Mijn naam is Jozef van der Heijden. Ik woon in de Brabantse Hulsel. Ik fotografeer al sinds de 70er jaren. Ik begon met een kleinbeeld fotocamera en een Super 8 filmcamera met geluidsregistratie. Op de boerderij filmde ik Groenlingen en Kneuen die de jongen op hun nest verzorgde. Mijn interesse gaat naar de natuur in het algemeen. Van vogels tot paddenstoelen, mossen, korstmossen en landschappen. Maar vogels fascineren mij wel het meest. Daarnaast ben lid van diverse natuurbescherming organisaties.
(zie de logo's hieronder)
Volg mij op:
en met jozefvanderheijden-foto.nl. Onderwerpen: Alles wat de natuur gedurende de jaargetijden bieden.
Bezoek ook mijn YouTube kanaal; youtube.com/JozefvanderHeijden met 312 video's en 787 abonnees.
Jozef van der Heijden - Natuurfotografie
Door: Jozef van der Heijden.
zondag 17 november 2024
Mijn visuele natuurverhalen
Door de Molenheide en Hulselse Staat
Vandaag neem ik u meer over de bospaden door de Molenheide en de Hulselse Staat. De Molenheiden was ooit een heideveld, maar is door de gemeenten ooit aangeplant met naaldhout. De Molenheide, de voormalige Hulselse Heide, en de Hulselse Staat zijn gelegen tussen Reusel en Hulsel.
Het gebied Molenheide bestaat voor een groot deel uit ontginningsbossen die in de eerste helft van de vorige eeuw zijn aangelegd op ontgonnen heidegrond. Het merendeel ervan is sinds de gemeentelijke herindeling eigendom van de gemeente Reusel-De Mierden. Voorheen was het gebied eigendom van gemeente Hooge Mierde, Lage Mierde en Hulsel. De Molenheide was vroeger een uitgestrekt heidegebied waar schapen graasden en plaggen werden gestoken. Het mengsel van plaggen en mest werd gebruikt om de akkers vruchtbaar te houden. Aan de rand van deze heide stond een molen die over de open heide een vrije aanstroom van wind had. In later tijden is de Molenheide ontgonnen voor landbouw en bosaanplant.
De ontginnings- bossen bestonden oorspronkelijk voor het overgrote deel uit naaldhout. Het huidige beheer is erop gericht om de eentonige dennenplantages geleidelijk om te vormen tot gemengde bossen waarin meerdere boomsoorten, zowel naald- als ook loofhout, te vinden zijn. Het bos wordt daardoor beter bestand tegen ziekten, plagen en klimaatinvloeden. Ook biedt een gevarieerder bos veel meer levensmogelijkheden voor allerlei andere organismen, zoals bijvoorbeeld insecten en vogels.
Het gebied Molenheide bestaat voor een groot deel uit ontginningsbossen die in de eerste helft van de vorige eeuw zijn aangelegd op ontgonnen heidegrond. Het merendeel ervan is sinds de gemeentelijke herindeling eigendom van de gemeente Reusel-De Mierden. Voorheen was het gebied eigendom van gemeente Hooge Mierde, Lage Mierde en Hulsel. De Molenheide was vroeger een uitgestrekt heidegebied waar schapen graasden en plaggen werden gestoken. Het mengsel van plaggen en mest werd gebruikt om de akkers vruchtbaar te houden. Aan de rand van deze heide stond een molen die over de open heide een vrije aanstroom van wind had. In later tijden is de Molenheide ontgonnen voor landbouw en bosaanplant.
De ontginnings- bossen bestonden oorspronkelijk voor het overgrote deel uit naaldhout. Het huidige beheer is erop gericht om de eentonige dennenplantages geleidelijk om te vormen tot gemengde bossen waarin meerdere boomsoorten, zowel naald- als ook loofhout, te vinden zijn. Het bos wordt daardoor beter bestand tegen ziekten, plagen en klimaatinvloeden. Ook biedt een gevarieerder bos veel meer levensmogelijkheden voor allerlei andere organismen, zoals bijvoorbeeld insecten en vogels.
zondag 10 november 2024
Meerkoet met kuikentjes op het Schotelven
De meerkoet is een fascinerende verschijning op de Nederlandse wateren, waaronder de waterberging aan het Schotelven in Netersel. Deze vogels zijn bekend om hun vermogen om zich aan te passen aan verschillende waterrijke omgevingen, van stedelijke parkvijvers tot de uitgestrekte natuurlijke waterbergingen. Met hun kenmerkende witte voorhoofdschild en zwarte verenkleed zijn meerkoeten niet alleen een genot om naar te kijken, maar spelen ze ook een cruciale rol in het aquatische ecosysteem. Het witte voorhoofdschild is bij het mannetje groter dan bij het vrouwtje. In het voorjaar is de plaat groter dan in het najaar.
Aan het Schotelven in Netersel biedt de waterberging een belangrijke habitat voor o.a. de meerkoet, die daar kunnen broeden, foerageren en rusten. Het is nu het derde jaar dat watervogels gebruik kunnen maken van de waterberging. Deze waterbergingen zijn essentieel voor de biodiversiteit en helpen het (grond)waterpeil te verhogen tijdens perioden van zware regenval. De aanwezigheid van meerkoeten kan een indicator zijn van de gezondheid van het waterlichaam, aangezien ze gevoelig zijn voor veranderingen in waterkwaliteit en beschikbaarheid van voedselbronnen. Ze voeden zich met waterplanten, algen en kleine waterdieren, wat bijdraagt aan de ecologische balans van hun habitat.
Het gedrag van de meerkoet is ook opmerkelijk; ze zijn territoriaal en kunnen agressief zijn in het verdedigen van hun broedgebied. Tijdens het broedseizoen, dat van maart tot juli met een piek in april en mei loopt, bouwen ze drijvende nesten van riet en ander plantaardig materiaal. Het vrouwtje broedt de eieren uit, terwijl het mannetje blijft doorgaan met het aanslepen van nestmateriaal. Zo nu en dan neemt het mannetje de broedtaak over van het vrouwtje. Zo kan zij zich ook wat voeden en het broeden even afwisselen met wat beweging.
Het witte voorhoofdschild is bij het mannetje groter dan bij het vrouwtje. In het voorjaar is de plaat groter dan in het najaar. Ze leggen meestal 5 tot 10 eieren, waaruit de kuikens na een broedduur van 21 tot 25 dagen tevoorschijn komen. De kuikens zijn direct na het uitkomen een opvallende verschijning met hun rode kopjes en hun oranje dons. De rest van het lichaam is bedekt met een zwart verenkleed. Ze verlaten het nest vrijwel meteen om de wereld te verkennen onder de waakzame ogen van hun ouders.
Meerkoetkuikens zijn afhankelijk van zowel plantaardig als dierlijk voedsel, dat door de ouders wordt aangevoerd. Dit dieet bestaat uit waterplanten, algen, kleine visjes en waterinsecten, wat essentieel is voor hun groei en ontwikkeling. De jongen worden gedurende een periode van ongeveer 56 dagen door de ouders gevoerd, waarna ze zelfstandig leren duiken en foerageren. Het is fascinerend om te zien hoe de kuikens hun duikvaardigheden ontwikkelen, aangezien meerkoeten bekend staan om hun vermogen om voedsel te zoeken door onder water te duiken, waarbij ze vaak een sprongetje maken om onder te komen vanwege de grote hoeveelheid lucht in hun verenkleed.
In de context van klimaatverandering en menselijke impact op natuurlijke habitats, is het observeren en beschermen van soorten zoals de meerkoet belangrijker dan ooit. Het biedt ons waardevolle inzichten in de staat van onze natuurlijke omgeving en de stappen die we moeten nemen om deze te behouden voor toekomstige generaties. De meerkoet op de waterberging Schotelven in Netersel is dus meer dan alleen een vogel; het is een symbool van de natuurlijke schoonheid en diversiteit die we moeten koesteren en beschermen.
Bij het uitgraven van waterbergingen wordt de grond erg verstoord. Daar reageren veel planten op. De klaproos is daar een mooi voorbeeld van. Langs de waterkant maakt de Wolfspoot een opmars. Deze plant zie je veel langs waterkanten, vooral als de grond verstoord is geweest, zoals bij graafwerkzaamheden. De plant woekert sterk, maar wordt niet gezien als invasief.
Aan het Schotelven in Netersel biedt de waterberging een belangrijke habitat voor o.a. de meerkoet, die daar kunnen broeden, foerageren en rusten. Het is nu het derde jaar dat watervogels gebruik kunnen maken van de waterberging. Deze waterbergingen zijn essentieel voor de biodiversiteit en helpen het (grond)waterpeil te verhogen tijdens perioden van zware regenval. De aanwezigheid van meerkoeten kan een indicator zijn van de gezondheid van het waterlichaam, aangezien ze gevoelig zijn voor veranderingen in waterkwaliteit en beschikbaarheid van voedselbronnen. Ze voeden zich met waterplanten, algen en kleine waterdieren, wat bijdraagt aan de ecologische balans van hun habitat.
Het gedrag van de meerkoet is ook opmerkelijk; ze zijn territoriaal en kunnen agressief zijn in het verdedigen van hun broedgebied. Tijdens het broedseizoen, dat van maart tot juli met een piek in april en mei loopt, bouwen ze drijvende nesten van riet en ander plantaardig materiaal. Het vrouwtje broedt de eieren uit, terwijl het mannetje blijft doorgaan met het aanslepen van nestmateriaal. Zo nu en dan neemt het mannetje de broedtaak over van het vrouwtje. Zo kan zij zich ook wat voeden en het broeden even afwisselen met wat beweging.
Het witte voorhoofdschild is bij het mannetje groter dan bij het vrouwtje. In het voorjaar is de plaat groter dan in het najaar. Ze leggen meestal 5 tot 10 eieren, waaruit de kuikens na een broedduur van 21 tot 25 dagen tevoorschijn komen. De kuikens zijn direct na het uitkomen een opvallende verschijning met hun rode kopjes en hun oranje dons. De rest van het lichaam is bedekt met een zwart verenkleed. Ze verlaten het nest vrijwel meteen om de wereld te verkennen onder de waakzame ogen van hun ouders.
Meerkoetkuikens zijn afhankelijk van zowel plantaardig als dierlijk voedsel, dat door de ouders wordt aangevoerd. Dit dieet bestaat uit waterplanten, algen, kleine visjes en waterinsecten, wat essentieel is voor hun groei en ontwikkeling. De jongen worden gedurende een periode van ongeveer 56 dagen door de ouders gevoerd, waarna ze zelfstandig leren duiken en foerageren. Het is fascinerend om te zien hoe de kuikens hun duikvaardigheden ontwikkelen, aangezien meerkoeten bekend staan om hun vermogen om voedsel te zoeken door onder water te duiken, waarbij ze vaak een sprongetje maken om onder te komen vanwege de grote hoeveelheid lucht in hun verenkleed.
In de context van klimaatverandering en menselijke impact op natuurlijke habitats, is het observeren en beschermen van soorten zoals de meerkoet belangrijker dan ooit. Het biedt ons waardevolle inzichten in de staat van onze natuurlijke omgeving en de stappen die we moeten nemen om deze te behouden voor toekomstige generaties. De meerkoet op de waterberging Schotelven in Netersel is dus meer dan alleen een vogel; het is een symbool van de natuurlijke schoonheid en diversiteit die we moeten koesteren en beschermen.
Bij het uitgraven van waterbergingen wordt de grond erg verstoord. Daar reageren veel planten op. De klaproos is daar een mooi voorbeeld van. Langs de waterkant maakt de Wolfspoot een opmars. Deze plant zie je veel langs waterkanten, vooral als de grond verstoord is geweest, zoals bij graafwerkzaamheden. De plant woekert sterk, maar wordt niet gezien als invasief.
Herstel loopbrug naar de Langelinneput Postel
De loopbrug vanaf het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten naar de Langelinneput in Postel is nu al ongeveer anderhalf jaar afgesloten. Het brugdek lag er gevaarlijk slecht bij en is verwijderd. Natuur en Bos is verantwoordelijk voor het onderhoud en de veiligheid van de kijkhut en de toegangsbrug. De brugdek dragers en planken van de brug worden nu vervangen.
Inmiddels zijn de herstelwerkzaamheden begonnen. De houten langsdragers zijn deels vervangen. Als de langsdragers in z'n geheel vervangen zijn wordt begonnen met het loopdek. Navraag in het voorjaar bij de boswachter levert het volgende op; "Beide bruggen (ook de brug naar de Ronde Put) worden deze zomer hersteld. De aannemer wacht nog op het benodigde materiaal, en de bever zorgt voor een moeilijk werkterrein".
Als je bij de Grote Brug in Arendonk links het fietspad langs het kanaal zuidwaarts volgt kom je voorbij het punt waar de autosnelweg over het kanaal gaat. Ongeveer 1 kilometer verder is een houten brug met stalen pijlers over de sloot geplaatst, die toegang biedt naar de vogelkijkhut aan de Langelinneput van Postel. De Langelinneput was een zandwinningput waar nu de vogels de vrije ruimte hebben. Het uitzicht vanuit de vogelkijkhut bij de Langelinneput wordt beperkt door de begroeiing die het zicht hinderlijk in de weg staat. Daar moet de snoeischaar in, anders hoeft men daar geen kijkhut te plaatsen. Het uitzicht vanuit de volgelkijkhut aan de Ronde Put is wel zoals het hoort. Het uitzicht is daar uitstekend, met veel watervogels en ook een Bruine Kiekendief op de achtergrond.
Inmiddels zijn de herstelwerkzaamheden begonnen. De houten langsdragers zijn deels vervangen. Als de langsdragers in z'n geheel vervangen zijn wordt begonnen met het loopdek. Navraag in het voorjaar bij de boswachter levert het volgende op; "Beide bruggen (ook de brug naar de Ronde Put) worden deze zomer hersteld. De aannemer wacht nog op het benodigde materiaal, en de bever zorgt voor een moeilijk werkterrein".
Als je bij de Grote Brug in Arendonk links het fietspad langs het kanaal zuidwaarts volgt kom je voorbij het punt waar de autosnelweg over het kanaal gaat. Ongeveer 1 kilometer verder is een houten brug met stalen pijlers over de sloot geplaatst, die toegang biedt naar de vogelkijkhut aan de Langelinneput van Postel. De Langelinneput was een zandwinningput waar nu de vogels de vrije ruimte hebben. Het uitzicht vanuit de vogelkijkhut bij de Langelinneput wordt beperkt door de begroeiing die het zicht hinderlijk in de weg staat. Daar moet de snoeischaar in, anders hoeft men daar geen kijkhut te plaatsen. Het uitzicht vanuit de volgelkijkhut aan de Ronde Put is wel zoals het hoort. Het uitzicht is daar uitstekend, met veel watervogels en ook een Bruine Kiekendief op de achtergrond.
Abonneren op:
Posts (Atom)