De Muizenstaartzwam (Baeospora myosura) groeit op een dennenkegel.
De Muizenstaartzwam (Baeospora myosura) komt voor op de kegels van sparren en dennen. Dit zwammetje kan je heel soms zelfs tegenkomen op verbrand naaldhout. Meestal groeit deze soort in naaldbossen op zanderige ondergrond. Dit piepkleine zwammetje woont in de kegels van sparren en dennen in Europa en Noord-Amerika. Het lijkt vrij algemeen en wijdverspreid te zijn, maar het wordt vaak over het hoofd gezien vanwege de beperkte grootte. De zeer overvolle sporendragers zullen helpen om Baeospora myosura te identificeren, maar microscopische analyse is waarschijnlijk nodig om deze soort met zekerheid te identificeren, aangezien verschillende soorten van het geslacht Strobilurus ook kegels bewonen en erg op elkaar lijken. Echter, Strobilurus species aanzienlijk verschillen onder de microscoop; ze hebben grotere, inamyloïde sporen en hymeniforme pileipellisstructuren.
De Muizenstaartzwam of Muizenstaartzwammetje is een soort van schimmel die produceert paddenstoelen met lange, grove haren. Het groeit op plantenmateriaal en mest. Het is wit tot crème en de sporenkleur is wit, crème of gelig. Het is een saprofiet. Saprofiet (of saprofyt van het Grieks: sapros = verrot en phuton = plant) is een plantaardig organisme of een schimmel die zijn celmateriaal opbouwt door het opnemen van organische stoffen uit dode andere organismen (heterotroof). Deze paddenstoel komt op veel plekken voor, zoals in naaldbossen op zandgrond en is vrij algemeen.
De hoed van de muizenstaartzwam is gewelfd tot bijna vlak. De diameter van de hoed is ongeveer 1 tot 3 cm breed. De paddenstoel is glad en mat. De kleur is bleek bruin tot hazelnootbruin. De muizenstaartzwam heeft een lichte randzone. De lamellen zitten dicht op elkaar en zijn wat wittig. De steel is ongeveer 1 tot 5 centimeter lang en 1 tot 2 millimeter dik. De steel is uitlopend tot een harige wortel. Het vlees is een beetje bruinig. De geur ruikt vrij muf.