Amethistzwam (Laccaria amethystina)
De amethistzwam is soort van de week, maar is ook door de Nederlandse Mycologische Vereniging uitgeroepen tot paddenstoel van het jaar. Hij is goed herkenbaar in verse toestand, maar opdrogende exemplaren bleken vrijwel helemaal uit tot bleek grijzig. Vaak zie je dan alleen in de lamellen nog wat van de paarse kleur terug. De amethistzwam behoort tot de fopzwammen. Met andere fopzwammen delen ze de breed aangehechte, relatief ver uiteenstaande plaatjes en de kleur van het sporenpoeder, want ondanks de paarse lamellen zijn de sporen wit. Dat kun je zelf uitproberen door een nacht een hoedje met de plaatjes naar beneden op een stuk papier te leggen en af te dekken met een bekerglas. Het hoedje is fijnschubbig en de steel wat vezelig.
Fopzwammen leven in symbiose met bomen, de amethistzwam vind je het vaakst onder beuk. Ze zijn ook in staat om strooisel te verteren en hebben daarmee een extra voedingsbron tot hun beschikking. Hoewel veel symbionten tegenwoordig vaker in bermen groeien dan in het bos, kun je de amethistzwam nog veel in bossen vinden. Ondanks hun kleur vallen ze nauwelijks op in het oranjebruine tapijt van gevallen beukenblad. Het helpt om gericht ernaar te zoeken. Als je er dan een vindt, zie je er vaak even verderop nog een en als je ogen gewend zijn, vind je er soms wel honderden. De amethistzwam groeit minder vaak onder eik, en sporadisch onder naaldbomen.
De amethistzwam is een eenjarige soort. Net als bij planten bestaan er bij paddenstoelen eenjarige en meerjarige soorten. Dan hebben we het niet over het vruchtlichaam zelf, maar over de zwamvlok waaruit ze groeien. Veel paddenstoelen ontstaan aan een zwamvlok die meerdere jaren oud kan worden, soms zelfs heel oud. De amethistzwam doet het anders: elk jaar sterft de zwamvlok af en moeten sporen kiemen om nieuwe zwamvlokken te vormen. En met succes, want je kunt jaren achtereen op dezelfde locatie amethistzwammen vinden, waar meerdere kleine zwamvlokken samen veel vruchtlichamen kunnen vormen. De eerste amethistzwammen zijn al gezien. De beste tijd om deze soort te vinden is vanaf nu tot half november, met een piek rond midden oktober.
De amethistzwam is een van de soorten die gemonitord wordt in het meetnet bospaddenstoelen, onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM). Het is een algemene soort die je vooral in bossen, lanen en wegbermen op de zandgronden aan kunt treffen, en ook in de duinen. Veel minder vaak vind je ze op voedselrijke en/of vochtige bodems. Evenals veel andere symbionten is hij sinds eind jaren negentig vooruitgegaan na maatregelen tegen overmatige stikstofdepositie. De trend is nu min of meer stabiel.
Bron tekst: naturetoday.com