De (bruine) Gewone wegslak eet van paddenstoelen en (anijs)zwammen
De gewone wegslak bestaat in effen zwart tot effen oranje en alle variaties daartussen. De zwarte komen het meest voor in het noorden van het verspreidingsgebied (West-Europa, van IJsland tot de Pyreneeën), de oranje exemplaren in het zuiden. Een kleine slak is het beslist niet: vijftien centimeter is een normale maat voor een volwassen gewone wegslak. Kruipen doet hij met golvende bewegingen van de stevige, sterk gespierde voet, die voortdurend wordt bevochtigd met slijm uit een klier onder de kop. Als hij bedreigd wordt, trekt hij zich samen tot een halve bol. Dan is nog de oranje dwarsgestreepte rand van de bleke voetzool te zien net als de ademopening, die bij wegslakken voor het midden van het schild, rechts vlak achter de kop zit. Bij andere naaktslakken is die ademopening gelegen achter het midden van het schild.
Links; de bruine variant van de Gewone wegslak, rechts de zwarte variant.