Groene specht (Picus viridis) vrouw in de houtwal.
Groene spechten zijn standvogels van open loofbossen, hoogstamboomgaarden, parken en oude houtsingels. Hij broedt meestal in een zelfgehakt hol in een oude loofboom. In de zomermaanden bestaat zijn voedsel vooral uit grote mieren (vooral rode bosmieren) en wordt meestal op de grond verzameld. De lachende roep van de groene specht is een opvallend kenmerk. Roffelt niet vaak en zwak, dat is meer voor de zwarte specht.
De groene specht is een forse vogel, met in vlucht opvallend groene stug en stuit en diep golvende vlucht. De kop van de groene specht is opvallend getekend met rode kruin en zwarte vlek rondom het oog. Mannetjes hebben daarnaast ook nog een rode vlek onder het oog, deze vlek is bij vrouwtjes zwart. Ze hebben een grijze dolksnavel. Onvolwassen vogels zijn zwaar gevlekt over het gehele lichaam. De kenmerkende lachende roep van de groene specht valt vaak het eerst op. Heeft een diepe golvende vlucht en zoekt vaak op de grond naar mieren.