zondag 25 oktober 2020

Het Heksenschermpje in het donkere loofbos

De eerste paddenstoel die ik vanmorgen zag was het Heksenschermpje. Deze stond kort aan de rand van het zandpad. Enkele daarvan groeide aan de bovenkant, op de rand van een slootje. Het was erg donker onder de bomen, zeken nu het ook nog eens zwaar bewolkt was. Geen nood, met een lampje bij schijnen en foto's maken.

Het Heksenschermpje in het loofbostussen de eikenbaderen.

Het Heksenschermpje (Mycena rosea) is een schimmel in de familie Mycenaceae. Hij leeft als terrestrische saprotroof op rijke zandgronden in loofbossen. De forse roze Mycena komt door zijn roze kleur teer over. De hoed heeft een diameter van 2-6 cm en is helder roze of lila van kleur. De kleur verbleekt bij uitdrogen. Het oppervlakte is radiaal gegroefd en in het midden zit een bult. De lamellen zijn uitgebocht aangehecht en roze van kleur, met een witviltige basis. Het vlees is wit. De steel is wit tot lichtroze. De sporen meten 6,5–7,5 × 4–5 micrometer. Ze zijn in grote lijnen elliptisch en hun oppervlak is glad.


Heksenschermpje (Mycena rosea) is in Nederland een zeer algemene paddenstoelensoort, hoewel dat per regio sterk kan verschillen. De vruchtlichamen zijn aanwezig van juli tot en met november. Heksenschermpje is giftig. Het zeer nauw verwante en sterk gelijkende Gewoon elfenschermpje (Mycena pura) heeft een meer paarse of lila kleur en een donkerder steel. Verder is het Heksenschermpje wat forser dan het Gewoon elfenschermpje.