zondag 4 juni 2017

De Kool- en Pimpelmees

De twee bekendste mezen in Nederland zijn de Kool- en Pimpelmees. De koolmees is de grootste van de twee. De pimpelmees mag dan wel kleiner zijn, maar ze staan hun mannetje. Als er om voedsel gevochten moet worden trekt de kleine pimpelmees vaak aan het langste eind.

Pimpelmees juveniel (jeugd)

De volwassen pimpelmees (Cyanistes caeruleus) heeft een vrij herkenbaar verenpak met zijn kobaltblauwe kruin, staart en vleugels die duidelijk afsteken tegen het geel van zijn onderkant. Het verschil tussen mannetje en vrouwtje is vrijwel niet waar te nemen. In juveniel kleed is hij op de kop groenig in plaats van blauw en op de wang gelig.

De pimpelmees is een mees die in vrijwel heel Europa regelmatig voorkomt. Pimpelmezen zijn veel te zien in bossen, tuinen en struwelen. Het zijn slimme, behendige vogels die graag afkomen op in de tuin opgehangen voedsel. In Nederland neemt het aantal pimpelmezen anno 2015 nog altijd toe.

Links; hoewel moeilijk te herkennen lijkt dit een vrouwtje (uitgevallen pluimen op de borst / buikzone door de broed.
Rechte; Ook jonge vogels baden graag, zeker bij warm weer.

Pimpelmezen zien elkaar anders dan wij ze zien doordat zangvogels, waartoe pimpelmezen behoren, heel goed uv-licht kunnen waarnemen, dit in tegenstelling tot de mens. Kleuren lichten daardoor aanzienlijk feller op. Dit is essentieel voor het vrouwtje om het mannetje te kiezen waar zij de voorkeur aan geeft. Het gekleurde 'petje' is hierbij het belangrijkste deel van het mannetje dat indruk moet maken op het vrouwtje. Uv-gevoeligheid helpt om het verenkleed voor soortgenoten helder zichtbaar te maken en toch voor roofdieren minder goed zichtbaar te zijn aangezien die - net als de meeste andere dieren - geen uv-licht kunnen waarnemen. Voor vrouwtjespimpelmezen spelen ook de dans en zang van het mannetje en door hem aangeboden voer een rol bij de partnerkeuze.


Verzorging van het verenkleed wordt meermaals per dag uitgevoerd. Hier is de Koolmees zich aan het verzorgen.

De koolmees (Parus major) is een zangvogel uit de familie van echte mezen (Paridae). De koolmees heeft een zwarte kruin, witte wangvlekken, een gele borst en daarop overlangs een zwarte band. Mannetjes zijn te herkennen aan de duidelijk bredere zwarte band, maar ook aan de grotere hoeveelheid zwart tussen de poten en meer glans op de kop. Het juveniel is valer gekleurd en mist de zwarte streep, deze verschijnt in het najaar. De koolmees is de grootste soort mees, zoals de wetenschappelijke soortnaam verraadt: major betekent groot.

De zang is een hoog si si sirrr en lijkt iets zachter dan die van de pimpelmees. De vlucht van de koolmees is meestal gelijk aan die van andere mezen. In grote bogen vliegt de koolmees door de lucht, afwisselend wordt met de vleugels geslagen en gezweefd.


Koolmezen broeden in bosrijke gebieden in de hoogste dichtheden, maar is ook aanwezig in kleine bosjes, parken en tuinen zo lang er nestgelegenheid en voedsel voorhanden is. Maakt veel gebruik van boomholtes, maar broedt ook in schuurtjes en vaak in nestkasten. Komt overal in Nederland voor, behalve in grote open gebieden zonder bomen en struikgewas.

Koolmezen zijn uitzonderlijk baldadig, maar ook nuttige dieren voor liefhebbers van fruitbomen en grote fruitgewassen. Vele koolmezen zullen namelijk vruchten en bladeren aan gewassen doorzeven om rupsen op te pikken. Ze kunnen grote aantallen rupsen wegvangen op een biologische manier maar dit gaat natuurlijk wel ten koste van de vruchten en bladeren die op hun beurt ook weer erg belangrijk zijn voor de oogst en de plant.