vrijdag 26 januari 2018

Korstmossen op muurtjes in het dorp

Het kleine leven van de korstmossen zijn ook in het dorp terug te vinden. In dorpen waar in de omgeving hoge concentraties ammoniak en stikstof wordt uitgestoten is de kans groot dat op bomen, struiken en muren veel korstmossen voorkomen. Met namen de gele dooiermossen gedijen goed bij hoge concentraties ammoniak en stikstof.

Groot dooiermos, en Kapjesvingermos groeien op takjes van laag blijvende struiken langs voetpaden.

Een kleine wandeling door het dorp en een oplettend oog levert mooie plaatsjes op. Dat is dan de mooie kant van de luchtverontreinig. Hoewel Nederland een van de aan korstmossoorten armste landen ter wereld is, groeien de korstmossen overal om ons heen, tot in de bebouwde omgeving. Veel korstmossen zijn gevoelig voor luchtverontreiniging, met name voor ammoniak en zwaveldioxide, andere varen daar juist wel bij. Kennis van korstmossen kan dus aanwijzingen geven over de toestand van de lucht en de neerslag. Gele dooiermossen gedijen bijzonder goed in gebieden waar hoge ammoniak en stikstof voor komt, b.v. de intensieve landbouwgebieden.

Kopjesbekermos zou je eerder zoeken op schrale zandzanden, maar het groeit ook op kalkhoudende metselspecie van oude stenen muurtjes.

Kopjesbekermos is een zeer veel voorkomend bekermos, welke weinig eisen aan de ondergrond stelt. Kopjes-bekermos wordt ook wel eens Groen bekermos genoemd. Kopjesbekermos groeit op voedselarme plaatsen. Dat kan gewoon op (zand)grond zijn, maar ook op dood hout, stenen en bomen. Uit de kleine ‘blaadjes’ steken groene bekertjes van 2-3 cm hoog. Blaadjes staat tussen aanhalingstekens omdat korstmossen (hierover later meer) geen blaadjes of stengels hebben. Wat je ziet zijn de schimmeldraden. Overigens in Engeland vinden ze de bekertjes meer op trompetjes lijken. Het heet daar dan ook Trumpet lichen.

Kapjesvingermos (Physcia adscendens)

Kapjesvingermos is te vinden op wat drogere plekken van vrijstaande, goed belichte bomen. Ook te vinden op allerlei soorten stenen, hout, plastic etc. Kapjesvingermos is te vinden op wat drogere plekken van vrijstaande, goed belichte bomen. Ook te vinden op allerlei soorten stenen, hout, plastic etc. Kapjesvingermos is te verwarren met Heksenvingermos (Physcia tenella), maar die heeft de sorediën op lipsoralen aan het uiteinde van de lobben. Ook heeft Kapjesvingermos meestal een marmering op het thallus wat Heksenvingermos niet heeft.

Groot dooiermos in een vroeg stadium, waarbij de bekertjes nog eerder groen dan dooier-geel zijn.

Groot dooiermos in een later stadium met al dooier-gele bekertjes, groeiend op gesnoeide takjes van lage struiken.

Groot dooiermos (Xanthoria parietina), ook wel steenkorstmos, is een veel voorkomende en opvallende soort korstmos. De kleur is meestal heldergeel tot oranje, maar ook andere kleurschakeringen komen voor. Meestal zijn er apotheciën (schotelvormige vruchtlichamen) aanwezig, die van binnen donkeroranje zijn gekleurd. De gele kleurstof parietinezuur werd vroeger wel gebruikt als verfstof. De gele kleurstof wordt bloedrood wanneer deze in aanraking komt met een sterke base, zoals kaliloog of natronloog. Dit soort kleurreacties worden veel gebruikt om korstmossen op naam te brengen.

Het groot dooiermos komt vooral voor op basische substraten, en is bijvoorbeeld zeer algemeen in gebieden met intensieve veehouderij: de aanwezigheid van ammoniak bevordert de groei. Het groeit op schors van bomen, op steenachtige ondergrond als beton, baksteen en stoeptegels en zelfs op asbest en op het asfalt van rustige wegen.

De laatste jaren komt de soort in Nederland (en ander delen van Europa) steeds meer voor, omdat ze kan profiteren van vervuiling met stikstofverbindingen. Witstippelschildmos groeit als epifyt op goedbelichte bomen met een niet al te zure schors, soms ook op steen.