Mijn naam is Jozef van der Heijden. Ik woon in de Brabantse Hulsel. Ik fotografeer al sinds de 70er jaren. Ik begon met een kleinbeeld fotocamera en een Super 8 filmcamera met geluidsregistratie. Op de boerderij filmde ik Groenlingen en Kneuen die de jongen op hun nest verzorgde. Mijn interesse gaat naar de natuur in het algemeen. Van vogels tot paddenstoelen, mossen, korstmossen en landschappen. Maar vogels fascineren mij wel het meest. Daarnaast ben lid van diverse natuurbescherming organisaties. (zie de logo's hieronder)
Een zingende vink in de top van een dode boom is een prachtig beeld dat veel mensen aanspreekt. Het vrolijke lied van deze kleine vogel is in veel tuinen en parken te horen, vooral in de lente en zomer.
Zingende Vink in dode boomtop
Dode boomtoppen bieden een uitstekende uitkijkpost voor vinken. Ze kunnen de omgeving goed overzien en eventuele gevaren of voedselbronnen makkelijk spotten. Vinken gebruiken hun zang om hun territorium af te bakenen en een partner te lokken. Een hoge, goed zichtbare plek zoals een dode boomtop is daarvoor ideaal. Een dode boomtop kan ook een symbolische betekenis hebben. Het kan staan voor de cyclus van het leven, de overgang van dood naar nieuw leven. De zang van de vink in deze context kan dan worden gezien als een uiting van levenskracht en optimisme.
Vinken zijn kleine, kleurrijke vogels met een korte, kegelvormige snavel. Het mannetje heeft een opvallend rozerode borst en een blauwgrijze kop. Het vrouwtje is wat minder opvallend, met een bruingrijs verenkleed. Beide hebben opvallende witte vleugelstrepen. De zang van de vink is een aflopende reeks tonen, die eindigt met een korte, krachtige 'vinkenslag'. Het is een herkenbaar geluid dat vaak te horen is in de ochtend en avond.
Singing Finch at the Top of a Dead Tree
A singing finch at the top of a dead tree is a beautiful image that appeals to many people. The cheerful song of this little bird can be heard in many gardens and parks, especially in the spring and summer.
Dead tree tops offer an excellent lookout post for finches. They can easily oversee the environment and easily spot any dangers or food sources. Finches use their singing to define their territory and lure a partner. A high, clearly visible place such as a dead tree top is ideal for that. A dead treetop can also have a symbolic meaning. It can stand for the cycle of life, the transition from death to new life. The vocals of the finch in this context can then be seen as an expression of life force and optimism.
Finches are small, colorful birds with a short, cone -shaped beak. The male has a striking pink -red chest and a blue -gray head. The female is a bit less striking, with a brown price of plumage. Both have striking white wing stripes. The vocals of the Vink is a sloping series of tones, which ends with a short, powerful 'finch battle'. It is a recognizable sound that can often be heard in the morning and evening.
De Geelgors is een vogel van dun beboste heide, bosranden en agrarisch gebied met heggen, houtwallen en grazige wegbermen. Geelgorzen worden vrijwel uitsluitend aangetroffen in het zuiden en oosten van het land.
De Geelgors zingt vanaf een hoge zangpost
Het mannetje is duidelijk te herkennen aan grotendeels gele kop en geel op onderdelen. Vrouwtje en jonge vogels zijn minder duidelijk te herkennen, maar vrouwtje heeft vaak nog veel (licht)geel. In alle kleden opvallende roodbruine stuit en witte buitenste staartpennen.
De zang van mannetje duidelijk herkenbaar: een hoge maar zachte "dzi-dzi-dzi-dzi-dzèèèè". Heeft diverse roepjes maar vaak korte scherpe rollertjes. Meest gehoorde roep is een kort scherp "tsit", een andere roep is een kort en tikkend "plt".
The Yellowhammer sings from a high singing post
The Yellowhammer is a bird of thinly wooded heathland, forest edges and agricultural area with hedges, wooded banks and grassy road verges. Yellowhammers are almost exclusively found in the south and east of the country.
The male can be clearly recognized by largely yellow head and yellow in parts. Female and young birds are less clearly recognizable, but female often still has a lot of (light) yellow. In all rugs striking red -brown rumors and white outer tail feathers.
The vocals of male clearly recognizable: a high but soft "dzi-dzi-dzi-dzi-dzèèèè." Has various calls but often short sharp rollers. Most heard call is a short sharp "tsit", another call is a short and ticking "plt".
De Vlaamse gaai is vogel die je overal tegen kunt komen. In de vrije natuur, in parken en struwelen, maar ook gewoon in de tuinen waar wat bomen en struiken staan. Zijn kleuren zijn opvallend, en zijn krassende roep is typerend voor deze kraaiachtige. Maar de Vlaamse gaai is ook een goede imitator. Hij bootst o.a. de Buizerd na, maar ook andere vogels en kan ook zingen. Zijn korte zang wordt met enige regelmaat herhaald. Dit hoor je het meest tijdens de paartijd.
De Vlaamse gaai in de tuin bij onze schuur en mijn fotohut
De Vlaamse gaai (Garrulus glandarius) staat bekend als een vogel die een krassend geluid produceert. Maar de Gaai is ook een goede imitator. De bekendste imitatie is die van een Buizerd. Dat doet hij om indringers uit zijn broedgebied te verjagen. Ook bootst hij kattengemauw na. Vanmorgen produceerde de Gaai een geluid dat ik al een aantal malen had gehoord maar niet thuis kon brengen. Deze keer heb ik het op video.
Vlaamse gaai met een imitatie roep
In de regel laat een Gaai minstens drie verschillende geluiden horen in zijn onopvallende, zachte zang. Niet te verwarren met zijn vele rauwe kreten. De meest bekende imitatie, die van de Buizerd, is maar in twee gevallen gehoord. De imitatie van mezen, de lijsterzang, het gekef van eekhoorntjes, kattengemauw en keffen van een hondje zijn minder bekend.
De Vlaamse gaai (Garrulus glandarius), die tegenwoordig Gaai genoemd dient te worden, is een opvallend gekleurde kraaiachtige. De wetenschappelijke naam van de soort werd als Corvus glandarius in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus. De gaai is 32 tot 35 cm lang. De nominaatvorm van de vogel, die onder andere in de Benelux voorkomt, is overwegend grijsbruin met een roze tint. De keel, onderbuik, anaalstreek, de stuit en een gedeelte van de handpennen zijn wit. Kenmerkend zijn een brede zwarte snorstreep en een blauw vleugelveld dat bestaat uit lichtblauwe veertjes met daarin een fijne, zwarte bandering. De vogel kan bij opwinding de kruinveren opzetten, deze zijn afwisselend licht van kleur met zwart.
De Gaai, volgens vele mag je geen Vlaamse gaai meer zeggen of schrijven. Het was Commissie Systematiek Nederlandse Avifauna die het "Vlaamse" er af haalden. En, ja. De gaai komt ook andere regio's voor dan in Vlaanderen. De Gaai is een vogel die in bijna heel Europa, een deel van Noord Afrika, tot ver in Azië voorkomt. Maar het lijkt mij daarom nog niet nodig om eeuwen lange gebruikte namen aan de kant te schuiven. Immers, in het Engels heet onze gaai ook geen gaai, maar Jay, specifiek "Eurasian jay". In Duitsland heet hij Eikeleter ("Eichelhäher"), en in het Frans "Geai des chênes". Een naam is over de gehele wereld het zelfde, n.l. "Garrulus glandarius". Maar dat is de wetenschappelinge naam.
De naam (Vlaamse) gaai komt vermoedelijk van het Picardische Gai en het latere officiële Franse Geai. Voor de oorsprong van Vlaamse in Vlaamse gaai bestaan meerdere theorieën. Een mogelijke verklaring is dat het Franse gai flammant, de gaai met de flamende kleuren, verbasterd werd tot Vlaamse gaai. Een andere mogelijkheid is dat de naam komt van "in het Vlaams gaai" omdat de vogel in Wallonië eerder een naam, "gay", zou hebben gekregen dan in Vlaanderen.
Op sommige plaatsen wordt de gaai ook wel "meerkol" genoemd. Deze betekenis komt van Marcolf, een mythische grappenmaker uit onder meer de sage Salomon ende Marculphus. In een vogel die andere vogels nabootst zag men ook een lolbroek. In de Kempen wordt deze vogel ook wel "rotzak" of "roeter" genoemd. In het Limburgse Nieuwstadt wordt de aan Marcolf verwante naam Mêrkuf gebruikt.