vind je vaak de plaatselijke bevolking om een babbeltje te doen.


Opschrift bordje aan de voorgevel: "In de zomer en verder bij gunstig weer komen hier vele recreatieve fietsers voorbij. Geregeld zie je dat belangstellenden de kapel bezoeken of gebruik maken van de bank naast de kapel die wel eens leugenbank genoemd wordt. Het is hier een rustieke plek om een genoeglijk praatje te slaan. De kapel is er gekomen dankzij de familie Bax-en vooral de Scheutist Henri Bax. Hij was missionaris in Kongo van 1924 tot aan zijn overlijden in 1972. De kapel is gebouwd door parochianen van St.-Jan-Baptist. In feite verving ze een boomkapelletje aan de overkant van de weg."



Oud-Raveldonk, "Het leven zoals het zou moeten zijn", zo kopt de website van Oud-Raveldonk.

Het zijn de boeren uit Oud-Turnhout, Ravels en Arendonk die hun streek absoluut uniek maken. Prachtige natuur, zalige rust en warme inwoners. En daarom vinden ze dat ze een eigen naam verdient. Oud-Raveldonk wordt niet voor niets ‘de boerenbuiten’ genoemd. De landbouw heeft deze regio gemaakt tot wat ze is. Dat jullie mee kunnen genieten en houden van het landschap, de stilte, de dieren in de weiden, … maakt hun stuk voor stuk erg trots. De activiteiten van de boeren hebben nog steeds een grote impact op de streek en iedereen die er woont. Maar ze weten dat de sector erg complex is geworden. Daarom vertellen ze graag meer over het boerenleven en staan we klaar om vragen te beantwoorden.

Op de website ontdek je hoe ze aan landbouw doen in Oud-Raveldonk: hun thuis, waar ze de allergrootste zorg voor dragen en waar het leven gewoonweg goed is, zoals het leven zou moeten zijn. Hier ontdek je hoe verschillend alle bedrijven zijn, en waarom. Hoe ze, ieder op onze eigen manier, bijdragen aan de lokale fauna, flora, voeding en werkgelegenheid. En ja, je kan ook onze Gestalten komen ontdekken, enkele opvallende stalcontouren die als blikvanger in het landschap staan. Een fietstocht door de regio neemt je mee naar de 3 locaties waar je deze landschapskunst kan ontdekken. De Gestalten vind je op volgende locaties: 1) Arendonk – De Lusthoven ter hoogte van Tafelberg, 2) Ravels – Polderstraat ter hoogte van picknickplaats Mosdijk emn 3) Oud-Turnhout: De Laks – ter hoogte van Burcht Hertog Jan.


Meer info, scan de QR code of ga naar https://www.oud-raveldonk.be



Overstromingsgebied Mosdijk, Ravels in het Vallei van de Aa
Vallei van de Aa aan de Mosdijk is een van de delen die in de 57 km lange beekdal strook zijn opgenomen. De vallei volgt in België grotendeels het spoor van de gelijkgenaamde rivier, om dan de Nederlandse toer op te gaan. De fietsroute start bij het Gemeenschapscentrum De Wouwer, Kloosterstraat 4 in 2380 Ravels (Bel).

De Vallei van de Aa in Ravels-Eel verzamelt het water rond landbouwgebieden zonder dat het regenwater nog langer een bedreiging hoeft te vormen voor landbouwers of bewoners. De provincie Antwerpen heeft er overstromingsgebieden aangelegd en ingericht als prachtige natuurplekken waar heel wat watergevoelige fauna en flora een onderkomen vinden. Je volgt de Aa vanaf de bron tot over de grens met Nederland en leert meer over de 3 provinciale overstromingsgebieden. Wat verder fiets je terug langsheen de Leyloop en passeer je onder andere de mooie Flaesheide, een uitgestrekt natuurgebied waar de vogelliefhebber best zijn verrekijker bij de hand houdt.


Vallei van de Aa aan de Mosdijk krijgt even verderop bij Poppel nog een wateroverstromingsgebied. Provinciaal Overstromingsgebied Straatloop. Wellicht kom ik daar later nog op terug.....

zondag 24 november 2024

De Flaes als pleisterplaats voor Kleine zwanen

Al vroeg in de morgen zaten er ongeveer 90 Kleine Zwanen op de Flaes. De Flaes is een van de 3 vennen die in het zuidelijke deel van Landgoed De Utrecht liggen. Tijdens de voor- en najaarstrek brengen de zwanen daar de nacht door. Het was nog vrij donker daar de zon nog maar net op aan het komen was, en stond dus nog erg laag.


De Flaes als pleisterplaats voor Kleine zwanen

Vanaf de plek waar ik de opnames maakte (aan de westzijde en op een afstand van 350 tot 400 meter) had ik te maken met 70% tegenlicht en ochtendnevel. Vanaf een andere plaats zou de afstand bijna dubbel zo groot zijn geweest. Een plaats vanaf aan de zuidkant is niet toegankelijk. Doordat het 's nachts flink was afgekoeld hing er nog nevel over het water.

De kleine zwaan (Cygnus columbianus bewickii) is de kleinste van de drie soorten zwanen die regelmatig in Nederland en België voorkomen. De kleine zwaan broedt op de toendra's van Eurazië vanaf het schiereiland Kola tot ongeveer de monding van de rivier de Kolyma in Oost-Siberië. In de herfst trekken de zwanen over de Witte Zee en de Oostzee naar het zuiden, waarna ze in west Europa overwinteren. In de winter komen ze met duizenden naar onder andere Nederland, als het in de noordelijke streken van Europa flink vriest. De Kleine zwaan wordt zo'n 127 centimeter, en de knobbelzwaan wel 150 centimeter (snavelpunt tot staart). Kleine zwanen hebben bovendien geen knobbel bovenop de snavel, zoals de Knobbelzwaan. De Kleine zwaan heeft een gele vlek op de snavel. De Wilde zwaan lijkt veel op de Kleine zwaan, maar is veel groter dan de Kleine zwaan en de gele vlek op de snavel is bij de Wilde zwaan groter en loopt uit tot een punt. De gele vlek van de Kleine zwaan is kleiner, aan de voorkant afgerond, en loopt niet zo ver naar voren door.

Kleine zwanen foerageren soms met honderden tegelijk op graslanden. 's Avonds is hun roep te horen als ze van de voedselplek naar een veilige slaapplek vliegen. Zo'n plaats is vaak een meer of afgesloten natuurgebied dat 's nachts voldoende veiligheid biedt. Kleine zwanen zijn vanaf oktober tot maart te zien in Nederland.

vrijdag 22 november 2024

Winterprikken op Landgoed De Utrecht

Winterprikken op de golfbaan van Golfclub Midden-Brabant op Landgoed De Utrecht in Esbeek. We hebben even een landschap tussen herfst en winter. De komende dagen loopt het kwik weer naar de 10 graden Celsius. Er trekken nog wat buien over het land, met kans op hagel en natte sneeuw. Het wordt 3 of 4 graden in het oosten tot 7 graden aan de westkust.


De golfbaan ligt er verlaten bij, op Landgoed De Utrecht in Esbeek

De wind waait uit het westen en is matig, aan zee krachtig tot hard met kans op zware windstoten. Morgen is een waterkoude dag met in de middag 4 tot 6 graden en vrij veel wind. Vanuit het westen volgt regen. Morgenavond gaat de temperatuur geleidelijk omhoog. Zondag 24 november wordt het in de middag alweer 13 tot 16 graden. Dan zal de sneeuw ver te zoeken zijn. Vanaf dinsdag daalt de temperatuur geleidelijk naar meer normale waarden voor de tijd van het jaar. Je moet dan denken aan een graad of 8. Er valt soms een bui maar droge perioden overheersen. De wind wordt een stuk rustiger en is meest matig rond kracht 3. De wind draait van zuidwest op dinsdag, naar noordelijke richtingen op woensdag om uiteindelijk zuid tot zuidoost te worden. In de tweede weekhelft neemt de kans op vorst in de nachten weer toe.

zondag 17 november 2024

Door de Molenheide en Hulselse Staat

Vandaag neem ik u meer over de bospaden door de Molenheide en de Hulselse Staat. De Molenheiden was ooit een heideveld, maar is door de gemeenten ooit aangeplant met naaldhout. De Molenheide, de voormalige Hulselse Heide, en de Hulselse Staat zijn gelegen tussen Reusel en Hulsel.


Door de Molenheide en Hulselse Staat

Het gebied Molenheide bestaat voor een groot deel uit ontginningsbossen die in de eerste helft van de vorige eeuw zijn aangelegd op ontgonnen heidegrond. Het merendeel ervan is sinds de gemeentelijke herindeling eigendom van de gemeente Reusel-De Mierden. Voorheen was het gebied eigendom van gemeente Hooge Mierde, Lage Mierde en Hulsel. De Molenheide was vroeger een uitgestrekt heidegebied waar schapen graasden en plaggen werden gestoken. Het mengsel van plaggen en mest werd gebruikt om de akkers vruchtbaar te houden. Aan de rand van deze heide stond een molen die over de open heide een vrije aanstroom van wind had. In later tijden is de Molenheide ontgonnen voor landbouw en bosaanplant.

De ontginnings- bossen bestonden oorspronkelijk voor het overgrote deel uit naaldhout. Het huidige beheer is erop gericht om de eentonige dennenplantages geleidelijk om te vormen tot gemengde bossen waarin meerdere boomsoorten, zowel naald- als ook loofhout, te vinden zijn. Het bos wordt daardoor beter bestand tegen ziekten, plagen en klimaatinvloeden. Ook biedt een gevarieerder bos veel meer levensmogelijkheden voor allerlei andere organismen, zoals bijvoorbeeld insecten en vogels.

zondag 10 november 2024

Meerkoet met kuikentjes op het Schotelven

De meerkoet is een fascinerende verschijning op de Nederlandse wateren, waaronder de waterberging aan het Schotelven in Netersel. Deze vogels zijn bekend om hun vermogen om zich aan te passen aan verschillende waterrijke omgevingen, van stedelijke parkvijvers tot de uitgestrekte natuurlijke waterbergingen. Met hun kenmerkende witte voorhoofdschild en zwarte verenkleed zijn meerkoeten niet alleen een genot om naar te kijken, maar spelen ze ook een cruciale rol in het aquatische ecosysteem. Het witte voorhoofdschild is bij het mannetje groter dan bij het vrouwtje. In het voorjaar is de plaat groter dan in het najaar.


Meerkoet met kuikentjes op het Schotelven

Aan het Schotelven in Netersel biedt de waterberging een belangrijke habitat voor o.a. de meerkoet, die daar kunnen broeden, foerageren en rusten. Het is nu het derde jaar dat watervogels gebruik kunnen maken van de waterberging. Deze waterbergingen zijn essentieel voor de biodiversiteit en helpen het (grond)waterpeil te verhogen tijdens perioden van zware regenval. De aanwezigheid van meerkoeten kan een indicator zijn van de gezondheid van het waterlichaam, aangezien ze gevoelig zijn voor veranderingen in waterkwaliteit en beschikbaarheid van voedselbronnen. Ze voeden zich met waterplanten, algen en kleine waterdieren, wat bijdraagt aan de ecologische balans van hun habitat.

Het gedrag van de meerkoet is ook opmerkelijk; ze zijn territoriaal en kunnen agressief zijn in het verdedigen van hun broedgebied. Tijdens het broedseizoen, dat van maart tot juli met een piek in april en mei loopt, bouwen ze drijvende nesten van riet en ander plantaardig materiaal. Het vrouwtje broedt de eieren uit, terwijl het mannetje blijft doorgaan met het aanslepen van nestmateriaal. Zo nu en dan neemt het mannetje de broedtaak over van het vrouwtje. Zo kan zij zich ook wat voeden en het broeden even afwisselen met wat beweging.

Het witte voorhoofdschild is bij het mannetje groter dan bij het vrouwtje. In het voorjaar is de plaat groter dan in het najaar. Ze leggen meestal 5 tot 10 eieren, waaruit de kuikens na een broedduur van 21 tot 25 dagen tevoorschijn komen. De kuikens zijn direct na het uitkomen een opvallende verschijning met hun rode kopjes en hun oranje dons. De rest van het lichaam is bedekt met een zwart verenkleed. Ze verlaten het nest vrijwel meteen om de wereld te verkennen onder de waakzame ogen van hun ouders.

Meerkoetkuikens zijn afhankelijk van zowel plantaardig als dierlijk voedsel, dat door de ouders wordt aangevoerd. Dit dieet bestaat uit waterplanten, algen, kleine visjes en waterinsecten, wat essentieel is voor hun groei en ontwikkeling. De jongen worden gedurende een periode van ongeveer 56 dagen door de ouders gevoerd, waarna ze zelfstandig leren duiken en foerageren. Het is fascinerend om te zien hoe de kuikens hun duikvaardigheden ontwikkelen, aangezien meerkoeten bekend staan om hun vermogen om voedsel te zoeken door onder water te duiken, waarbij ze vaak een sprongetje maken om onder te komen vanwege de grote hoeveelheid lucht in hun verenkleed.

In de context van klimaatverandering en menselijke impact op natuurlijke habitats, is het observeren en beschermen van soorten zoals de meerkoet belangrijker dan ooit. Het biedt ons waardevolle inzichten in de staat van onze natuurlijke omgeving en de stappen die we moeten nemen om deze te behouden voor toekomstige generaties. De meerkoet op de waterberging Schotelven in Netersel is dus meer dan alleen een vogel; het is een symbool van de natuurlijke schoonheid en diversiteit die we moeten koesteren en beschermen.

Bij het uitgraven van waterbergingen wordt de grond erg verstoord. Daar reageren veel planten op. De klaproos is daar een mooi voorbeeld van. Langs de waterkant maakt de Wolfspoot een opmars. Deze plant zie je veel langs waterkanten, vooral als de grond verstoord is geweest, zoals bij graafwerkzaamheden. De plant woekert sterk, maar wordt niet gezien als invasief.

Herstel loopbrug naar de Langelinneput Postel

De loopbrug vanaf het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten naar de Langelinneput in Postel is nu al ongeveer anderhalf jaar afgesloten. Het brugdek lag er gevaarlijk slecht bij en is verwijderd. Natuur en Bos is verantwoordelijk voor het onderhoud en de veiligheid van de kijkhut en de toegangsbrug. De brugdek dragers en planken van de brug worden nu vervangen.


De herstelwerken zijn gaande.

Inmiddels zijn de herstelwerkzaamheden begonnen. De houten langsdragers zijn deels vervangen. Als de langsdragers in z'n geheel vervangen zijn wordt begonnen met het loopdek. Navraag in het voorjaar bij de boswachter levert het volgende op; "Beide bruggen (ook de brug naar de Ronde Put) worden deze zomer hersteld. De aannemer wacht nog op het benodigde materiaal, en de bever zorgt voor een moeilijk werkterrein".


Als je bij de Grote Brug in Arendonk links het fietspad langs het kanaal zuidwaarts volgt kom je voorbij het punt waar de autosnelweg over het kanaal gaat. Ongeveer 1 kilometer verder is een houten brug met stalen pijlers over de sloot geplaatst, die toegang biedt naar de vogelkijkhut aan de Langelinneput van Postel. De Langelinneput was een zandwinningput waar nu de vogels de vrije ruimte hebben. Het uitzicht vanuit de vogelkijkhut bij de Langelinneput wordt beperkt door de begroeiing die het zicht hinderlijk in de weg staat. Daar moet de snoeischaar in, anders hoeft men daar geen kijkhut te plaatsen. Het uitzicht vanuit de volgelkijkhut aan de Ronde Put is wel zoals het hoort. Het uitzicht is daar uitstekend, met veel watervogels en ook een Bruine Kiekendief op de achtergrond.


De Knobbelzwaan vindt hier een mooie veilige omgeving met de twee jonge vogels.

dinsdag 5 november 2024

Dwars door militair oefenterrein Oirschotse Heide

Vandaag neem ik u mee naar een militair oefenterrein Oirschotse Heide. Het terrein is een groot oefenterrein, maar tevens een natuurgebied. Veel bossen met voornamelijk naaldhout, maar ook heidevelden. In de zomer staat de heide is volle pracht. Die pracht is te bewonderen als je over het fietspad rijdt dat het oefenterrein doorsnijdt.armte of juist overvloedige regen en kou zijn hier onder andere op van invloed. Maar wanneer de blaadjes massaal hun mooiste herfsttinten laten zien is wel enigszins vooraf te voorspellen.


Dwars door het militair oefenterrein Oirschotse Heide

De Oirschotse Heide is vrij te bezoeken, maar er zijn wel enkele regels opgesteld door het Ministerie van Defensie, eigenaar van het gebied. Het betreft namelijk een militair oefenterrein, vandaar dat er extra regels gelden met betrekking tot de toegankelijkheid van zonsopkomst tot zonsondergang voor, wandelaars op wegen en paden, Geen oefeningen verstoort, honden aangelijnd houdt en niets beschadigt, meeneemt of achterlaat.

Het is primair een militair oefenterrein, al zijn er vrijwel geen oefeningen meer in het gebied. Maar als wandelaar ben je te gast in een gebied van Defensie en het is dus niet een natuurgebied primair voor wandelaars. Daarnaast moeten honden aangelijnd worden om de natuur niet te verstoren. Vogels zoals nachtzwaluw, roodborsttapuit en boompieper broeden op de grond en kunnen al snel verstoord worden door honden die door het gebied rondrennen. Daarnaast komt er steeds meer wild in het gebied voor, dat ook niet gestoord mag worden.

In het gebied mag alleen gewandeld worden, dus motorcrossers zijn er strikt verboden! Mocht je als wandelaar een illegale motorcrosser(s) aantreffen, bel dan naar het algemene nummer van de Koninklijke Marechaussee 0800-1814. Geef dan aan dat je ter hoogte van de Oirschotse Heide een of meerdere wildcrossers hebt aangetroffen. De Koninklijke Marechaussee zal dan motorrijders van de Marechaussee ter plaatse sturen om de wildcrossers staande te kunnen houden.

woensdag 30 oktober 2024

De herfstkleuren zijn op het hoogtepunt

De natuur kent zijn mooiste kleurenpracht zo rond half oktober, begin november. Wanneer de mooiste herfstkleuren te zien zijn wisselt van jaar tot jaar. Veel droogte en warmte of juist overvloedige regen en kou zijn hier onder andere op van invloed. Maar wanneer de blaadjes massaal hun mooiste herfsttinten laten zien is wel enigszins vooraf te voorspellen.


De herfstkleuren zijn op het hoogtepunt

Het eerste teken voor bomen dat de herfst eraan komt is dat de dagen korter worden. Onder invloed van minder daglicht worden er chemische processen in werking gezet. Hierdoor verandert de aanhechting van de bladeren en worden er steeds minder voedingsstoffen en water richting het blad geleid. Uiteindelijk sterft het blad zo langzaam af en valt het van de boom. Kastanjes, Amerikaanse eik en berken beginnen meestal al vroeg met hun bladverkleuring, terwijl beuken en eiken meestal wat later zijn. Daarnaast zijn er bomen waarbij de bladeren voordat ze vallen vrijwel niet verkleuren, maar grotendeels groen blijven. Dit is de reden dat sommige landschappen al helemaal herfstig eruit zien, terwijl het ergens anders nog voornamelijk groen oogt.

Dezelfde soorten bomen kunnen afhankelijk van de omstandigheden op hun standplaats op een verschillend moment verkleuren. Het maakt voor de herfstkleuren veel uit of een boom in de schaduw staat of in het volle licht en of de bodem er heel nat is of juist heel droog.

vrijdag 25 oktober 2024

Zonnige Herfstdag op Landgoed De Utrecht

Ondanks de 18 tot 20 graden die we vandaag mochten ervaren was het toch echt herfst. Morgen schijnt de zon in een groot deel van het land weer volop. Opvallend is de hoge temperatuur; in het zuiden van het land wordt het ongeveer 20 graden.


Zonnige Herfstdag op Landgoed De Utrecht

Vanochtend kregen we in het zuiden flink wat zon en het bleef droog. De temperatuur was vanochtend ongeveer 11 graden, en aan het eind van de ochtend was deze in het midden van het land opgelopen naar 14 graden. De aangevoerde lucht werd in de loop van de ochtend alleen maar zachter. De wind was zwak tot matig en draaide van zuidoost naar zuid. Door een zuidelijke stroming werd het later in de middag nog 18 tot 20 graden. Weerstations melden vanmiddag nieuwe records, nog nooit was het zo warm op 25 oktober. Zowel in Woensdrecht als in Eindhoven werd een temperatuur van twintig graden gemeten. Nooit eerder was het op 25 oktober zo warm. "De vorige records komen uit 1949 en 2013", weet de meteoroloog van Weerplaza.

De lenteachtige weersomstandigheden zetten nog wel even door. Zaterdag wordt het opnieuw zo'n twintig graden in onze provincie. "Maar dan zullen we geen warmterecord verbreken", verzekert de weerman ons. "Het vorige record van 26 oktober ligt op 21 graden. De kans dat we daaroverheen gaan, is gelukkig niet zo groot."

zondag 20 oktober 2024

De herfst laat zich van de kleurigste kant zien

De natuur laat zich dan van zijn kleurrijkste kant zien. Het is fijn om er op uit te trekken en, letterlijk, de herfst te proeven door cranberry's te gaan plukken of oesters te zoeken. Zo ook in de bossen tussen Eersel en de Weebosch, waar ik vanmorgen met de fiets op verkenning was.


De herfst laat zich van de kleurigste kant zien

Herfstkleuren zijn een fenomeen dat bij vele bladwisselende bomen en struiken voorkomt. De kleur van de bladeren van veel bomen en struiken verschuift in de herfstmaanden gedurende enkele weken langzaam van hun gebruikelijke groene kleur naar een reeks kleuren, die varieert van geel, oranje tot rood en bruin. Aan het einde van deze periode vallen de bladeren. n de herfst kan bij sommige planten-, struik- en boomsoorten het blad verkleuren naar geel of goudkleurig, oranje of rood en bruin. Doordat bij lage temperatuur in de herfst het chlorofyl in de bladgroenkorrels wordt afgebroken worden aanwezige pigmenten zichtbaar. Xanthofyllen maken een gele, carotenoïden een oranje, anthocyanen een rode en de tannines een bruine kleur zichtbaar.


Bladval in de herfst wordt voorafgegaan door veranderingen in de weefsels aan of in de bladbasis. In de altijd al aanwezige afscheidingslaag (abscissielaag), die uit korte cellen met zwak verdikte wanden bestaat, ontstaat door frequente celdelingen een laag baksteenvormige cellen.

vrijdag 18 oktober 2024

Gele en oranje herfstbladeren in natuurgebied De Pals

In de herfst ondergaat de natuur een metamorfose, bladeren van bomen en struiken verkleuren. Groen wordt geel, oranje, rood of paars afhankelijk van de soort. Wie op een zonnige dag door het bos wandelt, waant zich zowaar in een schilderij. Een seizoen dat beslist de moeite loont om de natuur van wat dichterbij te bekijken en te zien wat er schuilt achter deze metamorfose.


Gele en oranje herfstbladeren in natuurgebied De Pals

Als de dagen kouder worden komt het proces van verkleuring langzaam op gang. Het bladgroen of chlorofyl, één van de voornaamste stoffen, zorgt in de zomer voor de aanmaak van suikers en zetmeel met behulp van zonlicht en koolzuurgas. Dit proces noemt men fotosynthese. Bij hoge temperaturen wordt deze belangrijke bouwstof regelmatig opnieuw aangemaakt. Door de lagere temperatuur in de herfst is dit niet meer mogelijk. De groene kleurstof in de bladeren neemt af en de andere aanwezige pigmenten die verscholen zaten nemen de overhand.

Voordat de bladeren voorgoed van de bomen vallen, worden de laatste restjes chlorofyl uit de bladeren getrokken en opgeslagen in de takken. De kleurpigmenten die nog resten worden nu zichtbaar en zorgen voor een prachtig herfstpalet. Caroteen kleurt de bladeren oranje, xanthofyl zorgt voor een gele tint, anthocyaan voor rood en tannines voor bruin. Na de verkleuring gebeurt er een verandering in de cellen: er wordt een dikkere laag op de bladeren gevormd en ze scheiden zich af van de takken. Afgevallen bladeren kleuren de bomen niet langer meer, maar bedekken de grond in het najaar. Ze vormen een isolerende laag die stilaan wordt afgebroken, een mulchlaag die de bodem voedt waardoor planten het volgend voorjaar opnieuw kunnen groeien.

Bladval in de herfst wordt voorafgegaan door veranderingen in de weefsels aan of in de bladbasis. In de altijd al aanwezige afscheidingslaag (abscissielaag), die uit korte cellen met zwak verdikte wanden bestaat, ontstaat door frequente celdelingen een laag baksteenvormige cellen.

vrijdag 11 oktober 2024

Paddenstoelen zijn de opruimers in de natuur

Paddenstoelen zijn de opruimers van de natuur, ze leven in een symbiose met bomen en voorzien dier en mens van eten. Paddenstoelen zijn de vruchtlichamen van schimmels en ontstaan uit schimmeldraden (mycelium) die groeien in de grond, tussen bladeren of in hout.


Paddenstoelen zijn de opruimers in de natuur

Uit de kleine schimmelknopjes aan de rand van het mycelium kunnen ieder jaar meerdere paddenstoelen groeien. Vocht en (micro)klimaat moeten dan wel precies goed zijn. In de herfst is dit vaak het geval, daarom zie je dan zoveel paddenstoelen. Paddenstoelen planten zich voort met sporen. Eén spoor is minuscuul en kun je niet zien; een hele hoop sporen bij elkaar vormt een soort poeder. De sporen verspreiden zich meestal via de wind, maar soms ook doordat de paddenstoel ze actief katapulteert, of via insecten.

Paddenstoelen zijn essentieel voor het ecosysteem. Ze kunnen puinruimen en dienen als voedsel voor dier en mens. Je kunt spreken van een drieledige functie van paddenstoelen. De groep paddenstoelen die rottend organisch materiaal en dood hout afbreken en omzetten naar mineralen en voedingsstoffen voor planten vormen de saprofyten. Zo groeit de sparrenstinktaailing alleen op de naalden van de fijnspar en de sparrenkegelzwam alleen op zijn gevallen kegels.

Dan heb je de parasieten; deze paddenstoelen onttrekken voedingsstoffen aan hun gastheer en komen veelal op levende organismen voor die al in slechte toestand verkeren. Inlandse eiken zijn bijvoorbeeld gevoelig voor honingzwammen. Wordt een eik geïnfecteerd dan gaat de boom op den duur vaak dood. Het dode hout wordt zachter en dient zo weer als leef- en voedselplek voor talloze dieren.

De symbionten ten slotte leven in harmonie met hun gastheer. “Deze paddenstoelen gaan een verbinding aan met boomwortels om stoffen uit te wisselen. De zogenoemde ectomycorrhiza schimmels komen voor in gebieden die van nature voedselarm zijn. Dankzij die schimmels krijgen bomen voldoende voedingsstoffen en water zodat ze beter kunnen overleven. Als beloning geven de bomen suikers aan de schimmels. Echte ruilhandel dus”, vertelt Evert. Een voorbeeld van een symbiont is de zeldzame donkerlila gordijnzwam. In kalkrijk naaldbos handelt hij met dennen en sparren.

donderdag 3 oktober 2024

De rups van de Meriansborstel nachtvlinder

Zoals zo vaak kom je onderweg heel wat anders tegen als waar je naar op zoek bent. Tijdens mijn fietstocht, die in het teken stond van paddenstoelen zoeken, zag ik een mooie rups, een rups van een nachtvlinder de Meriansborstel.


De rups van de Meriansborstel nachtvlinder

De Meriansborstel (Calliteara pudibunda) is een nachtvlinder uit de familie van de spinneruilen (Erebidae) en de onderfamilie van de donsvlinders (Lymantriinae). De soort is vernoemd naar de bekende vlinder- en insectenschilderes Maria Sibylla Merian en de naam verwijst vermoedelijk naar de opvallende borstels op de rug van de rups. De rups gebruikt een groot aantal struiken en bomen als waardplant, waaronder eiken, wilgen, berken, Prunus-soorten en meidoorns. De rups komt voor in twee kleurvariaties: bruin en geel. De harige en kleurrijke rups is een bijzondere verschijning met zijn vier borstels en pluim op zijn rug.

De rups kan tot 40 mm groot worden en heeft een groen, geel of licht oranjebruin lichaam, overdekt met borsteltjes van fijne grijze haren, die op kleine wratjes staan ingeplant; de segmenten vier tot zeven elk met dichte geelachtig of zwartachtig grijze haarborstel op het midden van de rug, gevolgd door een brede, fluweelzwarte dwarsband; segment elf met een puntig uitlopende borstel van lange zwarte of rode haren; kop groen of lichtbruin.

Het rupsen stadium duurt van juli tot oktober. De rups groeit langzaam. De soort overwintert als pop in een dunne zijdeachtige cocon die gevormd wordt op de waardplant of in de strooisellaag.

De vliegtijd van de vlinder is van half april tot half juni, in één generatie. De mannetjes komen soms talrijk op licht, de vrouwtjes in kleinere aantallen. Parende vlinders worden overdag soms waargenomen op de stam van een geïsoleerde waardplant; door hun schutkleur vallen ze echter nauwelijks op.

woensdag 2 oktober 2024

Zwammen op de takken van de Heksenboom

De Heksenboom op Landgoed Ten Vorsel ten zuiden van Bladel werd in 2019 uitgeroepen toto "Boom van het Jaar". De takken van deze prachtige boom staan echter vol met zwammen. De Heksenboom is afgezet met een beschermende Schapenhek of Engels Hekwerk. Van onder is zo niet goed te zien welke zwam de Heksenboom mogelijk bedreigd. Het zou zomaar de Porseleinzwam kunnen zijn.


Zwammen op de takken van de Heksenboom

De porseleinzwam (Oudemansiella mucida) is een schimmel behorend tot de familie Physalacriaceae. Hij is een witte tot ivoorkleurige plaatjeszwam waarvan de hoed bedekt is met een slijmlaag. De vruchtlichamen staan meestal in groepen. Hij groeit saprobiotisch of parasitair op takken of stammen van de beuk, meer zelden op andere loofbomen (zoals eiken) en zeer zelden op sparren. De zwammen zouden de "Boom Van Het Jaar 2019" dus kunnen bedreigen.

Het oranje-gele zwammetje dat even verder op dood dennenhout groeit is Kleverig koraalzwammetje (Calocera viscosa). Het Kleverig Koraalzwammetje is een algemene soort welke op dood naaldhout gevonden kan worden. Alhoewel hij op een Koraalzwam lijkt valt hij toch niet onder de Koraalzwammen. Het Kleverig Koraalzwammetje is vrij variabel qua vorm, hij kan bestaan uit rechte vertakkingen, maar komt ook regelmatig voor met vrij veel vertakkingen. Hij groeit in bundels, welke in omvang kunnen verschillen van enkele losstaande sprietjes tot meer dan 10cm in doorsnee. De vertakkingen voelen rubberachtig aan en zijn makkelijk te buigen zonder dat ze afbreken.

Weer verderop staan enkele Braakrussula's. Braakrussula's zijn rood gekleurde russula's met een scherpe smaak. Er zijn verschillende soorten braakrussula's die zich onder andere onderscheiden van elkaar op basis van de boom die ze begeleiden. Braakrussula′s (R. emetica) kennen meerdere variëteiten, o.a. de Naaldbosrussula en de Loofbosrussula. De Loofbosbraakrussula (R. emetica var. silvestris) komt voor in naald- en loofbossen, vooral onder dennen en eiken op zandgrond en is zeer algemeen. De Naaldbosrussula (R. emetica var. emetica) is minder algemeen en komt voor in droge, arme naaldbossen. De Loofbosbraakrussula is kleiner dan de Naaldbosrussula, ook de sporen zijn kleiner.

De laatste in deze video is de Zwavelzwam (Laetiporus sulphureus). De Zwavelzwam komt voor op dode en levende stammen en stronken van loofbomen, vaak op eik. Vooral in open landschappen. Deze éénjarige houtzwam valt op door zijn geel-oranje kleur. Oude exemplaren verbleken. Vruchtlichaam 10 - 40 cm breed. Halfrond console- tot waaiervormig, vaak dakpansgewijs en vergroeid met andere hoeden. Bovenzijde onregelmatig golvend. Dooiergeel tot oranje, de groeirand lichtgeel.

zondag 29 september 2024

Het Hazenpootje in de Petersbraak

Vanmorgen zag ik in ons voormalige bos in Netersel, plaatselijk bekend als "Petersbraak" weer mooie Hazenpootjes paddenstoelen staan. Het bos bestaat uit ongerept gemengd loof en naaldhout, oud en jong. Een mooie plaats om naar paddenstoelen te zoeken. De wetenschappelijke naam Coprinopsis geeft aan dat deze paddenstoelen lijken op die uit het geslacht Coprinus. Die naam op zijn beurt is afgeleid van het Oudgrieks κοπρος (kopros) "ontlasting", en betekent letterlijk 'levend op mest'. Dat klopt voor veel soorten "inktzwam", maar niet voor het hazenpootje. De soortnaam lagopus is samengesteld uit de Oudgriekse woorden λαγώς (lagos) "haas" en πούς (pous) "voet", naar de gelijkenis van een zachtharige hazenpoot met jonge witvezelige exemplaren van deze paddenstoel.


Hazenpootjes zijn paddenstoelen, geen pootjes van dier.

Het Hazenpootje (Coprinopsis lagopus) is een paddenstoel uit de familie Psathyrellaceae. De smalle capsule-vormige hoed van jonge exemplaren van de hazenpootinktzwam is dicht bezet met witte haren, die niet opvallen als de hoed nat is. Bij rijpheid, slechts enkele uren later, is de hoed vrijwel kaal, in het midden vlak uitgespreid en de rand is sterk naar boven en naar binnen gekruld. Als de sporen rijp worden vervloeien de plaatjes tot een zwarte "inkt", net als bij andere "inktzwammen". Hij komt voor op houtafval in bossen over de hele wereld en in stedelijke gebieden. Soms lijkt hij op aarde te groeien, maar die blijkt dan altijd rijk aan weinig verteerde houtresten. De zwamvlok bevindt zich in vochtig dood loofhout, bijvoorbeeld in houtsnippers in plantsoenen, en leeft dus als saprofiet.

De hazenpootinktzwam is een saprofyt die leeft van dood, niet al te sterk verteerd hout in bossen en stedelijke gebieden. Hij staat op zichzelf of in kleinere groepen. Hij verschijnt afhankelijk van vochtigheid en temperatuur op verschillende tijden van het jaar, in Groot-Brittannië van mei tot november, in mediterrane gebieden in de winter. De paddenstoelen komen voor in sterk uiteenlopende formaten van minder dan 1 cm tot meer dan 10 cm hoog. Een individuele paddenstoel verschijnt, groeit uit en vervloeit in minder dan een dag.


De hoed is klein en van de zijkant gezien ovaal in het vroegste stadium, om snel uit te spreiden naar ruim klokvormig en uiteindelijk min of meer vlak met een naar boven en dan naar binnen opkrullende rand. De hoed kan als hij zich heeft uitgespreid tot 4 cm in doorsnede bereiken en is grijs tot zwart van kleur. In eerste instantie is hij geheel bedekt met een dikke laag afstaande, breekbare, losse, zilverachtig witte vezels, die gemakkelijk in plukken afvallen als de paddenstoel groeit en vaak uiteindelijk geheel verdwijnen. De hoed splijt vaak vanaf de rand als hij zich uitvouwt.

De plaatjes lopen over in de steel, staan dicht opeen, zijn in eerste instantie bleek en ietwat doorschijnend, maar worden al snel grijs, en daarna zwartachtig om vervolgens te vervloeien tot een zwarte, dikvloeibare sporenmassa (de "inkt"), of vergaat snel en valt uiteen bij droog weer. Wanneer de hoed nog niet is uitgevouwen steekt er tot 2 cm onderuit van een ½ cm dikke holle, fragiele, vezelige, witte stengel die dichtbezet is met fragiele, afstaande, losse, witte vezels, met name bij de voet, maar die steeds kaler wordt gedurende de ontwikkeling. Uiteindelijk kan de steel 4 to 10 cm lang en 3 to 6 mm in doorsnede worden. Er is geen beurs of ring. Er is geen opvallende geur of smaak. De sporenfiguur is violetachtig zwart.

maandag 16 september 2024

Week van de amethistzwam

De amethistzwam is een fraai paddenstoeltje dat zijn naam dankt aan zijn kleur: verse exemplaren zijn in alle onderdelen paars. Zijn oude naam is nog doeltreffender: vroeger heette deze paddenstoel rodekoolzwam, een geliefde naam die nog vaak gebruikt wordt. Het is de week van de amethistzwam. De foto's zijn gemaakt met mijn Nikon Coolpix.

Amethistzwam (Laccaria amethystina)

De amethistzwam is soort van de week, maar is ook door de Nederlandse Mycologische Vereniging uitgeroepen tot paddenstoel van het jaar. Hij is goed herkenbaar in verse toestand, maar opdrogende exemplaren bleken vrijwel helemaal uit tot bleek grijzig. Vaak zie je dan alleen in de lamellen nog wat van de paarse kleur terug. De amethistzwam behoort tot de fopzwammen. Met andere fopzwammen delen ze de breed aangehechte, relatief ver uiteenstaande plaatjes en de kleur van het sporenpoeder, want ondanks de paarse lamellen zijn de sporen wit. Dat kun je zelf uitproberen door een nacht een hoedje met de plaatjes naar beneden op een stuk papier te leggen en af te dekken met een bekerglas. Het hoedje is fijnschubbig en de steel wat vezelig.


Fopzwammen leven in symbiose met bomen, de amethistzwam vind je het vaakst onder beuk. Ze zijn ook in staat om strooisel te verteren en hebben daarmee een extra voedingsbron tot hun beschikking. Hoewel veel symbionten tegenwoordig vaker in bermen groeien dan in het bos, kun je de amethistzwam nog veel in bossen vinden. Ondanks hun kleur vallen ze nauwelijks op in het oranjebruine tapijt van gevallen beukenblad. Het helpt om gericht ernaar te zoeken. Als je er dan een vindt, zie je er vaak even verderop nog een en als je ogen gewend zijn, vind je er soms wel honderden. De amethistzwam groeit minder vaak onder eik, en sporadisch onder naaldbomen.

De amethistzwam is een eenjarige soort. Net als bij planten bestaan er bij paddenstoelen eenjarige en meerjarige soorten. Dan hebben we het niet over het vruchtlichaam zelf, maar over de zwamvlok waaruit ze groeien. Veel paddenstoelen ontstaan aan een zwamvlok die meerdere jaren oud kan worden, soms zelfs heel oud. De amethistzwam doet het anders: elk jaar sterft de zwamvlok af en moeten sporen kiemen om nieuwe zwamvlokken te vormen. En met succes, want je kunt jaren achtereen op dezelfde locatie amethistzwammen vinden, waar meerdere kleine zwamvlokken samen veel vruchtlichamen kunnen vormen. De eerste amethistzwammen zijn al gezien. De beste tijd om deze soort te vinden is vanaf nu tot half november, met een piek rond midden oktober.


De amethistzwam is een van de soorten die gemonitord wordt in het meetnet bospaddenstoelen, onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM). Het is een algemene soort die je vooral in bossen, lanen en wegbermen op de zandgronden aan kunt treffen, en ook in de duinen. Veel minder vaak vind je ze op voedselrijke en/of vochtige bodems. Evenals veel andere symbionten is hij sinds eind jaren negentig vooruitgegaan na maatregelen tegen overmatige stikstofdepositie. De trend is nu min of meer stabiel.

Bron tekst: naturetoday.com

woensdag 11 september 2024

De Kruisspin hangt aan een zijde draadje

Wie is niet gefascineerd door het zien van een glinsterend web op een vroege, zonnige ochtend? En wie heeft zich niet al eens verwonderd afgevraagd waarom een spin niet aan haar eigen web vastkleeft of waarom insecten er niet los door vliegen? Het werk van nieuwsgierige biologen heeft ons heel wat wijzer gemaakt. Het antwoord op bovenstaande vragen heeft veel te maken met de ongelooflijke eigenschappen van de spinnendraad zelf, die uit zijde bestaat.


De Kruisspin hangt aan een zijde draadje

Sommige zijdevezels zijn tot vijfmaal sterker dan een staaldraad. Tegelijkertijd is de rekbaarheid ervan zeer groot. Geen wonder dat de mens maar al te graag deze spinnendraden in grote hoeveelheid zou willen aanmaken voor eigen gebruik. Dit is het verhaal van het web en de fascinerende spinnendraad van de kruisspin. Spinnen hebben spinnen vier paar looppoten en geen drie paar zoals insecten. Het lichaam bestaat slechts uit twee delen, een kopborststuk en achterlijf. De spinnendraden worden geproduceerd in drie paar spintepels die aan de onderzijde van het achterlijf zijn gelegen. In elke spintepel monden meerdere klieruitgangen uit, die elk een dun filament vormen. Deze worden samen gesponnen tot één spinnendraad. In de gehele spinnenwereld komen een tiental types spinnendraden voor, elk met hun typische eigenschappen en doeleinden.

Als de spin een kleverige vangdraad wil in het web, wordt tijdens het spinnen een bijkomende spintepel ingeschakeld. Hiermee wordt wat opgeloste zijde op de niet-kleverige spinnendraad aangebracht. In contact met vocht uit de atmosfeer vormt deze dan talrijke, kleine, zeer kleverige druppeltjes. Het uiteindelijke web bestaat dus in essentie uit twee types spinnendraden: bijzonder stevige, niet-kleverige sleepdraden die steun verlenen aan het web en een minder stevige, spiraalvormige, heel uitrekbare, kleverige vangdraad.

Spinnen hebben veel dezelfde organen als mensen, maar ze zitten op een andere plek. Het hart van spinnen is langwerpig en zit vlak onder hun rug. Hun maag ligt tegen hun hersenen aan. Het lichaam van een spin bestaat uit twee delen: het kopborststuk en het achterlijf. In het voorste deel zit het brein en de maag. In het achterste deel zitten het hart, de voortplantingsorganen, de darmen en de spinselklieren. Het bloed is blauw.

woensdag 28 augustus 2024

Kijkhut Provincievijver Hageven, Pelt (Bel)

Het 'Hageven' en de Dommel, een natuurgebied van 350 hectare. Het 'Hageven' dat ingeklemd is tussen het Belgische Lommel, Pelt (voorheen Neerpelt), Hamont-Achel en het Nederlandse Bergeijk is een natuurgebied in het noorden van de Belgische provincie Limburg. Samen met het aangrenzende gebied 'De Plateaux' in het Nederlandse Bergeijk, provincie Noord-Brabant, is dit het internationale natuurgebied Plateaux-Hageven.


Kijkhut 'Hageven' - Pelt

Het Hageven ligt in de gemeenten Neerpelt, bij het dorp Grote Heide, en Lommel, bij het dorp Lommel Barrier. Het gebied van 350 hectare omvat (inlandse) duinen (rivierduinen) met droge en natte heide, vennen en rietland.

Het Hageven is als een mozaiek van verschillende soorten natuur:
De flanken en de toppen van de duinen zijn de droogste gronden van het gebied. Het zand verstuift nu niet meer zoals in vroegere tijden. Buntgras en Ruig Haarmos hebben het zand grotendeels gefixeerd. Met sommige beheersmaatregelen proberen we nu opnieuw open zandvlaktes te creëren, goed voor Graafwespen, Tapuit, Korstmossen en Zandloopkevers. Op de droge en natte zandgronden groeit de heide, maar lang niet zo massaal als de bezoeker zou verwachten van een heidereservaat. Grassen zoals Bochtige Smele en Pijpenstrootje eisen de meeste plaats op. Enkel doorgedreven begrazing door Galloway runderen en maaien kan deze grassen in toom houden. Zonder dit beheer zou er binnen decennia geen heide meer staan in het natuurgebied.

Natuurherstel
Vanaf 2006 werden enkele grootschalige beheerswerken uitgevoerd in kader van het Life project Dommeldal om de heide opnieuw meer kansen te geven. Grote oppervlakten zijn geplagd (wegnemen van de toplaag) met als resultaat een kale, voedselarme bodem waarop de heide opnieuw kan kiemen. Vlindersoorten als de Heivlinder en het Heideblauwtje profiteren van deze uitbreiding in oppervlakte. Ook botanisch interessante soorten van de natte heide kunnen zo hun kans grijpen: Beenbreek, Snavelbies, Klokjesgentiaan en het Gentiaanblauwtje en Zonnedauw. Als eerste teken van verbossing vind je in het Hageven Gagel. Het bloeit in het voorjaar met de donkerrode opvallend aangenaam geurende katjes. Het Gageleerbier dat u in de Wulp kunt consumeren, heeft dit als ingrediënt i.p.v. Hop.

Bossen zijn in het Hageven schaars. 200 meter oostelijk van de Verkeerde Lieve Heer ligt nog een laatste restant van een bebossingpoging rond 1890. Een perceel met krom gegroeide Grove Den. Op enkele kleinere plekken groeit een broekbos met vooral Wilgen en Elzen. Her en der staan knoestige Berken en Dennen, die het uitgestrekte landschap een wat verweerde indruk geven. In de winter kan je hier soms de Klapekster terugvinden.


Het uitzicht vanuit kijkhut 'Hageven' - Pelt

De wandelroute door het Hageven vanaf Bezoekerscentrum De Wulp is weer opengesteld. Op vrijdag 2 aug., maandag 5 en dinsdag 6 aug. 2024 waren de paden tijdelijk afgesloten omdat de veiligheid tijdens de herstelwerken aan de dijkbreuk tussen de Provincievijver en de Dommel anders niet gewaarborgd kon worden. Nadat de werkzaamheden voltooid waren zijn alle wandelwegen weer opengesteld en kunnen de bezoekers weer genieten van het Hageven, mét een volle Provincievijver. De vijver moest daarna wel volgepompt worden omdat de Dommel lager ligt als de vijvers.

Vogelsoorten: Boomklever, Buizerd, Fuut, Gaai, Grote Bonte Specht, Grote Zilverreiger, Kievit, Kuifmees, Matkop, Merel, Sijs, Tjiftjaf, Veldleeuwerik, Zwarte Specht, Veldleeuwerik.


Locatie: kijkhut 'Hageven' - Pelt

Parkeren kan bij Bezoekerscentrum De Wulp. Het bezoekerscentrum is elke woensdag open van 13;00 tot 17;00 uur, elke zaterdag en zondag van 14.00 tot 18.00 uur. Buiten de uren open voor groepen op aanvraag. Het boekje Hageven (te koop in de Wulp voor 4 €) geeft een volledige beschrijving van het volledige natuurgebied. Omdat het Hageven zo'n belangrijk en groot gebied is wordt het beheer gedaan door meerdere conservatoren.

Meer informatie: www.natuurpuntneerpelt.be

dinsdag 20 augustus 2024

Oud-Turnhout: Uitkijktoren en kijkhut De Liereman

Landschap De Liereman is een van de oudste natuurgebieden van België. De bossen, heide, graslanden, stuifduinen en vennen maken er een uniek natuurgebied van in Europa. De Kempense biotopen zijn al eeuwenlang een thuis voor de wulp, de nachtzwaluw, de klokjesgentiaan en de rugstreeppad. Landschap De Liereman is meer dan 500 ha groot op het grondgebied van de gemeenten Oud-Turnhout en Arendonk. Een uniek gebied om de waarden van de Stille Kempen te leren kennen. Op het grondgebied van Oud-Turnhout staan een stalen uitkijktoren en een houten kijkhut.


De stalen uitkijktoren is bereikbaar over het vlonderpad, maar ligt verscholen achter de bomen.

Landschap De Liereman onderscheidt zich ook als een waardevolle erfgoedlocatie. In het gebied zijn vuurstenen voorwerpen ontdekt die teruggaan naar jagers die zo'n 12.000 jaar geleden de duinengordel van Landschap De Liereman als kampplaats gebruikten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende de duinengordel als oefengebied voor het Duitse leger, waarvan sporen zoals loopgraven en stellingen in visgraatmotief nog steeds zichtbaar zijn in het landschap. Het Landschap De Liereman vormt een lust voor het oog: een mozaïek van onder meer hooilandjes, houtkanten, dreven, echelkuilen, broekbos, natte heide, vennen, naaldbos, weilanden, kanaal, veengebied, kruidenrijke schraalgraslanden, gemengd eiken-berkenbos en gagelstruweel.


De stalen trap leidt naar de hut van de uitkijktoren.


Hoog in de toren is er uitzicht over het water en de omgeving.
Landschap De Liereman
Kruidig ruikende gagelstruiken, zoet geurende brem, frisgroene bossen en uitgestrekte heide zorgen voor een Kempens festival van geuren en kleuren. En dat in samenwerking met de lokale landbouwers. De bossen, heide, graslanden, stuifduinen en vennen maken van Landschap De Liereman een uniek natuurgebied in Europa. De Kempense biotopen zijn al eeuwenlang een thuis voor de wulp, de nachtzwaluw, de klokjesgentiaan en de rugstreeppad. Tijdens je wandeling tussen kurkdroge landduinen en kletsnatte veenmoerassen kom je ook schapen en wilde konikpaarden tegen.


Locatie: Stalen uitkijktoren, 850 meter wandelen vanaf het bezoekerscentrum De Liereman.

Vroeger lieten boeren hun schapen grazen op de uitgestrekte woeste gronden. Ze staken de toplaag van de bodem af als mest voor de akkers en wonnen turf als brandstof uit de moerassen. Het resultaat was een open en gevarieerd heidelandschap dat eeuwenlang de Kempen typeerde. Ook voor erfgoed is Landschap De Liereman een topper. 12.000 Jaar geleden gebruikten jagers de duinengordel als kampplaats en de vele vuurstenen voorwerpen geven het gebied een archeologische waarde.


Plattegrond Landschap De liereman, Oud Turnhout



Houten vogelkijkhut De Liereman

De houten rolstoeltoegankelijke kijkhut op De Liereman werd in 2016 geschonken door een Nederlands koppel dat zo de Oud-Turnhoutse gemeenschap wil bedanken. Vanuit deze kijkhut kijk je op een landschap dat varieert van heideachtig tot rietland. De rietvogels komen tot een paar meter van de kijkhut. Het vergt echter veel gedult om een goede foto te kunnen maken van de karakieten en bosrietzangers. Ze verplaatsen zich voortdurend van de ene plaats naar de andere in het dichte riet.


Het schilt met de vermelding van de schenking door het Nederlands koppel Harry en Henny Vogels - van Gerwen.


Locatie: houten vogelkijkhut de Liereman 2360 Oud-Turnhout, België.

Het bezoekerscentrum is gelegen aan de rand van het meer dan duizend hectare groot Landschap De Liereman. Van hieruit kan je wandelingen maken in het natuurgebied. Het bezoekerscentrum ligt ook vlak bij het fietsknooppuntennetwerk. Zin in iets lekkers voor of na een wandeling in het natuurgebied? Geniet op ons terras of in het natuurcafé van een warm drankje, een biologisch sapje, verse soep, warm appelgebak, of een heerlijk bioijsje van ijshoeve Uijlenborch. Van maandag tot zaterdag bieden we ook snacks aan zoals een croque of groententaart met gemengd slaatje. Voor elk wat wils!

Op het terras of in het bezoekerscentrum kunt u ook je meegebrachte boterhammen opeten mits je er drankjes bestelt. Je kan er binnen aan de toiletten ook je drinkbus vullen voor onderweg. Uiteraard kan je ook je boterhammen opeten op één van de zitbanken in het natuurgebied. Voor je trouwe viervoeter staan er drinkbakjes op het terras. Let wel! Binnen in het bezoekerscentrum zijn honden niet toegelaten.

Enkele streekspecialiteiten
◽Pijpenstrootje: een biologisch knabbelkoekje met noten
◽Alle dagen vers biologisch appelgebak
◽Biologische fruitsappen in maar liefst 7 verrassende smaken
◽Gageleer, bier gebrouwen met gagel
Openingsuren Bezoekerscentrum
◽maandag tot/met donderdag: 10.00-17.00 uur
◽vrijdag: 10.00-17.00 uur
◽zaterdag: 10.00-17.00 uur
◽zon- en feestdagen 11:00-18:00 uur
◽Kerst- en nieuwjaar gesloten
Bereikbaarheid
Met de auto: volg de bruine borden “natuurreservaat De Liereman” of de witte borden 'Bezoekerscentrum' vanuit het centrum van Oud-Turnhout. Er is een nieuwe parkeerplaats voor Landschap De Liereman. Die ligt tussen het recyclagepark en PVT Campus De Liereman. Ook voor mindervaliden zijn er vier nieuwe parkeerplaatsen ter aanvulling van de twee parkeerplaatsen aan het bezoekerscentrum. De parking heeft een even grote capaciteit en is beter bestand tegen plassen en modder dan de vorige.
Website: www.deliereman.be.