Bruin Bekermos (Cladonia grayi)
Bekermossen zijn korstmossen en makkelijk herkenbaar aan hun vorm. Bekertjes, niet om uit te drinken maar om de vruchtlichamen van het korstmos te dragen. Op dood hout, op de grond of zelfs op het dak van je schuur kun je deze kleine vormen vinden. Wie goed oplet, ziet dat er een diversiteit aan vormen en kleuren bestaat.
Gevorkte Heidestaartjes (Cladonia furcata)
Verschillende duinkorstmossen hebben rechte stengels en een struikvormige manier van groeien. Je kunt ze onderling herkennen aan de punten van de stengeltjes. Gevorkt heidestaartje is zo'n soort. De stengeltjes zijn onregelmatig vertakt en de uiteinden zijn vaak bruin gekleurd. Ook dit korstmos groeit in de duinen en langs paden in heidevelden. Je kunt het gemakkelijk verwarren met vals rendiermos.
Rode heidelucifer (Cladonia floerkeana)
De rode heidelucifer (Cladonia floerkeana) is een korstmos dat voorkomt op venige en zandige grond en op rottend hout in heiden, stuifzanden en duinen, soms op rieten daken.
Links; Kapjesvingermos (Physcia adscendens), rechts; de Smal bekermos (Cladonia coniocraea)
Smal bekermos groeit op zure schors van levende en dode bomen, maar ook op de grond, op hout en op steen. Dit bekermos heeft een lange stengel met een kopje dat ongeveer even breed is als de stengel. Hierdoor lijkt het op de Heidelucifer (C. macilenta), deze is echter meer grijs van kleur en heeft vaak hier en daar wat rood (oranje-geel) op de grondschubben heeft, of het Heidestaartje (C. subulata), deze soort heeft minder grondschubben en lange vertakkingen. Je komt Smal bekermos vooral tegen in droge bossen op zandgrond, ook in de duinen.