Een bijzondere Dennenvoetzwam. Zo zie je ze niet vaak.
De dennenvoetzwam (Phaeolus schweinitzii) is een schimmel uit de familie Polyporaceæ die groeit op of nabij levende naaldbomen of stobben. Deze parasitaire schimmel is een veroorzaker van stamvoetrot. In nazomer of herfst brengt de zwam een vruchtlichaam voort, dat eenjarig is. Deze tot 30 cm brede paddenstoel bestaat uit een waaier- tot trechtervormige hoed, meestal op een excentrisch geplaatste steel. De witte sporen zitten in buisjes onder in de hoed. Deze hoed is aanvankelijk fluwelig geel. Binnen enkele weken, als de paddenstoel volgroeid is, wordt de hoed kleverig van een uitgescheiden harsachtige substantie en wordt de kleur donkerder, tot zwart, aanvankelijk nog met zwavelkleurige rand. Uiteindelijk wordt het vruchtlichaam hard en geheel zwart.
Sombere honingzwam
De sombere honingzwam (Armillaria ostoyae) is een schimmel die behoort tot de familie Physalacriaceae. Het is een plaatjeszwammen met manchet die vaak in bundels voorkomt op de stam en wortelbasis van loof- en naaldbomen op zandgronden. Hij is een parasiet, die witrot veroorzaakt op levende bomen. De boom zal hierdoor sterven. De hoed is stomp en kegelvormig en kan een diameter bereiken van 4-20 cm. De kleur is vleeskleurig- tot roodbruin met donkerbruine, vezelige schubben. De hoedrand is lichter, gestreept en doorschijnend en heeft velumresten. De steel heeft een lengte van 6-15 cm en een dikte van 1-3 cm en bevat net als de hoed schubben. De steel heeft een duidelijke witte ring (manchetkraagje). Onder de ring is de steel vezelig en bevat schubben. De zwam verspreidt een zwakke fruitige geur die aangenaam wordt ervaren. De sporen zijn wit of creme kleurig.
Schubbige bundelzwam
De schubbige bundelzwam (Pholiota squarrosa) is een paddenstoel uit de familie Strophariaceae. De paddenstoel vestigt zich op levend hout en is een parasiet. De 4-10 cm brede hoed is in de jeugd bol, maar is later uitgespreid. De hoed en de steel zijn lichtgeel tot roestbruin en bezet met bruine schubben. De gelige tot roestbruine lamellen staan dicht opeen. De steel is overal even dik. Het gelige vlees heeft een opvallende geur van radijs. Meestal wordt de schubbige bundelzwam aangetroffen van september tot november. Hij groeit in bundels op de wortels en aan de voet van loofbomen, minder vaak op naaldbomen. De zwam brengt veel schade toe aan fruitbomen. In Nederland is het een algemeen voorkomende soort in bossen, parken en plantsoenen.
Parelamaniet
De Parelamaniet (Amanita rubescens) is een mits gekookt goed eetbare paddenstoel die behoort tot de familie Amanitaceae. Rauw is de paddenstoel giftig door de hittelabiele maag-darm vergiften en het hemolysine. De paddenstoel wordt vaak aangetast door insecten. De 3-15 cm brede, gladde hoed van de paddenstoel is vleeskleurigbruin tot roodbruin en bedekt met witachtige tot felrode stippen afkomstig van het velum. De jonge hoed is bolrond en wordt later gewelfd tot vlak. De rand van de hoed heeft geen ribbels. De lamellen zijn wit en krijgen na beschadiging roodbruine vlekken. De 7-12 cm lange en 1-2 cm brede steel is wit met roodbruine vlekken of strepen. Het manchet is fijn geribbeld. De steel is onderaan uivormig verdikt. Het vlees heeft en witte kleur en een zwakke geur. De ovale sporen zijn wit en ongeveer 8 x 5 µm groot.
Graskleefsteelmycena
De graskleefsteelmycena, ook wel kleefsteelmycena genoemd, (Wet.: Mycena epipterigya) is een zwam uit de familie Mycenaceae. De soort is saprotroof en variabel van uitzicht. De graskleefsteelmycena heeft een kleverig, elastisch en aftrekbaar oppervlak.[1] De hoed is 1 tot 2 cm breed en de kleur varieert van geelgroen over geelbruin tot grijsbruin. De steel is geelachtig of geelgroen. Geur en smaak zijn mug-gronderig of ranzig-meelachtig. De plaatjes zijn breed aangelegd tot iets aflopen en witachtig tot grijswit van kleur, soms met bruine vlekken. De sporen zijn amyloïd en hebben een lengte van 8 tot 10 µm en een breedte van 4 tot 5,5 µm.
Grote stinkzwam
De grote stinkzwam (Phallus impudicus) is een paddenstoel uit de familie Phallaceae. De grote stinkzwam komt met behulp van een eiertand uit een 3–6 cm grote knol die in de volksmond met heksen- of duivelsei wordt aangeduid. Daaruit strekt zich in enkele uren de 10–20 cm lange poreuze en holle steel. De hoed van de paddenstoel is dan met een groene slijmerige sporenlaag (gleba) bedekt die een zeer penetrante aasgeur verspreidt, zelfs tegen de wind in te ruiken. De stank trekt vliegen en kevers als de oranje aaskever aan die voor de verspreiding van de sporen zorgen. De schone hoed is wit tot lichtgeel en heeft een kleine opening aan de top. De zwam lijkt dan wel op morieljes. De grote stinkzwam wordt aangetroffen van mei tot november bij vermolmd hout in bossen, parken en tuinen. De soort komt algemeen voor.
Geweizwam
De geweizwam (Xylaria hypoxylon) is een voorbeeld van de zakjeszwammen, dat grillige vormen aan kan nemen. De geweizwam is een kleine, knotsvormige of plat cilindrische zwam tot 6 cm hoog. Aan de bovenkant komen vaak vertakkingen voor, waardoor de gelijkenis met een gewei ontstaat. In hun jeugd zijn ze bedekt met een wit poeder. Dit zijn de sporen die in de ongeslachtelijke fase worden voortgebracht (conidiën). Later in het najaar gaan ze over tot de geslachtelijke fase. De kleur verandert dan naar zwart en de sporen zitten niet meer aan de buitenkant. In het tweede jaar zijn de vruchtlichamen geheel zwart en onvertakt en ontstaan er sporen die in zakjes langs geslachtelijke weg worden gevormd. De Geweizwam komt zeer algemeen voor gedurende het hele jaar. De zwam is te vinden op dode takken en stronken, vrijwel uitsluitend van loofbomen.
Kleverig koraalzwammetje
Het vruchtlichaam van het Kleverig Koraalzwammetje is opvallend geel gekleurd en kan door droogte en ouderdom oranje kleuren. Het Kleverig Koraalzwammetje is een algemene soort welke op dood naaldhout gevonden kan worden. Alhoewel hij op een Koraalzwam lijkt valt hij toch niet onder de Koraalzwammen. Het Kleverig Koraalzwammetje is vrij variabel qua vorm, hij kan bestaan uit rechte vertakkingen, maar komt ook regelmatig voor met vrij veel vertakkingen. Hij groeit in bundels, welke in omvang kunnen verschillen van enkele losstaande sprietjes tot meer dan 10 cm in doorsnee.
De vertakkingen voelen rubberachtig aan en zijn makkelijk te buigen zonder dat ze afbreken. Dit in tegenstelling tot de Koraalzwammen, waarbij de vertakkingen meestal erg broos zijn. Als hij door mos en gras heen moet groeien kan hij ruim 15cm hoog worden. Het Kleverig Koraalzwammetje kan verward worden met diverse, zeldzame, soorten Koraalzwammen. Maar de qua kleur overeenkomende Koraalzwammen groeien doorgaans niet direct op hout, en hebben vertakkingen welke vrij makkelijk afbreken.