De kleine speelse kuifmees op zoek naar voedsel tussen de schubben van de schors.
De prachtige kuif van de kuifmees wordt bij opwinding nog verder opgezet. Kuifmezen zijn nogal territoriale vogels die het gehele jaar in hun broedgebied verblijven. Alleen jonge vogels vormen in de winter zwervende groepjes. In het voorjaar zoeken ze alsnog een eigen territorium, waar ze de rest van hun leven blijven. De kuifmees heeft misschien wat onverwachte vijanden: spechten zijn dol op mezeneieren en schromen niet een nestje kuifmezen op te eten.
De boomklever is wat groter dan de kuifmees. Deze klever kan zowel omhoog als omlaag klauteren.
Boomklevers lopen zowel omhoog als omlaag over een boomstam, vandaar z'n naam. Het zijn holenbroeders die erom bekend staan de opening van hun broedholte te verkleinen door te 'metselen' met modder. Deze metseldrang is vaak zo sterk, dat ook wanneer het gat al de juiste grootte heeft, er in de omgeving toch nog een metselwerk gemaakt wordt. Ze voeden zich met insecten, zaden en noten. De zaden en noten zetten boomklevers vast tussen de bast van de boom, of ze houden die vast in hun poot om met hun krachtige snavel kapot te kunnen pikken. Vaak te vinden op voedertafels en daar assertief aanwezig.
De grote bonte specht, hier in de top van een dode boom. Daar zitten insecten en larven, die op het menu van deze vogel staan.
De grote bonte specht is de meest algemene specht van Nederland. Zowel mannetje als vrouwtje roffelen op takken met een korte snelle roffel om territorium en paarband te versterken. Grote bonte spechten hakken in bomen een nestholte uit met een rond gat. Ze hebben een voorkeur voor zachte houtsoorten, zoals berken. Spechten kunnen op die manier hakken doordat de hersenen in een soort schokdempers zijn ingekleed. In de nestholte worden de eieren gewoon op het hout gelegd. In de wintermaanden dwalen ze rond op zoek naar voedsel en komen steeds vaker terecht op voedertafels in tuinen. In naaldbossen eten ze 's winters de zaden van kegels van sparren en dennen.