TopoTijdreis toont de oude kaart uit 1933 waar diverse vennetjes tussen Netersel
en de Flaes en Goorven op zijn aangegeven.
Midden 20e eeuw kende het gebied tussen de Flaes en Netersel diverse vennen(tjes), zoals Weijer, Steenven, Karneijkven (waar nu nog de Karneikweg, een zandweg in Lage Mierde naar genoemd is, Oudemeer, Nieuwemeer, Warvenbosch ven op de Mispeleindse Heide Lage Mierde en Voorste Witven, Achterste Witven, Voorste Weerij, Achterste Weerij, Voorste Most, Achterste Most, Staakven, Schotelven, Zwartven op de Neterselse Heide in Netersel. Veel van deze vennen zijn alleen nog op oude topografische kaarten terug te vinden. Ze zijn voor een groot deel ook verdwenen, deels door ontginning (tijdens de grote ruilverkaveling in de jaren 60 van de 20e eeuw), herinrichtingen en deels door de verdroging die al in de tachtiger jaren van de vorige eeuw is begonnen.
De landbouw heeft een deel van de oude natuur ontgonnen en daarmee verdwenen ook de kleine vennetjes. (kaart 1984).
In het ruilverkavelingrapport dat ten grondslag lag aan deze ruilverkaveling wordt het blok als volgt begrensd: in het westen is aansluiting gezocht op de ruilverkaveling Mierde. In het noordwesten is de ontgonnen Neterselse heide in het blok opgenomen. Ten noorden van Netersel is een gedeelte van het natuurbeschermingsmeldingsgebied aan weerszijden van de Groote Beerse in het blok opgenomen, waarmee is getracht aansluiting te verkrijgen op de ruilverkaveling Middelbeers. In het noorden vormt de ontginning van de Landschotse heide de begrenzing van de ruilverkavelingbehoeftige gronden. De oostelijke grens sluit aan bij de ruilverkaveling Zaligheden-Oost en wordt gevormd door de Kleine Beerse ten oosten van Hoogeloon. In het noorden vormden de randen van de boscomplexen de begrenzing. Bij Duizel is de grens gekozen bij de Kleine Beerse. In zuidelijke richting vormen de bosranden de blokgrens. Hetzelfde geldt nagenoeg voor de gehele zuidelijke blokgrens, waarbij het tot Dalem behorende grondgebruik in zijn geheel niet in het blok is opgenomen. In het begrensde gebied zijn de dorpskernen gespaard gebleven. Dit was ook het geval met een aantal geïsoleerde boscomplexen. Het op bovenstaande wijze begrensde blok had een oppervlakte van 4350ha.
De Flaestoren waar je uitzicht hebt over de Flaes ( 4,9 ha) en in de verte de
Kleine Flaes (1,8 ha).
De huidige situatie is niet te vergelijken met die uit de jaren van voor de tweede Wereldoorlog tot een twintig jaren daarna. De generatie die net voor en even na de oorlog zijn geboren kunnen zich dat wellicht nog herinneren. Ik fietste als 8 jarige in de winter van Netersel binnendoor naar de Fales om daar te gaan schaatsen. Via de zandweg die nu Ruttestraat heet, kwamen we dan tussen het Goorven en de Flaes uit bij de plaats waar nu de Flaestoren staat. Vanaf de hoek Ruttestraat - Meierweg tot aan de Flaestoren is die zandweg verdwenen toen de Mispeleindse Heide en Neterselse Heide afgesloten werden om daar een beschermt natuurreservaat van te maken.
De rode lijn duidt het tracé van de oude zandweg (Lage Mierde). Rode lijn met witte rand: dorpsgrens Lage Mierde - Netersel.
Waar hield Netersel op en waar begonnen Hilvarenbeek en Westelbeers?
Reeds rond 1400 waren er meningsverschillen over gemeentegronden die tussen Hilvarenbeek en Netersel in lagen. In enkele brieven gaf Hilvarenbeek de grenslijn der vroenten als volgt op: van Bekersberg tot Hugenvoort, van hier tot Steenricht naar Leemputten, van hier naar Koevoert, Schatputten, Goerle, Raasterberg en eindelijk weer tot Bekersberg. De Raad van Brabant gaf in 1497 de grenzen van Netersel aan, maar klaarblijkelijk niet duidelijk genoeg, want bekend is dat er in elk geval in 1606 en 1807 weer grensconflicten waren. Ondanks de vele ruimte die er toen nog was en op kaarten goed te zien is. In dorpen die voornamelijk afhankelijk waren van landbouw en veeteelt hadden de grenzen en afpalingen onmiddellijk te maken met de mogelijkheid om voldoende inkomsten te verwerven. In 1833 werd bij Koninklijk Besluit beslist waar de grenzen nu precies lagen en sinds die tijd leek er voldoende duidelijkheid te zijn. Op de kaarten die Welvaarts liet tekenen voor zijn boek over de geschiedenis van Bladel en Netersel staan de volgende toponiemen aangegeven: Beerse Broek, Steenselaar, Beemden, Rietbroek, Hees Broek, Schipstaarten, Binnen Heide, Vlutjes, Achterste Heide, Muilen, Polders, Hoef, Aalsten met Kruisven, Hekkens, Rutte Straat, Zandstraal, Neterselsche Heide met Witven, Goor, Most, Weerij, Steenven en Weijer, Blikken en Lei.
De Flaestoren staat op grondgebied van Esbeek (Gem. Hilvarenbeek), enkel meter verwijderd van de grens met Lage Mierde.
Ten zuiden van de Flaestoren ligt het Goorven, dat met 5,6 ha het grootste ven in de omgeving is. Tussen de Flaes en Goorven zijn een paar vennen heringericht.
Het Goorven vanaf de noordkant (te bereiken via het fietspad).
De Flaes, Kleine Flaes en Het Goor liggen op grondgebied van Lage Mierde (Gem. Reusel - De Mierde).
De zelfde kaart als hierboven, maar dan als luchtfoto, met een markering waar de Flaestoren staat.