dinsdag 17 november 2020

De unieke streepjescode van de Gaai

Gaaien vallen niet alleen op door hun verstopkunsten, maar ook door hun kleurrijk verenkleed. Het meest in het oog springend zijn de blauwe veren met donkerblauwe streepjes op de vleugels. Iedere gaai heeft hiermee een unieke streepjescode en is individueel te herkennen.

De tekening in het blauwe deel van de vleugels is een soort van vingerafdruk bij de Gaai.

Veel mensen kennen het bekende prachtige blauw met zwart gestreepte vleugelveertje van de gaai dat menig boswachtershoedje siert. Dit veertje behoort tot de mooiste vogel trofeeën van Nederland en België. Inmiddels maak je steeds meer kans om zelf zo’n prachtig veertje in een stadspark te vinden. Want hoewel de gaai van oorsprong een vrij schuwe bosvogel is, duikt deze prachtige verschijning steeds vaker op in bewoonde gebieden. Deze ontwikkeling wordt vooral ingezet door een flinke toename van deze vogel, zowel in Nederland als België, vooral in Vlaanderen.

De streepjescode van de gaai zie je steeds vaker in het blauwe gedeelte van de vleugels terug.

Was de gaai voorheen een uitgesproken bosvogel, tegenwoordig zie je ze steeds vaker in parken en tuinen, zelfs midden in de grote steden. Let eens op de verdeling van de blauw met zwarte streepjes op de vleugel, want iedere gaai heeft zijn eigen unieke streepjescode. Je zult ze op den duur daardoor individueel herkennen. De meeste gaaien zijn standvogel en blijven in de buurt. De aanwezigheid van eiken is een voorwaarde, omdat de eikels een belangrijk deel van hun voedsel vormen. Het type bos maakt verder niet uit. Hun favoriete voedsel bestaat uit eikels. Maar in de maanden dat ze er niet zijn, eten ze ook graan, fruit, insecten, eieren, jonge vogels en muizen, die in de stad ruim voorhanden zijn.

De Nederlandse gaaien blijven in Nederland in de buurt van hun broedgebied. Geregeld zijn er in het najaar ‘invasies’ van hoge aantallen gaaien die in groepjes uit het Oost-, Midden- of Noord-Europa (zoals in 2010) ons land bereiken. Als ze op de kust stuiten, lijken ze zich over het land te verspreiden. Zulke invasies vinden tot nu gemiddeld eens in de acht jaar plaats. Dus er komt er binnenkort weer een aan.