Als de inkt van de zwam drupt zijn z'n dagen geteld.
De Grote kale inktzwam (Coprinopsis atramentaria, synoniemen: Agaricus atramentarius, Coprinus atramentarius) is een kortlevende plaatjeszwam uit de familie Psathyrellaceae. De grote kale inktzwam komt over het algemeen voor in groepen op stronken van loofbomen of op wortels. Men kan ze vinden in weiden, op ruderale gronden en op open terrein. De steel heeft geen ring. Jonge zwammen hebben een eivormige hoed, later wordt deze 5-7 cm breed en gaat klokvormig open. De hoed en lamellen rollen vanaf de rand op en vergaan. De kleur is lichtgrijs of lichtbruin. De hoed is van boven naar beneden straalsgewijs geribd, doordat de hoedplooien dicht bijen staan. De zwam verschijnt in mei en met een pauze kan men haar tot in de herfst aantreffen. De 1 cm brede, cilindrische steel wordt tot 9 cm hoog en heeft een verdikking aan de voet. De dicht bijeen staande lamellen worden bij rijping zwart.
Jonge, grote kale inktzwammen zijn eetbaar, maar bevatten coprine dat dezelfde werking heeft als de stof thiuramdisulfide. Na het nuttigen van de inktzwam in combinatie met alcohol zullen allerlei onaangename lichamelijke verschijnselen optreden. Het consumeren van alcohol dient dan ook gedurende twee dagen na het eten ervan vermeden te worden. In de tijd dat men met inkt en ganzenveer schreef, maakte men inkt door deze zwam op een bord te laten vervloeien, het nat af te gieten en wat Arabische gom en nagelolie toe te voegen en te schudden.