Boompuist (Postia ptychogaster anamorf)
De Boompuist is kussenvormig wit tot lichtbruin, zacht borstelig behaard vruchtlichaam. Later poederachtig en grijsbruin. Vlees radiair gezoneerd, vezelig van grijsbruin, crèmekleurig tot geeloranje. Groeit op dode stronken van naaldbomen, vooral fijnsparren en dennen (augustus - december). Deze zwam komt algemeen voor in Nederland. Het is de imperfecte vorm van de eigenlijke boompuist die echter zelden gevonden wordt.
De Boompuist kan uitgroeien tot ongeveer 10 cm breed. Dit wordt gevolgd door de teleomorph, of seksuele voortplantingsfase die opnieuw gevormde groei en haakjes vormt: bovenste oppervlak fluweelachtig, wit, onderkant wit, poriën hoekig, 3 tot 4 per mm, tot ongeveer 3 cm breed.
Kleverig koraalzwammetje (Calocera viscosa)
Het Kleverig Koraalzwammetje is een algemene soort welke op dood naaldhout gevonden kan worden. Alhoewel hij op een Koraalzwam lijkt valt hij toch niet onder de Koraalzwammen.
Het Kleverig Koraalzwammetje is vrij variabel qua vorm, hij kan bestaan uit rechte vertakkingen, maar komt ook regelmatig voor met vrij veel vertakkingen. Hij groeit in bundels, welke in omvang kunnen verschillen van enkele losstaande sprietjes tot meer dan 10cm in doorsnee. De vertakkingen voelen rubberachtig aan en zijn makkelijk te buigen zonder dat ze afbreken. Dit in tegenstelling tot de Koraalzwammen, waarbij de vertakkingen meestal erg broos zijn. Als hij door mos en gras heen moet groeien kan hij ruim 15cm hoog worden. Het vruchtlichaam is opvallend geel gekleurd en kan door droogte en ouderdom oranje kleuren. Het Kleverig Koraalzwammetje groeit op sterk vermolmde stronken of soms ook stammen van naaldbomen, o.a. Spar (Picea), Grove den (Pinus sylvestris), Larix (Larix), overwegend in naaldbossen op droge voedselarme zandgrond.
Het Kleverig Koraalzwammetje kan verward worden met diverse, zeldzame, soorten Koraalzwammen. Maar de qua kleur overeenkomende Koraalzwammen groeien doorgaans niet direct op hout, en hebben vertakkingen welke vrij makkelijk afbreken.
Gele knolamaniet (Amanita citrina)
De Gele Knolamaniet is een algemene Amaniet die in zowel naald- als loofbossen gevonden kan worden. Meestal wordt hij gevonden onder beuken en eiken op zandgrond. De hoed van de Gele Knolamaniet is wit tot lichtgeel tot geelgroen gekleurd. Tevens bevat de hoed witte tot gelige velumresten welke vaak bruin verkleuren. Deze velumresten kunnen er door regen van af spoelen, waardoor hij lastig te herkennen kan zijn. De steel is ook wit tot lichtgeel gekleurd en heeft een dunne hangende ring, welke bij aanraking bruin verkleurd. De steel heeft een duidelijke knolvoet welke een duidelijke beurs heeft en zelden velumresten bevat. De soort zou verward kunnen worden met de Groene Knolamaniet (Amanita phalloides), deze soort heeft echter een hoed welke veel groener en donkerder gekleurd is en de hoed bevat zelden velumresten. Tevens heeft deze soort een steel met duidelijke witte schubben. Tevens zou hij nog verward kunnen worden met de Narcisamaniet (Amanita gemmata), maar de hoed van deze soort is veel geler gekleurd.
Daarnaast is er ook nog een witte variëteit welke de Witte Knolamaniet ( Amanita citrina var. alba ) wordt genoemd. Deze onderscheidt zich van de Gele Knolamaniet doordat deze helemaal wit is en nergens, op de plakjes op de hoed na, geen geelverkleuring heeft.