Deze twee vormen een koppel. Als de een in een bepaalde richting weg zwom, volgde de ander. De achterste is een man (witte slagpen uiteinde).
De zwarte zwaan (Cygnus atratus) is een vogelsoort uit het geslacht Cygnus (zwanen). De zwarte zwaan is bijna volledig zwart met enkel witte handpennen. De rozerode snavel is lichter op de punt. De poten zijn grijs. De zwarte zwaan heeft van alle zwanen de langste hals: meer dan half zo lang als de totale lichaamslengte. Hij wordt 110 tot 140 centimeter lang en tot zes kilogram zwaar. De zwarte zwanen vormen rond hun tweede levensjaar een koppel voor het leven. De kuikens worden door de ouders samen opgevoed. De zwarte zwaan is niet honkvast. Bij zwerftochten kan hij afstanden van honderden kilometers overbruggen en zorgt zo ook zelf voor zijn verspreiding. Kenmerkend is de klagende, trompetterende roep bij hun nachtelijke vluchten. Zijn voedsel bestaat uit grassen en waterplanten. De zwarte zwaan is nauw verwant aan de knobbelzwaan.
Zwarte zwanen zijn monogaam, ze houden meestal hun hele leven dezelfde partner. Bij de voorplanting blijven de paartjes meestal afgezonderd. Af en toe planten ze zich echter ook wel voort in kolonies. Naar schatting is een kwart van alle paartjes homoseksueel. Meestal zijn dit mannetjes. Ze stelen nesten, of vormen tijdelijke een trio met een vrouwtje om eieren te krijgen. Nadat het vrouwtje de eieren heeft gelegd wordt ze weggejaagd waarna de mannetjes de eieren gaan uitbroeden.
Deze soort komt van nature voor in Australiƫ, Tasmaniƫ en Nieuw-Zeeland. Hij leeft in zoet- en brakwatergebieden. Een expeditie onder leiding van Willem de Vlamingh ontdekte in 1696 als eerste Europeaan deze zwarte zwanen aan de Zwanenrivier bij het hedendaagse Perth. Tot dan toe stonden zwarte zwanen in Europa bekend als voorbeeld van iets wat niet bestond, de ontdekking kreeg daarom spreekwoordelijke betekenis. De zwarte zwaan is een populaire sierwatervogel die veel wordt gehouden en gekweekt. Ontsnapte of uitgezette exemplaren kan men ook in de Europese natuur tegenkomen, maar worden beschouwd als exoot. In Europa broeden ze het gehele jaar door.
De meeste Zwarte Zwanen houden zich op in paren of familiegroepjes in of bij de broedgebieden. Concentraties tot enkele tientallen exemplaren zijn bekend van ruiplekken als het Volkerakmeer en IJsselmeer (juli), of treden op in de nabijheid van goed bezette broedplaatsen. Tijdens strenge vorst zoeken Zwarte Zwanen ijsvrije wateren op, waaronder snelstromende beken. De landelijke aantallen namen vooral in de jaren negentig van de twintigste eeuw sterk toe, maar lijken in de nieuwe eeuw af te vlakken.