Het vrouwtje van de zwartkop heeft een bruin petje op. Bij de man is het petje zwart.
De zwartkop is een zangvogel die vrijwel is alle grotere tuinen en bossen voor komt. De zwartkop heeft een voorkeur voor struiken en oudere bomen. Laat zich niet altijd makkelijk zien, maar zijn melodieuze zang is in het voorjaar des te beter te horen.
Links de man van de vink, rechts het vrouwtje.
Vinken leven in bossen, boomrijke tuinen en parken. Ze eten namelijk zaden en zachte plantendelen, zoals bladknoppen. Toch is het vooral hoog Nederland waar vinken het meeste voorkomen. Aan het einde van hun zang van de vink laten vinken vaak de bekende 'vinkenslag' horen.
De Roodborst is een van de dominantste vogels in de tuin. Hier verdedigd hij zijn territorium door zijn rode borst op te zetten.
Roodborsten zijn vaak erg nieuwsgierig en goed van vertrouwen. Tegen soortgenoten zijn zowel mannetje als vrouwtje daarentegen heel agressief en verdedigen zomers en 's winter fel hun territorium. Ze tonen daarbij de rode borstveren. Meestal maken ze hun nesten goed verborgen op de grond. De jongen hebben overigens nog geen rode borst.
Boven: de volwassen en de jonge pimpelmees. Onder-links; de volwassen en onder-rechts; de jonge pimpelmees.
De pimpelmees heeft een kenmerkend blauw ‘petje’, gele borst, smalle, zwarte oogstreep, zwartblauwe kinvlek en blauwachtige vleugels. Mannetjes helderder van kleur dan vrouwtjes en juvenielen.
Links: de koolmees (man), rechts; een merel (vrouwtje)
Een van de meest algemene en bekende broedvogels van Nederland en de grootste mees van ons land. De koolmees heeft een zeer gevarieerde zang. Is goed herkenbaar aan gele lijf en zwarte kop. Komt veel voor in loofbossen, maar is ook in dorpen en steden zeer algemeen voorkomend. Broedt vaak in nestkasten en maakt gretig gebruik van bijvoeren in de winter. In strenge winters kan grote sterfte optreden.
De merel is de meest algemene en een van de bekendste broedvogels van ons land. Merels zijn luidruchtig. Als er een kat in de buurt is, waarschuwen ze met hun luide alarmroep andere dieren. De nesten zijn vaak makkelijk te vinden waardoor veel eieren en jongen aan katten en kraaien ten prooi vallen. Ondanks die verliezen zijn de merels nog steeds zeer talrijk: ze compenseren dit natuurlijke verlies door veel jongen groot te brengen.