dinsdag 5 september 2017

Herfst; Padden, Spinnen en Slakken

De tekenen van de naderende herfst worden langzaam duidelijker. De kleine jonge Gewone pad kruipt en springt over de paden, de naaktslakken

De kleine Gewone pad is op pad naar beschutting

Jonge padden worden larve genoemd. De meeste larven redden het niet en worden opgegeten door vijanden. De jonge padjes zijn dan nog erg klein en geheel zwart, pas later krijgen ze de bruine kleur. Ze bevinden soms zich in enorme aantallen vlak langs het voortplantingswater en na enige tijd trekken ze bij regenachtig weer massaal weg naar hoger gelegen gebieden, wat de paddenregen wordt genoemd. De jonge padjes zijn nu tussen de 7 en 12 millimeter lang, het duurt dan nog 3 tot 4 jaar voordat ze geslachtsrijp zijn en zich kunnen voortplanten. Dan keren ze net als hun ouders ieder jaar naar het voortplantingswater. In de natuur worden padden door predatie en natuurlijk verval, zoals aantasting door parasieten, maximaal 10 tot 12 jaar oud.

Deze bruine slak is een Spaanse wegslak

De Spaanse wegslak (Arion lusitanicus) is een 8-12 cm grote landnaaktslakkensoort uit de familie Arionidae. De Spaanse wegslak heeft een zeer variabele kleur maar is meestal bruinachtig, roodachtig of oranjegeel. De Spaanse wegslak is alleen van Arion rufus te onderscheiden op grond van anatomische kenmerken. Er wordt vermoed dat de soort oorspronkelijk voorkwam op het Iberisch Schiereiland en in het westen van Frankrijk en zich van daaruit tijdens de laatste decennia van de twintigste eeuw verder door Midden-Europa heeft verspreid.

Links; de Gewone strekspin, rechts de uitwerkselen van een Egel

De vrouwtjes van de Gewone strekspin (Tetragnatha extensa) worden 6,5 tot 11 mm groot, de mannetjes worden 6 tot 9 mm. De spin is geelbruin gekleurd. Ze hebben een gelig achterlijf met in het midden een bruine band met een glanzend zilveren vlek. De onderkant is donkerbruin met een gele vlek. Leeft in nabijheid van water in bosjes en op gras of riet.

De egel (Erinaceus europaeus) is een algemeen, wijdverspreid zoogdier uit de familie der egels (Erinaceidae). Egels eten veel insecten, muggen en rupsen, kevers, wormen, slakken en mest- en aaskevers. Ook paddenstoelen, bessen en vruchten staan op het menu van de egel. De poep met onverteerde zaden zijn waarschijnlijk van de egel.