vrijdag 1 september 2017

De herfst begint met de spinnentijd

Met het begin van de meteorologische herfst breekt ook de spinnentijd weer aan. Voor sommige zijn het griezels waar ze bang voor zijn, voor andere zijn het interessante insecten. Eigenlijk zijn het geen insecten, maar arachnida: spinachtigen. Wel zijn het, net als de insecten, geleedpotige dieren. In België en Nederland leven bijna 700 verschillende soorten spinnen. Een aantal spinnen komt zeer algemeen voor en is bij het grote publiek bekend. Voorbeelden zijn de huisspin en de trilspin die in huizen leven en in tuinen komt de kruisspin algemeen voor. Sommige spinnen zijn echter zeldzaam en worden door wetgeving beschermd.

Rietkruisspin (Larinioides cornutus)

Spinnen zijn uitermate nuttig. Ze vangen van enorme grote hoeveelheden insecten. Dit kunnen vliegen en muggen zijn, maar ook grotere insecten zoals sprinkhanen, kevers en wespen. Spinnen zijn dus een van de meest efficiëntste opruimers van insecten in de natuur. Op een vierkante meter weiland komen ongeveer 130 spinnen voor, dit zijn 1,3 miljoen spinnen op een hectare. Deze zouden ongeveer 47.450 kg insecten kunnen verslinden per jaar. Er is ook wel eens berekend dat wanneer spinnen 1 of 2 maanden niet zouden eten, de wereld overvol zou geraken met allerlei insecten en dat we tot onze oksels in de insectenlarven zouden staan. Misschien is dit wat overdreven, maar het geeft wel een indicatie over het nut van onze spinnen.

Rietkruisspin (Larinioides cornutus)

De rietkruisspin (Larinioides cornutus) is een spinnensoort uit de familie wielwebspinnen. De spin komt voor in heel Europa. De vrouwtjes bereiken een lichaamslengte van 13 millimeter, de mannetjes worden niet groter dan 8 mm. Deze spin wordt gevonden in vochtige gebieden, met name bij water. Het web wordt gespannen tussen het gras of in lage struiken. De spin verbergt zich overdag en 's nachts bevindt ze zich in haar web.

Gewone strekspin (Tetragnatha extensa)

De gewone strekspin (Tetragnatha extensa) is een spin uit de familie strekspinnen (Tetragnathidae) die in Midden-Europa wordt gevonden. De vrouwtjes worden 6,5 tot 11 mm groot, de mannetjes worden 6 tot 9 mm. De spin is geelbruin gekleurd. Ze hebben een gelig achterlijf met in het midden een bruine band met een glanzend zilveren vlek. De onderkant is donkerbruin met een gele vlek. Leeft in nabijheid van water in bosjes en op gras of riet.

Zomerwielwebspin (Metellina mengei)

De zomerwielwebspin (Metellina mengei) is een spin uit de familie strekspinnen (Tetragnathidae) die in heel Europa tot Georgië wordt gevonden. De spin wordt ongeveer 5 mm lang. De volwassenen kunnen vanaf mei tot juli worden gevonden. De soort werd eens beschouwd als een vorm van de spin Metellina segmentata, die in de lente voorkomt. M. mengei is echter veel zeldzamer dan M. segmentata. De soort is iets kleiner dan M. segmentata en kan er slechts van worden onderscheiden door de genitale kenmerken te vergelijken.

Herfsthangmatspin (Linyphia triangularis)

De herfsthangmatspin (Linyphia triangularis) is een spin die behoort tot de familie hangmatspinnen. De vrouwtjes worden 5 tot 6,6 mm groot, de mannetjes 4,6 tot 6 mm. Deze soort is onmiskenbaar door het achterlijf met bladpatroon. Ze leeft op takken van bomen en struiken en komt voor in het westen van het Palearctisch gebied.